Terug
Gepubliceerd op 04/03/2024

2024_CBS_01596 - Omgevingsvergunning - OMV_2023170406. Jules Pauwelsstraat 37. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01596 - Omgevingsvergunning - OMV_2023170406. Jules Pauwelsstraat 37. District Hoboken - Goedkeuring 2024_CBS_01596 - Omgevingsvergunning - OMV_2023170406. Jules Pauwelsstraat 37. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023170406

Gegevens van de aanvrager:

de heer David Frejlich met als adres Volhardingstraat 71 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

Jules Pauwelsstraat 37 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie A nr. 329E4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          bouwmisdrijven 11002_2024_10605, 11002_2024_10604 en 11002_2024_10603;

-          26/09/2023: onvolledige en onontvankelijke vergunningsaanvraag (OMV_2023093955) voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;

-          15/06/2023: proces-verbaal (11002_2023_17539_VPV) voor het verbouwen zonder vergunning.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met hellend dak; 
  • bouwdiepte van 19,19m op het gelijkvloers
  • bouwdiepte 16,54m tov linker perceelgrens en 9,71m tov rechterperceelgrens op de verdieping;
  • bouwhoogte van 11,26m;

-          gevelafwerking:

  • gevel afgewerkt in grijs natuursteen op het gelijkvloers, rood gevelmetselwerk op de verdieping en details in zwart pleisterwerk;
  • schrijnwerk uit wit pvc;
  • plint en dorpel uit blauwe hardsteen;
  • dakgoot uit wit pvc en dakafwerking in zwarte pannen;

-          inrichting:

  • rijwoning met stadstuin.

 

Bestaande toestand

-          toevoeging 1ste verdieping van een overdekt terrasje tot het binnenvolume.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met hellend dak; 
  • bouwdiepte van 19,33m op het gelijkvloers;
  • bouwdiepte 16,68m tov linker perceelgrens en 9,85m tov rechterperceelgrens op de verdieping;
  • bouwhoogte van 11,26m;

-          gevelafwerking:

  • voor – en achtergevel afgewerkt met isolatie en wit pleisterwerk;
  • schrijnwerk uit antraciet pvc;
  • plint en dorpel uit blauwe hardsteen;

-          inrichting:

  • rijwoning met stadstuin.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          isoleren en bepleisteren van de gevels;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 5 bis - 12 bis - 13 bis j. Pauwelsstraat en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 27 februari 1991. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: binnenplaatsen en tuinen, zone voor bijgebouwen en zone voor hoofdgebouwen.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen het bijzonder plan van aanleg.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  •  artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of voor elke nieuwe ruimte bij volume-uitbreiding, dienen ruimten een minimale vrije hoogte te hebben van 2,60 m. Het achterste deel van de gelijkvloerse uitbereiding is in bestaande toestand 2,41 m en wordt nog verder verlaagd naar 2,39 m hoogte;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de opstand van de scheimuren moet minimaal 0,30 m zijn ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. Dit is niet het geval ter hoogte van de platte daken van de aanbouw op het gelijkvloers en de eerste verdieping;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. Er gebeuren werken aan het rioolstelsel en deze wordt niet gescheiden aangeboden;

  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    de aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel. Elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezichtsput, gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. De aansluitpunten moeten minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m uiteen gelegen zijn. Er werden geen toezichtsputten voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 21, 34, 40 en 41 van de bouwcode. Er kan, met uitzondering van artikel 21, niet op geldige wijze worden van afgeweken. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen bij de vergunning. Artikel 21 wordt toegelicht onder de rubriek ‘hinderaspecten’.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt voornamelijk een energetische verbouwing waarbij de gevels worden geïsoleerd. De niet-vergunde veranda op het gelijkvloers werd reeds afgebroken. Daarnaast is een overdekt terrasje op de eerste verdieping opgenomen in de woning. Voor het volume werd er voorafgaandelijk aan de omgevingsaanvraag een statusrapport aangevraagd. Met uitzondering van het toegevoegd terrasje, valt het bestaande volume onder het vermoeden van vergunning. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat het beperkt toegevoegd volume (toegevoegd terrasje) geen hinder veroorzaakt naar de omgeving en het volume in zijn geheel aldus inpasbaar is op het perceel en in de omgeving. Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel wordt geïsoleerd en wit bepleisterd. De voorgevel is momenteel een mix aan verschillende materialen en kleuren. De gevelwijziging draagt bij aan de verbetering van de energetische waarde van de woning. In tegenstelling tot de bestaande gevel draagt de sobere materiaalkeuze in voorliggend ontwerp eveneens bij aan het verbeteren van de visuele kwaliteit. De stad Antwerpen hanteert evenwel een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14 cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

Het toepassen van buitengevelisolatie leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpels, plint, …) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen.

Vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit dient verder aandacht besteed te worden aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw bepleisteren van de gevel. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen en de arrière-corps behouden te blijven, moeten de bestaande decoratieve gevelreliëfs steeds evenveel uit het vernieuwde gevelvlak springen als in bestaande toestand het geval is en moet er gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk die niet zichtbaar zijn in de gevel. Er moet een voldoende hoge plint voorzien worden. 

Bovenstaande zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Op het gelijkvloers wordt de woonkwaliteit gegarandeerd. Er kan voldoende licht toetreden in de woning zowel langs de voorzijde, de achterzijde en de koepel. Er wordt echter vastgesteld dat de binnenhoogte op het gelijkvloers achteraan met enkele cm vermindert ten opzichte van de bestaande toestand ten gevolge van een nieuwe vloerafwerking en het gelijktrekken van de passen. Aangezien het niet realistisch is om te veronderstellen dat de gewenste hoogte van 2,60 m gehaald kan worden en het uiteindelijke verschil met de vergunde toestand zo miniem is, dat het nauwelijks vast te stellen zal zijn, kan een afwijking gunstig beoordeeld worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

    1. De bestaande elementen in natuursteen zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
    1. Onderaan de gevel is een plint te voorzien van minimaal 60 cm hoogte om op een duurzame, stootvaste manier aan te sluiten op het openbaar domein. De plint steekt voorbij het gevelvlak.
    1. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) zijn te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand. 
    1. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, zijn integraal te verplaatsen.
    1. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
    1. De nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
    1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
    1. Het rioolstelsel dient te voldoen aan artikel 40 en 41 van de bouwcode.
    1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 december 2023

Volledig en ontvankelijk

15 januari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

15 maart 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

14 april 2024

Verslag GOA

23 februari 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bestaande elementen in natuursteen zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.
  1. Onderaan de gevel is een plint te voorzien van minimaal 60 cm hoogte om op een duurzame, stootvaste manier aan te sluiten op het openbaar domein. De plint steekt voorbij het gevelvlak.
  1. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) zijn te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand. 
  1. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, zijn integraal te verplaatsen.
  1. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
  1. De nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaats vinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
  1. Het rioolstelsel dient te voldoen aan artikel 40 en 41 van de bouwcode.
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.