2024_CBS_02621 - Omgevingsvergunning - OMV_2023103360. Kalverstraat, Lange Lobroekstraat en Slachthuislaan ZN. District Antwerpen - Goedkeuring

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          02/06/2023: vergunning (OMV_2022165339) voor het heraanleggen van openbaar domein op Slachthuissite;

-          22/04/2022: voorwaardelijk vergunning (OMV_2022008079) voor het slopen van gebouwen in het kader van de ontwikkeling en herinrichting van de voormalige Slachthuissite (fase 1);

-          22/10/2021: voorwaardelijk vergunning (OMV_2021055886) voor het renoveren van een voormalige slachthuishal en omvormen naar een tijdelijke auto- en fietsenparking (bouwveld 1021);

-          25/09/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020090248) voor het bijstellen van de algemene voorschriften en van de voorschriften van lot 1;

-          19/03/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2019088527) voor het verkavelen van een terrein in 1 lot voor meergezinswoningen en 1 lot voor publiek domein.

Vergunde toestand

-          hallen van het thans gesloten slachthuis;

-          rond het oude slachthuis bedrijfsgebouwen van aan het slachthuis verwante bedrijven;

-          heraangelegde deelruimtes: 

• Vetten Osplein: multifunctionele verharde pleinruimte omzoomd door bomen;
• Korte Lobroekstraat en Korte Slachterijstraat: groene woonerven;
• Kalverwei: buurtpark;
• Twee Stierenstraat:

-          nieuwe geasfalteerde ontsluitingsweg aangesloten op de Slachthuislaan;

-          rijweg met fiets- en voetpaden, parkeerstroken en groenberm;

• Lange Lobroekstraat: woonstraat met langsparkeren;
• groene buffers tussen de deelruimtes.

Bestaande toestand

-          vergunning OMV_2022165339 in uitvoering.

Nieuwe toestand

-          verwijderde verharding;

-          heraangelegde verharding en riolering openbaar domein:

• parking tussen de Slachthuislaan en de bestaande slachthallen;
• Moeke Bitterpeeënstraat met aansluitende tuin;
• Abatoirstraat;
• Pieter Densplein;
• Eugene De Plynstraat;
• groene verbindingsstroken naar park Kalverwei.

Inhoud van de aanvraag

-          heraanleggen van openbaar domein op Slachthuissite:

• slopen van bestaande verhardingen;
• wijzigen van bodemreliëf;
• aanleggen van wegenis en riolering.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Slachthuissite, goedgekeurd op 25 februari 2019. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 5. zone voor wonen (wo1) - kalverweibuurt, artikel 12. zone voor groen (gr2) - hallenplein, artikel 13. zone voor groen (gr3) - hallentuin en artikel 10. zone voor publiek domein (pu).

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Slachthuissite – Noordschippersdok – Lobroekdok.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
De archeologienota werd opgemaakt door BAAC en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 25/06/2023 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/26422). Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt.
Het projectgebied situeert zich echter ter hoogte van het oude Hof ter Loo. Van dit lusthof kunnen alsnog muren worden aangetroffen bij de geplande en aangevraagde rioleringswerken. Sporen en vondsten die worden aangetroffen tijdens de werken en waarvan de aannemer of bouwheer redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologisch relevant of waardevol zijn, dienen gemeld te worden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie is steeds bereid om deze waarde op het terrein te komen inschatten.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt stedenbouwkundige handelingen in functie van de herontwikkeling van de voormalige slachthuissite. Na de sluiting van het slachthuis ligt de omgeving er grotendeels ongebruikt bij en verdwijnen stilaan de laatste vleesverwerkende bedrijven. Het doel is om hier een nieuwe stedelijke wijk te ontwikkelen met hoofdbestemming wonen, verweven met diensten, recreatie en bedrijvigheid. Deze ambitie wordt mogelijk gemaakt door het RUP Slachthuissite – Noordschippersdok – Lobroekdok. De eerste bouwprojecten in dit herontwikkelingsproject werden reeds vergund. Een nieuwe stadsdeel kan echter niet functioneren zonder kwalitatieve publieke ruimte. Voorliggende aanvraag omvat tweede fase van de (her)aanleg van de publieke ruimte. Hierbij wordt voortgebouwd op vergunning OMV_2022165339.
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving en in overeenstemming met de bestemmingszones van het RUP Slachthuissite – Noordschippersdok – Lobroekdok.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat de sloop van gebouwen en omliggende verharding en het vellen van bomen in kader van het bouwrijp en toegankelijk maken van percelen die tot de toekomstige publieke ruimte van het stadsontwikkelingsproject Slachthuissite zullen behoren. De sloop wordt gunstig beoordeeld vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

Na de sloop en het bouwrijp maken van de site, zal de eerste en reeds vergunde fase (OMV_2022165339) van de publieke ruimte aangelegd worden conform de doelstellingen van het RUP Slachthuissite – Noordschippersdok – Lobroekdok. De tweede fase omvat volgende deelgebieden:
 

-          Pieter Densplein:
Dit groene autovrije plein biedt ruimte voor verblijven, spelen en sport voor alle leeftijden. Centraal worden twee grotere grasvelden voorzien die naar behoefte een andere (tijdelijke) invulling kunnen krijgen, bijvoorbeeld een samentuin of sportplek. Bomen, gegroepeerd op drie plekken op het plein, geven de ruimte structuur en beschutting. Aan de ingang van de nieuwe campus van de AP Hogeschool komt een trappenpartij die ruimte biedt voor informele ontmoetingen tussen studenten.

-          Moeke Bitterpeeënplein / Moeke Bitterpeeënstraat:
Deze stille watertuin krijgt een trappenpartij en zitplekken langsheen de nieuwe campus van de AP Hogeschool. Een wandelroute met speelplek voor kleine kinderen loopt door de waterbufferende tuin naar de centrale bestaande imposante plataan en het bestaande paviljoen. De naastgelegen Moeke Bitterpeeënstraat is autoluw en enkel bedoeld voor leveringen, verhuizingen of voor hulpdiensten.

-          Hallenparking:
In de driehoekige ruimte tussen Hallen en Slachthuislaan wordt een parking voorzien aan de rand van het projectgebied. De ruimte wordt functioneel ingericht maar met aandacht voor groen en in de beeldkwaliteit van de Groene Singel. Een deel van de Hallenparking wordt eveneens gebruikt als verbinding voor gemotoriseerd verkeer tussen de enkelrichtingsstraat Abatoirstraat (leveringen voor functies welke gevestigd zullen worden in de Hallen) en de Tweestierenstraat welke aansluit op de Slachthuislaan.

-          Eugène De Plynstraat:
Deze straat wordt voorzien als een woonerf met robuuste groenvakken en extra ontmoetings- en zitplekken. De bestaande platanen in dit woonerf worden aangevuld met bomen die de parkeervakken begrenzen.

De verschillende deelgebieden hebben elk hun eigen karakter. Het verbindend element zijn de grote bomen die overal aanwezig zijn. Zij kleuren de wijk groen en verbeteren het verblijfsklimaat ten aanzien van hittestress, wind en geluid. Bestaande, vitale bomen blijven behouden, ook de exoten. Deze zijn immers van waarde omdat de site op dit moment weinig groen telt. De bomen met weinig ecologische waarde zullen op termijn vervangen worden door bomen die beter bijdragen aan de biodiversiteit.

Met de voorgestelde aanleg neemt het aandeel onverharde ruimte toe ten opzichte van de bestaande situatie op en rond de slachthuissite, die nu grotendeels bebouwd en verhard is. Deze ontharding bevordert de leefkwaliteit van de wijk maar vormt ook een verdere stap in de uitvoering van het waterplan voor de Damwijk. Verschillende laaggelegen locaties in de wijk kampen met terugkerende wateroverlast. Door ontharding kan meer water in de bodem infiltreren. Vanwege de hoge grondwaterstand is het echter onvoldoende om enkel in te zetten op infiltratie. Het resterende regenwater zal in een nieuw aan te leggen koker gebufferd worden om vervolgens vertraagd geloosd te worden richting het pompstation Schijn. De kelder van het af te breken voormalige waterzuiveringssysteem blijft ondergronds behouden en zal ook gebruikt worden voor buffering van regenwater in combinatie met opslagruimte voor herbruik van regenwater.

De schaal en het ruimtegebruik zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Visueel-vormelijke elementen

Het eerdere monotone grijze beeld van de omgeving maakt plaats voor kwalitatief ingerichte plekken in hoogwaardige materialen met elkaar verbonden door een groenaanleg. De visueel-vormelijke inpassing van het ontwerp is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het ontwerp voor de eerste fase van de publieke ruimte werd doorgesproken op de Commissie Openbaar Domein voorafgaand aan de omgevingsvergunningsaanvraag. De Groendienst en de dienst Mobiliteit verwijzen hier naar in hun advies.

De dienst Publieke ruimte geeft bijkomend volgend advies mee in het kader van de vergunningsaanvraag:

“De stedelijke dienst Publieke Ruimte adviseert gunstig op de aanvraag mits bijkomend overleg bij opmaak van de uitvoeringsplannen.
De detaillering van onder meer goten, boordstenen, straatmeubilair en locaties fietsenbeugels dienen in samenspraak met Publieke Ruimte uitgewerkt te worden. Ten slotte dienen de aansluitingen van woonerf naar groene ruimte verder verfijnd te worden in samenspraak met SW/PR.”

In het kader van de vergunningsaanvraag werd advies gevraagd aan AG Vespa. Dit advies laat zich als volgt lezen:
”Ontwerpmatig:

De groenboorden langsheen de wandelpaden aan het Moeke Bitterpeeënplein zijn niet duidelijk naar inrichting. Voorafgaand aan de realisatie dient deze inrichting afgestemd te worden met AG Vespa en de groendienst van de stad Antwerpen.

Water:

Er zijn enkele verschillen in de aannames met betrekking tot het bufferen en infiltreren van regenwater terug te vinden in de aanvraagdocumenten.

In het kader van de afstemming tussen de ontwikkeling van de gebouwen en de publieke ruimte is volgende mogelijk:

-          De nieuwe/bestaande gebouwen in de context van deze aanvraag dienen autonoom te voorzien in buffering en infiltratie van regenwater conform de geldende GSV 2014 of 2023.

-          De bestaande gebouwen (onder de GSV 2014) kunnen afgevoerd worden naar het Moekebitterpeeënplein ten behoeve van buffering en/of infiltratie tot zover dat er voldoende capaciteit aanwezig is in deze ruimte. De inrichting als buffer dient volledig complementair te zijn met de inrichting als stille watertuin. De prioriteit dient te gaan naar het bufferen/infiltreren van regenwater afkomstig van het openbaar domein, eventuele restcapaciteit kan aangewend worden voor de regenwater afkomstig van bestaande gebouwen onder GSV 2014. Ook naar beheer dient deze inrichting een onderbouwing te krijgen vooral kan overgegaan worden tot de aanleg zodat na de definitieve oplevering een kwalitatieve inrichting in beheer kan genomen worden door de stad Antwerpen.
De bestaande gebouwen (onder GSV 2023) dienen in de eerste plaats te voldoen aan deze richtlijnen, eventuele afvoer van regenwater kan dan afgevoerd worden naar het Moekebitterpeeënplein zover er buffercapaciteit beschikbaar is.
Voor realisatie dient er een nota aangeleverd te worden waarin de verschillende waterdebieten eenduidig worden vastgesteld volgens de geldende wetgeving, waarbij aangetoond wordt welke buffercapaciteiten er mogelijk zijn met behoud van de ruimtelijkkwaliteit van de aanleg, aanvullend op de opvang regenwater openbaar domein.

Rooilijnen & SWO Stad Antwerpen:

De aanvraag omvat de aanleg van publieke ruimte op privaat domein waarvoor een samenwerkingsovereenkomst met de stad Antwerpen dient opgemaakt te worden voor de uitvoering, beheer en overdracht naar de stad Antwerpen.

De samenwerkingsovereenkomst dient zich te beperken tot deze zones waarvoor reeds een definitieve rooilijn is vastgesteld. Voor volgende zones kan deze overeenkomst enkel opgesteld worden na vastlegging van de definitieve rooilijn:

-          Eugene de Plynstraat tussen bouwblok 1013/1012/1011

-          Perceel rondom AP Hogeschool”.

Tot slot werd ook advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieuvergunningen. Dit advies laat zich als volgt lezen:

”Voor de realisatie van het project zal een verlaging van de grondwatertafel noodzakelijk zijn. De detailstudies hierover zijn nog niet afgerond. Gelet op de omvang van het project en de hoge grondwaterstand (in rust) zullen er potentieel grote (uur)debieten opgepompt moeten worden. Uit bodemonderzoeken en ervaringen met bemalingen reeds uitgevoerd op de site is er een reëele kans dat het grondwater verontreinigd zal zijn (minerale olie, metalen en PFAS). De bemaling zal in een latere fase onderwerp uitmaken van een vergunningsaanvraag. Hierin moeten de cumulatieve effecten met reeds lopende bemalingen op de Slachthuissite duidelijk omschreven worden.

De percelen worden als absestverdacht beschouwd. Een asbestonderzoek dient uitgevoerd te worden bij de opbraak van verharding en slopen van gebouwen. Tijdens de graaf- en sloopwerken moeten maatregelen genomen worden die stofhinder beperken. Ten minste zal voldaan moeten worden aan de bepalingen opgenomen in hoofdstuk 6.12 van Vlarem II.”

Bovenstaande adviezen worden bijgetreden en de geformuleerde voorwaarden worden bij de vergunning opgenomen.
De aanvraag kan vanuit hinderaspecten gunstig geadviseerd worden.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De aanvraag betreft de heraanleg van openbaar domein en werd vanuit de dienst Mobiliteit opgevolgd via de Commissie Openbaar Domein.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Onderstaande voorwaarden van de stedelijke dienst Archeologie dienen nageleefd te worden:

-          De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be); 

-          De bouwheer nodigt de dienst Archeologie uit voor een startvergadering waarin de praktische kant en de noodzaak van eventueel toevalsvondst en/ of onderzoek wordt geduid. 

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

-          De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst Archeologie kan de noodzaak hiervan steeds komen inschatten.

3. Conform het advies van de stedelijke dienst Milieuvergunningen moeten bij de vergunningsaanvraag voor de bemaling de cumulatieve effecten met de reeds lopende bemalingen op de Slachthuissite duidelijk omschreven worden.

4. Conform het advies van de stedelijke dienst Milieuvergunningen dient er een asbestonderzoek uitgevoerd te worden bij de opbraak van verharding en slopen van gebouwen.

5. Conform het advies van de stedelijke dienst Milieuvergunningen moeten er tijdens de graaf- en sloopwerken maatregelen genomen worden die stofhinder beperken. Er moet minstens voldaan worden aan de bepalingen opgenomen in hoofdstuk 6.12 van Vlarem II.

6. De detaillering van onder meer goten, boordstenen, straatmeubilair, locaties voor fietsenbeugels en de aansluitingen van woonerf naar groene ruimte dienen verder verfijnd te worden in samenspraak met de stedelijke dienst Publieke Ruimte.

7. De inrichting van de groenboorden langsheen de wandelpaden aan het Moeke Bitterpeeënplein moeten afgestemd te worden met AG Vespa en de Groendienst van de stad Antwerpen.

8. Voor realisatie dient er een nota aangeleverd te worden aan AG Vespa waarin de verschillende waterdebieten eenduidig worden vastgesteld volgens de geldende wetgeving, waarbij aangetoond wordt welke buffercapaciteiten er mogelijk zijn met behoud van de ruimtelijke kwaliteit van de aanleg, aanvullend op de opvang van regenwater op het openbaar domein.

9. De aanvraag omvat de aanleg van publieke ruimte op privaat domein waarvoor een samenwerkingsovereenkomst met de stad Antwerpen dient opgemaakt te worden voor de uitvoering, beheer en overdracht naar de stad Antwerpen.

De samenwerkingsovereenkomst dient zich te beperken tot deze zones waarvoor reeds een definitieve rooilijn is vastgesteld. Voor volgende zones kan deze overeenkomst enkel opgesteld worden na vastlegging van de definitieve rooilijn:

- Eugene de Plynstraat tussen bouwblok 1013/1012/1011

- Perceel rondom AP Hogeschool

10. Er dient contact opgenomen te worden met de Verkeerspolitie om verdere duiding aan de plannen te geven.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten