Terug
Gepubliceerd op 25/03/2024

2024_CBS_02408 - Omgevingsvergunning - OMV_2023144696. Beeckmanslaan 5. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02408 - Omgevingsvergunning - OMV_2023144696. Beeckmanslaan 5. District Wilrijk - Goedkeuring 2024_CBS_02408 - Omgevingsvergunning - OMV_2023144696. Beeckmanslaan 5. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023144696

Gegevens van de aanvrager:

de heer Raymond Tanghe met als adres Beeckmanslaan 5 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Beeckmanslaan 5 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie C nr. 193R8

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning: volume-uitbreidingen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/12/2003: vergunning (20033770) voor het bouwen van een tuinmuur;

-          29/06/1987: vergunning (222#6979) voor het bouwen van een woning.

 

Vergunde toestand  

-          functie:

  • wonen (eengezinswoning).

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met een schilddak;
  • Totale bouwdiepte van circa 14 m op de gelijkvloerse verdieping.

-          gevelafwerking:

  • rood genuanceerde baksteen en witte bepleistering;
  • houten buitenschrijnwerk met roedeverdeling;
  • erker in voorgevel met leistenen dakje.

-          perceelinrichting:

  • tuinzone van circa 381 m² met een groene voortuinafsluiting;
  • muur in betonsnelbouw op achterste perceelsgrens.

 

Bestaande toestand

-          inrichting:

  • terras van 27 m² en tuinhuis van 4 m²;
  • tuinafsluiting met poortje van circa 2 m hoog naast woning;
  • tuinafsluiting van circa 1,70 m hoog in voortuin op rechterperceelsgrens.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • wonen (eengezinswoning met 5 slaapkamers).

-          bouwvolume:

  • uitbreiding met garage op het gelijkvloers in de zijtuin van 38 m2;
  • uitbreiding van de leefruimten op het gelijkvloers achteraan van 22 m²;
  • uitbreiding op de 1e verdieping van 8,5 m2;
  • aanpassen van het schilddak naar een afgeknot wolfsdak;
  • voorzien van een dakkapel in de voor- en achterzijde van het hellend dak.

-          gevelafwerking:

  • isoleren van de voor-, zij- en achtergevel;
  • grijze gevelplint en bruine steenstrips op de gelijkvloerse verdieping;
  • wit pleisterwerk op de eerste- en tweede verdieping;
  • garage-volume: naturel houten latten met een witgeschilderde houten bakgoot;
  • crème-wit geschilderd houten buitenschrijnwerk;
  • erker in voorgevel met plat dak.

-          perceelinrichting:

  • karrenspoor naar garage en toegang tot woning voorzien van verharding;
  • tuinzone van circa 308 m², terras van 12 m² en tuinhuis van 4 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de dakvorm;

-          voorzien van een dakkapel aan de voor- en achterzijde;

-          isoleren en wijzigen van de voor-, zij- en achtergevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. (De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:

§1    De voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. De voortuinafsluiting met de rechterbuur is hoger dan 1 m;

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

De 4e slaapkamer in de dakverdieping heeft een onvoldoende vrije hoogte om als verblijfsruimte ingericht te worden.

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

Ter hoogte van het garagevolume heeft de scheidingsmuur met de linkerbuur geen opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).


Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De vergunde toestand van het pand betreft een eengezinswoning van 2 bouwlagen onder een hellend dak. De woning is een halfopen bebouwing met een gelijkvloerse bouwdiepte van circa 14 m en een breedte van 6,16 m op een perceel van 13,20 m breed.

 

De aanvraag omvat een grote uitbreiding op het gelijkvloers, een beperkte uitbreiding op de 1e verdieping en het wijzigen van de dakvorm.

 

Op het gelijkvloers wordt naast de woning een garagevolume geplaatst dat aan de voorzijde uitgelijnd wordt met het garagevolume van de linker aanpalende. Aan de linkerzijde komt dit volume tot aan de perceelsgrens en aan de rechterzijde tot tegen de woning, waardoor de bebouwing op het gelijkvloers aan de voorzijde van de woning perceelsbreed wordt. Aan de aansluiting met de woning wordt het volume minder diep gemaakt, zodat de aangrenzende leefruimte voldoende licht en zicht behoudt. In het nieuwe volume wordt een ruime garage, een toilet en een washok geplaatst, intern verbonden met de inkomhal van de woning. In de onmiddellijke omgeving van de aanvraag zijn reeds dergelijke gelijkvloerse garagevolumes naast halfopen woningen aanwezig, waardoor het garagevolume positief geadviseerd kan worden.

 

Aan de achterzijde van de woning worden de keuken en eetruimte ook uitgebreid.

Ter hoogte van de rechterperceelsgrens wordt de keuken uitgebreid tot op de bouwdiepte van de rechterbuur. Aan de linkerzijde wordt een soort erker geplaatst die zowel aan de linkerzijde als aan de achterzijde uitsteekt ten opzichte van de rest van de woning. Hierin wordt de eetruimte georganiseerd. Gezien de diepte en breedte van het perceel en de afstand tot de perceelsgrenzen wordt deze volume-uitbreiding gunstig geadviseerd.

 

Op de 1e verdieping wordt de woning aan de achterzijde ook uitgebreid met een erkervolume. Dit volume is 2,42 m diep en bevindt zich aan de linkerzijde van de achtergevel, waardoor voldoende afstand van de rechterperceelsgrens gehouden wordt. De erker dient als uitbreiding van de 1e slaapkamer, waardoor in het rechterdeel van de originele slaapkamer een extra badkamer geplaatst kan worden.

 

Verder omvat de aanvraag de sloop van het bestaande schilddak en de bouw van een nieuw afgeknot wolfsdak, dat aansluit op het dakvolume van de aanpalende woning rechts. Het nieuwe dakvolume sluit aan bij de aanwezige daken in de directe omgeving van de aanvraag en wordt daarom gunstig geadviseerd. In het nieuwe dak wordt zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde een dakkapel geplaatst. De schaal van deze dakkapellen is afgestemd op de schaal van het dak en het hellend dakvolume blijft leesbaar.

 

In de bestaande toestand is de 2e verdieping ingericht als zolder. Door de vorm van het schilddak en de beperkte vrije hoogte aan de zijkanten is er in de bestaande toestand op de 2e verdieping weinig bruikbare oppervlakte. In de nieuwe toestand wordt de bruikbare oppervlakte uitgebreid en worden 3 extra slaapkamers ingericht. Slaapkamer 5 aan de zijgevel beschikt echter over een te beperkte vloeroppervlakte om als slaapkamer ingericht te worden. Uit de verantwoordingsnota van de architect blijkt dat deze kamer in de toekomst wellicht als badkamer ingericht zal worden. Deze functie is beter afgestemd op de schaal van de ruimte dan een verblijfsruimte, zoals een slaapkamer. Daarnaast heeft slaapkamer 4 aan de voorzijde met een gemiddelde van 2,40 m onvoldoende vrije hoogte. (bouwcode, artikel 21) Als voorwaarde voor vergunning wordt daarom opgelegd dat slaapkamer 4 en 5 niet als verblijfsruimten ingericht mogen worden.

 

Mits voldaan wordt aan deze voorwaarde voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid.

 

Visueel-vormelijke elementen

In de vergunde en bestaande toestand bestaat de voorgevel uit rood genuanceerde baksteen met grijze tegelsplint op de gelijkvloerse verdieping en witte bepleistering op de verdieping. Aan de voorgevel zit een erker met een leistenen hellend dakje. Het achtergelegen volume met de voordeur werd volledig afgewerkt in rood genuanceerde baksteen.

 

De aanvraag omvat het isoleren van alle gevels, wat met het oog op de klimaatambities gestimuleerd wordt door de stad. Bij de afwerking van de geïsoleerde gevels wordt gerefereerd naar de materialen van de bestaande toestand. Het gelijkvloers van de woning wordt afgewerkt met roodbruine steenstrips, gelijkaardig aan de bestaande gevelsteen, en een grijze tegelplint. De erker aan de voorgevel krijgt een plat dak. De bovenliggende verdiepingen worden afgewerkt met wit pleisterwerk. Deze materialen en wijzigingen worden positief geadviseerd.

Het schrijnwerk wordt vernieuwd en uitgevoerd in crème-wit geschilderd hout. Er worden echter geen raamdorpels getekend op de nieuwe gevelplannen of benoemd in de legende. Op de aangeleverde foto’s is te zien dat de bestaande toestand steense raamdorpels heeft. Om een verarming aan materiaal en vervlakking van de gevel bij na-isolatie tegen te gaan, wordt als voorwaarde opgelegd dat in de nieuwe toestand de ramen in de voorgevel ook voorzien moeten worden van steense (natuurstenen of betonnen) raamdopels.

De voorgevel van het garagevolume wordt afgewerkt met verticale natuurkleurige houten latten. Door het voorzien van een ander gevelmateriaal voor dit volume blijft het als bijgebouw leesbaar, wat positief geadviseerd wordt. De witte dakrand van het garagevolume loopt wel door tot voorbij het teruggetrokken volume van de woning, waardoor boven de voordeur een afdak gecreëerd wordt.

 

Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarde voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van de visueel-vormelijke elementen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In de voortuin werd in de bestaande toestand ter hoogte van de rechterperceelsgrens een houten tuinafsluiting geplaatst. Deze tuinafsluiting is hoger dan 1 m en daarom strijdig met artikel 19 van de bouwcode. Door deze hoogte creëert de tuinafsluiting hinder op vlak van licht en zicht voor de gelijkvloerse leefruimte van de rechterbuur. Daarom wordt deze tuinafsluiting uitgesloten uit de vergunning.

 

Ter hoogte van het nieuwe garagevolume heeft de scheimuur met de linkerbuur geen opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst gelegen aangrenzende dakvlak. (bouwcode, artikel 34) Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm. Dit wordt als voorwaarde voor vergunning opgenomen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Op de 2e verdieping mogen de ruimten op plan benoemd als 'slaapkamer 4' en 'slaapkamer 5' niet ingericht worden als verblijfsruimten.

3. De houten tuinafsluiting in de voortuin ter hoogte van de rechterperceelsgrens wordt uitgesloten uit de vergunning.

4. Het gedeelte van het dak van het garagevolume, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

5. De isolatie plus afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de gevellijn uit te voeren.

6. De bestaande elementen in natuursteen (dorpels) zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

7. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) zijn te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

8. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 december 2023

Volledig en ontvankelijk

9 januari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

9 maart 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

8 april 2024

Verslag GOA

18 maart 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

 

  1. Bouwdiepte: Het bezwaar dat de bouwdiepte van de aanvraag op de 1e verdieping voorbij de bouwdiepte van de rechterbuur komt, waardoor dit de lichtinval in de ruimten van de rechterbuur op de 1e verdieping zou beperken.

Beoordeling: In de aanvraag wordt de uitbreiding op de 1e verdieping uitgevoerd aan de linkerzijde van de woning, waardoor er geen scheimuurwijzigingen dienen te gebeuren. De bouwdiepte overschrijdt de bouwdiepte van de rechterbuur, die een uitbreiding aan de rechterzijde heeft, ook niet. De uitbreiding houdt voldoende afstand van de rechterperceelsgrens, waardoor in alle redelijkheid gesteld kan worden dat de hinder betreffende lichtinval voor de rechterbuur beperkt zal blijven.

Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Tuinafsluiting: Het bezwaar tegen de plaatsing van een houten tuinafsluiting in de voortuin ter hoogte van de rechterperceelsgrens. De hoogte van de tuinafsluiting is niet conform de bouwcode en gerereert voor de rechterbuur lichthinder in de voorste leefruimte op het gelijkvloers.

Beoordeling: De houten tuinafsluiting is inderdaad niet conform artikel 19 van de bouwcode, omdat deze hoger is dan 1 m. Door deze hoogte creëert de tuinafsluiting hinder op vlak van licht en zicht voor de gelijkvloerse leefruimte van de rechterbuur.

Het bezwaar is gegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Op de 2e verdieping mogen de ruimten op plan benoemd als 'slaapkamer 4' en 'slaapkamer 5' niet ingericht worden als verblijfsruimten.

3. De houten tuinafsluiting in de voortuin ter hoogte van de rechterperceelsgrens wordt uitgesloten uit de vergunning.

4. Het gedeelte van het dak van het garagevolume, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

5. De isolatie plus afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de gevellijn uit te voeren.

6. De bestaande elementen in natuursteen (dorpels) zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken dan in de oorspronkelijke situatie.

7. De uitstekende delen van de gevel (plint, raamdorpels, kroonlijst, …) zijn te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.

8. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.