Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023163902 |
Gegevens van de aanvrager: | Peter Van Elsacker - Hedwig Van den Eynden met als adres Sterstraat 16 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Sterstraat 16 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 6 sectie F nr. 1384P |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en isoleren van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/05/1875: toelating (1875#344) voor veranderingen.
Geacht vergunde toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
wijkt af tegenover de geacht vergunde toestand.
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande aanbouw;
- bouwen van een nieuwe aanbouw;
- wijzigen van de scheimuren;
- wijzigen van de gevel;
- aanleggen van verharding;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 8 januari 2024 | 23 februari 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer. (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003
betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Sterstraat.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De directe omgeving van het pand in de Sterstraat 16 wordt gekenmerkt door eengezinswoningen met drie bouwlagen onder een zadeldak. De hoofdgebouwen van zowel de linker- als rechterbuur zijn er aan de achterzijde uitgebreid met een aanbouw.
De aanvraag heeft betrekking op een pand met drie bouwlagen onder een zadeldak dat achteraan voorzien is van een aanbouw met twee bouwlagen tegen de linker perceelsgrens en één bouwlaag tegen de rechter perceelsgrens. De aanvrager wenst deze bestaande aanbouw volledig te slopen om er nadien een nieuwe aanbouw te realiseren die grotendeels uit één bouwlaag bestaat en wordt voorzien van een dakterras. Ter hoogte van de linkerbuur wordt een kleine, twee bouwlagen hoge, aanbouw gerealiseerd om er een deel van de circulatie in onder te brengen.
De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de aanpalende bouwdiepten. De aangevraagde wijzigingen laten enerzijds een logische planschikking van de eengezinswoning toe en zorgen er anderzijds voor dat er voldoende ruimte overblijft om op het gelijkvloers een kwalitatieve tuinzone te behouden.
Verder wordt de scheidingsmuur met de rechterbuur opgehoogd met 1,5 meter over een lengte van 5,4 meter. Dit is strijdig met artikel 10 van de bouwcode dat stelt dat er rekening gehouden moet worden met een optimale bezonning en daglichttoetreding ten aanzien van de omgeving, zeker gezien de specifieke oriëntatie van het perceel. Het ophogen van deze scheidingsmuur tot een hoogte van 4,19 meter is wel ruimtelijk inpasbaar, waarbij dan het dakterras ter hoogte van de rechterbuur over een strook van minstens 1,9 meter ten opzichte van de perceelsgrens ingericht moet worden als een ontoegankelijk groendak om privacyhinder te voorkomen. Dit wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De aanvrager wenst de witgeschilderde gevel met verschillende sierelementen te behouden. Onderaan de gevel is een kenmerkende arduinen gevelplint aanwezig. Ook de grijsgroene houten bakgoot met decoraties en het houten buitenschrijnwerk met historische profilering blijft bewaard.
Het voorliggende pand heeft een historisch karakter en is opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Daarom is advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies is gunstig en luidt als volgt:
“Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar. De aanvullende fotoreportage toont aan dat zowel het voorhuis als de aanbouw reeds aangepast zijn. Vermoedelijk in de jaren 1920-1930 en nog een keer in de jaren 1990. De aanbouw bevat geen waardevolle interieurelementen meer. Het voorhuis en de voorgevel blijven gevrijwaard.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het renoveren van bestaande eengezinswoningen wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt geapprecieerd.
De slaapkamer op de tweede verdieping heeft slechts een vrije plafondhoogte van 2,42 meter, wat onvoldoende gebruiksgenot biedt. Er zijn geen dossierstukken of archiefplannen terug te vinden waaruit blijkt dat de aanwezige plafondhoogte vergund zou zijn. Als voorwaarde bij vergunning wordt daarom opgelegd om het plafond van de slaapkamer te verhogen zodat de vrije plafondhoogte er minimaal 2,60 meter bedraagt, conform artikel 21 van de bouwcode.
Het onduidelijk of het vernieuwde terras in de tuin voorzien wordt conform de voorschriften van artikel 39 omtrent infiltratie- en buffervoorzieningen. Niet-overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2 %, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren. Dit wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag bevat ook enkele onduidelijkheden omtrent de riolering. Er wordt een gescheiden aansluiting op openbaar domein ingetekend op het kelderplan. Conform artikel 41 van de bouwcode wordt opgelegd om het private gescheiden rioolstelsel te realiseren tot aan de perceelsgrens. Elk van de aansluitingspunten moet voorzien zijn van een toezicht punt gemerkt "DWA" of "RWA" overeenkomstig het type afvalwater. Indien de gevellijn en de perceelgrens samenvallen dient op particulier domein een toezichtsmogelijkheid voorzien te worden, bijvoorbeeld in de kelder door een afsluitbare opzetbuis (T-stuk) op de afvoerleiding. Daarnaast moet de aansluiting met de RWA-afvoerbuis op de voorgevel inpandig gebeuren.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 december 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 8 januari 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 8 maart 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 7 april 2024 |
Verslag GOA | 14 maart 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.