Op 25 januari 2021 (jaarnummer 29) keurde de gemeenteraad de beleidsnota ruimtelijke economie goed.
Op 25 november 2022 (jaarnummer 9385) gaf het college van burgemeester en schepenen opdracht aan OS/ Business en innovatie om, voortgaand op de beleidsnota ruimtelijke economie, een ruimtelijk-economische contextanalyse uit te voeren.
De data die gebruikt is als onderbouw voor de beleidsnota ruimtelijke economie loopt tot en met 2018. De voorbije 5 jaar is de markt sterk geëvolueerd, door o.m. Covid en de noodzaak aan verduurzaming van kantoorgebouwen, en de teruggekeerde nood aan lokale productie en toelevering, de zogenaamde 'reshoring'. Daarom is er een herberekening gebeurd van de behoefteraming voor bedrijven en kantoren volgens dezelfde methodologie die door Idea Consult gebruikt werd bij de opmaak van de beleidsnota ruimtelijke economie.
De nieuwe cijfers wijzen op een nog toegenomen nood aan geschikt aanbod van bedrijfsruimte:
De actualisatie van de data nuanceert daarbij de conclusies uit de beleidsnota ruimtelijke economie. Met name voor kantoren is het niet enkel voldoende om in te zetten op een kwaliteitssprong in het bestaande vastgoed, maar stelt zich de nood aan de realisatie van bijkomende kantoorprojecten.
Samengevat zijn de geactualiseerde conclusies als volgt:
In navolging van deze conclusies, is het onder meer aangewezen om de mogelijkheid van bijkomende economische ruimte in Ringstad te onderzoeken.
Het college neemt kennis van de actualisatie van de cijfers met betrekking tot kantoren en bedrijvigheid.
Het college keurt de hieruit resulterende nuances van de conclusies uit de beleidsnota ruimtelijke economie goed.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
AG Vespa en OS/Business en Innovatie | Om binnen het gebied van Ringstad zones te definiëren waar bijkomende ruimte voor kantoren en voor bedrijvigheid kan gecreëerd worden. |
SW/R, SW/SBM en AG Vespa | Een onderzoek te voeren naar de herbestemming en renovatie-opgave van het verouderde kantorenpatrimonium, in lijn met de markttendensen. Dit zowel wat betreft locatie- en bereikbaarheidskenmerken, typologische, bouwtechnische en financiële kenmerken (reële marktwaarde versus investeringskost). Welke gebouwen lenen zich tot een grondige duurzame renovatie met behoud van de kantoorfunctie, in relatie ook met de kenmerken van hun omgeving (morfologie, mobiliteit, milieu-effecten,…). Welke zijn beter geschikt voor herbestemming, al dan niet met (gedeeltelijke) sloop en nieuwbouw, en welke nieuwe functies komen dan in beeld. Deze opdracht moet evenwel los gezien worden van het brede debat rond LCA , circulariteit en het duurzaamheidsvraagstuk ‘renovatie versus nieuwbouw’, wat een te uitgebreide scope zou zijn. |