Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023147461 |
Gegevens van de aanvrager: | BV JEWI INVEST met als adres Jozef Mulslaan 5 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: | Leopoldlei 100 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 33 sectie H nrs. 620K5 en 620R5 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | oprichten van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 12/04/1938: vergunning (802#4284) voor het bouwen van een stal;
- 17/04/1928: vergunning (802#1780) voor het plaatsen van een afdakje.
Vergunde toestand
- eengezinswoning in open bouwtypologie, van louter een gelijkvloerse bouwlaag onder plat dak.
Bestaande toestand
- conform vergunde toestand, afgezien van:
Nieuwe toestand
- na afbraak van de woning en zijn bijgebouwen, nieuwe bebouwing te voorzien:
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van bestaande woning en aanhorigheden en bijgebouwen;
- bouwen van een nieuwbouw eengezinswoning;
- wijzigen van de scheidsmuren;
- plaatsen van verhardingen in voor- en achtertuin ;
- optrekken van een fietsenberging in de achtertuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Aquafin | 22 januari 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Fluvius System Operator | 22 januari 2024 | 5 februari 2024 | Geen advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 22 januari 2024 | 23 januari 2024 | Geen advies |
Water-link | 22 januari 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 22 januari 2024 | 23 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 22 januari 2024 | 5 februari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 22 januari 2024 | 16 februari 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan en van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is strijdig met volgende bepalingen van de bouwcode:
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werden in voorliggende aanvraag een aantal strijdigheden vastgesteld ten aanzien van de geldende wetgeving en op een aantal hiervan zal in de hiernavolgende paragrafen verder ingegaan worden.
Echter is het zo dat inzake de inplanting op de rechter perceelsgrens, dewelke niet typerend is voor dit deel van het straatbeeld kan geargumenteerd worden dat dit enkel aan deze zijde aanvaardbaar is – de woning rechts is namelijk niet typerend qua typologie waardoor hiermee alvast geen rekening dient gehouden te worden qua inplanting. Bovendien laat de inplanting op de rechter perceelsgrens de verdere realisatie van de meest voorkomende, gekoppelde bebouwing in de straat toe.
Wanneer dus gekeken wordt naar de ruimere context, met een wachtgevel 1 perceel verder naar rechts en een halfopen typologie aan de linkerzijde, dan is op dit perceel ontegensprekelijk een halfopen typologie, met vrije zijtuinstrook links en volwaardige scheidsmuur rechts, ruimtelijk aanvaardbaar.
Er wordt dan ook geadviseerd voor het aspect van de scheidsmuur aan de rechterzijde betreffende afwijking te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter het optrekken van een nieuwe eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De voorgestelde volumetrie is grotendeels ruimtelijk aanvaardbaar: zo wordt inzake voorgevelbouwlijn perfect dezelfde inplanting gevolgd van de meest voor de hand liggende referentie, namelijk het buurpand links, resulterend in een voortuinstrook met een diepte van 4 m, en dit in een halfopen bouwtypologie, dewelke meer voorkomt in de omgeving en het straatbeeld.
Bijkomend is het aantal bouwlagen en de dakvorm correct visueel ingepast in de gebouwde context, wat bovendien ook geldt voor de bouwdiepte, zowel op het gelijkvloers als op de 1ste verdieping.
Echter blijkt de voorgestelde zijtuinstrook onvoldoende breed te zijn (slechts 2,05 m) om te kunnen spreken van een goede ruimtelijke ordening, dit aangezien geen zijtuinstroken van dergelijke beperkte omvang voorkomend zijn in de gebouwde context, dat betreffende niet overeenstemt met de doorgaans voor dit aspect gehanteerde richtlijnen inzake maatvoering (namelijk minimaal 3 m) en dat door de voorgestelde inplanting van de zijgevel onnodig veel impact op het buurpand links zal ontstaan. Die linkerbuur laat zelf wel minimaal 3 m tot de perceelsgrens vrij.
Door die smalle zijtuinstrook kan ook niet de vereiste autostalplaats op eigen terrein voorzien worden.
Bovendien kan met een versmalling met slechts 95 cm nog steeds een kwaliteitsvolle woning worden ontworpen en aangeboden.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer ongunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De gehanteerde materialen, roodbruine baksteen, donkergrijs aluminium schrijnwerk en roodbruine dakpannen, zijn zonder meer aanvaardbaar vanuit ruimtelijk oogpunt. Betreffende voldoen aan de algemeen gehanteerde richtlijnen voor dit type van bebouwing en zijn bovendien visueel in harmonie met de bebouwing in de onmiddellijke omgeving, waardoor er ontegensprekelijk sprake is van een correcte inpassing in de gebouwde context.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Visueel – vormelijke elementen
De aanvraag betreft een woning in halfopen configuratie, maar werd qua planschikking eerder als een rijwoning geconcipieerd. Dit resulteert onder andere in een volledig gesloten en blinde zijgevel. Dit doet afbreuk aan het straatbeeld en laat het potentieel van een halfopen woning onderbenut. Het visueel vormelijk aspect wordt bijgevolg ongunstig geëvalueerd en geadviseerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft het oprichten van één eengezinswoning. Bij projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 plaats per unit. De parkeerbehoefte is in deze bijgevolg 1 parkeerplaats.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er werd in de nieuwe ontwikkeling geen parkeerplaats voorzien; de voorziene zijtuinstrook is hiervoor onvoldoende breed (er is dienaangaande een minimale breedte van 3 m vereist, terwijl in deze slechts 2,05 m beschikbaar is door de inplanting van de nieuwe zijgevel – dit terwijl de gehele perceelsbreedte, namelijk 8,16 m, dit wel zou toelaten) – aanvullend is ook de diepte van de voortuin onvoldoende ruim (slechts 4 m) om te voldoen aan de normen voor het stallen van een voertuig.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. De huidige aanvraag biedt niet de mogelijkheid om deze te voorzien. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan weliswaar afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van de parkeerplaatsen niet mogelijk is, dit omdat de beschikbare breedte minder dan 8 m bedraagt. Betreffende is hier niet het geval zodat de afwijking niet kan worden toegelaten.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften en de goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 december 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 22 januari 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 19 maart 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 18 april 2024 |
Verslag GOA | 14 maart 2024 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.