Terug
Gepubliceerd op 18/03/2024

2024_CBS_02108 - Omgevingsvergunning - OMV_2023117179. Bisschopstraat 53. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02108 - Omgevingsvergunning - OMV_2023117179. Bisschopstraat 53. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_02108 - Omgevingsvergunning - OMV_2023117179. Bisschopstraat 53. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023117179

Gegevens van de aanvrager:

de heer Alec De Bruyn met als adres Bisschopstraat 53 te 2060 Antwerpen en mevrouw Amber De Saeger met als adres Bisschopstraat 53 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Bisschopstraat 53 te 2060 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 8 sectie H nr. 572M9

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

aanleggen van een dakterras en het plaatsen van een terrasoverkapping

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          17/09/2021: opname in het vergunningenregister (202195) van de constructie Bisschopstraat 53, district Antwerpen, inclusief de functie van wonen en twee woonentiteiten, in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 2 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte 17,75 m;
  • kroonlijsthoogte 8,31 m;
  • bouwhoogte 12,65 m;
  • terras op de eerste verdieping tot een diepte van 16,35 m.

 

Bestaande toestand

-          terras op de eerste verdieping uitgebreid;

-          overkapping boven het terras op de eerste verdieping;

-          zolderruimte omgevormd tot slaapkamer.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning met 2 woongelegenheden;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadeldak; 
  • bouwdiepte 17,75 m;
  • kroonlijsthoogte 8,31 m;
  • bouwhoogte 12,65 m;
  • terras op de eerste verdieping tot een diepte van 17,60 m;
  • inrichten van een dakterras op de tweede verdieping over het volledige platte dak;
  • trap van het terras op de eerste verdieping naar het dakterras;
  • terrasoverkapping aan de linkerzijde op de tweede verdieping tot een bouwdiepte van 17,60 m en met een bouwhoogte van 10,47 m.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het terras op de eerste verdieping;

-          inrichten van een dakterras op de tweede verdieping;

-          plaatsen van een overkapping.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: De terrasoverkapping op de tweede verdieping kan bezwaarlijk kenmerkend voor de omgeving worden genoemd.
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: Het voorste gedeelte van de dakverdieping is vergund als verblijfsruimte maar had een vrije hoogte van 2,48 m, de vrije hoogte wordt echter verder verlaagd naar 2,30 m waar die minimaal 2,60 m moet zijn.
    Ook achteraan de dakverdieping heeft de nieuwe slaapkamer een vrije hoogte van 2,30 m waar dit minimaal 2,60 m moet zijn.
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: De achterste slaapkamer met een oppervlakte van 13,4 m² onder het dak wordt voorzien van een dakvlakvenster met een oppervlakte van 1,04 m² waar dit minimaal 1,34 m² moet zijn en waarbij het dakvlakvenster zich tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte moet bevinden.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De geacht vergunde meergezinswoning omvat een gesloten bebouwing met een hoofdbouw van twee bouwlagen onder een zadeldak en een aanbouw bestaande uit twee bouwlagen onder een plat dak.

 

In de bestaande toestand werd, ten opzichte van de vergund geachte toestand, het terras op de eerste verdieping uitgebreid en voorzien van een overkapping. In voorliggende aanvraag wenst men de uitbreiding van het terras te regulariseren, de bestaande overkapping af te breken en deze te vervangen door een nieuw afdak op de tweede verdieping. Daarnaast wordt op de tweede verdieping een dakterras aangelegd. Dit wordt toegankelijk gemaakt via een buitentrap die het terras op de eerste verdieping verbindt met het dakterras.

 

De terrassen, het afdak en de buitentrap bevinden zich volledig binnen het gabarit van de hoger opgaande scheidingsmuren op de linker en rechter perceelsgrens. De voorgestelde bouwdiepte en bouwhoogte zijn dan ook verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het nieuwe afdak omvat een houten structuur, die een overkapping in polycarbonaat zal dragen. Het afdak wordt voorzien als een aparte constructie, die tegen de zijgevel van de nabuur wordt opgebouwd. De vormgeving, het materiaalgebruik en de aansluiting van de overkapping met het dak van de hoofdbouw zijn echter atypisch voor de omgeving en daardoor strijdig met artikel 6 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat alle delen van een gebouw qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur, zowel op de architectuur van de totale constructie, als op de omgeving afgestemd moeten zijn.

Omdat het aangevraagde afdak zich aan de achterzijde van het pand bevindt tussen hoger opgaande muren én lager is dan de nok van het volume aan de straatzijde is een afwijking op artikel 6 aanvaardbaar.

 

Het dakterras wordt bovenop het bestaande plat dak opgebouwd door middel van een zelfdragende structuur. Het nieuwe terras zweeft boven de bestaande dakstructuur waardoor een niet-kwalitatieve aansluiting ontstaat ter hoogte van de dakranden. Om die reden wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd om de dakranden op te hogen tot gelijke hoogte met de terrasvloer of de hoogte van de terrasvloer te beperken tot de hoogte van de bestaande dakranden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Volgens de aangeleverde plannen van de geacht vergunde toestand zijn op de tweede verdieping een zolder en bureau ingericht. In de bestaande en nieuwe toestand zijn beide ruimten benoemd als slaapkamer (verblijfsruimte).

 

De ruimtes onder het zadeldak beschikken volgens de plannen van de geacht vergunde toestand over een vrije hoogte van 2,48 m. In de bestaande toestand werd deze hoogte verlaagd tot 2,30 m. Dit is niet conform artikel 21 van de bouwcode dat een minimale vrije hoogte voor verblijfsruimtes oplegt van 2,60 m. Bovendien ontvangt de aan de achterzijde gelegen slaapkamer onvoldoende licht en lucht. De lichtdoorlatende oppervlakte van het dakvlakvenster bedraagt minder dan 10 % van de vloeroppervlakte van de ruimte. Daarnaast bevindt het venster zich ook niet volledig binnen een hoogte van 1 tot 2 m boven het loopvlak van de ruimte waardoor de aanvraag ook strijdig is met artikel 24 van de bouwcode. Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven waardoor van dit artikel niet kan worden afgeweken.

Het voorzien van de ruimtes op de tweede verdieping als verblijfsruimten wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De dakranden op te hogen tot gelijke hoogte met de terrasvloer of de hoogte van de terrasvloer te beperken tot de hoogte van de bestaande dakranden.

3. Het voorzien van de ruimtes op de tweede verdieping als verblijfsruimten wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 september 2023

Volledig en ontvankelijk

13 november 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

12 januari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

11 april 2024

Verslag GOA

5 maart 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De dakranden op te hogen tot gelijke hoogte met de terrasvloer of de hoogte van de terrasvloer te beperken tot de hoogte van de bestaande dakranden.

3. Het voorzien van de ruimtes op de tweede verdieping als verblijfsruimten wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.