Terug
Gepubliceerd op 18/03/2024

2024_CBS_02105 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002662. Salesianenlaan zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02105 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002662. Salesianenlaan zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring 2024_CBS_02105 - Omgevingsvergunning - OMV_2024002662. Salesianenlaan zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024002662

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV AQUAFIN (0440691388) met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Salesianenlaan zonder nummer (zn) te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

openbaar domein

waarvan:

 

-          20240109-0039

openbaar domein (Bemaling Salesianenlaan Antwerpen)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een bemaling voor de aanleg van een gemengd rioleringsstelsel

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 6 oktober 2023 verleende het college aan stad Antwerpen een omgevingsvergunning onder voorwaarden voor het heraanleggen van de Salesianenlaan te Hoboken (OMV_2022165582).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat een bemaling die noodzakelijk is voor de aanleg van een gemengde riolering in de Salesianenlaan te Hoboken. Er worden bijzondere lozingsnormen gevraagd voor de parameters arseen, nikkel, cadmium, lood, koper en zink. Eveneens wordt een afwijking gevraagd op de verplichting tot het plaatsen van een meetgoot.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling Salesianenlaan Antwerpen
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

89,50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

53.2.2°b)1°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;

54.959,00 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Bemaling Salesianenlaan Antwerpen

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1§ 1: voor debieten >2 m³/uur of >20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid.

Vlarem II bijlage 2.3.1: Er wordt een bijstelling op volgende lozingsnormen gevraagd:

parameter

indelingscriterium (µg/liter)

gevraagde lozingsnorm (µg/liter)

arseen

5

50

cadmium

0,8

5

nikkel

30

300

lood

50

500

koper

50

500

zink

200

2.000

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Het plaatsen van een meetgoot is niet verplicht.

De lozingsnorm voor arseen bedraagt 50 µg/l, voor cadmium 5 µg/l, voor nikkel 300 µg/l, voor lood 500 µg/l, voor koper 500 µg/l en voor zink 2.000 µg/l.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

9 februari 2024

27 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

9 februari 2024

21 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

In de Salesianenlaan te Hoboken worden rioleringswerken uitgevoerd waarbij een nieuwe DWA-leiding en een nieuwe RWA-leiding geplaatst worden. Hiervoor is een sleufbemaling noodzakelijk. Deze wordt uitgevoerd in vijf fases. De totale lengte van het traject bedraagt 570 meter. De totale bemalingsduur voor deze vijf fases bedraagt ongeveer 47 dagen.

Klasse 3 rubriek 53.2.2.b.1 wordt gevraagd voor een maximaal debiet van 54.959 m³/jaar. Het maximale debiet per dag bedraagt 2.148 m³. De grondwaterstand in rust bevindt zich tussen 0,68 en 4,12 m-mv. De beoogde verlaging van de grondwaterstand bedraagt 4 m-mv. Er werd een invloedstraal berekend van 154 meter ten opzichte van de bemaling van de sleuven en van 172 meter ten opzichte van de overstort.

Er wordt een bijstelling gevraagd van de verplichting tot het plaatsen van een meetgoot zoals omschreven in artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II. Er wordt een debietmeter voorzien en er is eveneens de mogelijkheid om stalen te nemen van het bemalingswater.

Binnen de contour van deze invloedstralen zijn verschillende OVAM-dossiers aanwezig. Deze werden gescreend en besproken in de bemalingsnota. Ook werd op de projectsite zelf een waterstaal genomen en geanalyseerd op het SAP-pakket. Ter hoogte van de onderzoekslocatie bedraagt de achtergrondconcentratie van arseen 5 tot 10 µg/liter. Ook de achtergrondconcentratie van nikkel bedraagt 5 tot 10 µg/liter. Het indelingscriterium voor arseen en nikkel wordt dus mogelijk overschreden in het bemalingswater.

In enkele van de onderzochte OVAM-dossiers blijkt een grondwaterverontreiniging met zware metalen. Voor alle zekerheid worden volgende bijzondere lozingsnormen aangevraagd:

parameter

indelingscriterium

(µg/liter)

gevraagde lozingsnorm (µg/liter)

arseen

5

50

cadmium

0,8

5

nikkel

30

300

lood

50

500

koper

50

500

zink

200

2.000

 

Het bemalingswater dient gecontroleerd te worden op zware metalen. Indien de toegestane lozingsnormen overschreden worden, dient een waterzuiveringsinstallatie in gebruik te worden genomen. Zowel rubriek 3.4.2 als rubriek 3.6.3.2 wordt gevraagd. De zuiveringsinstallatie zal bestaan uit een ionenharsfilter met zandvang of gelijkaardig. Wekelijks zal een staal genomen worden van zowel het influent als het effluent van de bemaling. Het bemalingswater zal – eventueel na zuivering – geloosd worden in de Hollebeek. De dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen verleent een gunstig advies voor lozing van het bemalingswater in de Hollebeek onder volgende voorwaarden:

  • De lozing van het bemalingswater mag geen slib, overmatige ijzerafzetting of andere mogelijke hinder aan de waterloop veroorzaken. Een zandvang dient standaard voorzien te worden. Indien nodig, moet ook een systeem voor ontijzering voorzien worden.
  • Indien de bemaling langer zou duren dan één jaar, wordt de lozingsconstructie als een vaste constructie beschouwd en dient hiervoor een machtiging te worden aangevraagd bij de provincie als bevoegde waterbeheerder.
  • Bij eventuele schade aan de oever van de waterloop dient deze hersteld te worden in de oorspronkelijke toestand.
  • Er wordt een maximaal lozingsdebiet van 25 liter/seconde aangevraagd. Dit debiet kan in normale omstandigheden geloosd worden in de betreffende waterloop zonder problemen te veroorzaken.
  • Er dient geëvalueerd te worden of de kwaliteit van het opgepompte water voldoet aan de Vlarem-normen. Bovendien mogen bodemverontreinigingen in geen geval vrijkomen als gevolg van de bemaling.
  • De start van de bronbemaling wordt op voorhand gemeld aan de districtscontroleur van de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen.

 

De invloedstraal van de bemaling reikt tot net binnen de PFAS no-regretzone van 500 meter rondom de Jules Moretuslei waar beperkingen zijn ingesteld op grondwatergebruik. De bemaling zelf ligt niet binnen deze zone. De volledige onderzoekslocatie is gelegen binnen de 5 tot 10-kilometerzone rondom 3M in Zwijndrecht. District Hoboken werd een tijdje geleden uit de no-regretzone van 3M gehaald. Er werden dan ook geen grondwateranalyses op PFAS uitgevoerd.

De Vlaamse Milieumaatschappij dienst Afvalwater en Lucht adviseert gunstig voor:

  • de tijdelijke lozing van bemalingswater met een maximaal debiet van 89 m³/uur (rubriek 3.4.2);
  • de tijdelijke lozing van bemalingswater via een waterzuiveringsinstallatie met een maximaal debiet van 50 m³/uur (rubriek 3.6.3.2).


De algemene voorwaarden voor lozing in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarden zijn van toepassing:

parameter

indelingscriterium (µg/liter)

gevraagde bijzondere lozingsnorm (µg/liter)

toegestane bijzondere lozingsnorm (µg/liter)

arseen

5

50

50

cadmium

0,8

5

/

nikkel

30

300

300

lood

50

500

500

koper

50

500

500

zink

200

2.000

2.000

 

In afwijking van artikel 5.2.5.1.1§1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.

Voor de parameter cadmium wordt er geen bijzondere lozingsnorm verleend aangezien cadmium een prioritair gevaarlijke stof is. De exploitant mag dus enkel bemalingswater lozen waarin de concentratie aan cadmium het indelingscriterium van 0,8 µg/liter niet overschrijdt.

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.

Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat er geen verdere adviezen dienen gevraagd te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de Vlarem-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

89,50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

53.2.2°b)1°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;

54.959,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De lozing van het bemalingswater mag geen slib, overmatige ijzerafzetting of andere mogelijke hinder aan de waterloop veroorzaken. Een zandvang dient standaard voorzien te worden. Indien nodig, moet ook een systeem voor ontijzering voorzien worden.
2. Bij eventuele schade aan de oever van de waterloop dient deze hersteld te worden in de oorspronkelijke toestand.
3. Er wordt een maximaal lozingsdebiet van 25 liter/seconde aangevraagd. Dit debiet kan in normale omstandigheden geloosd worden in de betreffende waterloop zonder problemen te veroorzaken.
4. Er dient geëvalueerd te worden of de kwaliteit van het opgepompte water voldoet aan de Vlarem-normen. Bovendien mogen bodemverontreinigingen in geen geval vrijkomen als gevolg van de bemaling.
5. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dient er geen meetgoot geplaatst te worden.
6. Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan:

parameter

bijzondere lozingsnorm (µg/liter)

arseen

50

nikkel

300

lood

500

koper

500

zink

2.000

7. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. Er worden zettingsbakens geplaatst bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:

- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.

De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

8. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen en aan de provincie Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) evenals aan de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie (pieter.vanbouwel@provincieantwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

9. De bemaling wordt vergund voor een periode van 50 dagen na opstart van de bemaling.

10. Het bemalingswater wordt geloosd in de Hollebeek.

11. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.

12. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

13. De kwaliteit van het bemalingswater moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Na toetsing van de analyseresultaten aan de milieukwaliteitsnorm (MKN) voor grondwater (bijlage 2.4.1 van Vlarem II) en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie, kan de bemaling opnieuw opgestart worden. De analyse dient maandelijks herhaald te worden. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 maart 2023).

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 januari 2024

Volledig en ontvankelijk

9 februari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

9 april 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

9 mei 2024

Verslag GOA

7 maart 2024

Naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De lozing van het bemalingswater mag geen slib, overmatige ijzerafzetting of andere mogelijke hinder aan de waterloop veroorzaken. Een zandvang dient standaard voorzien te worden. Indien nodig, moet ook een systeem voor ontijzering voorzien worden.
2. Bij eventuele schade aan de oever van de waterloop dient deze hersteld te worden in de oorspronkelijke toestand.
3. Er wordt een maximaal lozingsdebiet van 25 liter/seconde aangevraagd. Dit debiet kan in normale omstandigheden geloosd worden in de betreffende waterloop zonder problemen te veroorzaken.
4. Er dient geëvalueerd te worden of de kwaliteit van het opgepompte water voldoet aan de Vlarem-normen. Bovendien mogen bodemverontreinigingen in geen geval vrijkomen als gevolg van de bemaling.
5. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dient er geen meetgoot geplaatst te worden.
6. Volgende bijzondere lozingsnormen worden toegestaan:

parameter

bijzondere lozingsnorm (µg/liter)

arseen

50

nikkel

300

lood

500

koper

500

zink

2.000

7. Van zodra de bemaling wordt opgestart, moeten de zettingen opgevolgd worden. Er worden zettingsbakens geplaatst bij de meeste nabije zettingsgevoelige objecten. De monitoring gebeurt per zettingsbaken minstens met volgende frequentie:

- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.

De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie, wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.

8. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de start gemeld aan stad Antwerpen en aan de provincie Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) evenals aan de dienst Integraal Waterbeleid van de provincie (pieter.vanbouwel@provincieantwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.

9. De bemaling wordt vergund voor een periode van 50 dagen na opstart van de bemaling.

10. Het bemalingswater wordt geloosd in de Hollebeek.

11. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.

12. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid.

13. De kwaliteit van het bemalingswater moet worden opgevolgd. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 30 minuten), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater. Na de eerste staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Na toetsing van de analyseresultaten aan de milieukwaliteitsnorm (MKN) voor grondwater (bijlage 2.4.1 van Vlarem II) en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie, kan de bemaling opnieuw opgestart worden. De analyse dient maandelijks herhaald te worden. De te analyseren parameters zijn die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 maart 2023).

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

89,50 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

53.2.2°b)1°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;

54.959,00 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 50 dagen vanaf de start van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.