Terug
Gepubliceerd op 11/03/2024

2024_CBS_01866 - Omgevingsvergunning - OMV_2023126509. Jan Van Rijswijcklaan 68. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01866 - Omgevingsvergunning - OMV_2023126509. Jan Van Rijswijcklaan 68. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_01866 - Omgevingsvergunning - OMV_2023126509. Jan Van Rijswijcklaan 68. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023126509

Gegevens van de aanvrager:

BV Mannaert Vastgoed met als adres Kapelsesteenweg 292 te 2930 Brasschaat

Ligging van het project:

Jan Van Rijswijcklaan 68 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1863G6

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en opdelen van een ééngezinswoning tot 2 duplex-appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          28/05/1998: vergunning (86#8719174) voor het uitbreiden van bestaande eengezinswoning met bijkomende tussenverdieping aan de achterzijde;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212818

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • burgerhuis in neo-Lodewijk XVI-stijl;
  • 4 bouwlagen met zadeldak; 
  • achterbouw van 3 bouwlagen onder plat dak ter hoogte van de rechter perceelsgrens;
  • gelijkvloerse bouwdiepte 20,50 m:
  • bouwdiepte verdiepingen 20,50 m aan de rechter- en 11 m aan de linker perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel in natuursteen en houten schrijnwerk;
  • arduinen plint;

-          inrichting:

  • smeedijzeren voortuinafsluiting met arduinen postamenten;
  • terras met aansluitend tuin;
  • carport 1 parkeerplaats (3m x 5,40m) zijde Lokkaardstraat.

 

Bestaande toestand

-          bouwvolume en inrichting overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;

  • terras met aansluitend terras;
  • volledig verharde voortuinstrook;
  • gewijzigde uitvoering gelijkvloerse achterbouw;
  • garage 2 parkeerplaatsen (6m x 5,60m) zijde Lokkaardstraat.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen – 2 duplex-appartementen;
    • 2 drie slaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 196 m² en 153 m²;

-          bouwvolume:

  • burgerhuis in neo-Lodewijk XVI-stijl;
  • 4 bouwlagen met zadeldak;
  • gelijkvloerse bouwdiepte 20,40 m:
  • bouwdiepte eerste verdieping 20,40 m aan de rechter- en 17,80 m aan de linker perceelsgrens;
  • bouwdiepte tweede verdieping 20,40 m aan de rechter- en 16,60 m aan de linker perceelsgrens;
  • bouwdiepte derde verdieping 13,60 m aan de rechter- en 11 m aan de linker perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel in natuursteen en houten schrijnwerk;
  • arduinen plint;
  • geïsoleerde achtergevel in beige natuursteen;

-          inrichting:

  • smeedijzeren voortuinafsluiting met arduinen postamenten;
  • groene voortuinstrook met toegangspad 2,15 m breed;
  • waterdoorlatend gelijkvloers terras (13 m²):
  • privatieve terrassen eerste- (6 m²), tweede- (8 m²) en derde verdieping (21 m²);
  • garage 2 parkeerplaatsen  (6m x 5,60m) zijde Lokkaardstraat;
  • dakterras met groenscherm op garage.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande achterbouw, dakconstructie en garagevolume;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de achtergevel;

-          voorzien van privatieve terrassen;

-          bouwen van een nieuw garagevolume;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

20 december 2023

16 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

20 december 2023

21 december 2023

Geen advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

20 december 2023

17 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

20 december 2023

22 december 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

20 december 2023

21 december 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

20 december 2023

10 januari 2024

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

20 december 2023

3 januari 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

20 december 2023

29 januari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

  • De inhoud van de RWA put van 12500 l voldoet niet aan de verordening < 16655 l
  • De infiltratievoorziening van 3,22 m² voldoet niet aan de verordening < 7,24 m².

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:

De uitbreiding ter hoogte van de derde verdieping is niet kenmerkend voor de omgeving.

Het dakterras op de garage is niet aanvaardbaar naar privacy hinder voor de omliggende percelen;

  • Artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:

Onder de voortuinstrook is het niet toegelaten kelders aan te leggen. Kelderopeningen, toegangen tot een fietsenkelder, putten en reservoirs zijn wel toegelaten maar mogen het groene karakter van de voortuin niet aantasten. Er wordt een septische put in de voortuinstrook voorzien;

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

De fietsenberging in de kelder heeft een hoogte van 2,10 m < 2,20 m;

  • Artikel 27 Open ruimte:

Het toegangspad naar de voordeur heeft een breedte van 2,15 m > 1,50 m;

  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

De fietsenberging voldoet niet aan de oppervlaktenormen;

  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:

De afvoerleidingen van de privériolering dienen conform dit artikel aangelegd te worden;

  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

De aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel conform dit artikel;

  • Artikel 43 Septische putten:

De inhoud van de septische put ontbreekt op de plannen. Deze dient minimaal 2900 l te bedragen.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gesitueerd in de Jan van Rijswijcklaan, gelegen in Antwerpen. De onmiddellijke omgeving wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen.

Het omvormen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 2 wooneenheden sluit aan bij de bestaande functies aanwezig op de omliggende percelen.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voldoet deels aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.

Het gebouw past in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.

De afwijking op artikel 6 van de bouwcode – met betrekking tot de uitbreiding op de derde verdieping – is stedenbouwkundig aanvaardbaar. De uitbreiding ter hoogte van de derde verdieping is niet kenmerkend voor de omgeving. Gezien de omliggende diepere panden valt deze uitbreiding binnen het toelaatbare gabarit. Dit volume wordt afgewerkt met een groendak.

Echter wordt wel opgemerkt dat rond het groendak ook een balustrade wordt geplaatst wat aantoont dat dit gedeelte ook als dakterras wordt gebruikt. Dit gedeelte valt buiten het toelaatbare gabarit en voldoet niet aan het burgerlijk wetboek. Naar voorwaarden wordt meegenomen om de balustrade te beperken tot het effectieve dakterras en niet het groendak.

Gezien de bebouwing in de omgeving is het stedenbouwkundig aanvaardbaar om achteraan op het perceel – zijde Lokkaardstraat – een dubbele garage te voorzien.

Het ontpitten van de voortuin kan gunstig worden geadviseerd. Echter wordt er toegangspad van 2,15 m breed voorzien, waar maar is dan de toegelaten 1,5 m.
Naar voorwaarden wordt meegenomen om het toegangspad naar de voordeur te beperken tot een breedte van 1,5 m, conform artikel 27 van de bouwcode.

Visueel-vormelijke elementen

Er worden geen wijzigingen aangebracht aan de voorgevel ten opzichte van vergunde toestand waardoor het advies inzake visuele-vormelijke elementen gunstig is.

De achtergevel wordt afgewerkt met beige natuursteen en roestbruin aluminium buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat deze delen deels zichtbaar zijn vanaf de Lokkaardstraat en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.

De voorgevel van de garage in de Lokkaardstraat wordt afgewerkt met lichtkleurige gevelsteen en een lichtkleurige sectionaalpoort. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de stedelijke dienst monumentenzorg. De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“… Men wenst het pand te verbouwen tot twee woongelegenheden.
Principieel is er geen bezwaar tegen de voorgestelde opdeling van het pand in twee woongelegenheden.
Er werd tijdens de voorbesprekingen meegegeven dat we uitgaan van behoud van de kamerstructuur op niveau 0 en 1 en de oorspronkelijke afwerking (schouwenmantels, parket, binnendeuren, vloerafwerking, plafondafwerking). Op niveau 0 blijft de kamerstructuur gerespecteerd met behoud van de historische afwerkingselementen.
Op niveau 1 wordt er geen rekening gehouden met de kamerstructuur noch de afwerking. Als voorwaarde zal dan ook opgelegd worden dat de kamerstructuur behouden dient te blijven in functie van het lijstwerk tegen het plafond en de parketvloeren. Er kan uiteraard gewerkt worden met portieken ifv het samenvoegen van ruimtes. Dit werd telefonisch besproken met de architect en zal als voorwaarde mee worden opgenomen.
Het buitenschrijnwerk van de voorgevel zal waar nodig vernieuwd worden. We gaan uit van historisch correct geprofileerd houten schrijnwerk. Detailtekeningen moeten voor verder advies worden voorgelegd aan onze dienst wat ook mee als voorwaarde zal worden opgenomen.“


De voorwaarden geformuleerd in dit advies worden vanuit stedenbouwkundig standpunt gevolgd en zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.

Bodemreliëf

Met betrekking tot het plaatsen van de septische put, wijkt de aanvraag af op artikel 13 van de bouwcode. Deze plaatsing gaat ook in tegen het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer. Zij adviseren voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“BESLUIT:
Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer VOORWAARDELIJK GUNSTIG.
De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:

-          De ondergrondse constructie, met name de septische put, die vóór de bouwlijn wordt voorzien, kan niet toegelaten worden. Deze put dient achter de minimum bouwlijn te worden voorzien.

Bij de uitvoering van de vergunning dient de aanvrager rekening te houden met de hierna omschreven aandachtspunten.“


Naar voorwaarden wordt meegenomen om de septische put te plaatsen achteraan op het perceel, zodat het voldoet aan artikel 13 van de bouwcode en het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer.

Verder wijkt de aanvraag af van de bepalingen van de verordening hemelwater.
De inhoud van de hemelwaterpit van 12.500 l voldoet niet aan de verordening. Deze moet minstens 16.655 l bedragen. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.
De infiltratievoorziening van 3,22 m² voldoet niet aan de verordening. Deze moet volgens de bepalingen van de verordening minstens een oppervlakte hebben 7,24 m². Echter kan gezien de perceelsoppervlakte, de grootte van de achtertuin en de mogelijks negatieve impact op de aanpalende bebouwing een afwijking worden toegestaan waarbij akkoord gegaan kan gegaan worden met de voorgestelde afmeting.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De uitvoerder van de sloopwerken dient de nodige maatregelen te nemen om stofemissies tijdens de afbraak zoveel mogelijk te beperken (Vlarem II hoofdstuk 6.12). De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

De afwijking op artikel 21 van de bouwcode – met betrekking tot de minimale plafondhoogte van de fietsenberging – is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De fietsenberging in de kelder heeft een hoogte van 2,10 m in plaats van de vereiste 2,20 m. Echter is wordt deze ruimte sporadisch gebruikt en betreft de afwijking slechts 10 cm wat verwaarloosbaar is.

Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden voldoende wooncomfort bieden.

In het voorliggende project worden er wooneenheden met een oppervlakte van 153 en 196 m² gerealiseerd. Deze wooneenheden zijn voldoende groot om een kwalitatieve en aangename woonbeleving te garanderen.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

De ééngezinswoning wordt verbouwd naar 2 duplexappartementen.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1
De werkelijke parkeerbehoefte is 1
 

De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 .

Dit aantal is toereikend.
 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 2 = 0 .

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 2 = 0 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 


Fietsvoorzieningen

Voor de bijkomende wooneenheid moeten er 4 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          1 appartement met 3 slaapkamers = 1 x 4 (3 slaapkamers + 1 extra) = 4


Er worden 8 fietsstalplaatsen voorzien in de kelder die te bereiken zijn via een trap met fietsgoot. Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet een vrije uitrijruimte zijn van 1,7 m en dat is hier niet overal het geval. Echter kan deze afwijking aanvaard worden aangezien er voldoende ruimte is om te draaien in de berging.
 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. De balustrade bij het groendak op de derde verdieping blijft beperkt tot enkel het dakterras, op een bouwdiepte van 16 m.

4. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen te worden nageleefd.

5. Het rioleringsstelsel moet worden aangelegd conform artikels 40 en 41 van de bouwcode.

6. De septische put moet achteraan onder het terras worden geplaatst. Deze mag niet in de voortuin worden voorzien. Verder moet de put een inhoud hebben van minimaal 2900 l, conform artikel 43 van de bouwcode.

7. Het toegangspad naar de voordeur blijft beperkt tot een breedte van 1,5 m, conform artikel 27 van de bouwcode.

8. De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

20 december 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

18 februari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

19 maart 2024

Verslag GOA

4 maart 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

  1. Wijziging scheidsmuur: De bezwaarindiener merkt op dat de aanvrager aanhaalt dat er een overleg lopende is over het wijzigen van de rechter scheidsmuur. In de begeleidende nota wordt hiervan melding gemaakt en wordt de communicatie toegevoegd. Echter zijn deze volgens de bezwaarindiener niet toegevoegd in het dossier. Verder beweert de bezwaarindiener dat er geen overleg lopende en dient het dossier onvolledig te worden verklaard.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bewijs van communicatie tussen verschillende partijen onderling is geen verplicht aan te leveren document in een dossier. Het dossier kan hiervoor niet onvolledig worden verklaard.

De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Werken die uitgevoerd worden aan de scheidsmuren kunnen slechts uitgevoerd worden, mits de uitdrukkelijke toestemming van beide partijen.

 

  1. Ontbreken MER-screening: Volgens de bezwaarindiener bevat de aanvraag geen m.e.r. screening.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het dossier bevat weldegelijk een MER-screening. Deze ingevuld in de voorziene velden in het Omgevingsloket en raadpleegbaar in het dossier.

 

  1. Scheidsmuur – schaduwhinder: Volgens de bezwaarindiener hebben de aangevraagde werken een impact op de omgeving. Volgens hem zijn de muren – die verhoogd moeten worden – gericht naar het zuidwesten. De werken belemmeren de inval van het zonlicht, zowel naar de bewoningsruimtes, naar de groenvoorziening als de zonnepanelen op het dak.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het is correct dat het geplande project hoger en verder reikt dan het aanpalende pand, waardoor het niet uitgesloten is dat rechtstreeks zonlicht weggenomen wordt gedurende een moment van de dag. Toch is er geen sluitend verband tussen de wegname van zonlicht en de impact op de zonnepanelen aangetoond. De bouwhoogte in voorliggend project is inpasbaar in het straatbeeld en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

3. De balustrade bij het groendak op de derde verdieping blijft beperkt tot enkel het dakterras, op een bouwdiepte van 16 m.

4. De voorwaarden zoals opgenomen in het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg dienen te worden nageleefd.

5. Het rioleringsstelsel moet worden aangelegd conform artikels 40 en 41 van de bouwcode.

6. De septische put moet achteraan onder het terras worden geplaatst. Deze mag niet in de voortuin worden voorzien. Verder moet de put een inhoud hebben van minimaal 2900 l, conform artikel 43 van de bouwcode.

7. Het toegangspad naar de voordeur blijft beperkt tot een breedte van 1,5 m, conform artikel 27 van de bouwcode.

8. De aanbevelingen en adviezen in de sloop- en asbestinventaris moeten gevolgd worden.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.