Terug
Gepubliceerd op 15/04/2024

2024_CBS_03132 - Omgevingsvergunning - OMV_2023162350. Noordkasteelbruggen ZN. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/04/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_03132 - Omgevingsvergunning - OMV_2023162350. Noordkasteelbruggen ZN. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_03132 - Omgevingsvergunning - OMV_2023162350. Noordkasteelbruggen ZN. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023162350

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV PR Haven van Antwerpen - Brugge (0248399380) met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Noordkasteelbruggen ZN te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1802A, 1802S en afdeling 14 sectie C nrs. 288K

waarvan:

 

-          20231206-0025

afdeling 7 sectie G nrs. 1802S, 1802A en afdeling 14 sectie C nrs. 288K (Noordkasteelbrug bemaling)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Een tijdelijke bronbemaling.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de uitvoering van een grondwaterbemaling met lozing en voorafgaande zuivering van potentieel verontreinigd bemalingswater met mogelijk verhoogde concentraties aan arseen en PFAS.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.3.1°b)

Afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur;

5 m³/uur

53.2.2°a)

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar.

2.000 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

  1. Artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II: Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater.
  2. Artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II: van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1. enkel stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.6.1.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

  1. Het plaatsen van een aftappunt waarbij een schepstaal genomen kan worden.
  2. Er worden verhoogde lozingsnormen aangevraagd voor :

- arseen 21 µg/l

- PFAS (ind) 100 ng/l


 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap voor Natuur en Bos - Adviezen en Vergunningen Antwerpen

6 februari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

6 februari 2024

27 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen


Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

-          Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

-          Gebied voor waterweginfrastructuur voor het 5de Havendok, het Amerikadok en het Noordkasteeldok;

-          Gebied voor spoorinfrastructuur;

-          Overdrukken Leidingstraat.

 

Binnen de straal van 500 meter is eveneens het GRUP Oosterweelverbinding van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 2006). Volgens dit GRUP is de bestemming Gebied voor wegeninfrastructuur (voor een zone rond de Oosterweelsteenweg) en overdruk Gebied voor ongelijkvloerse wegeninfrastructuur van toepassing.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Oosterweelverbinding – wijziging van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2015). Volgens dit GRUP gelden de bestemmingsvoorschriften Natuurgebied, Gebied voor wegeninfrastructuur, Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en overdruk Werfzone.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te omvatten. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Onderhavige aanvraag voorziet een tijdelijke bemaling voor renovatie van de leidingentunnel aan de Noordkasteelbrug. Gezien het bemalingswater mogelijke verhoogde concentraties van arseen en PFAS kan bevatten wordt de bijhorende lozing en zuivering van het potentieel verontreinigde bemalingswater aangevraagd.

 

Er worden twee voorkamers gebouwd aan beide zijden van de brug om een betere waterdichting te realiseren. De huidige doorgang van de enorme hoeveelheid leidingen, kabels, blaasbuizen e.d. is momenteel erg slecht waterdicht te krijgen. Door alles in de voorkamer te laten uitwaaieren, zou elke leiding individueel worden opgevangen in een geschikte muurdoorvoerinrichting. Hiervoor is een bronbemaling noodzakelijk. Het maaiveld bevindt zich op +5,8 mTAW aan beide zijden. De bronbemaling zal per kant ongeveer 60 dagen actief zijn waarbij het doel is om een verlaging van +2 mTAW of -3,8 m-mv te creëren van het grondwaterpeil. De voorziene bronbemaling zal peilgestuurd zijn. De bemaling wordt aangevraagd voor de duurtijd van de werken, die wordt ingeschat op maximaal 2 jaar. Het bemalingsdebiet voor de twee kanten bedraagt in totaal maximaal 5 m3/uur, 20,2 m3/dag en 2.000 m3/jaar.

 

De start- en einddatum van de bemaling dient gemeld te worden aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen.

 

In de bemalingsstudie word er geconcludeerd dat het risico op zettingen verwaarloosbaar is. Er zullen dus geen zettingen optreden tijdens de uitvoering van de werken.

 

Er bevinden zich geen beschermde gebieden (SBZ of VEN) binnen de invloedsstralen van de bemalingen.

 

De exploitant vraagt de lozing van potentieel verontreinigd bemalingswater met een maximaal debiet van 5 m3/uur op oppervlaktewater. Het is mogelijk dat er tijdens de werken gekozen zal worden om slechts één waterzuivering te installeren in plaats van twee. Hierbij zal het dan het opgepompte verontreinigde water van de andere zijde verzameld worden door middel van een tankcontainer van 20 m³ en afgevoerd worden naar de aanwezige waterzuivering.

 

Voor lozing worden in de aanvraag volgende bijzondere lozingsnorm voorgesteld:

 

Parameter (µg/l)

Norm

Arseen

21

PFAS individueel

0,1

 

De VMM adviseerde op 27 februari 2024 2024 gunstig mits voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater (5de havendok) en de volgende bijzondere lozingsnormen:

 

Parameter (µg/l)

Gevraagd

Advies VMM

Arseen

21

25 (=5*IC)

PFAS individueel

0,1

0,1

 

 

De gevraagde lozingsnorm voor PFAS wordt verleend. Voor de parameter arseen wordt een lozingsnorm toegestaan van 25 µg/l (=5*IC).

 

De VMM stelt in haar advies voor de kwaliteit van het bemalingswater te analyseren voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis max. 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-          bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

 

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

 

Het is aangewezen de wijze van monitoring zoals voorgesteld door de VMM op te leggen als bijzondere voorwaarde. Analyse dient te gebeuren op minstens arseen en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De analyseresultaten dienen bijgehouden te worden in een register en overgemaakt te worden aan dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen.

 

In het dossier wordt een bijstelling aangevraagd van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II dat stelt dat er een meetgoot moet voorzien worden.

 

Gezien het voorwerp van de aanvraag volstaat een aftapkraan waarbij een schepstaal kan genomen worden. De debietsmeter die geplaatst wordt, dient conform artikel 5.53.3. van VLAREM II te zijn.

 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

De aanvraag heeft betrekking op een project als vermeld in bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, meer bepaald op rubriek 10.j). Bijgevolg moest een m.e.r.-screening gebeuren. Op basis van de m.e.r.-screening in het dossier, werd bij de volledig- en ontvankelijkheidsverklaring reeds geoordeeld dat de aanvraag niet moet vergezeld worden van een milieueffectenrapport, aangezien geen aanzienlijke negatieve effecten worden gegenereerd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.3.1°b)

Afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur; (inrichting Noordkasteelbrug bemaling)

5 m³/uur

53.2.2°a)

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar.

2.000 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV_ 2023162350, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II dient er geen meetgoot geïnstalleerd te worden. Er dient wel een aftapkraan voorzien te worden.
  1. Aanvullend op de algemene normen voor de lozing in oppervlaktewater geldt de volgende bijzondere lozingsnorm:

 

Parameter (µg/l)

Norm

Arseen

25

PFAS individueel

0,1

  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis max. 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-          bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

  1. Alle analyseresultaten dienen bijgehouden te worden in een register en dienen na afloop bezorgd te worden aan dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV_2023162350.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 december 2023

Volledig en ontvankelijk

6 februari 2024

Start openbaar onderzoek

16 februari 2024

Einde openbaar onderzoek

16 maart 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

21 mei 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

20 juni 2024

Verslag GOA

 4 april 2024

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

16 februari 2024

16 maart 2024

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan de dienst vergunningen van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV_ 2023162350, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
  1. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II dient er geen meetgoot geïnstalleerd te worden. Er dient wel een aftapkraan voorzien te worden.
  1. Aanvullend op de algemene normen voor de lozing in oppervlaktewater geldt de volgende bijzondere lozingsnorm:

 

Parameter (µg/l)

Norm

Arseen

25

PFAS individueel

0,1

  1. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd voor het lozingspunt (na schoonpompen van de bemalingsinstallatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis max. 3 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen. De verdere monitoring van het opgepompte bemalingswater gebeurt aan volgende frequentie:

-          bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse zonder zuivering maximaal 80 % van de norm bedraagt;

-          bij concentraties lager dan 80 % van de norm: geen herhaling noodzakelijk.

Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.

  1. Alle analyseresultaten dienen bijgehouden te worden in een register en dienen na afloop bezorgd te worden aan dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (omgevingsvergunning@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van referentie OMV_2023162350.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.6.3.1°b)

Afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater, waarbij het effluentwater één of meer gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II., met een effluent tot en met 5 m³/uur; (inrichting Noordkasteelbrug bemaling)

5 m³/uur

53.2.2°a)

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar.

2.000 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat voor een periode van 2 jaar vanaf de start van de werken.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.