Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023105376 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Toon Haverals met als contactadres Honoré Longtinstraat 103 te 1090 Jette en NV Van Noten met als adres Mechelsesteenweg 271 bus 2.1 te 2018 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV Van Noten (0404612734) met als adres Mechelsesteenweg 271 bus 2.1 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Kammenstraat 24, Steenhouwersvest 65 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 4 sectie D nrs. 520E en 523E |
waarvan: |
|
- 20230426-0012 | afdeling 4 sectie D nrs. 520E en 523E (HG) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van drie winkelhuizen met bovenliggende appartementen in neoclassicistische stijl met uitbreiding van de handelsruimte, een vermindering van het aantal appartementen, de exploitatie van koelinstallaties en de lozing van huishoudelijk afvalwater |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/03/2023: voorwaardelijk gunstig advies van de Kwaliteitskamer;
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4600;
- 26/04/1968: vergunning (19681113) voor het verfraaien van de voorgevel;
- 04/08/1972: vergunning (1972547) voor een verbouwing.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- parement in rood baksteenmetselwerk in combinatie met witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, en gevelornamenten;
- winkelpui in blauwe hardsteen;
- licht bepleisterde en beschilderde lijstgevel;
- houten schrijnwerk;
- smeedijzeren balustrades en balkons;
- winkelpui in blauwe hardsteen;
- grijs geschilderde houten kroonlijst;
- tussengebouw aan de zijde van de Kammenstraat: parement in rood baksteenmetselwerk in combinatie met witte natuursteen;
- inrichting: volledig bebouwd perceel.
Bestaande toestand
- afwijkend ten opzichte van de vergunde toestand.
Nieuwe toestand
- functie: samengevoegd perceel met gemengd gebouw:
- bouwvolume: samengevoegd gebouw:
- gevelafwerking:
- licht bepleisterde en beschilderde lijstgevel;
- te behouden smeedijzeren balustrades en balkons;
- te behouden winkelpui in blauwe hardsteen;
- te behouden grijs geschilderde houten kroonlijst;
- tussengebouw aan de zijde van de Kammenstraat: parement in rood baksteenmetselwerk in combinatie met witte natuursteen, hersteld conform de vergunde toestand;
Inhoud van de aanvraag
- slopen van het bestaande dak;
- bouwen van een mansardedak;
- samenvoegen van 2 panden;
- wijzigen van de functie op de eerste verdieping van wonen naar detailhandel;
- wijzigen van het aantal woongelegenheden van 4 naar 3;
- uitbreiden van het bouwvolume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat het lozen van huishoudelijk afvalwater en het gebruik van airconditioningsinstallaties.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) HG
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 711,75 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 14,17 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Aquafin | 7 november 2023 | 22 december 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Oost | 7 november 2023 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal | 7 november 2023 | 13 december 2023 | Geen advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 7 november 2023 | 20 december 2023 | Ongunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 9 januari 2024 | 30 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 7 november 2023 | 22 december 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 7 november 2023 | 24 november 2023 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 7 november 2023 | 17 november 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 7 november 2023 | 7 november 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 7 november 2023 | 28 november 2023 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 7 november 2023 | 12 december 2023 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- 2.1.1 Culturele, historische en\of esthetische waarde:
Het hele plangebied is een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In dit gebied wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur en het interieur van gebouwen, als voor de bijhorende buitenruimten. De aanvraag voorziet een gedeeltelijke sloop en een renovatie van de twee panden. De culturele, historische en/of esthetische waarde van alle aanwezige elementen moet voldoende beschreven worden in de beschrijvende nota van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
- 2.1.11.1 Terrassen in schuine daken:
Er zijn geen terrassen in schuine daken toegelaten palend aan of zichtbaar vanaf het openbaar domein. Aan de achtergevel zijn terrassen toegelaten wanneer zij geïntegreerd zijn binnen het volume van de begrenzende dakvorm en zij beperkt zijn tot op een afstand van 1 m van het midden van de scheidsmuur. Terrassen zijn nergens toegelaten indien het dak of de dakstructuur een culturele, historische en/of esthetische waarde heeft, zoals bepaald in punt 2.1.1. Er wordt een inpandig dakterras voorzien.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode: zie RUP Binnenstad.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie en gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de verbouwing van drie aaneengesloten gebouwen met een doorlopende winkel op het gelijkvloers en vier woongelegenheden op de verdiepingen tot een winkel die uitgebreid wordt tot de eerste verdieping en drie appartementen. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving.
De stedelijke dienst Business en Innovatie gaf een gunstig advies:
“Het hoekpand is gelegen op een strategisch kruispunt binnen het afgebakende hoofdkernwinkelgebied centrum Antwerpen. Momenteel is de gelijkvloerse verdieping een kledingswinkel met toegang op de hoek met een niveau +1 dat gebruikt wordt als stockageruimte van de winkel. In de aanvraag wordt de winkelruimte uitgebreid met een extra verdieping (niveau +1). De aanpassingswerken aan deze handelsruimte worden vanuit de visie Beleidsnota Detailhandel gunstig beoordeeld.”
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het hoekperceel is op het gelijkvloers volledig bebouwd. Dit blijft ook zo in de nieuwe toestand.
De gebouwen worden in de nieuwe toestand bekroond met een bouwlaag in de vorm van een mansardedak waardoor de typische 19de-eeuwse architectuur beter tot zijn recht komt.
Volgens artikel 2.1.11.1 van RUP Binnenstad zijn terrassen in schuine daken niet toegestaan indien ze zichtbaar zijn vanop het openbaar domein. Het voorgestelde dakterras is niet storend en kan vanuit ruimtelijk oogpunt worden toegestaan. De visuele uitwerking ervan wordt verder beoordeeld onder de visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten.
De vrije hoogte binnen de dakverdieping bedraagt 3,50 meter. Dit heeft ook een impact op de hoogte van het nieuwe dakvolume en de dakkapellen die hier voorzien worden. De dakverdieping is daardoor erg hoog en uit verhouding ten opzichte van de onderstaande gevels. De stedelijke dienst Monumentenzorg maakt hier eveneens bezwaar tegen. Omwille van het evenwicht in de verhoudingen van de gevelopbouw wordt opgelegd dat de dakverdieping moet verlaagd worden tot een vrije hoogte van maximum 3 meter binnenin. De dakopstand, het deel boven de dakvensters, kan daarbij gereduceerd worden tot het absolute minimum.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De panden zijn opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed en gelegen in CHE-gebied. De stedelijke dienst Monumentenzorg gaf een voorwaardelijk gunstig advies:
“Het wordt ten zeerste geapprecieerd dat de panden opnieuw opgewaardeerd worden en het middenste pand terug een gevel in ongeschilderde baksteen zal krijgen. Er wordt nieuw houten schrijnwerk voorzien in de gevels, we vragen om detailtekeningen voor te leggen voor verder advies.
Volgende voorwaarden worden opgelegd:
- advies Kwaliteitskamer met betrekking tot de daklaag na te leven;
- detailtekeningen van het nieuw houten schrijnwerk in de voorgevels voor te leggen voor verder advies.”
Dit advies wordt bijgetreden en dient te worden opgevolgd.
Het project werd een aantal keer voorgelegd aan de Kwaliteitskamer. De Kwaliteitskamer adviseerde aanvankelijk om de daklagen van de historische hoekpanden minder dominant uit te werken in relatie tot de historische context. Het aangepaste ontwerp resulteerde uiteindelijk in een voorwaardelijk gunstig advies:
“De aanpassing van de dakvorm wordt geapprecieerd. Als laatste aanbevelingen geeft de Kwaliteitskamer hierbij mee om te onderzoeken om de kroonlijsthoogtes te diversifiëren ten opzichte van elkaar (in functie van eerlijke pandsgewijze opzet), om de dakkapellen minder hoog/prominent te maken en de onderzijde (iets) hoger boven de goot te positioneren.”
Dit advies was gebaseerd op de presentatie over het voorstel van 3 maart 2023, waarbij het dakterras was uitgewerkt in de vorm van een dakkapel die zich harmonisch inpaste in de architectuur van het 19de-eeuwse pand. In de huidige aanvraag wordt het dakterras gevormd door een grote uitsparing in het dak, waardoor het dakvolume en het straatbeeld verstoord worden. Voor de uitwerking van het dakterras moet – conform het advies van de Kwaliteitskamer en de stedelijke dienst Monumentenzorg – opnieuw gegrepen worden naar de vormgeving van 3 maart 2023, namelijk te behandelen als dakkapel met verticale verdelingen. Dit wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd.
Bodemreliëf
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een gebied met een oppervlakte onder 300 m² (170 m²) en een ingreep in de bodem kleiner dan 100 m² (quasi verwaarloosbaar, vloerfunderingen blijven liggen, enkel dekvloeren worden verwijderd). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1, is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.
Er wordt een afwijking gevraagd op de verplichting om een infiltratievoorziening te plaatsen. Infiltreren op eigen terrein is hier onmogelijk omdat het perceel volledig onderkelderd is. De afwaterende dakoppervlakte is kleiner dan 1.000 m², waardoor er geen buffervoorziening geplaatst hoeft te worden. De buffering wordt gerealiseerd door het voorzien van groendaken met een minimale opslagcapaciteit van 50 liter/m². De afwijking op de hemelwaterverordening kan worden toegestaan.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van de handelsruimte. In beide panden is er detailhandel op het gelijkvloers en zijn er in het totaal 4 bovenliggende appartementen. De detailhandel wordt uitgebreid naar de eerste verdieping en er blijven 3 appartementen over. De detailhandel breidt uit met +/- 105 m². Omdat het om een beperkte oppervlakte gaat (<500 m²) wordt hier geen parkeerbehoefte voor opgelegd. De werkelijke parkeerbehoefte is 0. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. |
Fietsvoorzieningen
Voor de uitbreiding van de detailhandel met 105 m² moet er 1 fietsstalplaats voorzien worden voor het personeel (0,60/100 m²). Dit wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd.
Laden en lossen
Laden en lossen kan gebeuren op de bestaande laad- en loszones van de Steenhouwersvest.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Op de hoek van de Kammenstraat en de Steenhouwersvest in de oude stadskern van Antwerpen bevinden zich drie winkelhuizen in neoclassicistische stijl. Van Noten nv wil deze winkelhuizen renoveren. Hierbij zal de handelsruimte uitgebreid worden en tevens vermindert het aantal woongelegenheden van vier naar drie.
De gemelde ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) omvatten:
Beide rubrieken zijn in de derde klasse ingedeeld.
De buitenunits van de airconditioningsinstallaties worden op het dak geplaatst. Er zal gekozen worden voor geluidsarme toestellen. De exploitant dient te allen tijde te voldoen aan de geluidsnormen voor openlucht opgenomen in Vlarem II. Het gebruikte koelmiddel in deze installaties is R410A. Dit koelmiddel heeft een GWP (Global Warming Potential) van 2088. De exploitant wordt aangeraden te bekijken of er een meer milieuvriendelijk koelmiddel kan gebruikt worden met een lagere GWP en niet onderhevig aan uitfasering.
Het debiet van het huishoudelijk afvalwater werd volgens het dossier berekend op basis van 13 gebruikersequivalenten voor de drie appartementen en de winkel samen. Rubriek 3.2.2.a is echter enkel van toepassing voor huishoudelijk afvalwater dat niet afkomstig is van woongelegenheden. Dit betekent dat enkel de gebruikersequivalenten van het winkelgedeelte in rekening moeten worden gebracht. Rubriek 3.2.2.a wordt zonder voorwerp verklaard aangezien voor enkel het winkelgedeelte de ondergrens van 600 m³/jaar niet overschreden zal worden.
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | zonder voorwerp |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 14,17 kW |
Standpunt college
Het college sluit zich grotendeels aan bij het standpunt van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het college beschouwt de aanbevelingen van de stedelijke dienst Monumentenzorg en de Kwaliteitskamer als waardevol, maar niet van die aard dat ze als voorwaarden moeten afgedwongen worden, de impact kan immers niet beoordeeld worden. Zo is de netto ruimtehoogte van het dakappartement reeds 3 m ter hoogte van het hoekpand waar het vloerpeil hoger is, de voorwaarde 3 zou dus resulteren in een verspringende plafondhoogte, wat geen meerwaarde oplevert. Het verlagen van de dakopstand lijkt mogelijk, maar is afhankelijk van uitvoeringsaspecten zoals de dikte van de hellingslaag en de opbouw van het groendak. Het verlagen hiervan zal moeten gepaard gaan met het verplaatsen van de buitenunits van de warmtepompen, die dan zichtbaar worden. Deze kunnen echter ook beter gesitueerd worden boven de traphal…
De dakkapellen zullen omwille van een juiste bouwfysische detaillering nog voorzien moeten worden van opstanden en dorpels, waardoor ze effectief iets hoger zullen gepositioneerd worden etc.
Het college vraagt dus met aandrang aan architect en bouwheer om de nodige aandacht te geven aan deze opmerkingen tijdens de uitvoering. Het betreft immers geen vergunningsplichtige elementen, maar ze vervolledigen de verfijning en zorg die duidelijk uitgaat van het ontwerp. Voorwaarde 3 wordt in die zin aangepast.
Wat betreft het inpandige dakterras aan de voorgevel, is het college van mening dat het contrast tussen uitpandige dakkapellen en het centrale inpandige terras de verticale geleding ten volle ondersteunt, en het afwijkende terras tegelijk minder aanwezig is dan bij het tegenvoorstel van de stedelijke diensten. Voorwaarden 4 en 5 worden geschrapt.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 oktober 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 7 november 2023 |
Start openbaar onderzoek | 17 november 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 16 december 2023 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 9 januari 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 20 februari 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 21 maart 2024 |
Verslag GOA | 27 februari 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
17 november 2023 | 16 december 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 14,17 kW |