Terug
Gepubliceerd op 18/03/2024

2024_CBS_02153 - Omgevingsvergunning - OMV_2023082424. Kwikstaartlaan 6. District Wilrijk - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 15/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02153 - Omgevingsvergunning - OMV_2023082424. Kwikstaartlaan 6. District Wilrijk - Weigering 2024_CBS_02153 - Omgevingsvergunning - OMV_2023082424. Kwikstaartlaan 6. District Wilrijk - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023082424

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Caroline De Jonghe met als adres kwikstaartlaan 6 te 2610 wilrijk en de heer Philip Young met als adres kwikstaartlaan 6 te 2610 wilrijk

Ligging van het project:

Kwikstaartlaan 6 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie C nr. 195E5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een nieuwe tuinberging, aanpassen van de verharding van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/01/2000: vergunning (222#9834) verbouwing van een villa;

-          05/06/1978: vergunning (222#16825) oprichten van een woning.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning.

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met hellend dak.

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen en wit geschilderd houten schrijnwerk.

-          inrichting:

  • toegangspad naar voordeur;
  • doorrij naar garage.
     

Bestaande toestand

-          houten tuinafsluiting van 2,6 m hoog tegen de achterste en rechter perceelsgrens;

-          aanbouw van 15 m² in de zijtuin;

-          terras van 36 m2 aan de woning;

-          terras van 12 m² in het midden van de achtertuin.
 

Nieuwe toestand

-          inrichting:

  • houten tuinberging van 35 m²:
    • Wordt gebouwd rechts naast de bestaande garage en tegen de houten omheining;
    • De hoogte van de tuinberging bedraagt 2,60 m;
    • Wordt voorzien van een groendak.
  • aanpassen van de bestaande verharding naar de garage;
  • aanbouw van 15 m² in de zijtuin;
  • houten tuinafsluiting van 2,6 m hoog tegen de achterste en rechter perceelsgrens;
  • terras van 36 m2 aan de woning;
  • terras van 12 m² in het midden van de achtertuin.

 

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een tuinberging naast de woning,

-          bouwen van een tuinberging met groendak achteraan het perceel;

-          aanpassen van de bestaande verharding naar de garage;

-          plaatsen van houten tuinafsluiting;

-          voorzien van 2 terrassen in de achtertuin.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling 197616, goedgekeurd op 19 juli 1976, meer bepaald in lot(en) 138.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:

-          Artikel 1.05 algemeen geldige voorschriften, 4° erfscheiding: bij vrijstaande bebouwing is het verboden om in de strook van binnenplaatsen en tuinen een afsluitingsmuur te voorzien;

-          Artikel 2.02 strook voor binnenplaatsen en tuinen, 4° welstand: de gevelafwerking van de tuinberging voldoet niet aan de voorschriften;

-          Artikel 2.03° bouwvrije zijtuinstroken: alle constructies verboden in de zijtuinstrook. Er werd een berging voorzien.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-         Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

-         Artikel 6 Harmonie

  • De inplanting van de 2 nieuwe tuinbergingen is niet kenmerkend in de omgeving;
  • De houten tuinafsluiting is niet kenmerkend in de omgeving;

-         Artikel 27 open ruimte

  • §3    de totale oppervlakte van de verhardingen in de zij- en achtertuin met inbegrip van de garage en tuinbergingen is groter dan 1/3 van de totale tuinoppervlakte.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).  
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De vergunde toestand betreft een vrijstaande eengezinswoning met dubbele garage linksachter op het perceel. Voorliggende aanvraag heeft geen betrekking op de woning, maar wel op bijgebouwen en de inrichting van het perceel.

 

Ten opzichte van de vergunde toestand worden 2 tuinbergingen gebouwd. De 1e tuinberging is 15 m2 groot, 2,50 m hoog en bevindt zich rechts tegen de woning. Deze tuinberging houdt slechts 1 m afstand tot de rechterperceelsgrens en is gelegen in de bouwvrije zijtuinstrook, vastgelegd in de verkavelingsvoorschriften. De inplanting van een constructie in de zijtuinstrook zorgt ervoor dat de woning vanop de straat niet meer leest als een vrijstaande woning. Dit is niet kenmerkend voor de wijk, die hoofdzakelijk uit vrijstaande bebouwing bestaat (bouwcode, artikel 6). De positie van de tuinberging kan daarom niet gunstig geadviseerd worden.

 

De 2de tuinberging wordt in de achtertuin voorzien en sluit links aan op de vergunde garage van 50 m2 en rechts en achteraan op de perceelsgrenzen. Met een oppervlakte van 35 m2, een hoogte van 2,60 m en een breedte van 12,27 m neemt de tuinberging de resterende breedte van het perceel in, waardoor de achterperceelsgrens volledig bebouwd wordt. Behoudens enkele gekoppelde tuinhuizen of garages is het volbouwen van de achterste perceelsgrens niet kenmerkend in de omgeving (bouwcode, artikel 6). Het uitbreiden van de bijgebouwen op de perceelgrenzen komt bijgevolg niet in aanmerking voor een gunstig advies.

 

Verder wordt in de garage 1 van de vergunde autostalplaatsen en de bijhorende garagepoort gesupprimeerd. Bijgevolg verdwijnt ook de nood aan een verbredende oprit van de straat naar de garage toe. De eerste 20 m oprit naast de woning blijft behouden en ongewijzigd. Het resterende deel wordt herleid tot een karrespoor, gedeeltelijk uitgevoerd in grasdallen. Ter hoogte van de garage zelf wordt 18 m2 verharding in klinkers voorzien. Bijkomend wordt aan de woning een terras van 36 m2 en centraal in de achtertuin een terras van 12 m2 aangelegd.  

De totale oppervlakte van de verhardingen in de zij- en achtertuin is groter dan 1/3e van de totale tuinoppervlakte. De tuin dient echter zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht en als groene ruimte aangeplant te worden. (bouwcode, artikel 27) Groene tuinzones zijn belangrijk voor de woonkwaliteit en leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem. Van dit voorschrift kan bijgevolg niet afgeweken worden.

 

De aanvraag voldoet niet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid. Er wordt geadviseerd de aanvraag te weigeren.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevelafwerking van de nieuwe tuinberging achteraan het perceel is onverenigbaar met de verkavelingsvoorschriften. De gevel wordt afgewerkt met horizontale natuurkleurige houten planken, terwijl de voorschriften gevelsteen, natuursteen, sierpleister in lichte kleur of baksteen geverfd in een lichte kleur opleggen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Ter hoogte van de rechter- en achterste perceelsgrens wordt een houten tuinafsluiting van 2,60 m hoog opgericht. Volgens de verkavelingsvoorschriften is het bij vrijstaande bebouwing verboden om in de achtertuin tuinafsluitingen te voorzien. Daarnaast is het voorzien van een houten schutting niet kenmerkend voor de omgeving (bouwcode, artikel 6). In de rest van de wijk worden de verschillende tuinen van elkaar gescheiden door middel van levende hagen.

 

Omwille van de verschillende onverenigbaarheden met de bouwcode en een goede ruimtelijke ordening wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 juni 2023

Volledig en ontvankelijk

18 september 2023

Start openbaar onderzoek

28 september 2023

Einde openbaar onderzoek

27 oktober 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

1 januari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

31 maart 2024

Verslag GOA

4 maart 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

28 september 2023

27 oktober 2023

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten: 

 

  1. De aanvraag is onontvankelijk en onvolledig: De bezwaarindiener stelt vast dat de op het Omgevingsloket gedefinieerde inhoud van de aanvraag niet overeenkomt met de beschrijvende nota en met de plannen. Daarnaast werd op het Omgevingsloket aangeduid dat nog niet gestart werd met de uitvoering van de werken, terwijl dit voor sommige handelingen wel het geval is. De aanvraag is daarom onontvankelijk volgens de bezwaarindiener. Wegens onduidelijkheden bij en interne tegenstrijdigheden tussen de beschrijvende nota, de plannen en het hemelwaterformulier is de bezwaarindiener van oordeel dat de aanvraag ook onvolledig is.

Evaluatie: Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd de aanvraag volledig en ontvankelijk verklaard. De voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van voorliggende aangevraagde handelingen, werken en wijzigingen.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Strijdig met verkavelingsvoorschriften - erfscheiding: Het bezwaar dat de houten tuinafsluiting strijdig is met artikel 1.05.4° van de verkavelingsvoorschriften.

Evaluatie: Volgens de verkavelingsvoorschriften is het oprichten van afsluitingsmuren in de strook voor binnenplaatsen en tuinen verboden bij vrijstaande bebouwing. Voorliggende aanvraag betreft vrijstaande bebouwing, waardoor de tuinafsluiting inderdaad onverenigbaar is met de vermelde verkavelingsvoorschriften.

Het bezwaar is gegrond.

 

  1. Strijdig met verkavelingsvoorschriften – terras aan woning: Het bezwaar dat het terras achteraan de woning strijdig is met artikel 2.01 van de verkavelingsvoorschriften.

Evaluatie: Artikel 2.01 van de verkavelingsvoorschriften gaat over de plaatsing, de afmetingen en de welstand van gebouwen en zegt niets over verhardingen. Het terras is niet onverenigbaar met dit artikel.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Strijdig met verkavelingsvoorschriften - oppervlakte bergplaatsen: Het bezwaar dat de gezamenlijke oppervlakte van de bergplaatsen en hokken in de strook voor binnenplaatsen en tuinen strijdig is met artikel 2.02.1° van de verkavelingsvoorschriften.

Evaluatie: Volgens de verkavelingsvoorschriften mag de gezamenlijke oppervlakte van de bergplaatsen en hokken in de strook voor binnenplaatsen en tuinen maximaal 10 % van de perceeloppervlakte bedragen. De bestaande garage en nieuwe tuinberging hebben een gezamenlijke oppervlakte van circa 85 m2, wat minder is dan 10 % van de perceeloppervlakte die circa 856 m2 bedraagt. Voorliggende aanvraag is dus niet onverenigbaar met artikel 2.02.1° van de verkavelingsvoorschriften.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Strijdig met verkavelingsvoorschriften - welstand: Het bezwaar dat de houten tuinberging achteraan het perceel strijdig is met artikel 2.02.4°b van de verkavelingsvoorschriften.

Evaluatie: Volgens de verkavelingsvoorschriften dienen de gevels van gebouwen in de strook voor binnenplaatsen en tuinen afgewerkt te worden in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur of geverfde baksteen in lichte kleur. De nieuwe tuinberging in de aanvraag heeft een houten gevel en is dus onverenigbaar met de verkavelingsvoorschriften.

Het bezwaar is gegrond.

 

  1. Strijdig met verkavelingsvoorschriften - verhardingen: Het bezwaar dat verhardingen in de strook voor binnenplaatsen en tuinen strijdig zijn met artikel 2.02.4°c van de verkavelingsvoorschriften.

Evaluatie: Volgens de verkavelingsvoorschriften dient het niet-bebouwde gedeelte van de strook voor binnenplaatsen en tuinen als tuin aangelegd te worden. Tuin wordt hier echter niet gedefinieerd als onverharde, groene ruimte waardoor het voorzien van verhardingen in de tuin niet automatisch onverenigbaar is met de voorschriften.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Harmonie: Het bezwaar dat de houten tuinafsluiting en de tuinbergingen niet in harmonie zijn met het referentiebeeld van de omgeving. De bezwaarindiener stelt vast dat de schaal, de inplanting en bouwhoogte van de tuinbergingen niet in harmonie zijn met het referentiebeeld.

Evaluatie: De omgeving van de aanvraag wordt gekenmerkt door hoofzakelijk vrijstaande bebouwing met beperkte tuinbergingen in de achtertuin. In de omgeving worden de verschillende tuinen van elkaar gescheiden door middel van levende hagen. De perceelsbrede constructie in de tuin en de houten tuinafsluiting zijn inderdaad niet in harmonie met het referentiebeeld en zijn niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. De hoogte van de tuinbergingen is echter wel in harmonie met het referentiebeeld.

Het bezwaar is deels gegrond.

 

  1. Hoogte tuinafsluiting en verlies van zonlicht: Het bezwaar dat de houten tuinafsluiting in realiteit hoger is dan 2,60 m wat strijdig is met artikel 19 van de bouwcode. Volgens de bezwaarindiener creëert de hoogte van de tuinafsluiting hinderlijke schaduwvorming in de naastgelegen tuinen.

Evaluatie: De aangeleverde foto’s van beide bezwaarindieners tonen aan dat de bestaande houten tuinafsluiting, welke onderdeel is van voorliggende aanvraag, op verschillende plaatsen hoger komt dan 2,60 m en dus strijdig is met de bouwcode. De te hoge tuinafsluiting zal inderdaad hinder in de vorm van schaduw genereren in de naastgelegen tuinen.

Het bezwaar is gegrond.

 

  1. Esthetiek en duurzaamheid tuinafsluiting: Het bezwaar dat de houten tuinafsluiting lelijk en goedkoop zou zijn en het gekozen materiaal niet kwalitatief is. De bezwaarindieners benadrukken dat de tuinafsluiting aan hun zijde minder esthetisch is doordat de houten palen daar zichtbaar zijn en de aanvrager enkel op de planken uitkijkt.

Evaluatie: Het bezwaar betreft subjectieve elementen die niet mee in overweging kunnen genomen worden bij de beoordeling van voorliggende aanvraag.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Open ruimte: Het bezwaar dat meer dan 1/3e van de zij- en achtertuin verhard is, wat strijdig is met artikel 27 van de bouwcode. De bezwaarindiener benadrukt dat de tuin niet zo veel mogelijk als onverharde ruimte ingericht wordt omdat de aangevraagde tuinbergingen en verhardingen de open ruimte verder versnipperen en verharden.

Evaluatie: De oppervlakte van de zij- en achtertuin bedraagt circa 607 m2. Volgens artikel 27 van de bouwcode mag slechts 1/3e hiervan, zijnde circa 202 m2 verhard worden. In voorliggende aanvraag wordt met de garage, tuinbergingen en verhardingen circa 236m2 verhard.

Het bezwaar is gegrond.

 

  1. Functionele inpasbaarheid: Het bezwaar dat de aanvraag niet functioneel inpasbaar is omwille van strijdigheden met de verkavelingsvoorschriften en het feit dat de tuinafsluiting en tuinbergingen niet in harmonie zijn met het referentiebeeld.

Evaluatie: De Kwikstaartlaan wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in open bebouwing. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat. De strijdigheden met de verkavelingsvoorschriften en het niet in harmonie zijn met het referentiebeeld zijn niet van belang bij de beoordeling van de functionele inpasbaarheid.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Eigendomsinname: Het bezwaar dat, in tegenstelling tot wat de plannen doen uitschijnen, de houten tuinafsluiting op het perceel van de bezwaarindieners staat en niet op het perceel van de aanvrager.

Evaluatie: Dit bezwaar betreft een burgerrechterlijke aangelegenheid. Een omgevingsvergunning wordt afgeleverd onder voorbehoud van burgerlijke rechten.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.