Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023156911 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BV WOONHAVEN ANTWERPEN (0403795657) met als adres Jan Denucéstraat 23 te 2020 Antwerpen |
Ligging van het project: | Aartselaarstraat 165-187, Ghandilaan 1-23, Robert Schumanlaan 2-10 en 88 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 36 sectie B nrs. 253E, 254F, 254E, 256A2, 256W, 256S, 256T, 256V, 257K, 257M, 257G, 257N, 257H en 257L |
waarvan: |
|
- 20231124-0045 | afdeling 36 sectie B nrs. 253E, 256V, 257H, 254E, 256T, 256S, 257N, 257L, 256A2, 257M, 254F, 257G, 256W en 257K (Robert Schumanlaan - Hoboken) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een bronbemaling in functie van renovatiewerken |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De vergunningsaanvraag voor het renoveren van 12 gebouwen met 96 appartementen naar 10 gebouwen met 66 appartementen en 12 eengezinswoningen werd op 9 maart 2023 ingediend en op 8 mei 2023 onvolledig en onontvankelijk verklaard. Dit, onder andere, omwille van een ontbrekende archeologienota en een ontoereikende mer-screening.
Inhoud van de aanvraag
In de kader van renovatiewerken aan meerdere gebouwen, wordt er een bemaling aangevraagd.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 17,54 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar. | 9.170,40 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: Voor infiltratie: afwijking aan artikel 5.53.6.1.1.§4 Voor lozing openbare riolering: afwijking aan artikel 4.2.3.1.3° Bijlage 2.3.1 artikel 2.18° en artikel 3 Bijlage 2.3.2 Bijlage 2.4.1. artikel 1
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Volgende afwijkingen worden aangevraagd: - Kalium: 24 mg/liter (2 x Grondwaterkwaliteitsnorm) - Ammonium: 5 mg/liter ( 10 x Grondwaterkwaliteisnorm) - Mangaan: 2 mg/liter (2 x Grondwaterkwaliteitsnorm) - Antimoon: 20 mg/liter (2 x Grondwaterkwaliteitsnorm) - Afzonderlijke PFAS component: 100 ng/liter (Europese drinkwaternorm) - Som alle afzonderlijke PFAS componenten: 100 ng/liter (Europese drinkwaternorm) - Ijzer: 2 mg/liter (10 x Milieukwaliteitsnorm voor oppervlaktewater, bestemd voor drinkwaterproductie) - Cadmium: 0,016 mg/liter (2 x Basismilieukwaliteitsnorm voor oppervlaktewater Vlarem II) - Arseen: 0,01 mg/liter (2 x Basismilieukwaliteitsnorm voor oppervlaktewater Vlarem II) |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen | 3 januari 2024 | 5 februari 2024 | Geen advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 3 januari 2024 | 2 februari 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 3 januari 2024 | 9 januari 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen (OMV_2023064239). Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voorliggende aanvraag betreft een bemaling in het kader van renovatiewerken. De te renoveren blokken worden opgesplitst in een blok type A en een blok type B. De blok type A-appartementen liggen zowel aan de hoek van de Ghandilaan en de Robert Schumanlaan als aan de hoek die wordt omsloten door de Ghandilaan, de Robert Schumanlaan en de Aartselaarstraat. De blok type B-appartementen liggen tussen de Robert Schumanlaan en de Ghandilaan. Er zijn 2 blokken van het type A en 5 blokken van het type B aanwezig op de projectsite.
In de bemalingsstudie werden 2 mogelijke bemalingssituaties geschetst waarbij in situatie 1 de bouwput onder elke blok apart bemaald wordt. In situatie 2 worden de 5 types B blokken en 1 type A blok samengenomen waardoor er één bouwput en bijgevolg één grote bemaling wordt uitgevoerd. De overige bouwput onder blok type A wordt apart bemaald.
Situatie 1
Dit betreft een bemaling waarbij elke bouwput apart bemaald wordt en dit gemiddeld 14 dagen zou duren per bouwput, voor een totaal van 98 dagen.
| Type A | Type B |
Aantal blokken/bouwputten | 2 | 5 |
Grootte bouwput (l x b x d) (meter) | 33 x 20 x 1,65 | 31 x 10 x 1,65 |
Maximale invloedstraal (meter) | 231 | 225 |
Startdebiet (m³/dag) | 207 | 184 |
Stationair debiet (m³/dag) | 92 | 87 |
Duur bemaling (dagen) | 28 | 70 |
Totale maximale duur (dagen) |
| 98 |
Totaal debiet (m³/jaar) |
| 12.228 |
Situatie 2
In situatie 2 wordt er in de berekeningen vanuit gegaan dat er een bemaling zou plaatsvinden voor 6 bouwputten waaronder 5 bouwputten onder blokken van type B en één bouwput onder blok van type A, die allen geclusterd liggen. Deze bemaling zal 6 weken duren. Daarnaast zou er een tweede bemaling plaatsvinden voor een bouwput onder blok type A die een beetje verder ligt dan de bovengenoemde cluster. Deze tweede bemaling zal 2 weken in beslag nemen.
| Type A | Type A + Type B |
Aantal blokken/bouwputten | 1 | 6 |
Grootte bouwput (lxbxd) (meter) | 33 x 20 x 1,65 | 124 x 36 x 1,65 |
Maximale invloedstraal (meter) | 234 | 288 |
Startdebiet (m³/dag) | 213 | 452 |
Stationair debiet (m³/dag) | 94 | 143 |
Duur bemaling (dagen) | 14 | 42 |
Totaal debiet per bouwput (m³) | 1.911 | 7.545 |
Totale maximale duur (dagen) |
| 56 |
Totaal debiet (m³/jaar) |
| 9.456 |
Op basis van de analytische berekeningen wordt een invloedstraal van maximum 288 m en een maximaal bruto debiet van 18,84 m³/uur - 452 m³/dag - 12.228 m³/jaar verwacht. Er zal bemalingswater infiltreren aan een minimaal infiltratiedebiet van 1,30 m³/uur. Door een deel van het bemalingswater te laten infiltreren wordt er een maximaal netto debiet van 17,54 m³/uur, 420,96 m³/dag of 9.170,4 m³/jaar bekomen.
De maximale invloedstraal voor situatie 1 en situatie 2 respectievelijk 233 meter en 288 meter geeft een totaal waterbezwaar van respectievelijk 12.228 m³/jaar en 9.456 m³/jaar. Vanuit de optiek om zo weinig mogelijk grondwater te onttrekken aan de bodem, is de bemaling met de werkmethodiek uit situatie 2, gunstiger. Gezien de exploitant rubriek 53.2.2°a) met een debiet van 9.170 m³ per jaar aanvraagt, wordt er vanuit gegaan dat de exploitant de bemaling situatie 2 zal uitvoeren. Gezien het totaal waterbezwaar in de bemalingsstudie afwijkt van het aangevraagde, zal dit in het dossier rechtgezet worden en wordt de gecoördineerde toestand 9.456 m³/jaar.
OVAM-dossiers
Binnen de maximale invloedstraal van de bemaling liggen er 14 OVAM-dossiers. Hiervan zijn er 8 dossiers met een gekende verontreiniging in het grondwater.
Voor de bespreking van de OVAM-dossiers werd er rekening gehouden met situatie 1 waar er meer grondwater wordt onttrokken. Echter is de maximale invloedstraal van de bemaling in situatie 1 kleiner dan in situatie 2, respectievelijk 233 meter ten opzichte van 288 meter waardoor er mogelijks enkele OVAM-dossiers niet mee werden opgenomen in de bespreking. In de nabijheid van de omgeving zijn tal van OVAM-dossiers met verontreinigingen vastgesteld in het grondwater. In de bemalingsstudie wordt er geconcludeerd dat de verontreiniging zich maximaal 2,46 meter verplaatst na 98 dagen. Er wordt echter niet vermeld over welke verontreiniging het gaat. De retardatiefactoren van arseen, lood, nikkel, trichlooretheen, cadmium, zink, nikkel, chroom, indeno, benzeen, ethylbenzeen, tolueen, xyleen, naftaleen, fenantreen, minerale olie en chryseen worden genoemd. In de bemalingsstudie wordt geconcludeerd dat de gekende verontreinigingen de percelen niet verlaten waardoor er geen naburige percelen aangetast worden. Doch ontbreken de individuele berekeningen (VMM-tool) per parameter waardoor dit niet kan worden nagegaan. Indien de gekende verontreinigingen binnen de perceelsgrens blijven, is een verplaatsing van 2,46 meter na 98 dagen te overzien. In de invloedstraal van de bemaling bevindt zich OVAM-dossier 2861. Dit dossier ligt dicht tegen de geplande bouwput (25 meter) en hiervoor werd een eindevaluatie onderzoek opgemaakt. Het is niet duidelijk of de bemaling invloed zou kunnen uitoefenen op het grondwater onder dit perceel gezien het niet opgenomen werd in de bespreking. Indien de bemaling invloed zou uitoefenen op het grondwater van dit nabijgelegen perceel, dient de bodemdeskundige hiervan op de hoogte gebracht te worden. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
Profielboringen B1, B4 en B10 werden afgewerkt tot een peilbuis en hieruit werden grondwaterstalen genomen ter analyse. Deze analyseresultaten zijn belangrijk wat betreft de infiltratiemogelijkheden gezien het water ook deels via infiltratie terug de grond in zou gaan en hiervoor moet voldoen aan de kwaliteitsnorm voor grondwater. Op het terrein langs de projectlocatie wil de exploitant een wadi voorzien met een minimaal infiltratiedebiet van 1,30 m³ per uur. Al het overige water zal via een overloop in de riolering geloosd worden.
Om deze infiltratie te verzekeren, vraagt de exploitant een bijstelling van de voorwaarden voor perfluor-n-butaansulfonzuur, perfluor-n-butaanzuur, perfluor-n-hexaanzuur, perfluor-n-pentaanzuur, PFOA totaal, kalium, ammonium, mangaan en antimoon.
Een tweede optie is het lozen van het bemalingswater op de openbare riolering in de Ghandilaan (RWZI Antwerpen Zuid).
Gezien het water dat via infiltratie terug de grond in gebracht wordt, zal moeten voldoen aan de MKN voor grondwater, bij gebrek daaraan de richtwaarde en bij gebrek daaraan de rapportagegrens voor grondwater maar het bemalingswater niet kan voldoen aan deze normen en, zal het geloosd moeten worden op de riolering ter hoogte van de Ghandilaan volgens de lozingsnormen.
Er is advies gevraagd aan de VMM dienst afvalwater. Deze adviseert het bemalingswater te lozen en legt volgende bijzondere voorwaarden op:
Parameter (µg/liter) | Norm |
Arseen | 10 |
Ijzer (mg/liter) | 2 |
Mangaan (mg/liter) | 2 |
Kalium (mg/liter) | 24 |
PFAS (ind) | 0,1 |
Deze lozingsnormen worden mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden van dit advies. Voor de parameter cadmium werd geen afwijking toegestaan en bedraagt de lozingsnorm 0,8 µg/liter. Voor antimoon ligt de gevraagde afwijking onder het indelingscriterium dus is de gevraagde afwijking niet relevant.
De exploitant vraagt te lozen aan een debiet van 17,54 m³ per uur. Indien de lozing meer dan 10 m³/uur bedraagt, dient de exploitant schriftelijke toelating te vragen aan de beheerder riolering. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
Zettingen
De absolute en differentiële zettingen voldoen voor alle sonderingen aan de toelaatbare grenzen. Echter zijn er grote risico’s verbonden aan de onzekerheden in de parameters die gebruikt werden voor de berekening van de zettingen. Deze onzekerheden zijn voornamelijk gelinkt aan de lokale grondopbouw en de grondwaterstand.
Gezien de grote onzekerheid op de berekeningen en het feit dat het project gelegen is in dichtbebouwd woongebied, wordt er opgelegd de zettingen te monitoren vanaf de start tot het einde van de bemaling. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
Bijzonder beschermde gebieden
De speciale beschermingszones bevinden zich op 950 meter van de bemaling. De bemaling is gelegen op 1.410 meter van een habitatrichtlijngebied.
Gezien het bemalingswater geloosd wordt in de riolering die verbonden is aan de RWZI Antwerpen Zuid, het onttrokken bemalingswater beperkt is in debiet en in tijd en binnen de invloedstraal van de bemaling geen speciale beschermingszones liggen, veroorzaakt de bemaling geen betekenisvolle aantasting aan de natuurlijke kenmerken van deze zones.
M.e.r.screening
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
De pompen dienen steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
De grondwaterverlaging zal opgevolgd worden zodoende enkel het meest noodzakelijke grondwater op te pompen. Er zal getracht worden over de volledige bemalingsperiode zo min mogelijk grondwater op te pompen. Dit wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
Conclusie
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen. Zolang de omgevingsvergunning voor de stedenbouwkundige handelingen niet bekomen is, is voorliggende aanvraag niet uitvoerbaar.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 17,54 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar. | 9.170,40 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.
- in de eerste week: vijfmaal;
- tot alle onttrekkingsbronnen operationeel zijn: wekelijks;
- voor de overige periode: maandelijks.
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
Parameter (µg/liter) | Geadviseerd |
Arseen | 10 |
Ijzer (mg/liter) | 2 |
Mangaan (mg/liter) | 2 |
Kalium (mg/liter) | 24 |
PFAS (ind) | 0,1 |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 december 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 3 januari 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 3 maart 2024 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 2 april 2024 |
Verslag GOA | 15 maart 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
- voor het opstarten van de bemaling: 1 zettingsmeting (nulmeting);
- week 1 na opstart van de bemaling en elke eerste week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: vijfmaal per week een zettingsmeting;
- vanaf week 2 na opstart van de bemaling en elke tweede week nadat een dieper bemalingspeil is ingesteld: éénmaal per week een zettingsmeting.
De metingen op de zettingen mogen stopgezet worden van zodra deze niet meer wijzigen. Bij het instellen van een dieper bemalingspeil wordt de zettingsmeting terug opgestart volgens bovenstaande frequentie. Indien er een absolute zetting van 15 mm of meer gemeten wordt ter hoogte van een zettingsgevoelige constructie wordt de bemaling bijgestuurd. Vanaf 20 mm wordt ze stilgelegd. Er dient technisch een terugvalscenario voorzien te worden dat dit mogelijk maakt.
- in de eerste week: vijfmaal;
- tot alle onttrekkingsbronnen operationeel zijn: wekelijks;
- voor de overige periode: maandelijks.
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
Parameter (µg/liter) | Geadviseerd |
Arseen | 10 |
Ijzer (mg/liter) | 2 |
Mangaan (mg/liter) | 2 |
Kalium (mg/liter) | 24 |
PFAS (ind) | 0,1 |
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 17,54 m³/uur |
53.2.2°a) | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van maximaal 30.000 m³ per jaar. | 9.170,40 m³/jaar |