Terug
Gepubliceerd op 25/03/2024

2024_CBS_02360 - Omgevingsvergunning - OMV_2023079228. Julien Douwsstraat zonder nummer (zn), Frans Brandsstraat zonder nummer (zn). District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02360 - Omgevingsvergunning - OMV_2023079228. Julien Douwsstraat zonder nummer (zn), Frans Brandsstraat zonder nummer (zn). District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring 2024_CBS_02360 - Omgevingsvergunning - OMV_2023079228. Julien Douwsstraat zonder nummer (zn), Frans Brandsstraat zonder nummer (zn). District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023079228

Gegevens van de aanvrager:

NV DURABRIK BOUWBEDRIJVEN - DURABRIK ENTREPRISES DE CONSTRUCTION met als contactadres Landegemstraat 10 te 9031 Gent

Gegevens van de exploitant:

NV DURABRIK BOUWBEDRIJVEN - DURABRIK ENTREPRISES DE CONSTRUCTION (0427979341) met als contactadres Landegemstraat 10 te 9031 Gent

Ligging van het project:

Julien Douwsstraat zonder nummer (zn), Frans Brandsstraat zonder nummer (zn) te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 19 sectie C nrs. 74S, 552C, 552D, 552E, 552F, 552B2, 552A, 552C2, 552X, 552R, 552Y, 552V, 552A2, 552T, 552W, 552Z, 552P, 552N, 552S, 552K, 552M, 552H, 552L, 552G, 552D2, 553B en 553A

waarvan:

 

-     20190121-0004

afdeling 19 sectie C nrs. 552A, 552A2, 552B2, 552C, 552C2, 552D, 552D2, 552E, 552F, 552G, 552H, 552K, 552L, 552M, 552N, 552P, 552R, 552S, 552T, 552V, 552W, 552X, 552Y en 552Z (Bemaling Durabrik Berendrecht)

-     20230703-0028

afdeling 19 sectie C nrs. 552C2, 552D2 en 552A (Warmtepompen Durabrik Berendrecht)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de realisatie van 2 appartementsgebouwen, een bronbemaling en de exploitatie van warmtepompen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-     4/09/2020: vergunning (OMV_2020055620) voor het oprichten van 2 meergezinswoningen met in totaal 32 appartementen – in uitvoering; 

-     28/08/2020: vergunning (OMV_2020052671) voor het wijzigen van de algemene voorschriften en de voorschriften van de loten 1 en 2 met betrekking tot het aantal assistentiewoningen (van 30 naar 37) en het parkeren;

-     21/12/2017: vergunning (20177) voor het verkavelen van een terrein in 23 loten voor eengezinswoningen (loten 3 tot en met 25), een lot voor twee appartementsgebouwen (lot 2), een lot voor een gebouw met assistentiewoningen (lot 1), een buurtplein en nieuwe openbare wegenis.

 

Vergunde toestand

-     functie: meergezinswoning met 32 woongelegenheden;

  • 1 eenslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van 60 m²;
  • 28 tweeslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van minstens 80 m²;
  • 3 drieslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 110 m²;

-     bouwvolume: 

  • 2 volumes van 3 bouwlagen onder plat dak in open bebouwing;
  • bouwhoogte van 9,44 m;

-     gevelafwerking: 

  • gevel in geelbruine gevelsteen met gevelelementen in beton;
  • prefab terrassen in architectonisch beton;
  • kwartsgrijs pvc schrijnwerk.

 

Bestaande toestand

Braakliggend terrein.

 

Nieuwe toestand

Overeenkomstig met de vergunde toestand met volgende wijzigingen of aanvullingen:

-     functie ongewijzigd - meergezinswoning met 32 woongelegenheden en nagenoeg dezelfde indeling en grootte;

-     bouwvolume: 

  • verhoging van het gebouw door het hoger uitvoeren van de kelder, de totale bouwhoogte bedraagt 10,74 m;
  • nieuwe hellingen aan de voor- en zijgevelzijde voor de fietsenberging binnen het bouwvolume;
  • verhoogde terrassen;
  • bouwvolume en interne indeling gewijzigd;

-     gevelafwerking:

  • de gevel werd aangepast aan de verhoogde vloerpas;
  • gewijzigde gevelopeningen aan de toegangen en nieuwe balustrades.

 

Inhoud van de aanvraag

Het bouwen van een meergezinswoning met 32 woongelegenheden – wijzigingsaanvraag:

-     verhogen van het vloerpeil en bijgevolg ook de bouwhoogte;

-     wijzigen van de voorgevel;

-     wijzigen van het reliëf boven de parkeergarage;

-     interne constructieve wijzigingen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 11 juni 2021 werd in het kader van een residentieel bouwproject aan Durabrik Bouwbedrijven een tijdelijke omgevingsvergunning gedurende 8 maanden met referentie OMV_2021053572 verleend voor het verlagen van de grondwatertafel. Met besluit OMV_2022082992 werd het op 23 september 2022 verlengd met 8 maanden.

 

Inhoud van de aanvraag

Voorliggende aanvraag betreft een wijziging van een bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor het verwezenlijken van een nieuw appartementsgebouw in de Bosstraat zn te Berendrecht (Antwerpen).

 

Aangevraagde rubriek(en)


Aangevraagde rubriek(en) Bemaling Durabrik Berendrecht
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

+ 20 m³/uur

53.2.2°b)1°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld.

+ 154.800 m³/jaar

 

 Aangevraagde rubriek(en) Warmtepompen Durabrik Berendrecht
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

80,96 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

21 september 2023

13 november 2023

Voorwaardelijk gunstig 

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

21 september 2023

10 oktober 2023

Gunstig

Fluvius System Operator

21 september 2023

22 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

21 september 2023

10 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

21 september 2023

5 oktober 2023

Geen bezwaar

Proximus

21 september 2023

22 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

21 september 2023

30 november 2023

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

21 september 2023

18 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

 Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

21 september 2023

22 september 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

21 september 2023

28 september 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

21 september 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

21 september 2023

20 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

21 september 2023

11 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Team Stadsbouwmeester/ Integrale Kwaliteitskamer

21 september 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling 202012, goedgekeurd op 28 augustus 2020, meer bepaald in lot(en) 2A.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

  • Bij het invullen van de hemelwaterverordening heeft de aanvrager aangeduid dat alle daken voorzien zijn van een groendak. Echter wordt opgemerkt dat de terrassen ook afwateren naar de riolering. Er is in het ontwerp geen hemelwaterput voorzien. Er dient dus een hemelwaterput te worden voorzien die qua volume voldoet aan de verordening hemelwater.
     

-     Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • artikel 20 Trappen:
    na afwerking dient de breedte van de trap minstens 1 meter te bedragen tussen beide trapleuningen. Aan beide zijden dient een trapleuning te worden voorzien die op het einde en begin van elke trap minstens 0,40 meter uitsteekt.


Algemene bouwverordeningen

-     Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 42 Drainageleidingen en bemalingen:
    Drainageleidingen, bronbemalingen en andere afvoerbuizen om grondwater te verlagen, dienen aangesloten te worden op een retourbemaling, infiltratievoorziening of oppervlaktewater (bijvoorbeeld: gracht, meer, vijver). Het grondwater mag niet geloosd worden in de afvoerleiding van het afvalwater (DWA of gemengd) van de openbare riolering. Dat geldt ook voor tijdelijke bemalingen in het kader van constructies in de ondergrond. Indien om technische redenen retourbemaling, infiltratie naar de bodem en lozing in een gracht of waterlichaam niet haalbaar is, wordt een lozing van het opgepompte grondwater in het openbare riool (gemengde of DWA) slechts toegestaan wanneer dit vermeld wordt in de stedenbouwkundige vergunning.


Sectorale regelgeving

-     MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-     Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit). 

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). 

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-     Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen 
Van de archeologienota werd akte genomen door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 8 augustus 2016.
De nota bevat voorwaarden die opgelegd worden in de vergunning.

 

-     Vlaamse Codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse Codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Codex Wonen van 2021. 
 

-     Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat een aantal wijzigingen ten opzichte van de eerder afgeleverde vergunning met kenmerk OMV_2020055620 van 4 september 2020.

Deze nieuwe aanvraag omvat, net zoals in deze voorgaande vergunning, het oprichten van een meergezinswoning met 32 appartementen met bijhorende parkeerplaatsen voor auto’s en fietsen.

Het perceel in de aanvraag is gelegen binnen de perimeter van lot 2 van de geldige verkaveling gekend onder nummer 20177 en maakt tevens deel uit van een groter woonproject met assistentiewoningen en eengezinswoningen. De assistentiewoningen en eengezinswoningen werden reeds gerealiseerd.

De aanvraag voldoet aan de bestemmingsvoorschriften van de verkaveling en kan aanvaard worden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Hoewel het programma in voorliggende aanvraag niet wijzigt ten opzichte van de eerder verleende vergunning -er worden 32 appartementen voorzien met bijhorende parking voor auto’s en fietsen- wordt er in dit dossier een alternatieve uitwerking van dit programma voorgesteld.

 

De opzet van het gebouw wijzigt niet en bestaat nog steeds uit 2 volumes van 3 bovengrondse woonlagen. De afstand tussen de 2 volumes bedraagt, net zoals in de voorgaande vergunning, 10 meter en de 2 volumes worden nog altijd verbonden door de parkeergarage onder de appartementen.

Deze, in dit geval half-ondergrondse bouwlaag van de parkeergarage, bevat naast de autoparkeerplaatsen ook een aantal technische ruimtes, waaronder trap- en liftkokers, maar ook bergruimtes voor de appartementen. Op het gelijkvloers, hier 1,30 meter boven de nulpas van het terrein, wordt een grote inpandige fietsenberging voorzien.

Dit is gelijkaardig als in de eerder verleende vergunning.

 

De voornaamste wijziging doet zich voor ter hoogte van de ondergrondse parking en is het gevolg van een aantal onhaalbare technische aspecten bij het uitvoeren van de parking op kelderniveau. Ten gevolge hiervan werd besloten het volledige gebouw, inclusief deze ondergrondse parking met 1,30 meter, op te tillen. Hierdoor ontstaat ten eerste een half-ondergrondse parking, maar ook de kroonlijst zal met 1,30 meter stijgen van de vergunde 9,44 meter naar 10,74 meter. Deze kroonlijsthoogte is nog steeds conform de verkavelingsvoorschriften die een maximale kroonlijsthoogte van maximaal 12 meter toelaat.

 

De appartementen zelf wijzigen quasi niet ten opzichte van de voorgaande vergunning. Enkel de toegangen, welke alle binnen de oppervlakte van het verkavelingslot voorzien zijn, worden aangepast om de nieuw ontstane niveauverschillen tussen de garage, het verhoogde gelijkvloers en het maaiveld op te vangen. Met betrekking tot deze ingangen wordt vastgesteld dat de trappen, in toepassing van artikel 20 van de verordening toegankelijkheid, na afwerking een trapbreedte van minstens 1 meter moeten hebben tussen beide trapleuningen. Ook dient aan beide zijden een trapleuning te worden voorzien die op het einde en begin van elke trap minstens 0,40 meter uitsteekt. De trappen die niet aan het voorgaande voldoen, dienen hierop aangepast te worden. Dit zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels van de meergezinswoningen worden in een geelbruine gevelsteen opgetrokken met kwartsgrijs pvc schrijnwerk. De lichte kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld. De materialen van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.

 

Door de ophoging ten opzichte van de eerder vergunde toestand ontstaat er voor het volledige gebouw een plint met een hoogte van 1,30 meter. Deze wordt op de plannen aangeduid als te voorzien in geel-bruingenuanceerd metselwerk.

 

Uit lezing van de gevels blijkt evenwel dat er ter hoogte van de vloeren van de 2de en 3de verdieping alsook net onder de kroonlijst een strook met een hoogte van 46 cm voorzien wordt in lichtgrijze prefab-gevelelementen in architectonisch beton. Om de eenheid van de gevel te garanderen alsook de verhoudingen in de gevel te bewaren, is het aangewezen om ook ter hoogte van de vloer van het verhoogde gelijkvloers een soortgelijke strook te voorzien, eveneens met een hoogte van 46 cm. 

Dit zal als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden.

 

Bodemreliëf

Het projectgebied bevindt zich binnen de verkaveling met vergunningsnummer BD/2017/V/0004. Hierbij werd, zoals verplicht volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.2 een archeologienota toegevoegd (ID 118, https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/118), het daaruit voortvloeiend programma van maatregelen beval een onderzoek met ingreep in de bodem in uitgesteld traject. Van de archeologienota, opgemaakt door Studiebureau Archeologie, werd akte genomen op 12 juli 2016.

 

Het programma van maatregelen, met een landschappelijk bodemonderzoek en een proefsleuvenonderzoek, werd uitgevoerd door Archebo en gerapporteerd in een nota (ID 7080, https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/7080). Hiervan werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed akte genomen op 27 april 2018. Het programma van maatregelen beval geen verder archeologisch onderzoek en gaf het terrein vrij. De gehele verkaveling is ondertussen geïnventariseerd als Gebieden Geen Archeologie (GGA, https://besluiten.onroerenderfgoed.be/besluiten/14870).

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De woningen voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

De appartementen worden voorzien van veel ramen. Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de woning met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en garanderen het gebruiksgenot van de woningen.

 

Bij het invullen van de hemelwaterverordening heeft de aanvrager aangeduid dat alle daken voorzien zijn van een groendak. Echter wordt opgemerkt dat de terrassen ook afwateren naar de riolering. Er is in het ontwerp geen hemelwaterput voorzien. Er dient dus een hemelwaterput te worden voorzien die qua volume voldoet aan de verordening hemelwater. Dit zal als voorwaarde opgenomen worden bij de vergunning.

 

Bij nazicht van de plannen blijkt dat deze niet voldoen aan artikel 42 van de bouwcode. Drainageleidingen, bronbemalingen en andere afvoerbuizen om grondwater te verlagen, dienen aangesloten te worden op een retourbemaling, infiltratievoorziening of oppervlaktewater (bijvoorbeeld: gracht, meer, vijver). Het grondwater mag niet geloosd worden in de afvoerleiding van het afvalwater (DWA of gemengd) van de openbare riolering. Dat geldt ook voor tijdelijke bemalingen in het kader van constructies in de ondergrond. Ook dit zal een voorwaarde bij een vergunning zijn.

 

De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en zijn, mits het opvolgen van de voorwaarden in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 52 parkeerplaatsen.

 

De aanvraag betreft het oprichten van 2 meergezinswoningen met in totaal 32 appartementen. De parkeerbehoefte van de meergezinswoning wordt samen met de assistentiewoningen bekeken. De aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor de assistentiewoningen wordt later ingediend en kan daarom nog niet meegenomen worden in de parkeerparagraaf.

Er worden 32 appartementen opgetrokken samen met de 37 serviceflats.

23 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,55: 23 x 1,55 = 35,65

9 appartementen > 90 m² met parkeernorm 1,8: 9 x 1,8 = 16,2

De werkelijke parkeerbehoefte is 52.

 

De plannen voorzien in 52 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Onder de meergezinswoningen wordt een parkeergarage van 53 parkeerplaatsen gerealiseerd waarvan 3 dubbele. Voor elk appartement is er minstens 1 parkeerplaats bereikbaar vanop de rijloper in de garage dus de dubbele kunnen meegenomen worden als nuttig. Hoekplaatsen of plaatsen naast een muur moeten volgens de bouwcode 2,80 m breed zijn. Parkeerplaats 3 en parkeerplaats 30 zijn slechts 2,5 m breed en zijn volledig of gedeeltelijk naast een volle muur gelegen. De extra ruimte is noodzakelijk om comfortabel in en uit te kunnen stappen. Indien er achterwaarts geparkeerd wordt in parkeerplaats 3, is er wel voldoende ruimte om uit te stappen. Parkeerplaats 30 kan niet meegenomen worden als nuttige plaats vanwege de beperkte breedte.

Het aantal nuttige parkeerplaatsen is 52.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 52.

 

Dit aantal is toereikend.

Er worden geen elektrische oplaadpunten voor wagens voorzien in de ondergrondse parking. Conform artikel 30 moet er per 10 autostalplaatsen telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij vergunning.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

Voor de aansluiting op de openbare weg, meer bepaald de Bosstraat, wordt gevraagd om contact op te nemen met de verkeerspolitie.

 

De toegang van de parking laat geen kruisend verkeer toe. Deze moet daarom uitgerust worden met een verkeerslicht. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij vergunning.

 

Fietsvoorzieningen

Er is een gemeenschappelijke fietsenberging voorzien die plaats biedt aan 100 fietsen. De fietsenberging is afgesloten met een deur. Aan de andere kant van de inrit van de parking is er nog een ruimte die plaats biedt aan 16 fietsen. Dit aantal is toereikend.

Uit de plannen blijkt niet duidelijk hoeveel elektrische oplaadpunten in de fietsenberging worden voorzien. Als voorwaarde bij vergunning wordt opgelegd om 3 elektrische oplaadpunten te voorzien conform artikel 29 van de bouwcode.

 

Woninggrootte

De verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te garanderen is het noodzakelijk de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de juiste oppervlakteverhoudingen tussen de functies binnen deze woningen anderzijds.

 

De meergezinswoningen maken deel uit van een verkavelingsvergunning met 23 eengezinswoningen (loten 3 t.e.m 25), twee appartementsgebouwen (lot 2), een gebouw met assistentiewoningen (lot 1), een buurtplein en nieuwe openbare wegenis. De verscheidenheid aan typologieën is met andere woorden verzekerd. Om de kwaliteit van appartementsblokken te garanderen dient er een mix van verschillende slaapkamerappartementen te zijn. Het aanbod van 1 eenslaapkamerappartement, 28 tweeslaapkamerappartementen en 3 drieslaapkamerappartementen vormen een aanvaardbare mix.

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het ook belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden voldoende wooncomfort bieden.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voorliggende aanvraag betreft een wijziging van een bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor het verwezenlijken van een nieuw appartementsgebouw in de Bosstraat zn te Berendrecht (Antwerpen). Het bemalingsproject, inclusief de lozing van verontreinigd bemalingswater, werd initieel vergund bij besluit met kenmerk OMV_2021053572. Een verandering voor deze vergunning werd vergund bij besluit OMV_2022082992. Gelet op de beperkte duurtijd van de bemaling, wordt een verlenging van de tijdelijke vergunning gevraagd, voor een termijn van 8 maanden (dezelfde duur als die van de initiële omgevingsvergunning).

Overeenkomstig artikel 5.1.1, 11° van het DABM kunnen tijdelijke inrichtingen en activiteiten die verband houden met een bouwwerf gedurende maximaal één jaar vergund worden. De bevoegde overheid kan de Omgevingsvergunning slechts eenmaal verlengen voor maximaal dezelfde duur als die van de initiële omgevingsvergunning. Bijkomend wordt het bemalingsconcept anders geconcipieerd en wordt het gebouw met 130 cm verhoogd. Bijgevolg dient voorliggende aanvraag geherkwalificeerd te worden tot een nieuwe aanvraag voor een beperkte duur.

 

In voorliggend concept zal het grondwaterpeil minder diep verlaagd worden. De bemalingswerken zullen uitgevoerd worden met een bemalingsdrainage, waarbij de horizontale drains dienen aangezet te worden op 6m-mv. Gezien het bemalingswater verhoogde concentraties aan zware metalen (arseen en cadmium) bevat, kan het niet geretourneerd worden én dient het geloosd te worden op de RWA van de Monnikenhofstraat.

In de eerste fase wordt het noordelijk deel van de bouwput intensiever bemaald om hier een grondwaterverlaging tot circa 3 m-mv te bereiken én de funderingszolen aan te leggen. In totaal zal er tijdens deze fase gemiddeld 100 m³/uur grondwater onttrokken worden. Deze fase wordt voorzien gedurende 2 maanden. Vervolgens zal het grondwater -tijdens de fase 2 tot en met 4- geleidelijk minder intensief onttrokken worden.

 

De totale bemalingstermijn wordt geschat op circa 240 dagen, voor een waterbezwaar van 414.000 m³. Ingevolge het aangepast bemalingsconcept, inclusief lozing, dient de bestaande vergunning hiertoe te worden aangepast en verlengd, met behoud van de bijzondere lozingsnormen voor arseen (50 µg/liter) en cadmium (3 µg/liter), evenals de bijzondere voorwaarde die stelt dat er geen meetgoot vereist is (registratie debieten bemaling en lozing gebeuren conform het monitoringsplan zoals gevoegd in bijlage R53_2. Het te lozen afvalwater blijkt te verschillen naargelang de beschouwde addenda. Volgens addendum R3 zal het afvalwater in de openbare riolering geloosd worden. Daar waar het addendum R53 spreekt van een lozing in oppervlaktewater of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Uit de project-m.e.r.- screeningsnota blijkt dat het bemalingswater geloosd zal worden op de RWA van de Monnikenhofstraat en dit met een debiet van maximaal 100 m³/uur.

Volgens Aquafin zal het afvalwater geloosd worden in de nieuwe RWA aan de Bosstraat om het vervolgens over te pompen in de RWA van de Monnikenhofstraat. Dit betekent dat er een persleiding (circa 13 m) over de rijweg moet opgehangen worden tussen de pompput en het lozingspunt in de Monnikenhofstraat. Een lozing in de openbare riolering zou storingen bij de RWZI in Berendrecht veroorzaken.

 

Verder dient opgemerkt te worden dat eerdere aanvragen en vergunde onttrekkingsdebieten ontoereikend bleken om de bouwput droog te krijgen. Ook in voorliggende bemalingsconcept dient het onttrekkingsdebiet bewaakt te worden. Bij hogere debieten wordt de m.e.r.-drempel overschreden. Hiervoor wordt een monitoringsplan opgesteld dat volgende omvat:

-     Registratie debieten: wanneer uit de debietsmetingen blijkt dat bovenvermelde debieten overschreden worden om de gevraagde grondwaterstandsdaling te bekomen, zullen de debieten teruggeschroefd worden naar het vooropgesteld debiet;

-     Registratie grondwaterstand: om na te gaan dat de vooropgestelde invloedstraal buiten de bouwput niet groter zal zijn dan begroot, zullen de grondwaterstanden in 4 peilbuizen rondom de bouwput opgemeten worden;

-     Registratie zettingen: Gezien er conform “Bijlage 53_1_bemalingsnota” geen risico op zettingen aanwezig is t.g.v. de bemaling, dienen er dan ook geen zettingsbakens worden uitgezet of gemonitord. Op basis van sonderingen van SGS worden er geen zettingen verwacht (<2mm); bij een grondwaterverlaging van 3 of 4 m-mv .

-     Registratie kwaliteit bemalingswater: Bij opstart dient het bemalingswater geanalyseerd te worden op zware metalen. Indien deze voldoet aan de geldende lozingsnormen kan het bemalingswater geloosd worden. Afhankelijk van de resultaten van het bemalingswater zal een 3-dagelijkse opvolging (d.i. niet voldoen aan de lozingsnormen) of een wekelijkse opvolging (d.i. voldoen aan de lozingsnormen) dienen te gebeuren. Indien de gehaltes aan zware metalen in het bemalingswater / effluent 4 keer na bemonstering voldoen aan de lozingsnorm kan mits toestemming van de toezichthoudende overheid overgegaan worden naar respectievelijk wekelijkse, 2-wekelijkse of maandelijkse bemonstering. 

 

Tenslotte worden er 32 individuele warmtepompen voorzien van telkens 2,53 kWel. De installaties omvatten binnen- en buitenunits voor een totaal vermogen van 81 kWel. Gelet op de verscheidenheid aan typologieën van de woningen- gaande van meergezinswoningen, appartementsgebouwen tot assistentiewoningen- wordt ervanuit gegaan dat de exploitatie van de comfortinstallaties collectief beheerd zal worden. Wij wijzen de exploitant op de geldende geluidsnormen. Deze ingedeelde inrichtingen zijn louter in de 3de klasse ingedeeld of meldingsplichtig. 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De trappen in de ingangen aan te passen om te kunnen voldoen aan artikel 20 van de verordening toegankelijkheid. Er moet een trapbreedte van 1 meter voorzien worden tussen beide trapleuningen. Ook dient aan beide zijden een trapleuning te worden voorzien die op het einde en begin van elke trap minstens 0,40 meter uitsteekt.
  1. Om de eenheid van de gevel te garanderen alsook de verhoudingen in de gevel te bewaren wordt opgelegd om ook ter hoogte van de vloer van het verhoogde gelijkvloers een strook met ene hoogte van 46 cm in architectonisch beton te voorzien.
  1. Drainageleidingen, bronbemalingen en andere afvoerbuizen om grondwater te verlagen, aan te sluiten op een retourbemaling, infiltratievoorziening of oppervlaktewater (bijvoorbeeld: gracht, meer, vijver) zoals bepaald in artikel 42 van de bouwcode. Het grondwater mag niet geloosd worden in de afvoerleiding van het afvalwater (DWA of gemengd) van de openbare riolering. Dat geldt ook voor tijdelijke bemalingen in het kader van constructies in de ondergrond.
  1. 3 elektrische oplaadpunten in de fietsenberging te voorzien conform artikel 29 van de bouwcode.
  1. In de ondergrondse parking per 10 parkeerplaatsen 1 elektrisch oplaadpunt voor wagens te voorzien.
  1. De toegang naar de ondergrondse parking uit te rusten met een verkeerslicht om kruisend verkeer te regelen aangezien de toegang naar de parking met en breedte van 3,55 meter geen kruisend verkeer toelaat.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt geadviseerd de tijdelijke ingedeelde inrichtingen en activiteiten alsook de gevraagde afwijkingen (lozingsnormen en meetgoot) te vergunnen voor een duur van 8 maanden. Voor de warmtepompen wordt geadviseerd een vergunning voor onbepaalde duur te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

Bemaling Durabrik Berendrecht

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling Durabrik Berendrecht)

20 m³/uur

53.2.2°b)1°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;

154.800 m³/jaar

Warmtepompen Durabrik Berendrecht

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

80,96 kW

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

Bemaling Durabrik Berendrecht

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

100 m³/uur

53.2.2°b)1°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;

414.000 m³/jaar

Warmtepompen Durabrik Berendrecht

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

80,96 kW

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De lozingsnorm voor arseen en cadmium wordt vastgesteld op: 

parameter

lozingsnorm

As

50 µg/liter

Cd

3 µg/liter

  1. Een meetgoot is niet vereist.
  1. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf: 

-     in de eerste week en telkens na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal;

-     voor de overige periode: maandelijks.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

4 juli 2023

Volledig en ontvankelijk

21 september 2023

Start openbaar onderzoek

1 oktober 2023

Einde openbaar onderzoek

30 oktober 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

4 januari 2024 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

3 april 2024

Verslag GOA

5 maart 2024

Naam GOA

Bieke Geypens en Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

1 oktober 2023

30 oktober 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De trappen in de ingangen aan te passen om te kunnen voldoen aan artikel 20 van de verordening toegankelijkheid. Er moet een trapbreedte van 1 meter voorzien worden tussen beide trapleuningen. Ook dient aan beide zijden een trapleuning te worden voorzien die op het einde en begin van elke trap minstens 0,40 meter uitsteekt.
  1. Om de eenheid van de gevel te garanderen alsook de verhoudingen in de gevel te bewaren wordt opgelegd om ook ter hoogte van de vloer van het verhoogde gelijkvloers een strook met ene hoogte van 46 cm in architectonisch beton te voorzien.
  1. Drainageleidingen, bronbemalingen en andere afvoerbuizen om grondwater te verlagen, aan te sluiten op een retourbemaling, infiltratievoorziening of oppervlaktewater (bijvoorbeeld: gracht, meer, vijver) zoals bepaald in artikel 42 van de bouwcode. Het grondwater mag niet geloosd worden in de afvoerleiding van het afvalwater (DWA of gemengd) van de openbare riolering. Dat geldt ook voor tijdelijke bemalingen in het kader van constructies in de ondergrond.
  1. 3 elektrische oplaadpunten in de fietsenberging te voorzien conform artikel 29 van de bouwcode.
  1. In de ondergrondse parking per 10 parkeerplaatsen 1 elektrisch oplaadpunt voor wagens te voorzien.
  1. De toegang naar de ondergrondse parking uit te rusten met een verkeerslicht om kruisend verkeer te regelen aangezien de toegang naar de parking met en breedte van 3,55 meter geen kruisend verkeer toelaat.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De lozingsnorm voor arseen en cadmium wordt vastgesteld op: 

parameter

lozingsnorm

As

50 µg/liter

Cd

3 µg/liter

  1. Een meetgoot is niet vereist.
  1. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf: 

-     in de eerste week en telkens na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal;

-     voor de overige periode: maandelijks.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

Bemaling Durabrik Berendrecht

3.4.2°

het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur;

100 m³/uur

53.2.2°b)1°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld;

414.000 m³/jaar

Warmtepompen Durabrik Berendrecht

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

80,96 kW

 

Artikel 4

Het college beslist dat de vergunning voor de bemaling geldig is voor een periode van 8 maanden vanaf de start van de werken. Voor de warmtepompen wordt de vergunning verleend voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.