2024_CBS_01846 - Omgevingsvergunning - OMV_2023017012. Geothermiestraat/Olieweg zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis  

-     03/03/2023: Kwaliteitskamer (20232884) gunstig mits voorwaarden voor de nieuwbouw van een parkeergebouw:

• onderscheid onderzoeken voor binnen- en buitengevel (bijvoorbeeld stille gevel naar wadizone).

-     22/01/2021: omgevingsvergunning (OMV_2020123692) voor het inrichten van een tijdelijke parking;

-     19/07/2019: vergunning (OMV_2019023922) het aanleggen van een tijdelijke parking met 196 parkeerplaatsen (vergunning niet uitgevoerd);

-     29/08/2017: vergunning (2017609) sloop- en afbraakwerken in het kader van het bedrijventerrein 'Blue Gate Antwerpen';

-     17/04/2018: vergunning (20172050) Blue Gate Antwerp: ontwikkeling van een hoogwaardig, watergebonden en eco-effectief bedrijventerrein.

Vergunde toestand

-     functie: 

• dienstverlening (tijdelijke parking – 5 jaar);
• 194 autoparkeerplaatsen waarvan 8 andersvalidenparkeerplaatsen;

-     inrichting: 

• perceel van 140 m op 32 m met 1.913 m² verharding en 1.982 m² halfverharding. 

Nieuwe toestand

-     functie:  

• dienstverlening (parking);
• 1.049 autoparkeerplaatsen waarvan 25 andersvalidenparkeerplaatsen;
• 20 motostaanplaatsen en een fietsenstalling met 248 plaatsen.

-     bouwvolume: 

• parkeergarage met splitlevelprincipe;
• 6 trapkernen (3 per noord- en zuidgevel).

-     gevelafwerking: 

• betonnen constructie met rood-bruin getinte metaalplaten en stalen handgreep;
• luifel op het dak in rood-bruintint met steeldeckplaten. 

-     inrichting: 

• parkeergebouw (Masterplan – zone kern) met de kopse gevel langs de gemeenteweg, zijnde de Olieweg, de hoofdontsluitingsweg van de Blue Gate Antwerp Site.

Inhoud van de aanvraag 

-     bouwen van een parkeergebouw. 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van twee transformatoren met een individueel vermogen van 2.500 kVA. 

Aangevraagde rubriek(en)

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

 Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gemengd regionaal bedrijventerrein en specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

• Aan de verplichting tot het plaatsen van een hemelwaterput wordt voldaan. Er wordt een hemelwaterput voorzien met een inhoud van 10.000 liter. Aan de verplichting tot het plaatsen van een infiltratievoorziening wordt niet voldaan, maar dit wordt opgevangen als onderdeel van een groter masterplan Blue Gate Antwerpen. Voor het ganse masterplan is een globale infiltratiemethodiek opgemaakt en goedgekeurd. Deze zone van voorliggende aanvraag wordt als ‘zone kern’ omschreven. In het projectgebied wordt een collectief hemelwatersysteem voorzien en voldoende hemelwaterbuffering voor de zones logistiek, rand en kern. In deze zones moeten er geen bijkomende voorzieningen worden getroffen op privaat terrein. Er werden grote bufferzones gedefinieerd. De projectzone van voorliggende aanvraag maakt deel uit van buffersysteem 2. In bufferzone 2 is infiltratie technisch niet mogelijk, omdat grondwater hier gedraineerd dient te worden om wateroverlast in het projectgebied en de omliggende gebieden te voorkomen. Deze voorzieningen zetten dus louter in op buffering met vertraagde lediging. In de zone kern wordt een infiltrerende oppervlakte voorzien van 6.371 m², goed voor een verharde oppervlakte van 15,91 ha.

-     Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

Algemene bouwverordeningen

-     Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

• artikel 7-11 Welstandsadvies en afwerken van gevels en materiaalgebruik:
  er wordt een afwijking gevraagd op de voorwaarden verwoord door de Kwaliteitskamer in haar advies van 3 maart 2023. De Kwaliteitskamer stelt dat: ‘Het ontwerp toont een functioneel en morfologisch gebouw. De Kwaliteitskamer vraagt zich af of alle gevels zich naar alle zijden op eenzelfde manier moeten verhouden? Met name voor de gevel naar de wadi wordt de openheid en transparantie in vraag gesteld omwille van de mogelijke akoestische en visuele overlast voor het gebruik van de rustige wadi/groenzone. Een mogelijke oplossing kan liggen in het minder transparant/open maken van deze gevel en deze gevelzijde eventueel te vergroenen.” Door de aanvrager wordt gemotiveerd gevraagd om hiervan af te wijken op basis van brandveiligheid en levendigheid van de functie.

• artikel 26 Afvalverzameling:
  functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is. Deze wordt niet voorzien. 

• artikel 33 Zaak-gebonden publiciteit:
  er wordt geen zaak-gebonden publiciteit, signalisatie opgetekend op de gevels van voorliggende aanvraag. Deze dienen apart in een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag aangevraagd te worden. 

• artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen
  elk gebouw moet voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat.

Sectorale regelgeving

-     MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-     Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit). 

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-     Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-     Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De stad Antwerpen wenst de Blue Gate Antwerp site te ontwikkelen volgens duurzame principes. Deze zijn opgenomen in het Strategisch Masterplan Blue Gate Antwerp. Hoewel dit strategisch masterplan geen bindend, noch verordenend karakter heeft, geeft het duiding omtrent de duurzame ambities bij de ontwikkeling van de site. De richtlijnen werden verder uitgediept in het beeldkwaliteitsplan (BKP), met als kerndoelstellingen duurzame en innovatieve bedrijvigheid, eco-effectiviteit, optimale benutting, watergebonden potentie, hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit en marktconforme projectontwikkeling.

Volgens het GRUP is de site gelegen in een gemengd regionaal bedrijventerrein, met als hoofdactiviteiten productie, opslag en verwerking van goederen, productie van energie, onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten, open overslag, voorraadbeheer, groepage, fysieke distributie en groothandel en afvalverwerking met inbegrip van recyclage. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming zijn toegelaten voor zover ze rekening houden met zuinig ruimtegebruik. Daarbij wordt minstens aandacht besteed aan (onder andere) de mogelijkheid om bepaalde diensten onder te brengen in gemeenschappelijke gebouwen op het bedrijventerrein.

De aanvraag omvat de oprichting van een parkeergebouw, een bundeling van de parkeerinfrastructuur centraal op de site. De parkeergarage met plaats voor 1.049 wagens en 20 moto’s wordt verder ook opgevat als een multimodale hub waar van de wagen op de fiets kan overgestapt worden, waar ook pakjes en dergelijke geleverd worden en dankzij overmaat in deze zone van het gebouw kunnen in de toekomst nog andere kleinschalige aanvullende functies (koffieplek, herstelplaats voor fietsen, enzovoort) voorzien worden.

In het BKP werd geclusterd parkeren opgenomen als uitgangspunt:

“Passend bij de ambities van de ontwikkeling, wordt er uitgegaan van het clusteren van de parkeerplaatsen. Allereerst worden er enkele parkeergebouwen voorzien in de zone kern, die zo zijn gepositioneerd dat alle percelen in de nabijheid van een parkeergebouw liggen. Een van deze parkings dient best in de directe nabijheid van de toegang tot het Arresthuis te liggen, zodat het bezoekersparkeren van het Arresthuis hierin kan plaatsvinden. Dit gedeeld gebruik geeft niet alleen extra draagvlak voor de ontwikkeling van deze gebouwen, maar zorgt ook voor een optimalisatie van oppervlaktes. […] Om aan de ambities van Blue Gate Antwerp te voldoen, is het van belang dat er steeds tijdig werk wordt gemaakt van de collectieve voorzieningen. Het BKP pleit er dan ook voor om zo vroeg mogelijk in het proces te starten met de ontwikkeling van de collectieve parkeergebouwen.”

Gelet op de aard van de aanvraag, werd er advies gevraagd aan de dienst Ondernemen en Stadsmarketing. Het advies is voorwaardelijk gunstig:

“De aanvraag omvat de realisatie van een parkeergebouw op de site BGA als gemeenschappelijke parking en mobiliteitshub voor het ganse industrieterrein.

De site is gelegen op het industrieterrein BGA zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie. Het project omvat een parkeergebouw van 1.049 plaatsen, elektriciteitscabines en zonnepanelen, fietsenstallingen en de mogelijkheid om later nog een aanvulling te voorzien van kleine diensten zoals bijvoorbeeld een fietsatelier.
Het gebouw wordt als een open structuur voorzien ondermeer voor de energie- en bouwkost te drukken. Het is uitgewerkt als een BREEAM concept zoals voorzien is in de vestigingsvoorwaarden en beeldkwaliteitsplan voor BGA.

Daar het parkeergebouw ook als mobiliteitshub functioneert, is het wel vreemd dat er eens te meer geen publiek sanitair voorzien is. Daarom wordt dit als voorwaarde meegegeven.”

Het project voldoet op het vlak van functionele inpasbaarheid en beantwoordt aan de ambities van Blue Gate Antwerp.

Wat betreft de vraag tot het voorzien van publiek sanitair kan gesteld worden dat het parkeergebouw onder huidige omstandigheden en met de huidige invulling vooral en misschien wel uitsluitend, gericht is op de bedrijvigheid op het bedrijventerrein. In die zin is een publiek sanitair wellicht niet onmisbaar. Wanneer in de toekomst nog andere kleinschalige aanvullende functies voorzien worden en het parkeergebouw echt als multimodale hub zal gaan functioneren, verandert die situatie. Daarom zullen nu wel de nodige voorzieningen getroffen moeten worden om dat mogelijk te maken.

De voorwaarde van de dienst Ondernemen en Stadsmarketing maakt dan ook deel uit van de vergunning, maar kan, gekoppeld aan de realisatie van de mogelijke aanvullende functies, gefaseerd worden.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid - gebruiksgenot

Het parkeergebouw wordt op een site gerealiseerd waar nu al een tijdelijk vergunde parking op is georganiseerd. Deze parking werd voor 5 jaar vergund met ingang op 22 januari 2020. De omliggende infrastructuur werd ook al aangelegd. De kop van het gebouw ligt langsheen de hoofdontsluiting, de Olieweg. De in- en uitgang van het parkeergebouw zelf worden aan de zuidzijde georganiseerd langsheen een private secundaire ontsluitingsweg, die het zal delen met warehouses van DHL en Bleckmann. Aan de noordzijde bevindt zich de Geothermiestraat, die bestaat uit voet- en fietspaden met centraal een wadi. Aan deze zijde worden de fiets- en voetgangersontsluitingen georganiseerd.

Het hoofdprincipe voor de lay-out van de parkeergarage is gebaseerd op het splitlevelprincipe. Van niveau tot niveau (die elk steeds de helft van de footprint beslaan) stijgt men een halve verdieping. Daardoor worden de hellingen de helft zo lang en kan men heel efficiënt door het gebouw circuleren met de wagen.

De voetgangers die hun wagen verlaten kunnen via 6 trappenkernen het gelijkvloers bereiken, waar ze via de noordgevel terecht komen in de wandelzone langs de wadi. Daarnaast zijn ook 2 liften voorzien die telkens alle splitlevels aandoen.

Het gebouw omvat in totaal 1.049 parkeerplaatsen (129 op het gelijkvloers, 168 op niveau 1/1,5 en 188 op elk van de 4 overige verdiepingen), waarvan 25 aangepaste en voorbehouden plaatsen.

Op de kop van het gebouw is de multimodale hub gepositioneerd. Deze is ruimtelijk specifiek gemaakt door vrije hoogtes van 2 en 2,5 lagen te voorzien. In deze open beeldbepalende zone op de kop van het gebouw gelegen langs de Olieweg is een grote fietsstalling voorzien met 248 plaatsen, waarvan 90 deelfietsen. Naast laadpunten voor elektrische fietsen en pakketafhaling kunnen op deze plek in de toekomst nog andere functies ondergebracht worden, zoals een fietsherstelplaats, een koffieplek, een krantenkiosk, enzovoort. Op de eerste verdieping bevinden zich het parkeerwachterslokaal en een extra werkplek. Deze twee functies zijn door een wenteltrap verbonden met het gelijkvloers. Op het gelijkvloers onder deze functies en naast de fietsenstalling zijn een aantal technische lokalen terug te vinden.

In het BKP wordt de maximale bouwhoogte vastgelegd op 17 m. De hoogste vloerplaat blijft onder deze hoogte (16,94 m), de luifel en de valbescherming overschrijden deze bouwhoogte. De kroonlijsthoogte is 19,34 m, de totale hoogte van het dak is 20,48 m. Gezien de lichte structuur en de open gevel is de impact van deze afwijking beperkt, en wordt geoordeeld dat deze geen afbreuk doet aan de uitgangspunten van het masterplan en het BKP.

Het gebouw voldoet qua schaal, volumetrie en inplanting aan de principes van het beeldkwaliteitsplan en is ruimtelijk inpasbaar binnen de site van Blue Gate Antwerp.

Visueel-vormelijke elementen

Het BKP vermeldt over de parkeergebouwen:

“De parkeergebouwen dienen als volwaardige gebouwen te worden uitgevoerd. Een banale stapeling van parkeervelden voldoet hier niet: er dient een verzorgde gevel te worden gerealiseerd. Deze gevel dient ervoor te zorgen dat het parkeergebouw zich als een sculpturaal volume toont, en dat natuurlijke verluchting en verlichting maximaal mogelijk zijn.”

Een open bovengronds parkeergebouw bestaat bijna helemaal uit structurele elementen, waarvan het type en de afmetingen het gevolg zijn van ruimtelijke keuzes en randvoorwaarden. Het architecturale beeld werd vanuit deze structurele elementen opgebouwd. De TT-liggers worden langsheen de gevels op balken gelegd en leiden met hun repetitieve profilering tot een beeldbepalend patroon. Dit ritme wordt zowel in de noord- als de zuidgevel onderbroken door 3 trapkernen.

Bij de in- en uitritten wordt een ‘uitzondering’ op het systeem gemaakt. Hier wordt telkens een kolom weggelaten om een vlotte circulatie te verzekeren. De zwaardere balken en stalen trekkers die dit structureel opvangen accentueren deze momenten in de gevel. Ook op de kop van het gebouw wordt een andere structurele oplossing voorzien met een betonnen V-kolom die mee het karakter van de gevel bepaalt en een ruimtelijk interessante plek creëert voor de multimodale hub.

Het meest prominente materiaal is beton: de kernen, trappen, kolommen, balken en TT-liggers maken het overgrote deel van het beeld uit. De ruwe koppen van de beeldbepalende TT-liggers worden bekleed met metaalplaten die de profilering van de liggers volgen. Deze vormen ook de basis voor de valbescherming, die bestaat uit dubbele stalen T-profielen waartussen gaas wordt gespannen met erbovenop een stalen handgreep. Al deze elementen worden in rood-bruine tint voorzien om warmte te geven aan de betonnen constructie. De luifel op het dak wordt ook in staal in dezelfde kleurtint opgetrokken. Boven de parkeervakken komen steeldeck platen, de rijvakken blijven onoverdekt.

Tijdens het voortraject werd het project voorgelegd aan de Kwaliteitskamer. Het advies is voorwaardelijk gunstig:

“Het ontwerp toont een functioneel en morfologisch gebouw. De Kwaliteitskamer vraagt zich af of alle gevels zich naar alle zijden op eenzelfde manier moeten verhouden? Met name voor de gevel naar de wadi wordt de openheid en transparantie in vraag gesteld omwille van de mogelijke akoestische en visuele overlast voor het gebruik van de rustige wadi / groenzone. Een mogelijke oplossing kan liggen in het minder transparant / open maken van deze gevel en deze gevelzijde eventueel te vergroenen.”

De architect heeft de vraag van de Kwaliteitskamer behandeld en is er voorstander van om de gevel naar de wadi open te houden. Voor de brandweer wordt hier een open parkeergebouw gerealiseerd. Een open parkeergebouw heeft geen ventilatiesysteem of mechanische rook- en warmteafvoersysteem nodig, wat energie (en kosten) bespaart. Minimaal 1/6 van de gevel (per laag) moet open zijn voor een ‘open gebouw’, gevels die kunnen begroeien worden door de brandweer niet als open beschouwd.

Door de gevel naar de wadi open te houden kan er vanuit de parkeergarage als publieke functie genoten worden van deze rustige groene zijde, en omgekeerd hebben ook voetgangers en fietsers in deze groene zone baat bij de sociale interactie / controle met de parkeergarage.

De argumentatie voor de open gevel kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden worden. Het project is visueel-vormelijk aanvaardbaar en inpasbaar in de context van de site.

Er wordt opgemerkt dat er geen zaak-gebonden publiciteit of signalisatie wordt opgetekend op de gevels van voorliggende aanvraag. Deze dienen apart in een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag aangevraagd te worden.

Cultuurhistorische aspecten

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Onroerend Erfgoed / Archeologie. Het advies is gunstig en luidt als volgt:

“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven de 3.000 m² (circa 4.480 m²) en een ingreep onder de 5.000 m² (circa 4.480 m²). De aanvrager is niet publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.”

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Ontsluiting/bereikbaarheid

Op microniveau wordt het parkeergebouw ontsloten via de Olieweg. De afzonderlijke in- en uitrit ligt aan een doodlopend segment tussen de projectsite en de nieuwe CityHub van DHL. Op die manier is de nodige bufferruimte voorzien ter hoogte van de inrit, waar bijvoorbeeld tijdens de ochtendspits een wachtrij kan gecreëerd worden zonder de doorstroming op de Olieweg te hypothekeren.

Aan de noordzijde bevindt zich de Geothermiestraat, die bestaat uit voet/fietspaden met centraal een wadi. Aan deze zijde worden de fiets- en voetgangersontsluitingen georganiseerd. 

Fietsvoorzieningen

Op de kop van het gebouw is de multimodale hub terug te vinden. Deze is ruimtelijk specifiek gemaakt door hier vrije hoogtes van 2 en 2,5 lagen te voorzien. In deze open beeldbepalende zone op de kop van het gebouw gelegen langs de Olieweg is een grote fietsstalling voorzien met 248 plaatsen, waarvan 90 deelfietsen. Naast laadpunten voor elektrische fietsen en pakketafhaling kunnen op deze plek in de toekomst nog andere functies ondergebracht worden zoals een fietsherstelplaats, een koffieplek, een krantenkiosk, enzovoort. De fietsenstalling is te bereiken via de Geothermiestraat.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

In het kader van de ontwikkeling van de Blue Gate site, worden er 2 transformatoren met elk een individueel vermogen van 2.500 kVA voorzien op het gelijkvloers in het hoogspanningslokaal. De transformatoren worden aangesloten op het hoogspanningsnet dat door de Geothermiestraat loopt. De met olie gevulde transformatoren worden gebouwd en zullen geplaatst worden volgens de laatste wettelijke normen. De elektriciteitscabines zijn uitgerust met een waterdichte opvangbak, aangepast aan de hoeveelheid vloeistof die accidenteel kan vrijkomen uit het toestel. 

De exploitant vraagt een vergunning aan voor de exploitatie van twee hoogspanningstransformatoren voor een totaal van 5.000 kVA. De transformatoren zullen voorzien worden van een vloeistofdichte inkuiping zodat mogelijke emissies van transformatorvloeistof naar de bodem ondervangen kunnen worden. Bovendien staan de transformatoren op een betondichte vloer. Het risico op bodemverontreiniging is zeer beperkt.

De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn in de tweede klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus vergunningsplichtig.

Naast de algemene bepalingen moet de exploitant voldoen aan de bepalingen en voldoen aan de voorschriften zoals opgenomen in artikel 5.12 van de sectorale voorwaarden voor de aangevraagde ingedeelde inrichting.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. In overeenstemming met artikel 26 van de bouwcode moet er een afgescheiden ruimte voor afvalberging zijn van minimaal 4 m² groot en voorzien van verluchting.
2. In overeenstemming met artikel 40 van de bouwcode moet er een gescheiden rioolstelsel voorzien worden dat bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. 
3. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
4. De voorwaarden van Aquafin zijn na te leven.
5. De voorwaarden van Fluvius zijn na te leven.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubriek(en)

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten