Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023159806 |
Gegevens van de aanvrager: | Federale Politie met als contactadres Kroonlaan 145 bus A te 1050 Elsene |
Gegevens van de exploitant: | Freddy Rottiers namens de heer Eric Snoeck met als adres Kroonlaan 145 te 1050 Brussel |
Ligging van het project: | Boomsesteenweg 180 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 43 sectie A nr. 89C |
waarvan: |
|
- 20220928-0049 | afdeling 43 sectie A nr. 89C (Federale Politie Antwerpen site Valaar) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | aanpassing omgevingsvergunning met referentie OMV_2022129954: - schrappen opslag van rubber; - tijdelijke opslag van voertuigen. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 7 juli 2023 verleende het college een nieuwe vergunning aan de Federale Politie voor het exploiteren van een dienstencentrum (kenmerk OMV_2022129954).
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat de uitbreiding van de vergunning met het stallen van geaccidenteerde voertuigen.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Federale Politie Antwerpen site Valaar
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; | 9,00 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 23 februari 2024 | 11 maart 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 22 bis Valaar, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 december 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: parkzone, zone voor openbaar nut en openbare weg.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor het aanpassen van de afgeleverde omgevingsvergunning (OMV_2022129954) voor de verdere exploitatie van de gebouwen van de Federale Politie.
De aanvraag is gesitueerd langs de Boomsesteenweg in een, volgens het gewestplan, gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut. De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan.
De gebouwen op de site zijn conform de eerder afgeleverde vergunningen voor stedenbouwkundige handelingen.
Er wordt wel vastgesteld dat de open ruimte anders is ingericht dan vergund. Zo wordt er geparkeerd op het tennisveld, de erekoer, ter hoogte van blok G, aan de randen van de piste, enzovoort. Er kan, met aangeleverde informatie, niet afgetoetst worden of deze parkeerplaatsen voldoen aan artikel 30 van de bouwcode en in overeenstemming zijn met de goede ruimtelijke ordening. In voorwaarde zal bijgevolg opgenomen worden om de open ruimte te gebruiken zoals vergund. Enkel met het bekomen van een omgevingsvergunning kunnen er bijkomende parkings voorzien worden.
Voormeld advies is ook van toepassing op de tijdelijke stalplaats voor geaccidenteerde voertuigen die mee opgenomen wordt in de milieuaanvraag. Voor deze staplaats zal eveneens een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist zijn.
Er kan een voorwaardelijk gunstig advies verleend worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het collegebesluit van 7 juli 2023 werd het stallen van voertuigen uitgesloten van de vergunning, omdat niet aan de sectorale milieuvoorwaarden voldaan kon worden. De exploitant wenst het stallen van de geaccidenteerde voertuigen op te nemen in de vergunning.
Een capaciteit van 9 ton wrakken of geaccidenteerde voertuigen wordt gevraagd, wat overeenkomt met circa zes personenwagens. De voertuigen zullen worden gestald op de vloeistofdichte piste rond de brandstofverdeelinstallatie ter hoogte van blok B. Deze is momenteel (nog) niet in gebruik. De piste is aangesloten op een KWS-afscheider met slibafscheider, waarin het potentieel verontreinigd hemelwater dat op de piste terechtkomt, wordt voorbehandeld. De exploitant geeft aan dat, bij visueel waarneembare lekken, lekbakken onder de wagens geplaatst worden.
Het risico op bodemverontreiniging door gelekte vloeistoffen uit de wrakken is beperkt door de vloeistofdichte ondergrond. De lozing van bedrijfsafvalwater is reeds opgenomen in de vergunning. Aangezien in de aangepaste opstelling wel voldaan kan worden aan artikel 5.15.0.7 van Vlarem II, is er geen bezwaar de rubriek op te nemen in de vergunning.
De opslag van rubberen voorwerpen in een lokaal (Vlaremrubriek 36.4.1°, in casu de opslag van 11 ton autobanden) wordt stopgezet.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits de algemene en sectorale voorwaarden worden nageleefd, kunnen de hinder en risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning aan te passen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 9,00 ton |
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 4.000,00 m³ |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 2,00 m³/uur |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 3.200,00 liter |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 2 verdeelslangen |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 75 voertuigen |
15.3.2° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 14 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 1 voertuig/dag |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 9,00 ton |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 265,00 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 638,00 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 1,00 ton |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 145,00 ton |
17.3.2.1.2.1° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 3,00 ton |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 21,00 ton |
17.3.4.1°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 1,00 ton |
17.3.6.1°b) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 2,00 ton |
17.3.7.1°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 0,50 ton |
17.3.8.1° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 1,00 ton |
19.3.1°b) | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 10,00 kW |
29.5.2.1°b) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting (deels) gelegen is in een ander gebied dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 31,00 kW |
29.5.7.1°a)2) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55°C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 300,00 liter |
38.3.2° | opslagplaatsen voor springstoffen waarvan de inhoud meer bedraagt dan de hoeveelheden die voor 24 uur arbeid worden uitgereikt, of niet beperkt is tot het verbruik van drie arbeidsdagen of in winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, meer bedraagt dan 4 kg in feest- en seinvuurwerk vervat pyrotechnisch sas; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 750,00 kg |
39.4.1° | warmtewisselaars, andere dan deze vermeld onder rubriek 39.2 en deze voor op een stoomdistributienet aangesloten woningen, met een individuele inhoud van de secundaire ruimte van 25 liter tot en met 5.000 liter; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 300,00 liter |
43.1.2°b) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, c); (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 2.600,00 kW |
Gecoördineerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Bij een eventuele aanpassing van de gebouwen of aanpassingen aan de riolering dient steeds actief gekeken te worden naar mogelijkheden om het hemelwater maximaal af te koppelen van de openbare riolering.
2. Binnen de drie maanden na het besluit, worden de keuringsattesten van de stookoliehouders overgemaakt aan het college zodat de conformiteit gecontroleerd kan worden.
3. Een uitgebreide verwarmingsaudit wordt opgemaakt waarin het vervangen van de stookinstallaties onderzocht wordt, in het bijzonder de drie ketels in blok B.
4. Binnen zes maanden na de vergunningverlening worden de meest recente onderhouds- en reinigingsattesten van stookinstallaties overgemaakt worden. De attesten dienen een éénduidige relatie te hebben met de stookinstallaties op de site (naam, locatie, vermogen).
5. Vóór de ingebruikname van de brandstofverdeelinstallatie, wordt aan het college het attest overgemaakt waaruit blijkt dat de houders en de installatie voldoen aan de voorschriften van Vlarem II (artikel 5.17.4.2.9).
6. Indien de open ruimte niet gebruikt wordt zoals vergund, moet een omgevingsvergunning bekomen worden om de bijkomende parkings te voorzien.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 januari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 23 februari 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 23 april 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 23 mei 2024 |
Verslag GOA | 4 april 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 4.000,00 m³ |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 2,00 m³/uur |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 3.200,00 liter |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 2 verdeelslangen |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 75 voertuigen |
15.3.2° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, in ander gebied dan in industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 14 schouwputten of hefbruggen |
15.4.2°a) | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 1 voertuig/dag |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 9,00 ton |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 265,00 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 638,00 liter |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 1,00 ton |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 145,00 ton |
17.3.2.1.2.1° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 3,00 ton |
17.3.2.2.2°a) | opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 21,00 ton |
17.3.4.1°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 1,00 ton |
17.3.6.1°b) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 2,00 ton |
17.3.7.1°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 0,50 ton |
17.3.8.1° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 1,00 ton |
19.3.1°b) | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 10,00 kW |
29.5.2.1°b) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting (deels) gelegen is in een ander gebied dan industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 31,00 kW |
29.5.7.1°a)2) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55°C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 300,00 liter |
38.3.2° | opslagplaatsen voor springstoffen waarvan de inhoud meer bedraagt dan de hoeveelheden die voor 24 uur arbeid worden uitgereikt, of niet beperkt is tot het verbruik van drie arbeidsdagen of in winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, meer bedraagt dan 4 kg in feest- en seinvuurwerk vervat pyrotechnisch sas; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 750,00 kg |
39.4.1° | warmtewisselaars, andere dan deze vermeld onder rubriek 39.2 en deze voor op een stoomdistributienet aangesloten woningen, met een individuele inhoud van de secundaire ruimte van 25 liter tot en met 5.000 liter; (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 300,00 liter |
43.1.2°b) | stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW in de gevallen andere dan vermeld sub 1°, c); (inrichting Federale Politie Antwerpen site Valaar) | 2.600,00 kW |
Gecoördineerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Bij een eventuele aanpassing van de gebouwen of aanpassingen aan de riolering dient steeds actief gekeken te worden naar mogelijkheden om het hemelwater maximaal af te koppelen van de openbare riolering.
2. Binnen de drie maanden na het besluit, worden de keuringsattesten van de stookoliehouders overgemaakt aan het college zodat de conformiteit gecontroleerd kan worden.
3. Een uitgebreide verwarmingsaudit wordt opgemaakt waarin het vervangen van de stookinstallaties onderzocht wordt, in het bijzonder de drie ketels in blok B.
4. Binnen zes maanden na de vergunningverlening worden de meest recente onderhouds- en reinigingsattesten van stookinstallaties overgemaakt worden. De attesten dienen een éénduidige relatie te hebben met de stookinstallaties op de site (naam, locatie, vermogen).
5. Vóór de ingebruikname van de brandstofverdeelinstallatie, wordt aan het college het attest overgemaakt waaruit blijkt dat de houders en de installatie voldoen aan de voorschriften van Vlarem II (artikel 5.17.4.2.9).
6. Indien de open ruimte niet gebruikt wordt zoals vergund, moet een omgevingsvergunning bekomen worden om de bijkomende parkings te voorzien.