2024_CBS_02411 - District Wilrijk. Oosterveldlaan 57 - 202465 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming

Op datum van 29 januari 2024 vroeg VDO ARCHITECTEN om het pand gelegen Oosterveldlaan 57, district Wilrijk, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.  

De beoordeling van de aanvraag gebeurde aan de hand van volgende gegevens:

• plannen en foto’s van de bestaande toestand;
• bewonersgegevens en bewonersgrafiek;
• kadastrale gegevens;
• factuur met referentienummer 115259 voor het plaatsen van een nieuwe condensatieketel;
• een offerte met referentie OF/2016/30 voor het leveren en plaatsen van nieuw buitenschrijnwerk, rolluiken, e.d;
• twee facturen voor het leveren en plaatsen van nieuw buitenschrijnwerk, rolluiken, e.d.;
• één huurovereenkomst voor de studio op de benedenverdieping die ingaat op 25/5/1997 en verstrijkt op 25/05/1998;
• begeleidende informatie meegegeven bij het indienen van de aanvraag (e-formulier);
• een as-builtplan aangeleverd door de bouwfirma gedateerd uit 1958;
• volgende archiefstukken:
  • goedgekeurde stedenbouwkundige toelating uit 1958.

1. Bestaande juridische toestand

Kadastrale gegevens:
Het pand, Oosterveldlaan 57, district Wilrijk-Antwerpen, is gekend met kadastrale ligging (afd. 42) sectie B 337 D2.

Voor dit pand werd de volgende relevante toelating verleend:

• 27/02/1958 toelating (957#2047) voor het oprichten van 21 huizen.

 2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een rijwoning opgetrokken over drie bouwlagen onder een plat dak en is als volgt ingedeeld:

• benedenverdieping: een gemeenschappelijk inkomhal met naastliggend een grote garage (circa 28,50 m²) voor twee wagens en een aparte fietsenberging met een netto-vloeroppervlakte van circa 4,50 m². Achteraan de benedenverdieping is een studio met aangrenzend een open ruimte ingericht als tuinzone. Deze studio heeft een afzonderlijke badkamer en keuken en bezit volgens de ingediende bouwplannen, die de bestaande toestand van het pand weergeven, een netto-vloeroppervlakte van circa 43,50 m²;
• eerste - en tweede verdieping: een appartement telkens met twee slaapkamers en een netto-vloeroppervlakte van circa 75 m², met een aangrenzende buitenruimte van circa 5 m² in de vorm van een overdekte terraszone;
• het pand heeft over alle drie de bouwlagen een circa 2,50 meter brede getande uitbouw langs de linkerzijde, tot op een maximale bouwdiepte van circa 16 meter;
• langsheen de rechterzijde heeft het pand een maximale bouwdiepte van circa 14,50 meter;
• in de gelijkvloerse voorgevel zijn er naast de inkomdeur twee witte kantelpoorten aanwezig die toegang geven tot de daarachter gelegen autostalplaatsen;
• zowel de voor- als achtergevel van de woning is in hoofdzaak afgewerkt met een rode-bruine gevelsteen. 

Overtredingen:
Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.

Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd vóór de eerste inwerkintreding van de Wet op de Stedenbouw op 22 april 1962 ofwel tussen deze en vóór de eerste invoering van het gewestplan Antwerpen (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Regelgeving bevoegdheid

Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van  artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie inclusief de functie wonen met drie woonentiteiten; meer bepaald een studio op de benedenverdieping en telkens een appartement met twee slaapkamers op zowel de eerste als tweede verdieping. 

De bewijsvoering

De opgevraagde kadastrale gegevens refereren naar de toestand van het pand in het jaar 1959.

Volgens deze gegevens waren er toen reeds drie zelfstandige woonentiteiten aanwezig in het pand. Dit aantal woonentiteiten is in overeenstemming met het huidige aangevraagde aantal woonentiteiten in het pand.  

De opgevraagde bevolkingsgegevens tonen aan dat er vanaf 1948 tot midden jaren ’70, drie gezinnen gelijktijdig waren ingeschreven op dit adres. Dit aantal verminderde vanaf midden jaren ’70 tot midden jaren ’90 naar één, waarna het aantal gelijktijdig ingeschreven gezinnen terug stelselmatig steeg naar drie. 

Zowel de kadastrale- als de bevolkingsgegevens tonen alleszins aan dat er reeds vóór de eerste inwerkingtreding van de Wet op Stedenbouw op 22 april 1962, gelijktijdig drie gezinnen waren ingeschreven in het pand. Uit deze gegevens kan dan ook met zekerheid worden afgeleid dat er toen reeds drie zelfstandige woonentiteiten aanwezig waren in het pand. 

Op basis van deze overeenstemmende objectieve gegevens is voldoende bewezen dat de bestaande functie ‘wonen’ en de bestaande drie zelfstandige woonentiteiten reeds vóór de eerste inwerkingtreding van de Wet op de Stedenbouw op 22 april 1962, aanwezig waren in het pand. 

In het archief werd een goedgekeurd bouwplan teruggevonden uit het jaar 1958. De klant levert daarenboven een as-builtplan van het pand aan. Dit as-builtplan werd afgeleverd door de bouwfirma en voorzien het jaartal 1958. Na vergelijking van het as-builtplan en de aangeleverde bouwplannen van de bestaande toestand van het pand, blijkt dat deze overeenstemmen.

Bijgevolg kan geoordeeld worden dat de bestaande toestand van dit pand ongewijzigd aanwezig was van vóór de eerste inwerkingtreding van de Wet op Stedenbouw op 22 april 1962.  

Voorgaande bewijst voldoende dat de bestaande constructie inclusief de functie wonen met drie afzonderlijke woonentiteiten, dateert van vóór de eerste inwerkingtreding van de Wet op Stedenbouw op 22 april 1962.