Terug
Gepubliceerd op 18/03/2024

2024_CBS_02137 - Omgevingsvergunning - OMV_2023141570. Wapenhaghestraat 14. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Erica Caluwaerts, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02137 - Omgevingsvergunning - OMV_2023141570. Wapenhaghestraat 14. District Berchem - Goedkeuring 2024_CBS_02137 - Omgevingsvergunning - OMV_2023141570. Wapenhaghestraat 14. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023141570

Gegevens van de aanvrager:

Sophie Engelskirchen - Steve Stoop met als adres Wapenhaghestraat 14 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Wapenhaghestraat 14 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 21 sectie A nr. 182N6

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van een eengezinswoning met aanbouw op de tweede verdieping en vernieuwen van het tuinpaviljoen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Bestaande toestand  

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen met plat dak; 
  • achterbouw van 1 bouwlaag onder hellende daken en 2 bouwlagen onder plat dak;
  • de bouwdiepte bedraagt:
    • op het gelijkvloers 18,85 m;
    • op de eerste verdieping 9,90 m langs de rechter zijde en 13,35 m langs de linker zijde;
    • op de tweede verdieping 9,90 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in roodbruin genuanceerde gevelsteen en wit stucwerk;
  • plint in blauwe hardsteen;
  • buitenschrijnwerk in antraciet aluminium;
  • kroonlijst in beton;

-          inrichting:

  • tuinberging achteraan het perceel.

 

Nieuwe toestand

-          functie en gevelafwerking: ongewijzigd;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen met plat dak;
  • achterbouw van 1 bouwlaag onder hellende daken en 3 bouwlagen onder plat dak;
  • de bouwdiepte bedraagt:
    • op het gelijkvloers 18,85 m;
    • op de eerste en tweede verdieping 9,90 m langs de rechter zijde en 13,35 m langs de linker zijde;

-          inrichting:

  • nieuw tuinpaviljoen achteraan het perceel.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het bouwvolume;

-          slopen van een bestaand tuipaviljoen;

-          bouwen van een nieuw tuinpaviljoen achteraan het perceel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          wijzigen van de verhardingen in de voortuin.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

27 december 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 27 Open ruimte:

de verhardingen in de voortuin zijn niet beperkt tot de strikt noodzakelijke verhardingen zijnde een toegangspad tot de voordeur en een pad palend aan de bebouwing;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

de scheidingsmuur met de linker aanpalende heeft ter hoogte van het nieuwe dak van de achterbouw op de tweede verdieping geen opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Daarnaast is het niet duidelijk of de scheidingsmuren links en rechts ter hoogte van de gelijkvloerse uitbreiding zijn voorzien van een dergelijke opstand.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande en vergunde woonfunctie in de vorm van een eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag beoogt de regularisatie van de achterbouw op de gelijkvloerse verdieping, de uitbreiding van het bouwvolume op de tweede verdieping en de sloop en herbouw van een tuinpaviljoen in de achtertuin.

 

Op het gelijkvloers werd de woning uitgebreid met een achterbouw onder hellende daken tot een bouwdiepte van 18,85 m. Dergelijke bouwdieptes zijn niet vreemd in de omgeving. Door de hellende dakvorm bedraagt de hoogte van de scheidingsmuren met de linker en rechter preceelsgrens slechts 2,92 m waardoor er geen noemenswaardige hinder ten opzichte van de daglichttoetreding van de buren gecreëerd wordt. Ook blijft er nog een voldoende grote en groene tuinzone over na de werken.

 

Daarnaast wenst men de bestaande achterbouw op de eerste verdieping ook uit te breiden op de tweede verdieping om te voorzien in een extra slaapkamer voor de woning. Het nieuwe deel van de achterbouw komt voorbij het gabarit van de links aanpalende woning waardoor een uitbreiding van de scheidingsmuur in diepte en hoogte nodig is. De uitbreiding is echter beperkt waardoor geen ontoelaatbare hinder ontstaat voor de bezonning van het naastgelegen perceel. De voorgestelde volume-uitbreiding is in harmonie met de kenmerken van de omgeving.

 

Tot slot wenst men de bestaande tuinberging te slopen en te vervangen door een nieuw perceelsbreed tuinpaviljoen. Het tuinpaviljoen houdt een beperkte afstand tot de achterste perceelsgrens en wordt gerealiseerd zonder wijzigingen aan te brengen aan de bestaande tuinmuren. De woning behoudt een voldoende grote tuinzone die overwegend groen wordt ingericht. Het dak van het paviljoen wordt als groendak aangelegd waardoor het zicht vanuit de woning op een groene omgeving niet wordt verstoord. Tegen het tuinpaviljoen is dan ook geen bezwaar.

 

De geplande volumewijzigingen zijn in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel blijft in voorliggende aanvraag ongewijzigd.

 

De gelijkvloerse achterbouw is uitgevoerd in groen schrijnwerk. De uitbreiding op de tweede verdieping wordt gerealiseerd in roodbruin genuanceerde gevelsteen net als rest van de achtergevel op de verdiepingen. De toegepaste materialen zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Zowel het dak als de achtergevel van de gelijkvloerse achterbouw zijn zo goed als volledig beglaasd uitgevoerd. Hierdoor wordt het contact tussen de gelijkvloerse verblijfsruimten en de groene stadstuin versterkt en kan het licht tot diep in de woning binnendringen. Dit komt de algemene woon- en leefkwaliteit van de woning ten goede en wordt gunstig beoordeeld.

 

De aanvraag is niet volledig duidelijk wat de inrichting van het dak van de hoofdbouw betreft. Op het dakenplan wordt vermeld dat het dak wordt ingericht als dakterras. Het is echter niet duidelijk hoe dit dakterras toegankelijk zou zijn vanuit de woning en hoe groot het dakterras zou zijn. Een terras op het platte dak is principieel aanvaardbaar indien het beperkt is in grootte, voldoende afstand houdt tot de perceelsgrenzen, goed toegankelijk is vanuit de woning en indien rondom het dakterras een intensief groendak wordt aangelegd. De aanvraag bevat onvoldoende informatie om het dakterras correct te kunnen beoordelen. Om die reden wordt het inrichten van het dak als terras uitgesloten uit de vergunning. 

 

In de voortuin worden wijzigingen aangebracht aan de verhardingen en groenzones. Volgens de bepalingen van artikel 27 van de bouwcode zijn in voortuinen enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. In voorliggende aanvraag zouden conform bovenstaand artikel enkel een pad palend aan de bebouwing en een toegangspad tot de voordeur toegelaten zijn met een maximale breedte van 1,50 m. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd om de inrichting van de voortuin hiermee in overeenstemming te brengen.

 

Tot slot wordt opgemerkt dat de scheidingsmuur met de linker aanpalende ter hoogte van de achterbouw op de tweede verdieping niet is voorzien van een opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Daarnaast is het niet duidelijk of de linker en rechter scheidingsmuur ter hoogte van de gelijkvloerse achterbouw zijn voorzien van een dergelijke opstand. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet zonder meer afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.). Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden. Voor het dak van de gelijkvloerse achterbouw dat vrijwel volledig is uitgevoerd in beglazing, wordt opgelegd om enkel de ‘goten’ die grenzen aan de scheidingsmuren hiermee in overeenstemming te brengen. Een verhoging van de scheimuren zou eveneens een oplossing kunnen zijn. Echter dit maakt het voorwerp uit van een bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De verhardingen in de voortuin moeten beperkt worden tot de strikt noodzakelijke verhardingen conform artikel 27 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

4. De inrichting van het dak van het hoofdvolume als dakterras wordt uitgesloten uit de vergunning.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 december 2023

Volledig en ontvankelijk

27 december 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

25 februari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

26 maart 2024

Verslag GOA

11 maart 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De verhardingen in de voortuin moeten beperkt worden tot de strikt noodzakelijke verhardingen conform artikel 27 van de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

4. De inrichting van het dak van het hoofdvolume als dakterras wordt uitgesloten uit de vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.