2024_CBS_01849 - Omgevingsvergunning - OMV_2023141357. Willem Ogierplaats 5. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Inhoud van de aanvraag

Huidige aanvraag betreft de exploitatie van een rouwcentrum.

Aangevraagde rubriek(en)

 Aangevraagde rubriek(en) Willem Ogierplaats 5, Antwerpen
 

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een funerarium.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad.

De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Er is geen bestemmingwijziging aangezien zowel de bestaande als de nieuwe invulling vallen onder de bestemmingscategorie ‘diensten’.

De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Het voorwerp van de aanvraag betreft de exploitatie van een rouwcentrum. Het rouwcentrum omvat een aula, toiletten, een rouwkamer, een verzorgruimte en een koelcel. De exploitatie van het funerarium beperkt zich tot één à twee plechtigheden per maand. Het verbruik van water beperkt zich tot de toiletten en beperkt huishoudelijk gebruik.
De koelinstallatie met koelmiddel R452a, die gebruikt wordt om de lijken te koelen, heeft een elektrisch vermogen van 1,16 kW. Naast de exploitatie als rouwcentrum, zou de exploitant het rouwcentrum ook willen openstellen aan lokale organisaties om uiteenzettingen te organiseren voor de buurt.

Na een plaatsbezoek op 25 september 2023 is gebleken dat het rouwcentrum reeds volledig ingericht is. Er werden enkele opmerkingen gemaakt wat betreft het laden en lossen van het lijk, de wanden in de verzorgingskamer, de verluchting en  het alarmsysteem- en of elektronische beveiliging van de inrichting omdat deze tijdens het plaatsbezoek niet overeenstemden met de sectorale voorwaarden van Vlarem II. Het laden en lossen van lijken gebeurt deels op openbaar domein en de wagen blokkeert tijdens deze activiteit de weg. De dienst Mobiliteit adviseert dat na het laden en lossen de wagen niet half op het openbaar domein blijft staan. Bovendien respecteert de aanvrager de sectorale voorwaarden voor het laden en lossen van de lijken en de onttrekking van deze activiteit aan het oog van derden, niet. Dit wordt bevestigd door de toevoeging van de foto’s met lijkwagen in de aanvraag. Daarom wordt er een bijzondere voorwaarde opgelegd waarbij de wagen volledig inpandig moet gereden worden alvorens de laad- en losactiviteiten mogen plaatsvinden. Deze ruimte betreft geen parkeerplaats, de wagen moet na het laden en lossen dan ook het pand onmiddellijk verlaten.

In de kamer waar de lijkverzorging wordt toegepast, moeten de wanden bekleed zijn met een effen, goed afwasbare bekleding. Deze wanden moeten vrij zijn van materialen die aanleiding kunnen geven tot rotting of schimmelvorming. De aanvrager heeft een foto toegevoegd waarop waterdichte verf afgebeeld staat. Dit is echter niet afdoende om te voldoen aan de sectorale milieuvoorwaarden. Om een hygiënisch milieu te waarborgen moeten de wanden bekleed zijn met een effen, goed afwasbare bekleding die duurzaam is en na een goede reiniging onaangeroerd blijft. Een waterdichte verf is niet afdoende om een hygiënisch milieu te waarborgen wanneer er rotting en schimmelvorming kan ontstaan door de plinten en de oneffen bekleding in de ruimte. Omwille van voorgenoemde redenen wordt er opgenomen in de bijzondere voorwaarden dat de exploitant ervoor zal zorgen de verzorgingsruimte te vrijwaren van plinten en dat de vloer en de wand bedekt worden met een materiaal dat effen en goed afwasbaar is.
Ook moeten de lokalen en ruimten doeltreffend geventileerd worden waarbij de ventilatieopeningen en andere openingen voorzien zijn van roosters en/of vliegengaas. De aanvrager heeft een foto van vliegengaas toegevoegd aan het dossier. Dit vliegengaas zou voor het raam bevestigd worden opdat er geventileerd kan worden. Daarnaast moet elke activiteit bij de verzorging van de lijken derwijze gebeuren dat zij geheel aan het zicht van buitenuit is onttrokken. Het is niet duidelijk of voldaan kan worden aan beide laatstgenoemde voorwaarden in het verzorgingslokaal. Daarom wordt er opgelegd dat de exploitant tijdens de verzorging van de lijken de ramen niet mag openzetten opdat deze activiteit onttrokken wordt aan het zicht aan derden én na de activiteit de ramen open dient te zetten om een goede verluchting te garanderen. Bovendien dient de aanvrager het gaas te bevestigen aan de ramen om te voorkomen dat er vliegen, insecten en dergelijke meer binnenvliegen en een onguur milieu kunnen veroorzaken. Dit wordt ook toegevoegd aan de bijzondere voorwaarden.

Tot slot mag de exploitatie nooit zonder toezicht gebeuren. Dit betekent dat de exploitant of zijn aangestelde in de nabije omgeving woont of dat er een elektronische inbraak- en koelgroepbeveiliging aanwezig is. Tijdens het plaatsbezoek was er geen sprake van een elektronische beveiliging. Noch werd het permanent toezicht tijdens exploitatie toegelicht in de huidige aanvraag. Daarom dient de exploitant aan te tonen dat deze beschikt over een elektronische inbraak- en koelgroepbeveiliging. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden. Indien de exploitant niet beschikt over een inbraakbeveiliging, dient de exploitant de gegevens van de aangestelde door te geven aan de toezichthoudende overheid. Dit wordt ook mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.  

Advies aan het college

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld de vergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde rubrieken

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De lijkwagen dient volledig inpandig gereden te worden alvorens de laad- en losactiviteiten mogen plaatsvinden. De wagen moet na het laden en lossen het pand onmiddellijk verlaten. 
2. De exploitant zorgt ervoor dat de verzorgingsruimte gevrijwaard wordt van plinten en dat de vloer en de wand bedekt worden met een effen en goed afwasbaar materiaal.
3. De exploitant mag tijdens de verzorging van de lijken de ramen niet openzetten opdat deze activiteit onttrokken wordt aan het zicht van derden. 
4. Na élke verzorgingsbeurt van een lijk (of lijken) én na de opberging van deze, moeten de ramen opengezet worden om een goede verluchting te garanderen.
5. De aanvrager dient het vliegengaas grondig te bevestigen aan de ramen om te voorkomen dat er vliegen, insecten en dergelijke meer binnenkomen en een onguur milieu kunnen veroorzaken.
6. De exploitant dient aan te tonen dat deze beschikt over een elektronische inbraak- en koelgroepbeveiliging.
7. Indien de exploitant niet beschikt over een inbraakbeveiliging, dient de exploitant de gegevens van de aangestelde door te geven aan de toezichthoudende overheid via mi@antwerpen.be.
8. Om te waarborgen dat de exploitant zich in regel stelt binnen een redelijke termijn van 3 maanden, geteld na de datum van de vergunningverlening, dient de exploitant de toezichthoudende overheid in kennis te stellen van de opgelegde voorwaarden nummers 2, 5, 6 en 7 en dit per mail aan milieuvergunningen@antwerpen.be en mi@antwerpen.be.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten