Terug
Gepubliceerd op 25/03/2024

2024_CBS_02402 - Omgevingsvergunning - OMV_2023165250. Van Praetstraat 100. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02402 - Omgevingsvergunning - OMV_2023165250. Van Praetstraat 100. District Hoboken - Goedkeuring 2024_CBS_02402 - Omgevingsvergunning - OMV_2023165250. Van Praetstraat 100. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023165250

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Immo-Beheer AKG met als contactadres Desguinlei 216 bus 502 te 2018 Antwerpen en de heer Xavier Cabes met als adres Industrielaan 5 bus 15 te 2950 Kapellen

Ligging van het project:

Van Praetstraat 100 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 37 sectie C nr. 584E2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

inrichten van 100 parkeerplaatsen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          14/02/2022: proces-verbaal (11002_2022_15509_APO) voor doorbreking van stakingsbevel vervat in aanvankelijk proces-verbaal met referentie 11002_2021_15247_APO;

-          11/01/2022: proces-verbaal (11002_2021_15247_APO) voor doorbreking van stakingsbevel vervat in aanvankelijk proces-verbaal met referentie 11002_2021_15067_APO met stilleg;

-          26/11/2021: proces-verbaal (11002_2021_15067_APO) voor doorbreking van stakingsbevel vervat in aanvankelijk proces-verbaal met nummer 11002_2021_14906_APO;

-          03/11/2021: proces-verbaal (11002_2021_14906_APO) voor het gewoonlijk gebruik van de grond zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen;

-          16/07/2021: vergunning (OMV_2021055822) voor de exploitatie van een magazijn voor de opslag van gevaarlijke stoffen;

-          24/05/2017: weigering (2017362) voor het plaatsen van 63 zeecontainers op eigen terrein voor gebruik als opslagruimte;

-          31/03/2017: weigering (20162773) voor het regulariseren van twee opslagruimtes en een magazijn;

-          15/03/2013: vergunning (2013258/ 3562#7097) voor het renoveren van de voorgevel;

-          07/12/2012: vergunning (20126590) voor het slopen van asbest dakbedekking en niet constructieve binnenmuren;

-          28/01/1969: vergunning (217673) voor het bijbouwen van industriegebouw en burelen.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • industriegebouwen (magazijn en burelen)

-          bouwvolume:

  • magazijn van 90,00 m op 90,00 m van 8100 m² met een nokhoogte van 26,71 m en een kroonlijsthoogte van 24,10 m;
  • gebouw aan Van Praetstraat van 2058 m²;

-          inrichting:

  • perceel verhard in beton.

 

Bestaande toestand

-          niet overeenkomstig met de vergunde toestand, door het gewoonlijk gebruik van de vergunde verharding als parking.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • industriegebouwen (magazijn en burelen)

-          bouwvolume:

  • magazijn van 90,00 m op 90,00 m van 8100 m² met een nokhoogte van 26,71 m en een kroonlijsthoogte van 24,10 m;
  • gebouw aan Van Praetstraat van 2058 m²;

-          inrichting:

  • perceel verhard in beton;
  • 100 parkeerplaatsen ingericht ten oosten, noorden en westen van het magazijn op bestaande verharding, afgebakend door markering waarvan 6 geschikt voor mindervaliden.

 

Inhoud van de aanvraag

-          inrichten van 100 parkeerplaatsen waarvan 6 geschikt voor mindervaliden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

9 januari 2024

15 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

9 januari 2024

11 januari 2024

Geen bezwaar

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

9 januari 2024

22 januari 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

9 januari 2024

10 januari 2024

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

9 januari 2024

23 januari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    • per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het aanpassen van de parking aan een bedrijfsgebouw. De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Business en Innovatie:

“De aanvraag omvat een specifieke regularisatie voor parkeerplaatsen rond een bestaand vergund industrieel / logistiek magazijn.

De regularisatie is het gevolg van diverse PV's uit het verleden dewelke nu door de huidige eigenaars opgelost worden in samenspraak met MV/toezicht.

De site is gelegen op het industrieterrein Umicore zoals voorzien in de beleidsnota ruimtelijke economie.

Voor de aanvraag kan gunstig advies gegeven worden.”

Het advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De aanvraag is functioneel inpasbaar in dit industriegebied.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet het inrichten van een verhard vergund industrieel perceel in industriegebied. Op dit perceel worden de parkeerstroken concreet uitgelijnd op de vergunde verharde ruimte. De verharding werd in oorsprong vergund zonder een concrete invulling aan deze ruimte te verlenen. De bouwdichtheid of functie wijzigen niet. De werken gebeuren in functie van een beter ruimtegebruik van de industriële site.

Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarden worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Vanuit de stedelijke dienst openbaar domein zijn er geen bezwaren tegen de ingediende aanvraag.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Mobiliteit:

“De aanvraag handelt over de inrichting van 100 parkeerplaatsen aan bedrijfsunits. De inrichting van een parking zelf heeft geen parkeerbehoefte. De parkeerparagraaf is dus niet van toepassing. Wel zijn er een aantal zaken te zeggen over de inrichting.

 

Het betreft enkel de schildering van plaatsen op bestaande verharding. Hiermee wordt er ingegaan tegen een duurzame aanleg. Art 30 § 3 punt 2 stelt namelijk dat de inrichting van bovengrondse plaatsen moet gebeuren met een waterdoorlatende aanleg.

 

Ook is er op de plannen geen aanduiding gemaakt van de plaatsen waar elektrische voertuigen kunnen laden. Per 10 parkeerplaatsen moet er een plaats zijn waar laadinfrastructuur is (art 30 §3 puntje 5). Deze laadpalen zijn niet ingetekend op plan. De laadinfrastructuur moet ingetekend en voorzien worden.

 

Wat betreft de fietsparkeerplaatsen wordt er in dit plan gekozen op de stallingen inpandig per unit te voorzien en geen grote gezamenlijke fietsenstalling op het terrein. Per unit moet er voldaan worden aan de parkeernorm. Per 100m² BVO moet er 0,6 fietsstalplaats voorzien worden. In de units 1; 5; 9,4; 10;11;12 en 16 worden te weinig stalplaatsen voorzien.

De plaatsing van de stalplaatsen is niet altijd correct. Zo worden bv. in units 13,4 en 13,5 de plaatsen direct achter de deur voorzien waardoor men niet binnen kan. Of ze worden te ver van de deur voorzien (9,4) of het is niet duidelijk waar ten opzichte van de deur/poort de stallingen zich bevinden (nr 1 tot en met 7).

 

De fietssuggestiestrook die op het terrein voorzien wordt is niet nuttig en maakt het voor fietsers zelfs gevaarlijker. Als er één voorzien wordt hoort ze niet links, maar rechts te liggen in de rijrichting. De fietsers worden op het einde van de oprit naar links afgebogen om dan met een (niet-fietsbare) haakse 90° bocht in het niets losgelaten te worden. Het is niet wenselijk ze eerst uit zicht te halen om ze dan weer te laten invoegen. Bij het buitenrijden wordt er dan niets voorzien.

We zouden er hier de voorkeur aan geven om geen aanduiding aan te brengen en de fietsers bij voorkeur voor het autoverkeer uit te laten rijden of, als men toch iets wenst, aanduiding aan de rechterkant van de rijloper aan te brengen.

 

De fietspaden van de Van Praetstraat bevinden zich enkelrichting aan beide zijden van de rijbaan. Er is geen dubbelrichtingsfietspad aan één zijde.”

 

Het verleende advies en de voorgestelde voorwaarden worden vanuit stedenbouwkundig oogpunt grotendeels bijgetreden. Enkel de voorwaarde voor het waterdoorlatend aanleggen met voldoende groenelementen wordt niet bijgetreden. De aanvraag heeft betrekking op de inrichting van een vergunde verharding. Deze voorgestelde voorwaarde impliceert het verwijderen van die vergunde verharding en is niet in verhouding met de aangevraagde wijzigingen. Dit kan dan ook niet opgenomen worden als voorwaarde van vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Er moeten laadpunten voor elektrische wagens voorzien worden in de parking conform de geldende Vlaamse wetgeving en de bouwcode.

3. De benodigde fietstalplaatsen moeten inpandig in de units voorzien worden. Per 100 m² BVO moet er 0,6 fietsstalplaats voorzien worden. Er wordt een stallingstype gebruikt waar meerdere type fietsen inpassen/aan vast gemaakt kunnen worden.

4. De aangeduide fietssuggestiestrook moet verwijderd worden of verplaatst worden naar de rechterzijde van de rijrichting.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 december 2023

Volledig en ontvankelijk

9 januari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

9 maart 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

8 april 2024

Verslag GOA

14 maart 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Er moeten laadpunten voor elektrische wagens voorzien worden in de parking conform de geldende Vlaamse wetgeving en de bouwcode.

3. De benodigde fietstalplaatsen moeten inpandig in de units voorzien worden. Per 100 m² BVO moet er 0,6 fietsstalplaats voorzien worden. Er wordt een stallingstype gebruikt waar meerdere type fietsen inpassen/aan vast gemaakt kunnen worden.

4. De aangeduide fietssuggestiestrook moet verwijderd worden of verplaatst worden naar de rechterzijde van de rijrichting.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.