2024_CBS_03129 - Omgevingsvergunning - OMV_2023130014. Arenbergstraat 24. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis  

-     08/10/2004: vergunning (197#20041181) voor het verbouwen van het gelijkvloers van een bestaande kantoorruimte;

-     06/12/1948: toelating (18#22197) voor een binnen verbouwing;

-     13/09/1946: toelating (18#21683) voor een binnen verbouwing.

Vergunde en bestaande toestand 

-     functie: kantoorgebouw met een bvo van 2.900 m² (te slopen);

-     bouwvolume: 5 bouwlagen met plat dak;

-     gevelafwerking: 

• gevel: lichtkleurige sierpleister met sierelementen in arduin;
• buitenschrijnwerk: grijze aluminiumprofielen en inkomdeur in grijs gelakt hout.

Nieuwe toestand

-     functie: meergezinswoning met ondergrondse parkeergarage, een kantoorruimte op het gelijkvloers en 11 woongelegenheden op de verdiepingen:

• 1 drieslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van 244 m²; 
• 5 drieslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van 171,60 m²; 
• 5 tweeslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van 125,30 m²; 

-     bouwvolume: 

• gesloopt gebouw;
• nieuwbouw van 6 bouwlagen met een teruggetrokken verdieping en platte daken;  
• ondergrondse parkeergarage met een totale diepte van circa 28 m;
• bouwdiepte: 18,76 m;
• bouwhoogte van de dakrand: 20,10 m en van de teruggetrokken verdieping: 23,78 m;

-     gevelafwerking: 

• gevels: lichtrode betonelementen met sierelementen in lichtrode natuursteen;
• buitenschrijnwerk en garagepoort: grijs aluminium;
• borstwering: grijs gelakt staal;
• zonnepanelen op het plat dak.

Inhoud van de aanvraag 

-     slopen van het bestaand kantoorgebouw;

-     bouwen van een meergezinswoning met een kantoorruimte op het gelijkvloers en 11 woongelegenheden op de verdiepingen;

-     bouwen van een ondergrondse parkeergarage;

-     wijzigen van de scheimuren.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat het bouwen en exploiteren van een meergezinswoning met een gelijkvloers voor diensten of kantoor, 11 appartementen en een ondergrondse parkeergarage in de Arenbergstraat te Antwerpen.

Aangevraagde rubriek(en)
 

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

 Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  4:   zone voor wonen - (wo4) en artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

-     artikel 2.1.1 Culturele, historische en/of esthetische waarde:

Het volledige plangebied is in strijd met de wenselijkheid van behoud van de bestaande toestand met culturele, historische en/of esthetische waarde van het RUP Binnenstad. De aanvraag omvat het slopen van het bestaande gebouw.

-     artikel 2.1.11.2 Terrassen op platte daken:

De borstwering van het terras aan de voorzijde van de 6de verdieping is in hoogte niet beperkt binnen de lichtbelemmeringshoek van 45° met de horizontale vanaf de werkelijke gevelhoogte en vertrekkend vanuit het snijpunt met het verticale gevelvlak. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-     Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

Algemene bouwverordeningen

-     Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

• artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:
  Het slopen van het bestaande gebouw is in strijd met de wenselijkheid van behoud van de bestaande toestand in CHE-gebied.

• artikel 30 Autostaanplaatsen en autoparkeerplaatsen:
  Het voorstel voorziet niet in de werkelijke parkeerbehoefte.

• artikel 38 Groendaken:
  Het groendak van de ondergrondse garage wordt niet voorzien van een grondlaag met een dikte van minimaal 1 meter. 
   

Sectorale regelgeving

-     MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-     Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit). 
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. 

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd. 

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-     Vlaamse Codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse Codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 

-     Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen 
Van de archeologienota werd akte genomen door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 27 oktober 2023.
De nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.
 

-     Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

In het advies van de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing is opgenomen dat het pand volgens de Beleidsnota Detailhandel 2020 is gelegen in een zone voor verspreide bewinkeling (zone C). Het behoud van de functie kantoren en dienstverlening op het gelijkvloers is hiermee in overeenstemming.

Zowel de woonfunctie op de verdiepingen als de kantoorfunctie op het gelijkvloers zijn in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het RUP Binnenstad en bijgevolg functioneel inpasbaar.

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het voorzien van 11 ruime doorzonappartementen met twee of drie slaapkamers en royale buitenruimten garandeert een kwalitatief woonklimaat.

De diepte van het terras van appartement 02 op de eerste verdieping genereert inkijk in het appartement 01 op dezelfde verdieping. Hierdoor wordt de privacy geschonden. In voorwaarden zal worden opgelegd de diepte van het terras te beperken tot de bouwdiepte van de aangrenzende slaapkamer zoals in rood aangeduid op het plan.

Door de inrichting van een zone van 114 m² doorlaatbare grond achter de ondergrondse parkeerbak, kan er worden voorzien in infiltratie en groenaanleg op het eigen perceel. De aanvraag bevat geen gegevens over de vegetatie die zal worden voorzien in de tuinzone. Gelet op de oppervlakte van de open ruimte en de kwaliteit van de tuinzone te garanderen zal in voorwaarde worden opgelegd dat er minstens twee hoogstammige bomen moeten worden voorzien in de zone op volle grond.

Door het opleggen van deze voorwaarde kan een afwijking worden toegestaan op de gronddekking van slechts 31 cm boven de ondergrondse parking, daar waar artikel 38 van de bouwcode minstens 1 meter gronddekking voorschrijft.

Het verlagen van de scheimuren ter hoogte van de te slopen gebouwen, zoals aangeduid op het plan met het terreinprofiel, vergroot de toetreding van daglicht in de tuinzone. Aangezien deze verlaging essentieel is voor de verblijfskwaliteit van de tuinzone zullen de scheimuurverlagingen expliciet worden opgenomen in voorwaarden van de vergunning.

Visueel-vormelijke elementen

Het project is beeldbepalend in de straat en omwille van zijn ligging naast de Arenberg Schouwburg. Het voorstel werd meerdere malen voorgelegd op de Kwaliteitskamer architectuur. Op 20 oktober 2023 brachten zij een voorwaardelijk gunstig advies uit met volgende voorwaarden:

-     voorzien van balustrade per raam;

-     natuursteen onderzoeken in functie van een zachtere kleurstelling aansluitend aan de omgeving. 

Aan beide voorwaarden is voldaan. 

De afwerking van de scheimuren boven de Arenberg Schouwburg staan niet aangeduid op de plannen. In de beschrijvende nota wordt aangegeven dat deze naar analogie van de voorgevel zullen worden afgewerkt in dezelfde materialen, beton en natuursteen elementen, als de voorgevel. In de voorwaarden bij de vergunning zal dit expliciet worden opgenomen.

De balustrade van het terras aan de voorzijde van de zesde verdieping voldoet niet aan artikel 2.1.11.2 ‘van het RUP Binnenstad, waardoor ze zichtbaar is in het gevelbeeld. In de voorwaarden bij de vergunning wordt opgenomen de balustrade naar achter te plaatsen zodat de hoogte beperkt wordt binnen een hoek van 45° met de horizontale vanaf de werkelijke gevelhoogte en vertrekkend vanuit het snijpunt met het verticale gevelvlak. Hierna blijft nog steeds een terras met een diepte van 2,20 meter bruikbaar.

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een kantoorgebouw uit 1928, opgebouwd in opdracht van de diamantair Adler Aron Adolphe naar een ontwerp van Joseph De Langhe. Het pand is gelegen in CHE-gebied, maar heeft geen erfgoedstatuut. Op vraag van de stedelijke dienst Monumentenzorg werd een CHE-rapport opgemaakt en onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van gedeeltelijk behoud en herontwikkeling. De conclusie uit het CHE-rapport vermeldt:

“Hoewel het originele ontwerp en ruimteconcept van het kantoorgebouw tot op vandaag bewaard is gebleven, zijn er geen erfgoedelementen aanwezig. Eigenlijk is het een functionele en eenvoudige betonconstructie die langs buiten en binnen bepleisterd is. Er werden geen decoratieve en historische elementen of nobele materialen teruggevonden die verwijzen naar de originele bouwfase van 1928, of de typerende ontwerpkenmerken van Joseph De Langhe. Ook vanuit het archiefonderzoek werden er geen aanwijzingen naar een speciale interieurafwerking of materialen teruggevonden. Uiteindelijk kan geconcludeerd worden dat het een interbellumgebouw met weinig tot geen erfgoedwaarde is.”

De stedelijke dienst Monumentenzorg volgt de opgestelde waardebepaling en oordeelde dat sloop en kwalitatieve nieuwbouw aanvaardbaar is. Omwille van bovenstaand advies kan de sloop van het gebouw binnen het plangebied met culturele, historische en/of esthetische waarde van het RUP Binnenstad worden toegestaan.

Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 300 m² (698 m²) en een ingreep in de bodem boven 100 m² (gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

Het volgende advies werd geformuleerd door de stedelijke dienst Archeologie:

“De archeologienota werd opgemaakt door BAAC en waarvan akte door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 27 oktober 2023. (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/27645)

Het programma van maatregelen beveelt een proefputtenonderzoek met en al dan niet archeologische sloopbegeleiding. Nadien maakt de erkende archeoloog een nieuwe nota op met eventueel programma van maatregelen. Ook dit programma van maatregelen is een bindende voorwaarde bij deze omgevingsvergunning.

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

-     De bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van proefputten (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/27645) verplicht uit. Ook de daaruit voortvloeiende nota en het bijhorende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd.

-     De bouwheer meldt twee weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be). 

-     De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen. 

De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten worden opgevolgd.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van de brandweer is voorwaardelijke gunstig. Naar aanleiding van de gewijzigde projectinhoudversie werd een nieuw advies gevraagd. Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig.

Het advies van Aquafin was ongunstig omwille van een te kleine dimensionering van de infiltratievoorziening. Het groendak zou ook ingerekend moeten worden volgens het advies. Hieraan wordt tegemoet gekomen door een nieuwe projectinhoudversie, met een voorwaardelijk gunstig advies van Aquafin tot gevolg. De voorwaarden betreffen algemene voorwaarden die in het advies terug te vinden zijn.

De voorwaarden uit de adviezen van Fluvius en van Proximus dienen te worden opgevolgd.

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgelegd dat er per 10 autostalplaatsen telkens één elektriciteitsvoorziening dient voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens.

De inrit van de parkeergarage is te smal om dubbelrichtingsverkeer toe te laten. Er moet gewerkt worden met een lichtensysteem. Dit zal worden opgelegd in voorwaarden.

Fietsvoorzieningen

Voor de 11 appartementen moeten er 39 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-     5 appartementen met 2 slaapkamers: 5 x 3 = 15;

-     6 appartementen met 3 slaapkamers = 6 x 4 = 24.

Voor de kantoorruimte van 223 m² moeten er 3 fietsstalplaatsen voorzien worden voor het personeel (1,25/100 m²).

Er worden voldoende fietsenstalplaatsen voorzien op het gelijkvloers.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Voor de klimatisatie van de 11 wooneenheden en het gelijkvloers voor diensten of kantoor wordt een verticaal bodem-warmtewisselaarsysteem aangelegd met 22 boringen onder de vloerplaat van de ondergrondse parkeergarage. Het gelijkvloers en ook elke wooneenheid heeft zijn eigen individuele geothermische warmtepomp voor verwarming, koeling en verwarming van het sanitair water. Hiervoor wordt klasse 3 rubriek 16.3.2.a gevraagd voor een totaal geïnstalleerd vermogen van 61 kW.

Voor het beo-veld wordt rubriek 55.1.1 (boringen tot en met een diepte van het dieptecriterium zoals weergegeven op kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit en die gelegen zijn buiten een beschermingszone type III) gevraagd. Deze rubriek kent echter een aantal uitzonderingen waaronder “boringen in het kader van thermische energieopslag in boorgaten waarvan de diepte beperkt blijft tot maximaal het dieptecriterium, zoals weergegeven op de kaart in bijlage 2quinquies bij dit besluit, en die gelegen zijn buiten een beschermingszone type III”. Deze rubriek is dan ook zonder voorwerp.

De individuele warmtepompen worden opgesteld in de berging van elke woonunit. Er worden geen technische installaties op de daken of in de buitenomgeving geplaatst.

Voor de nieuwbouw en de aanleg van de ondergrondse parkeergarage wordt geen bemaling voorzien. Volgens de controlemetingen bevindt de grondwaterstand zich op +4,79 TAW. De onderzijde van de funderingsplaat komt op +6,37 TAW te liggen en bevindt zich dus niet in de grondwaterlaag. Ter hoogte van de lokale verlaging voor de liftput en de regenwaterput zal de betonplaat op +4,07 TAW komen te liggen. Volgens de aanvrager zal er ook voor deze fase geen bemaling noodzakelijk zijn.

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Het af te breken gebouw is niet beschermd maar ligt wel vlak naast de Arenbergschouwburg die wel als beschermd erfgoed geregistreerd werd.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.  De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De diepte van het terras aan de achterzijde van appartement 02 op de eerste verdieping is te beperken tot de bouwdiepte van de aanpalende slaapkamer zoals aangeduid op het plan in rood.

3. Twee hoogstammige bomen zijn aan te planten in de zone op volle grond.

4. De scheimuren zijn te verlagen zoals aangeduid op de plannen met de terreinprofielen.

5. De scheimuur boven het dak van de Arenberg Schouwburg is af te werken met dezelfde materialen als de voorgevel.

6. De balustrade van het terras aan de voorzijde van de zesde verdieping is achteruit te plaatsen conform artikel 2.1.11.2 van het RUP Binnenstad, zodat de hoogte beperkt wordt binnen een hoek van 45° met de horizontale vanaf de werkelijke gevelhoogte en vertrekkend vanuit het snijpunt met het verticale gevelvlak.

7. Bij de inrit van de parkeergarage moet gewerkt worden met een verkeerslicht.

8. Per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens.

9. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

10. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten worden opgevolgd.

11. De voorwaarden uit het advies van Proximus moeten worden opgevolgd.

12. De voorwaarden uit het advies van Fluvius moeten worden opgevolgd.

13. De voorwaarden uit het advies van Water-link in samenwerking met Aquafin moeten worden opgevolgd.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubriek(en)

Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten