Terug
Gepubliceerd op 11/03/2024

2024_CBS_01867 - Omgevingsvergunning - OMV_2023146131. Jan Van Rijswijcklaan 139. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_01867 - Omgevingsvergunning - OMV_2023146131. Jan Van Rijswijcklaan 139. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_01867 - Omgevingsvergunning - OMV_2023146131. Jan Van Rijswijcklaan 139. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023146131

Gegevens van de aanvrager:

Karin Lemmens - Ivo Vliegen met als adres Jan Van Rijswijcklaan 139 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Jan Van Rijswijcklaan 139 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 2172L3

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

voorzien van een gelijkvloerse uitbreiding bij een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          23/01/2002: vergunning (86#8726405) voor het verbouwen van een woning;

-          29/07/2011: vergunning (3508#3918) bouwen van een overdekt terras:

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/100796

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • wonen – art-deco eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met pseudo mansardedak; 
  • bouwdiepte 16,30 m ter hoogte van de linker- 15,40 m aan de rechter perceelsgrens gelijkvloers en eerste verdieping;

-          gevelafwerking:

  • kalksteen parement en houten schrijnwerk;
  • arduinen plint;
  • poort naar inpandige garage;

-          inrichting:

  • vrijstaande overdekte terrasconstructie 23 m².

 

Bestaande toestand

-          bouwvolume en inrichting overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;

  • gesupprimeerde passerelle en gewijzigde positie trap ter hoogte van de vide;
  • zwart aluminium schrijnwerk;
  • volledig verharde voortuinstrook;
  • kunstgras verharding in de achtertuin.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • wonen - eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met mansarde- zadeldak; 
  • gelijkvloerse bouwdiepte 19,60 m ter hoogte van de linker- 15,40 m aan de rechter perceelsgrens;

-          gevelafwerking:

  • kalksteen parement en zwart aluminium schrijnwerk;
  • arduinen plint;
  • poort naar inpandige garage;
  • geïsoleerde achtergevel met afwerking in architectonisch beton;

-          inrichting:

  • deels overdekt terras 14 m²;
  • gras en verharding in de achtertuin;
  • vrijstaande overdekte terrasconstructie 23 m²;
  • volledig verharde voortuinstrook.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het gelijkvloers volume;

-          wijzigen buitenschrijnwerk voorgevel;

-          isoleren achtergevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

21 december 2023

11 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

21 december 2023

17 januari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:

  • de bestaande daken worden niet aangesloten op de hemelwaterput;
  • er worden onvoldoende aftappunten voorzien voor hergebruik van het hemelwater.
     

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:

Het gebouw werd vastgesteld in de inventaris bouwkundig erfgoed Vlaanderen. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk in de voorgevel werd recent vervangen door aluminium schrijnwerk;

  • Artikel 27 Open ruimte:

de achtertuin van 156 m² wordt van 66 m² verhardingen voorzien > 52 m²;

de voortuinstrook is volledig verhard. Enkel strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. Toegangspaden met een maximale breedte van 1,50 m en opritten met een maximale breedte van 3 m;

  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen en Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

er wordt geen gescheiden rioolsysteem aangeboden aan de straat;

  • Artikel 43 Septische putten:

Er wordt geen septische put voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Het voorliggende project is gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor de Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie. Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Op het gelijkvloers wordt het bestaande volume uitgebreid tot een bouwdiepte van 19,60 m ter hoogte van de linker perceelsgrens voor de toevoeging van een zitruimte. Er kan vastgesteld worden dat een bouwdiepte van 19,60 m over een beperkte breedte aanvaardbaar is. Achter deze uitbreiding is nog steeds een tuinzone met een diepte van 18 m beschikbaar.

De nieuwe uitbouw wordt verbonden met het bestaande volume door de toevoeging van een luifel met een diepte van ongeveer 2,20 m ter hoogte van de rechter perceelsgrens. Verder situeren de werken zich binnen het bestaande volume in functie van een beter intern ruimtegebruik. De geplande uitbreidingswerken op de begane grond zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats, bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.

 

Achteraan in de tuin bevindt zich een overdekt terras dat reeds vergund werd. Verder is er een vijver voorzien achter het terras aan de woning. Deze houdt voldoende afstand van de perceelsgrenzen en is niet storend voor de omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten en Visueel-vormelijke elementen

Gelet op het feit dat het pand is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en laat zich als volgt samenvatten:

“De aanvraag omvat de verbouwing van de eengezinswoning. De geplande ingrepen situeren zich voornamelijk achteraan.

 

De achtergevel werd reeds gewijzigd tijdens een vorige verbouwingscampagne, waardoor de intrinsieke erfgoedwaarde eerder beperkt is. Er worden geen aanpassingen aangevraagd die impact hebben op de aanwezige erfgoedwaarde van het interieur.

 

Het oorspronkelijke houten schrijnwerk in de voorgevel werd recent gesupprimeerd en vervangen door aluminium. Voor deze gevelwijzigingen werd geen vergunning aangevraagd.

 

Buitenschrijnwerk is een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel de belevingswaarde van de voorgevel en het straatbeeld ondersteunt. Oude vensters maken integrerend deel uit van de architecturale expressie van een pand en dragen in belangrijke mate bij aan zijn erfgoedwaarde. Vervanging dient uitgevoerd te worden naar oorspronkelijk of standaard historisch model, dit zowel voor wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking.

 

Advies

Gelet op de hoge architecturale en historische waarde van de gevel, inclusief het schrijnwerk, wordt aan het college geadviseerd om de wederrechtelijk uitgevoerde wijzigingen aan de voorgevel uit te sluiten van vergunning. Als voorwaarde wordt daarbij opgelegd om het schrijnwerk te vervangen door houten schrijnwerk naar historisch model. Typedetails dienen voorafgaand aan de bestelling ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.”

 

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. Omwille van deze reden zal het wijzigen van het buitenschrijnwerk naar aluminium raamprofielen uitgesloten worden van de vergunning.

 

De wijzigingen aan de achtergevel volgen uit de functionele herinrichting van het pand en het isoleren van de uitbouwen. De volumewerking is hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het beoogde materiaalgebruik (isolatie met architectonisch beton, licht grijs gelakt stalen buitenschrijnwerk) voor de bestaande achtergevels van de uitbouw en voor de nieuwe achtergevel van de uitbreiding past binnen de context waarop de aanvraag betrekking heeft. Omwille van de stedelijke opwarming wordt er geadviseerd om het architectonisch beton te voorzien in een lichte kleur. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Zowel op het gelijkvloers als op de 1ste verdieping worden de interne ruimten opnieuw ingericht. Op het gelijkvloers ontstaat een logische en efficiënte ruimte die kwalitatief ingedeeld is. Ter hoogte van de bestaande vide worden de bestaande interne openingen op de 1e verdieping vergroot, wat zorgt voor meer lichtinval en connectie tussen deze ruimtes. Grote ramen in de gelijkvloerse uitbreiding zorgen voor voldoende daglicht in de verblijfsruimten en het contact tussen de open leefruimte en de buitenruimte wordt versterkt, wat de woonkwaliteit ten goede komt.

 

In voorliggende aanvraag wordt enkel het groendak aangesloten op de hemelwaterput, volgens de hemelwaterverordening is de aansluiting van een groendak niet verplicht. Het groendak mag rechtstreeks afwateren naar de infiltratievoorziening. De bestaande daken worden echter niet aangesloten op de hemelwaterput, dit is wel noodzakelijk. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Ook dient elke hemelwaterput te worden uitgerust met een of meer aftappunten die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maken. Er dienen aanvoerleidingen aangelegd te worden naar het gelijkvloers toilet, naar de plaats waar de wasmachine is gepland en naar de tuin. Het opgevangen hemelwater dient maximaal gebruikt te worden voor toepassingen waar geen drinkwaterkwaliteit voor nodig is, waaronder toiletspoeling, poetswater, wasmachine en gebruik buiten. Dit is niet het geval in voorliggende aanvraag en wordt dus opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Verder is voorliggende aanvraag strijdig met artikel 27 van de bouwcode dat oplegt tuinen zoveel mogelijk groen en onverhard te houden. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem en heeft een milderend effect op de stedelijke opwarming. Van deze voorschriften kan bijgevolg niet afgeweken worden.


Voor percelen met een woonfunctie is het toegestaan 1/3 van de totale tuinoppervlakte te verharden en/of te bebouwen. De tuinzone heeft een oppervlakte van 156 m² waarvan er 66 m² wordt bebouwd en verhard. Er werd in het verleden nog geen vergunning verleend voor de vijver en de verharding i.f.v. het tuinpad en het terras achteraan het perceel. Verder werd ook het terras achter de woning ruimer uitgevoerd dan opgenomen in de laatst vergunde toestand. Deze verhardingen samen bedragen meer dan 1/3 van de tuinoppervlakte (52 m²). Positief is echter wel dat het kunstgras, wat ook beschouwd wordt als een verharding, in de huidige aanvraag wordt vervangen door gras. Dit neemt niet weg dat de tuin zal moeten worden onthard tot een maximum van 52 m² aan bebouwing en verharding. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.


Ook de voortuin wordt beschouwd als een volwaardig deel van de tuin. Een groene voortuin heeft een aangenamer uitzicht in de straat en bevordert daarom de leefkwaliteit van bewoners en omwonenden. De woning beschikt reeds over een vergunde inpandige garage. Het volledig verharden van de voortuin, vermoedelijk om meerdere voertuigen te kunnen stallen, is dan ook niet aan de orde. De breedte van de oprit en van het looppad naar de voordeur dient te worden beperkt tot respectievelijk maximaal 3 m en 1,5 m. De vrijgekomen delen van de voortuin dienen met groen te worden aangeplant. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Aangezien de wijziging van de configuratie van het gelijkvloers en grote aanpassingen aan de afvoeren wordt voorliggende aanvraag beschouwd als grondige verbouwing. Het is algemeen verplicht om bij een grondige verbouwing het regenwater en afvalwater op het eigen terrein te scheiden. Conform artikel 40 van de bouwcode moet elk gebouw voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel dat bestaat uit 1 droogweerafvoer en 1 hemelwaterafvoer. Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat conform de voorschriften van artikel 41 van de bouwcode, dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Omdat bij deze verbouwingen het afvoerstelsel van afval- en hemelwater moet worden aangepast, dient hier conform artikel 43 van de Bouwcode een septische put voorzien te worden met een inhoud van minstens 2.000 l. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het wijzigen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt uitgesloten van de vergunning.

3. De gevelafwerking in architectonisch beton ter hoogte van de achtergevel dient voorzien te worden in een lichte kleur.

4. De breedte van de oprit en van het looppad naar de voordeur dienen beperkt te worden tot respectievelijk maximum 3 m en 1,5 m conform artikel 27 van de bouwcode. De overige delen van de voortuin dienen aangeplant te worden met groen in volle grond.

6. Minimaal 2/3 van de oppervlakte van de achtertuin dient ingericht te worden als onverharde en niet-bebouwde zone conform artikel 27 van de bouwcode. Deze oppervlakte dient aangeplant te worden met groen in volle grond.

7. De bestaande daken dienen aangesloten te worden op de hemelwaterput conform de bepalingen van de gewestelijke hemelwaterverordening.

8. De hemelwaterput moet voorzien worden van aftappunten voor de tuin, het gelijkvloerse toilet en de wasmachine conform de bepalingen van de gewestelijke hemelwaterverordening.

9. Er dient een gescheiden rioolstelsel voorzien te worden conform de voorschriften van artikels 40 en 41 van de bouwcode.

10. Een septische put te voorzien met een inhoud van minstens 2000 l conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 november 2023

Volledig en ontvankelijk

21 december 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

19 februari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

20 maart 2024

Verslag GOA

26 februari 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het wijzigen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt uitgesloten van de vergunning.

3. De gevelafwerking in architectonisch beton ter hoogte van de achtergevel dient voorzien te worden in een lichte kleur.

4. De breedte van de oprit en van het looppad naar de voordeur dienen beperkt te worden tot respectievelijk maximum 3 m en 1,5 m conform artikel 27 van de bouwcode. De overige delen van de voortuin dienen aangeplant te worden met groen in volle grond.

6. Minimaal 2/3 van de oppervlakte van de achtertuin dient ingericht te worden als onverharde en niet-bebouwde zone conform artikel 27 van de bouwcode. Deze oppervlakte dient aangeplant te worden met groen in volle grond.

7. De bestaande daken dienen aangesloten te worden op de hemelwaterput conform de bepalingen van de gewestelijke hemelwaterverordening.

8. De hemelwaterput moet voorzien worden van aftappunten voor de tuin, het gelijkvloerse toilet en de wasmachine conform de bepalingen van de gewestelijke hemelwaterverordening.

9. Er dient een gescheiden rioolstelsel voorzien te worden conform de voorschriften van artikels 40 en 41 van de bouwcode.

10. Een septische put te voorzien met een inhoud van minstens 2000 l conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.