Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023143398 |
Gegevens van de aanvrager: | BV AQUILA met als adres Basdongenstraat 25B te 3120 Tremelo |
Ligging van het project: | Halenstraat 47 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 5 sectie E nr. 416V20 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning met vermeerdering van het aantal wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 12/01/2023: weigering door deputatie na weigering door college (OMV_2022065358) voor het regulariseren van verbouwingswerken aan een meergezinswoning, vernieuwen van het buitenschrijnwerk en terrassen;
- 27/03/1970: voorwaardelijke vergunning (1970446) voor verbouwing;
- 09/02/1968: vergunning (1968499) voor verbouwing;
- 04/02/1966: vergunning (1966770) voor koelinrichting na afbraak – 29.11.1965.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- overeenkomstig met de vergunde toestand, met uitzondering van:
- 3 bouwlagen met zadeldak;
- dakkapel tegen de rechter perceelsgrens;
- uitkragende terrassen tegen de linker perceelsgrens;
- wit pvc schrijnwerk;
- aparte toegangsdeur werd gesupprimeerd.
Nieuwe toestand
- functie: wonen – meergezinswoning met 4 woongelegenheden:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;
- wijzigen van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 12 december 2023 | 15 januari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 12 december 2023 | 19 december 2023 | Geen bezwaar |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn | 12 december 2023 | 15 december 2023 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 12 december 2023 | 12 december 2023 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 12 december 2023 | 19 december 2023 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 12 december 2023 | 4 januari 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en artikel 1 zone voor wonen - (wo).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- 1 Algemene voorschriften > 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld:
De daken zijn het talrijkst voorzien zonder een dakkapel. De voorziene dakkapel achteraan in het dak is bijgevolg niet kenmerkend
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de tuinmuur heeft een hoogte van 4,22 m. Dit is hoger dan de toegelaten maximumhoogte van 2,60 m;
de kelderverdieping heeft een beperkte vrije hoogte van 1,8 m. Hier wordt een berging, tellerlokaal en afvalberging voorzien;
de voorziene toezichtsputten moeten zo dicht mogelijk bij de perceelsgrens liggen;
inhoud septische put niet gekend.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote fluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid / Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het algemeen volume zoals voorgesteld. De ontpitting in het binnengebied in functie van kwalitatief wonen op het gelijkvloers voldoet aan de uitgangspunten van het RUP 2060 inzake open ruimte. De woonentiteiten op het gelijkvloers, de 1ste en 2de verdieping voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot.
Het voorstel om een zelfstandige woonentiteit onder het zadeldak te creëren, kan echter niet gunstig beoordeeld worden. Om het wooncomfort van een zelfstandige woning te bewaken is het belangrijk dat de verblijfsruimtes over de volledige oppervlakte over voldoende hoogte beschikken. Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als woonplaats dient voor haar gebruikers en bewoners voldoende kwalitatief te zijn. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt. Bovendien zijn gebouwen met een grotere vrije hoogte meer flexibel naar toekomstige aanpassing, hergebruik of functiewijziging. De functionele levensduur van gebouwen met hoge verdiepingen is langer en daarom is het duurzaam om zo te bouwen. Bij woningen of duplexappartementen kunnen ruimtes onder een schuin dak ruimtelijk anders beoordeeld worden. Hier bevinden zich vaak secundaire ruimtes, die minder gebruikt worden in tijd, zoals bijvoorbeeld slaapkamers. Daarenboven beschikken deze woningen over voldoende andere verblijfsruimtes met een minimale hoogte van 2,60 m over de volledige oppervlakte. Verder bieden ‘zelfstandige woningen’ onder schuine daken vaak beperkte zichten door de beperkte aanwezigheid van verticale gevelopeningen.
Achteraan in het dak wordt een dakkapel voorzien Deze is aanvaardbaar op voorwaarde dat deze de kroonlijst niet doorbreekt. Dit is in voorliggend voorstel niet het geval.
Gezien bovenstaande opmerkingen wordt de zelfstandige entiteit onder het dak en het terras op de achterbouw uitgesloten van vergunning én wordt in voorwaarde opgelegd de dakkapel de kroonlijst niet te onderbreken.
Er wordt bij deze gesuggereerd het dakvolume aan te passen naar een mansardevolume of andere dakvorm om een zelfstandige woongelegenheid te kunnen voorzien. Hierbij dient een minimum vrije hoogte van 2,60 m gehanteerd te worden over de volledige oppervlakte.
Visueel-vormelijke elementen
Het voorgestelde materiaalgebruik past zich in in de omgeving.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte rekening houdend met de voorwaarden van 0 parkeerplaatsen.
In de laatst vergunde toestand zijn er 2 autostaanplaatsen. Bij de aanleg van Halenstraat werd een verhoogd tramperron ingericht voor deze meergezinswoning. De 2 vergunde autostaanplaatsen zijn bijgevolg niet bereikbaar. Deze worden niet bijgeteld bij de parkeerbehoefte aangezien de parkeerplaatsen verdwijnen door aanleg van openbaar domein. De werkelijke parkeerbehoefte is 0
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
3. De tuinmuren te voorzien van een maximum hoogte van 2,60 m;
4. De aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel te voorzien conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode;
5. Een septische put te voorzien conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode;
6. De kroonlijst aan de achtergevel niet te onderbreken;
7. De ruimte onder het dak te voorzien als zolder;
7. Het terras op de derde verdieping wordt uitgesloten van vergunning;
8. De functiewijzigingen in de kelder worden uitgesloten van vergunning.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 13 november 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 12 december 2023 |
Start openbaar onderzoek | 21 december 2023 |
Einde openbaar onderzoek | 19 januari 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 26 maart 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 25 april 2024 |
Verslag GOA | 19 maart 2024 |
Naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
21 december 2023 | 19 januari 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
3. De tuinmuren te voorzien van een maximum hoogte van 2,60 m;
4. De aansluitingen van de leidingen met het openbaar rioolstelsel te voorzien conform de bepalingen van artikel 41 van de bouwcode;
5. Een septische put te voorzien conform de bepalingen van artikel 43 van de bouwcode;
6. De kroonlijst aan de achtergevel niet te onderbreken;
7. De ruimte onder het dak te voorzien als zolder;
7. Het terras op de derde verdieping wordt uitgesloten van vergunning;
8. De functiewijzigingen in de kelder worden uitgesloten van vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.