Terug
Gepubliceerd op 11/03/2024

2024_CBS_01567 - Omgevingsvergunning - OMV_2023120151. Della Faillelaan 44. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01567 - Omgevingsvergunning - OMV_2023120151. Della Faillelaan 44. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_01567 - Omgevingsvergunning - OMV_2023120151. Della Faillelaan 44. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023120151

Gegevens van de aanvrager:

BVBA JANTHO met als adres della faillelaan 44 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

Della Faillelaan 44 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 12 sectie M nr. 80Z

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

heraanleggen van de tuinverhardingen, voorzien van een luifel en omvormen van de garage tot een tuinhuis

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          03/10/2008: vergunning (3154#1336) voor het verbouwen en uitbreiden van een alleenstaande woning.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met puntdak; 

-          gevelafwerking:

  • licht parement en wit geschilderd houten schrijnwerk;
  • plint, dorpels en omlijstingen in blauwe hardsteen;

-          inrichting:

  • verharding platinen oprit en looppaden 450 m²;
  • terras in blauwe hardsteen 147 m²;
  • zwembad 50 m²;
  • garage 63 m² van 1 bouwlaag onder plat dak;
  • hekwerk in de voortuin te verwijderen en sokkel te behouden.

 

Bestaande toestand

-          voorwaarden uit de vorige vergunning niet uitgevoerd:

  • de voortuin mag niet benut worden als parking en enkel het deel mag verhard worden dat toegang verleent tot de woning, namelijk de inkomdeur;
  • als compensatie voor het vellen van de bomen moeten er 10 grootkruinige bomen (plantmaat 18/20) aangeplant worden op het terrein het eerstvolgende plantseizoen.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met puntdak; 

-          gevelafwerking:

  • licht parement en houten schrijnwerk;
  • plint, dorpels en omlijstingen in blauwe hardsteen;

-          inrichting:

  • verharding looppad voordeur in blauwe hardsteen 20 m²;
  • verharding terras blauwe hardsteen 67 m²;
  • verharding klinkers oprit, zwembad en tuinhuis 190 m²;
  • zwembad 50 m²;
  • tuinhuis 63 m² van 1 bouwlaag onder plat dak;
  • luifel ter hoogte van de achter- en zijgevel van de woning in functie van een overdekt terras en autostaanplaatsen;
  • sokkel met hekwerk ter hoogte van de voortuinstrook.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande verharding;

-          voorzien van nieuwe verharding;

-          plaatsen van een luifel voorzien van een groendak;

-          omvormen van de vrijstaande garage tot tuinhuis;

-          aanbrengen van een luifel ter hoogte van de voordeur.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

16 oktober 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

16 oktober 2023

20 oktober 2023

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 19 Tuinafsluitingen:

De voortuin wordt afgesloten met een hek en een hoogte > 1 m.

  • Artikel 27 Open ruimte:

Het toegangspad naar de voordeur heeft een breedte van 1,60 m > 1,50 m.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag omvat de plaatsing van een L-vormige luifel aan de achter- en zijgevel van de woning. Onder deze luifel wordt loodrecht op 0,50 m afstand van de zijgevel een wand gemetst die de luifel in 2 zones opdeelt. De zone grenzend aan de tuin zal dienst doen als overdekte terraszone. De andere zone, gelegen naast de zijgevel zal gebruikt worden als carport voor 2 auto’s.

De plaatsing van een carport wordt positief geadviseerd omdat de dubbele garage achteraan het perceel hierdoor omgevormd kan worden tot tuinhuis en de lengte van de oprit naar de autostalplaatsen beperkt wordt.

De vorm en positie van de luifel kan echter niet positief geadviseerd worden omdat de luifel binnen de 4 m bouwvrije zijtuinstrook valt, die kenmerkend is voor de wijk. Een zijtuinstrook vrij van constructies zorgt ervoor dat de woningen lezen als vrijstaande woningen en dat er tussen de woningen maximaal vergroend kan worden zodat het parkkarakter van de wijk vanop de straat herkenbaar blijft. Daarom wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd dat de breedte van de luifel beperkt wordt tot 3,30 m vanaf de zijgevel zodat het hoekpunt van de luifel het dichtst bij de linkerperceelsgrens op 4 m afstand van deze perceelsgrens komt te liggen. De ingekorte luifel heeft een oppervlakte van 38,95 m2. Bijkomend wordt opgelegd dat de lengte van de muur onder de luifel beperkt wordt tot 3,30 m zodat deze even ver uitsteekt ten opzichte van de luifel als in de aanvraag.

Door het beperken van de breedte van de luifel, biedt de zone die als carport gebruikt zal worden slechts ruimte voor het stallen van 1 auto. Daarom wordt naast de luifel een niet-overdekte autostalplaats met een breedte van 3 m ingericht. De resterende verharding naast deze autostalplaats, een driehoekige spie gelegen vanaf 6,30 m van de zijgevel, is niet functioneel en dient daarom onthard te worden. Om het inrijden van de versmalde carport mogelijk te maken, dient de strook voor de carport tot aan de schuine oprit verhard aangelegd te worden.

 

De vrijstaande garage achteraan het perceel wordt omgevormd tot tuinhuis. De voor- en zijgevel van het tuinhuis worden opengewerkt met grote ramen. De bestaande wasruimte en berging blijven bewaard, maar voor de rest van de ruimte wordt geen specifieke functie vermeld op plan. De grote raampartij wekt de indruk dat deze ruimte als verblijfsruimte ingericht zou worden. De ruimte heeft echter slechts een vrije hoogte van 2,36 m wat te laag is voor een verblijfsruimte. (bouwcode, artikel 21) Daarom wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd dat in het tuinhuis geen verblijfsfunctie ingericht mag worden.

 

De aanvraag omvat de afbraak van een groot deel van de bestaande verharding, wat positief geadviseerd wordt omdat dit bijdraagt tot het versterken van het parkkarakter van de wijk. De af te breken verharding situeert zich rond de voormalige garage, het zwembad, in de rechter zijtuinstrook en in de voortuinstrook. In de voortuinstrook wordt een pad naar de voordeur gelegd in blauwe hardsteen. Dit toegangspad heeft echter een breedte van 1,60 m, terwijl de bouwcode in artikel 27 een maximale breedte van 1,50 m oplegt. In voorwaarde wordt opgelegd dat het toegangspad naar de voordeur maximaal 1,50 m breed mag zijn.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel blijft nagenoeg ongewijzigd met uitzondering van de plaatsing van een kleine luifel boven de voordeur. Deze rechthoekige luifel wordt in wit staal uitgevoerd en is qua materialiteit en vormentaal inpasbaar in de omgeving. De luifel accentueert de voordeur en zorgt voor een duidelijk onderscheid met de naastgelegen hoge ramen.

De luifel aan de zij- en achtergevel van de woning wordt uitgevoerd in ter plaatse gestort beton met slanke ronde kolommen in wit staal. De gemetste wand die de luifel opdeelt, wordt net als de bestaande woning afgewerkt met witte kalei.

De aanvraag voldoet op vlak van visueel-vormelijke elementen aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de ligging van de aanvraag binnen de Della Faillewijk, waar het parkkarakter behouden dient te blijven, werd advies opgevraagd bij de stedelijke groendienst. Hun advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt:

voornamelijk zal er worden onthard wat positief is voor de nabije bomen, de werken zullen wel moeten worden uitgevoerd met veel aandacht voor boombeschermingsmaatregelen.

 

Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:

-          Het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;

-          Graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;

-          Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen te verminderen;

-          De boom drastisch te snoeien. (D.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).

 

Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels, als stam, als kroon moeten beschermd worden. Afhankelijk van de ruimte rond de boom en de opdracht zijn er globaal gezien twee mogelijkheden:

-          Er is voldoende ruimte om de boom, inclusief de volledige wortelzone volledig af te sluiten en er moeten in die zone geen werken uitgevoerd worden: dan moeten er werfhekkens geplaatst die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men ervan uitgaan dat de wortelzone bij niet zuilvormige bomen even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 m. Bij zuilvormige bomen is de straal van de wortelzone gelijk aan 12 x de diameter van de stam op 1,00 m hoogte. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (Niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, …)

-          Er is onvoldoende ruimte om de boom, incl. volledige wortelzone, volledig af te sluiten, of er dienen werken uitgevoerd te worden in die zone: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Enkele voorbeelden van maatregelen zijn:

  • Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen. Het type rijplaat (staal of kunststof) moet afgestemd zijn op de belasting.
  • Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.
  • Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder de rijplaten voor een werfweg of stockageplaats als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %) van de wortelzone komt te liggen. 
  • Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1m uit de stam. Verderop mag een machine ingezet worden, maar er moet begeleiding zijn van handwerk.
  • Het afkasten van de stam, incl. de bredere stamvoet, indien er regulier verkeer zal zijn langs de boom. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper, zoals bijv. autobanden of een drainagebuis, worden voorzien.
  • Het preventief snoeien van lichte takken (diameter kleiner dan 8 cm) om aanrijschade te voorkomen. Het snoeien wordt bij voorkeur uitgevoerd door een gecertificeerd boomverzorger.
  • Het afbakenen van dikke (diameter groter dan dan 8 cm) laaghangende takken om te voorkomen dat er aanrijschade veroorzaakt wordt.

 

Enkele beschermingsmaatregelen moeten altijd genomen worden, zowel voor bomen die geheel zijn afgesloten als die gedeeltelijk zijn afgesloten:

-          Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan (dus mogelijks ook de bomen van een naburige eigendom) om uitdroging van de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is.

-          Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. Als de kraan ronddraait met een last eraan, mag niets de top van een boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of …

 

Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.”

 

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden en de geformuleerde voorwaarden worden opgenomen als voorwaarden voor vergunning.

 

Daarnaast werd bij de vergunning uit 2008 in de voorwaarden opgenomen dat er 10 grootkruinige bomen (plantmaat 18/20) aangeplant dienen te worden als compensatie voor het vellen van 3 bomen. Op het aangeleverde inplantingsplan van de bestaande werden deze bomen niet opgetekend, waardoor beoordeeld wordt dat de gestelde voorwaarde uit 2008 nog niet uitgevoerd werd. Op het aangeleverde inplantingsplan van de bestaande toestand werden deze bomen niet opgetekend, waardoor beoordeeld wordt dat de gestelde voorwaarde uit 2008 nog niet uitgevoerd werd. Uit een vergelijking van de plannen van de vergunde toestand en de nieuwe toestand blijkt dat er slechts 7 bijkomende bomen voorzien worden ten opzichte van de laatst vergunde situatie.

Deze heraanplanting kan echter aanvaard worden mits er gewerkt wordt met bomen met een voldoende grote plantmaat (18/20) en de aanplantingen bij afsterven vervangen worden tot ze aanslaan. Dit zal meegenomen worden naar de voorwaarden van de vergunning.


Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De breedte van de luifel naast de woning dient beperkt te worden tot 3,30 m vanaf de zijgevel zodat het hoekpunt van de luifel het dichtst bij de linkerperceelsgrens op 4 m afstand van deze perceelsgrens komt te liggen zoals in ROOD aangeduid op de plannen.

2. De lengte van de muur onder de luifel dient beperkt te worden tot 3,30 m zoals in ROOD aangeduid op de plannen.

3. Het diehoekige stuk verharding gelegen naast de autostalplaatsen vanaf 6,30 m van de zijgevel dient afgebroken te worden en ingericht als groenzone zoals in ROOD aangeduid op de plannen.

4. De strook voor de carport tot aan de schuine oprit dient verhard aangelegd te worden zoals in ROOD aangeduid op de plannen.

5. Het tuinhuis mag niet ingericht worden als verblijfsruimte.

6. De breedte van het toegangspad naar de voordeur dient beperkt te worden tot 1,50 m.

7. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke groendienst dienen gevolgd te worden.

8. Het plan voorziet in de aanplanting nieuwe hoogstammige bomen. Deze bomen dienen aangeplant te worden in het eerstvolgende plantseizoen volgend op het verlenen van de vergunning met een plantmaat 18/20. Wanneer de nieuwe bomen zouden afsterven, moeten ze vervangen worden door nieuwe exemplaren tot het moment dat de aanplanting wel aanslaat.

9. Alle handelingen, werken of wijzigingen aan de woning met uitzondering van de plaatsing van de 2 luifels worden uitgesloten van de vergunning.

10. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 september 2023

Volledig en ontvankelijk

16 oktober 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

15 december 2023

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

14 maart 2024

Verslag GOA

23 februari 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De breedte van de luifel naast de woning dient beperkt te worden tot 3,30 m vanaf de zijgevel zodat het hoekpunt van de luifel het dichtst bij de linkerperceelsgrens op 4 m afstand van deze perceelsgrens komt te liggen zoals in ROOD aangeduid op de plannen.

2. De lengte van de muur onder de luifel dient beperkt te worden tot 3,30 m zoals in ROOD aangeduid op de plannen.

3. Het diehoekige stuk verharding gelegen naast de autostalplaatsen vanaf 6,30 m van de zijgevel dient afgebroken te worden en ingericht als groenzone zoals in ROOD aangeduid op de plannen.

4. De strook voor de carport tot aan de schuine oprit dient verhard aangelegd te worden zoals in ROOD aangeduid op de plannen.

5. Het tuinhuis mag niet ingericht worden als verblijfsruimte.

6. De breedte van het toegangspad naar de voordeur dient beperkt te worden tot 1,50 m.

7. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke groendienst dienen gevolgd te worden.

8. Het plan voorziet in de aanplanting nieuwe hoogstammige bomen. Deze bomen dienen aangeplant te worden in het eerstvolgende plantseizoen volgend op het verlenen van de vergunning met een plantmaat 18/20. Wanneer de nieuwe bomen zouden afsterven, moeten ze vervangen worden door nieuwe exemplaren tot het moment dat de aanplanting wel aanslaat.

9. Alle handelingen, werken of wijzigingen aan de woning met uitzondering van de plaatsing van de 2 luifels worden uitgesloten van de vergunning.

10. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.