Terug
Gepubliceerd op 25/03/2024

2024_CBS_02353 - Omgevingsvergunning - OMV_2023035983. Amand De Lattinlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02353 - Omgevingsvergunning - OMV_2023035983. Amand De Lattinlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_02353 - Omgevingsvergunning - OMV_2023035983. Amand De Lattinlaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023035983

Gegevens van de aanvrager:

BV KVB INVEST met als adres De Heide 8 te 2288 Grobbendonk en NV REGATTA-L.O. met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

de heer Jeroen De Cadt met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen en

NV REGATTA-L.O. (0818494809) met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Amand De Lattinlaan zonder nummer (zn) te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nr. 204G19

waarvan:

 

-     20221206-0003

afdeling 13 sectie N nr. 204G19 (GB2A - warmtepompen en klantencabine)

-     20230327-0062

afdeling 13 sectie N nr. 204G19 (Bemaling Regatta)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het bouwen van 133 appartementen met ondergrondse parkeergarage en de exploitatie van warmtepompen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-     28/11/2022: vergunning (OMV_2022035191) voor de aanleg van wegenis, riolering en wadi’s (ventweg);

-     26/11/2021: vergunning (OMV_2021118250) voor het verkavelen van een perceel in drie loten voor kantoren en wonen voor het project ‘Regatta’ deelzone Gb2.

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand 

-     onbebouwd perceel binnen vergunde verkaveling.

 

Bestaande toestand

-     braakliggend terrein binnen projectzone Regatta.

 

Nieuwe toestand

-     functie: wonen:

  • blok A: meergezinswoning met 41 wooneenheden;
  • blok B: meergezinswoning met 13 wooneenheden;
  • blok C: meergezinswoning met 79 wooneenheden;

-     bouwvolume: 

  • variërend aantal bouwlagen per bouwblok met een maximum van 9; 
  • 1 ondergrondse bouwlaag ingericht als parking en bergruimte;
  • variërende voetafdruk per gebouw;

-     gevelafwerking: 

  • gevel in wit-beige gladde gevelsteen en grijs-groene ruwe gevelsteen;
  • teruggesprongen daklaag in beige-witte gevelbeplating;
  • detaillering in beton en aluminium gevelbeplating;
  • aluminium buitenschrijnwerk en borstweringen in variërende kleur;

-     inrichting: 

  • 3 vrijstaande bouwblokken onderling verbonden via 2 gemeenschappelijke ondergrondse bouwlagen;
  • ondergrondse parking bereikbaar via nieuwe ventweg;
  • gemeenschappelijk binnengebied met publiek toegankelijk park. 


Inhoud van de aanvraag 

-     bouwen van 3 meergezinswoningen met in totaal 133 wooneenheden;

-     voorzien van een gemeenschappelijke ondergrondse parking;

-     aanleggen van het binnengebied (inclusief publiek toegankelijk park).

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Voor de realisatie van het nieuwbouwproject wordt de verlaging van de grondwatertafel en de exploitatie van warmtepompen gevraagd.

 

Aangevraagde rubriek(en) 

 

Aangevraagde rubriek(en) GB2A - warmtepompen en klantencabine
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

193,60 kW

  

Aangevraagde rubriek(en) Bemaling Regatta
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

187.000 m³/jaar

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

 

Bemaling Regatta

1

Bij te stellen voorwaarde:

De exploitant vraagt een bijstelling aan op bijlage 4.2.5.1 - 'Controle-inrichting voor lozingen van afvalwaters'. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan voorzien, de debietmeter die geplaatst wordt is conform Vlarem II artikel 5.53.3.2. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling). 

 

De exploitant vraagt een afwijking op bijlage 4.2.5.2. - 'Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater'. De staalname van het bemalingswater zal gebeuren bij opstart en gedurende de bemalingsfasen en dit door middel van het staalnamekraantje op de collector.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling

Staalnamekraantje en debietmeter worden voorzien.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

21 september 2023

13 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Aquafin

9 januari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

21 september 2023

9 november 2023

Gunstig

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

21 september 2023

10 oktober 2023

Voorwaardelijk gunstig

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - DGLV - Airfields

22 september 2023

9 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

21 september 2023

9 november 2023

Ongunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

9 januari 2024

21 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

21 september 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

21 september 2023

5 oktober 2023

Geen bezwaar

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

22 september 2023

18 oktober 2023

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

22 september 2023

12 oktober 2023

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

10 januari 2024

10 januari 2024

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen

10 januari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

De Lijn Entiteit Antwerpen

22 september 2023

26 september 2023

Gunstig

Water-link

22 september 2023

13 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

21 september 2023

22 september 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

21 september 2023

29 september 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

21 september 2023

6 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding

21 september 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ Grond- en pandendecreet

21 september 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK

11 september 2023

11 september 2023

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

21 september 2023

20 oktober 2023

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

21 september 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Galgenweel-Borgerweert, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 2 mei 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone voor gemengde bestemming gb (bestemmingszone rand groene singel).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling 202119, goedgekeurd op 26 november 2021.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
 

De aanvraag wijkt af van het bijzonder plan van aanleg op volgend punt:

BPA Galgenweel-Borgerweert:

-     artikel 1.3.5:
Indien er platte daken worden voorzien die in het zicht liggen van woonfuncties, dan moeten deze vormgegeven worden als 3de (of 5de) gevel, ingericht als groendak, daktuin of dakterrassen. De platte daken van de luifels zijn niet overal ingericht als groendak, daktuin of dakterras, hoewel deze in het zicht liggen van de woonfuncties.

 

De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvergunning op volgende punten:

-     artikel 2.3 Dakvormen en dakterrassen:
Niet alle daken worden uitgevoerd met extensieve of intensieve groene beplanting;

-     artikel 2.5 Materialen:
Gevels moeten afgewerkt worden met baksteen, natuursteen, zichtbeton, staal, hout, zink, glas of gelijkwaardig. De gevels worden deels afgewerkt in gevelbeplating. Echter wordt het materiaal van deze beplating niet verder gespecifieerd;

-     artikel 2.1.B. Inplanting:
Ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping wordt niet gebouwd tot tegen de bouwlijn aan de ventweg. De kolommen liggen echter wel tegen de rooilijn.
Woonfuncties dienen hun hoofdtoegang te hebben aan de gevel van de Ventweg. Voor het gebouw A is dit niet het geval, echter zou dit gezien de inplanting van gebouw A ook geen logische keuze zijn:

-     artikel 2.5 Voorschriften duurzaam bouwen en kwaliteitsaspecten:
Aan de inkom van gebouw A ligt een niet-waterdoorlatende verharding. Deze watert af naar de omliggende beplanting.
 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
In het advies van Aquafin wordt echter aangegeven dat het hergebruik te weinig is waardoor de hemelwaterput te vaak zal overstorten. Er dient meer hergebruik te worden voorzien. Het advies wordt integraal aan de vergunning toegevoegd en dient nageleefd te worden. 

-     Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • artikel 20 Trappen:
    na afwerking dient de breedte van de trap minstens 1 meter te bedragen tussen beide trapleuningen. De trappen zijn met 0,9 meter minder dan 1 meter breed.
    Aan beide zijden dient een trapleuning te worden voorzien die op het einde en begin van elke trap minstens 0,40 meter uitsteekt.

 

Algemene bouwverordeningen

-     Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 14 Insprongen en openingen aan voorgevels:
    insprongen dieper dan 2 meter dienen ‘s nachts te worden afgesloten en verlicht. De dieper gelegen toegang tot de fietsenstalling van gebouw B en de diepergelegen toegangen tot het binnengebied van gebouw A dienen te worden verlicht;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: de 320 nodige fietsenstallingen moeten voorzien zijn in gemeenschappelijke stallingen.
  • artikel 38 Groendaken:
    nieuwe, platte daken met een oppervlakte van meer dan 20 m², dienen te worden ingericht als groendak. De platte daken boven de terrassen voldoen hier niet aan.

 

Sectorale regelgeving

-     MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-     Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit). 

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd. 

Het project is gelegen in een zone met een fluviale overstromingskans van 1 keer op 1.000 jaar onder toekomstig (2050) klimaat.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

De Dienst Integraal Waterbeleid adviseert de aanvraag gunstig.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-     Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-     Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen 
Van de archeologienota werd akte genomen door het Agentschap Onroerend Erfgoed op 21 mei 2023.

Er werd een programma van maatregelen opgemaakt voor een uitgesteld vooronderzoek (namelijk verkennende en eventueel waarderende boringen). Nadien maakt de archeoloog een nieuwe nota op met een eventueel nieuw programma van maatregelen. Ook dit programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd als voorwaarde bij deze omgevingsvergunning. 

-     Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag wordt gesitueerd in de bestemmingszone Rand Groene Singel (Gb2) zoals beschreven in het BPA Galgenweel-Borgerweert. De zone Gb2 uit het BPA werd in een verkaveling opgedeeld in 3 kavels. De aanvraag omvat de meest noordelijk kavel Gb2.1.

Ten westen van de aanvraag zal in kader van de Oosterweelverbinding het op- en afrittencomplex ter hoogte van de Katwilgweg gesupprimeerd worden en zal een groene ruimte ontstaan. Ten noorden van de aanvraag bevindt zich het gerealiseerde project “Left” op de kop van de Blancefloerlaan en aan de oostzijde ligt de Armand De Lattinlaan en de nagenoeg volledig gerealiseerde wijken 6 en 7. De twee andere kavels van de zone Gb2 zullen in de toekomst verder ontwikkeld worden.

 

De aanvraag is functioneel inpasbaar binnen het stadsontwikkelingsproject en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het BPA en de verkaveling. De aanvraag omvat 3 meergezinsgebouwen met een totaal van 133 wooneenheden die variëren in grootte van studio’s tot 3-slaapkamerappartementen.

De aanvraag is een monofunctioneel woonproject maar de structuur van het gelijkvloers is zo opgevat dat een transformatie naar een commerciële of reca-invulling mogelijk is conform de stedenbouwkundige voorschriften van het BPA. Deze suggestie werd geopperd door de Kwaliteitskamer waardoor het project in de toekomst zou kunnen bijdragen aan de gemengde stedelijke ontwikkeling op de site van Katwilgweg. De suggesties werd gevolgd door de aanvraag in een latere bespreking met de Kwaliteitskamer. Op de plannen in de aanvraag is de kolomstructuur echter niet afleesbaar. In de beschrijvende nota wordt de flexibele invulling wel aangehaald. In de voorwaarde bij de vergunning moet worden opgenomen dat de overhoekse appartementen die zullen uitgeven op de groene ruimte tussen Regatta en Katwilgweg met een kolomstructuur moet uitgewerkt worden zodat de gelijkvloerse invulling kan wijzigen.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De bestemmingszone Gb2 vormt een representatieve wand langs de toekomstige groene ruimte tussen het stadsontwikkelingsproject Regatta en de zone Katwilgweg. Het bouwveld wordt ingevuld met drie volumes waarbij de grootste volumes aan de toekomstige groene ruimte worden gelegd. Blok A staat haaks op de groene ruimte en blok C parallel. Beide volumes tellen 8 bouwlagen. Blok C heeft een bijkomende teruggetrokken daklaag. Naar de wijk toe wordt er afgebouwd met het lagere volume C met 4 bouwlagen en een teruggetrokken daklaag. Het deel van het blok A dat uitgeeft op de wijk krijgt een setback in overeenstemming met blok B. Deze plaatselijke schaalverkleining werd toegepast naar aanleiding van het advies van de Kwaliteitskamer.

 

Het BPA legt twee onbebouwde verblijfsruimtes op binnen de zone Gb2. Eén van deze verblijfsruimtes wordt in het verkavelingsplan toegekend aan de kavel uit de aanvraag. De zone wordt ten zuiden van blok B gesitueerd en geeft uit op de Armand De Lattinlaan. Deze zone is niet onderkelderd en kan dus ten volle als groene ruimte met volwaardige bomen ingericht worden.

 

Ten westen van de bestemmingszone Gb2 zal een ventweg aangelegd worden. Deze ventweg werd intussen vergund. De ondergrondse parking zal uitgeven op deze ventweg.

 

Aan de inkom van gebouw A ligt een niet-waterdoorlatende verharding wat in strijd is met artikel 2.5 van de verkavelingsvoorschriften. Aangezien de verharding afwatert naar de omliggende beplanting kan een afwijking gunstig geadviseerd worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De drie volumes worden alzijdig uitgewerkt. De gevelmaterialen bestaan hoofdzakelijk uit gevelsteen en details in zichtbeton. De plint wordt uitgewerkt in een ruwe grijsgroene gevelsteen in. De bovenbouw wordt opgetrokken in een gladde gevelsteen in witbeige tint. Het schrijnwerk wordt in gemoffeld aluminium voorzien in een witte tint.

De borstweringen in de bovenbouw wordt uitgewerkt in spijlenwerk, enkel in de plint worden ze gesloten opgevat en uitgewerkt in grijsgroene perfoplaten. De daklagen worden uitgewerkt in gevelbeplating in een beige kleur. Het materiaal van de gevelbeplating wordt niet verder gespecifieerd waardoor niet kan geoordeeld worden of de aanvraag in overeenstemming is met artikel 2.5 van de verkavelingsvoorschriften. Aangezien het echter over de teruggetrokken daklagen gaat die minder zichtbaar zijn vanop het maaiveld, kan een eventuele afwijking hier alsnog gunstig worden geadviseerd.

De plint wordt ontworpen in verhouding tot het bouwvolume en bevat in blok A en C twee bouwlagen. De plint van blok B bevat maar één bouwlaag en sluit hierdoor aan op de schaalgrootte van de wijk.

De terrassen van blok C zijn aan beide zijden uitgewerkt met een paserellestructuur naar aanleiding van het advies van de Kwaliteitskamer. Deze suggesties werd gemaakt om de enerzijds de indeling van de raamopeningen in de bovengevel aan het zicht te onttrekken van het afwijkende ritme van de kolomstructuur in de plint en anderzijds om de kleinere mono-georiënteerde units meer verblijfskwaliteit te geven. Het advies werd opgevolgd en de raamopeningen van plint en bovenbouw werden bovendien ook beter op elkaar afgestemd.

De visueel-vormelijke inpassing van de aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De toegangen tot de verticale circulatiekernen worden op het gelijkvloers doorgetrokken tot in het binnengebied zodat deze buitenruimte eenvoudig kan betreden worden. Het is wel aangewezen dat de diepergelegen toegangen van blok A verlicht worden (bouwcode, artikel 14). Ook de toegang tot de fietsenstalling in blok B ligt dieper dan 2 meter en moet worden verlicht. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Nieuwe, platte daken met een oppervlakte van meer dan 20 m², dienen te worden ingericht als groendak (bouwcode, artikel 38). De platte daken boven de passerellestructuur voldoen hier niet aan. De passerellestructuur betreft hier een architecturaal concept die voor de volumes aangebracht worden. Het is de betrachting deze structuur zo fijn mogelijk uit te werken. Als de bovenste betonplaat als een groendak moet aangelegd worden dan moet deze dikker uitgevoerd worden en vervalt het architectuurconcept. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode wordt een afwijking toegestaan. De bovenste betonplaat van de passerellestructuur wordt ook niet met een dakbedekkingsmateriaal afgewerkt maar is zichtbeton waardoor er geen visuele verstoring is voor de bewoners van dakvolumes en er ook een afwijking van artikel 1.3.5 van het BPA Galgenweel-Borgerweert en artikel 2.3 van de verkaveling wordt toegestaan.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke groendienst. Zij geven ongunstig advies dat echter als een voorwaardelijk gunstig advies moet gelezen worden:

Bepaalde delen worden openbaar domein en dan moet het bomenplan worden gevolgd. De groenzones waar bomen worden aangeplant dienen minstens tot 1 m diepte van goede teelaarde worden voorzien. Onder de parking moet bomengranulaat worden aangebracht om de nieuwe bomen voldoende groeikansen te geven. De ondergrondse groeiruimte moet aangeduid worden op het plan.

Zowel de bomen op het privaat als openbaar domein moeten minstens een stamomtrek 18/20 hebben. Dit dient te worden opgenomen in het dossier. Er mogen enkel bomen van 1e of 2e grootte worden geplant.

Er mag geen dolomiet worden gebruikt op openbaar domein. Ofwel schelpenzand zoals in de rest van de wijk ofwel porfier (0-7).

Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt naar oplevering, timing overdracht en nazorg.”

Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

De aanvraag moet voldoen aan artikel 20 van de verordening toegankelijkheid. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van Stadsontwikkeling/Onroerend Erfgoed/Archeologie bijgetreden en als voorwaarde mee bij de vergunning opgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 160 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van 133 appartementen.

 

133 woningen met parkeernorm 1,2 (conform BPA): 133 x 1,2 = 159,6

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 160.

 

De plannen voorzien in 106 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

In de ondergrondse parking zijn 106 parkeerplaatsen voorzien.

De 54 plaatsen die ontbreken zullen voorzien worden in de Gc zone.

 

De parkeerboekhouding wordt mee toegevoegd.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 160.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De parking wordt ontsloten langs de nog aan te leggen ventweg.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de appartementen moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden.

80 appartementen met 1 slaapkamer: 80 x 2 = 160

52 appartementen met 2 slaapkamers: 52 x 3 = 156

1 appartement met 3 slaapkamers: 1 x 4 = 4

In totaal moeten 320 fietsenstallingen voorzien worden.

 

Er worden verschillende fietsenstallingen ingericht.

In blok A is een fietsenstalling op het gelijkvloers voor 30 fietsen. Hiervan zijn er 14 met een dubbel systeem.

In blok B is een fietsenstalling voor 11 fietsen op het gelijkvloers.

In blok C is een fietsenstalling voor 36 fietsen op het gelijkvloers. Hiervan zijn er 16 met een dubbel systeem.

In de ondergrondse parking worden nog 306 fietsenstallingen worden voorzien. Deze zijn bereikbaar via een fietslift.

Van de 306 fietsenstallingen zijn er 152 met een dubbel systeem, 147 gewone, en 7 plaatsen voor bakfietsen.

Er moet 10% van de nodige plaatsen geschikt zijn voor bakfietsen, voor dit project zijn dat er 32.

 

De dienst Mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-     10% van de fietsenstallingen moet geschikt zijn voor bakfietsen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Op Linkeroever in Antwerpen is ter hoogte van de aansluiting van de E34 en de Blancefloerlaan (N70) de realisatie van project Regatta/Westville voorzien. De projectsite bevindt zich op circa 250 m van het Galgenweel. Het betreft een nieuwbouwproject waarvoor een ondergrondse bouwlaag voorzien wordt. Deze ondergrondse bouwlaag zal uitgegraven en aangelegd worden in open bouwput. Aan de noordelijke en oostelijke zijde van de bouwput wordt een berlinerwand voorzien.

 

Voor de realisatie van de ondergrondse bouwlaag werd een bemalingsstudie opgesteld. Volgens deze studie ligt het gemiddeld lokaal maaiveldpeil op circa +5,75 mTAW. De ondergrond bestaat uit een quartair zand gevolgd door zandhoudende klei (polderklei). In deze zandhoudende klei komt een veenlaag voor. Onder de polderklei komt goed gepakt zand voor van de tertiaire Formatie van Kattendijk. Deze watervoerende laag wordt naar onder afgesloten door de tertiaire klei van de Formatie van Boom (vanaf circa -15 mTAW). De afgravingsdiepte voor de kelder bedraagt -5,05 m-mv (+1,65 mTAW) en voor de fietslift -5,95 m-mv (+0,75 mTAW).

De bemaling in het bovenste quartaire zand kan uitgevoerd worden door middel van horizontale drains boven de polderklei. Een ondersteuning door middel van een open bemaling zal vermoedelijk noodzakelijk zijn. Om spanning weg te nemen onder de polderklei en opbarstgevaar te voorkomen, is het nodig om onder de polderklei een spanningsbemaling uit te voeren met behulp van dieptebronnen.

 

De bemaling werd gesimuleerd in een numeriek grondwatermodel. Het maximale debiet bedraagt circa 70,8 m³/uur (gedurende de eerste 3 dagen) of circa 1.700 m³/dag. Het stationaire debiet bedraagt circa 17,5 m³/uur. Na 365 dagen bemalen bedraagt het totaal opgepompt volume bemalingswater ongeveer 187.000 m³.

 

Op basis van de gesimuleerde grondwaterverlaging kan worden vastgesteld dat de maximale grondwaterverlaging buiten de bouwput niet meer dan circa 3 m bedraagt. Ook blijkt uit de theoretische absolute zettingsberekeningen dat het risico op schade ten gevolge van zettingen aanvaardbaar is. Desalniettemin wordt aanbevolen de werkelijk optredende zettingen bij aanvang van de bemaling en minstens gedurende de eerste weken van de bemaling, op te volgen door het uitvoeren van zettingsmetingen.

 

Uit de screening van naburige bij OVAM gekende dossiers is gebleken dat er op aangrenzende percelen verhoogde concentraties arseen werden gemeten. Bijkomend ligt de projectsite binnen de PFAS no regret-zone van 3M. Een zuiveringsinstallatie voor maximaal 50 m³/uur wordt voorzien. Conform de bepalingen van art. 5.53.6.1.1§ 3 van Vlarem II, heeft het bemalingswater dat terug in de grond wordt ingebracht geen behandeling ondergaan; tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning. Gezien het onttrokken grondwater mogelijks verhoogde concentraties aan arseen en PFAS, dient het bemalingswater gezuiverd (of behandeld) worden. Er zijn geen bezwaren om de te behandelen afvalwater te infiltreren én dus een afwijking op de bepaling vervat in art. 5.53.6.1.1§ 3 toe te staan.

 

Het bemalingswater zal geloosd worden in wadi’s aanwezig op de projectsite zodat het maximaal op het eigen terrein kan infiltreren. Op deze wadi’s zijn overstorten voorzien die via het bestaand RWA-stelsel uitmonden in de Middenvijver gelegen ten noorden van de projectsite. De exploitant vraagt een afwijking op bijlage 4.2.5.2. - 'Controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater'. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft, wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan voorzien. De debietmeter die geplaatst wordt is conform Vlarem II artikel 5.53.3.2. §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling). De bijstelling kan ingewilligd worden. De sectorale bepalingen vervat onder 5.53 vangen de bepalingen van bijlage 4.2.5.2 ruimschoots op. Er dient wel een bekomende afwijking gegeven te worden op artikel 5.53.6.1.1§3. Indien het behandelde bemalingswater geloosd wordt in de ondergrond, dienen de milieukwaliteitsnormen wel behaald te worden..

 

Tenslotte omvat de aanvraag verscheidene warmtepompen voor de exploitatiefase. Voor blok A en blok C (120 woon-units) worden twee gemeenschappelijke warmtepompen voorzien én gestald op blok A. Elke warmtepomp heeft een elektrisch aandrijvingsvermogen van 96,8 kW. Voor de overige woonunits in blok B zal er per woonunit een warmtepomp van 3 kW voorzien worden. Om trillings- en geluidshinder te beperken worden trillingsdempers voorzien.  Voor de geluidsdemping zullen er rondom de pompen akoestische schermen geplaatst worden. De eigenschappen van de schermen worden niet toegelicht en zijn niet gekend. Deze taak zal later toevertrouwd worden aan een akoestisch studiebureau; aldus de aanvrager. Gezien enkel de twee gemeenschappelijke pompen ingedeeld zijn, zijn de beoogde handelingen louter meldingsplichtig. Wij wijzen de exploitant erop de geldende milieukwaliteitsnormen voor geluid -zowel inpandig als in openlucht- in acht te nemen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. De ondergrondse verdieping moet voorzien worden van ASTRID indoordekking conform het advies van ASTRID-veiligheidscommissie.
  1. Het hydraulisch en technisch advies van Waterlink in samenwerking met Aquafin dient nageleefd te worden.
  1. Bepaalde delen worden openbaar domein en dan moet het bomenplan worden gevolgd: 

-     De groenzones waar bomen worden aangeplant dienen minstens tot 1m diepte van goede teelaarde worden voorzien;

-     Onder de parking moet bomengranulaat worden aangebracht om de nieuwe bomen voldoende groeikansen te geven. De ondergrondse groeiruimte moet aangeduid worden op het plan;

-     Zowel de bomen op het privaat als openbaar domein moeten minstens een stamomtrek 18/20 hebben. Dit dient te worden opgenomen in het dossier;

-     Er mogen enkel bomen van 1e of 2e grootte worden geplant;

-     Er mag geen dolomiet worden gebruikt op openbaar domein. Ofwel schelpenzand zoals in de rest van de wijk ofwel porfier (0-7);

-     Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt naar oplevering, timing overdracht en nazorg. 

  1. De bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van verkennende boringen (eventueel gevolgd waarderende boringen), uit conform de bepalingen uit de opgestelde archeologienota (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/26046), nadien maakt de erkende archeoloog een nieuwe nota op, ook het daaruit volgende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd.
  1. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).
  1. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
  1. De overhoekse appartementen die zullen uitgeven op de groene ruimte tussen Regatta en Katwilgweg moeten met een kolomstructuur uitgewerkt worden zodat de invulling kan wijzigen.
  1. De diepergelegen toegangen van blok A en de toegang tot de fietsenstalling in blok B moeten worden verlicht.
  1. Het advies van de FOD Mobiliteit en Vervoer, DG Luchtvaart dient nageleefd te worden.
  1. 10% van de fietsenstallingen moet geschikt zijn voor bakfietsen.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld de vergunning voor de grondwaterbemaling te verlenen voor een periode van 12 maanden na de start van de werken alsook de gevraagde afwijking op het plaatsen van een meetgoot toe te staan. Voor de exploitatie van de warmtepompen wordt gunstig advies gegeven om de vergunning voor onbepaalde duur te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

GB2A - warmtepompen en klantencabine

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting GB2A - warmtepompen en klantencabine)

193,60 kW

Bemaling Regatta

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

187.000 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De lozingsnorm voor arseen en PFAS wordt vastgesteld op: 
    parameterlozingsnorm
    As20 µg/liter
    PFAS (individueel)

    100 ng/liter


  2. Een meetgoot is niet vereist;
  1. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf: 

-     In de eerste week en telkens na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal. 

-     Voor de overige periode: maandelijks. 

  1. Elke bemalingspomp wordt gestuurd op het grondwaterpeil in de peilbuis in een pompput of op het grondwaterpeil in aparte peilputten. De noodzakelijke verlaging wordt per bouwfase bepaald en de regeling van de peilsturing bijgesteld in functie van de vordering van de bouwwerken.
  2. Een afwijking wordt gegeven op artikel 5.53.6.1.1§3
  3. Het behandelde bemalingswater dat geloosd wordt in de grond dient te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen.


Lasten

Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten bij vergunningen kan opleggen.

 

De last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden. Het kaderbesluit van 9 maart 2018 (jaarnummer 2203) legde de principes voor de lasten vast.

 

De stedenbouwkundige lasten voor het volledige projectgebied Regatta werden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst voorgelegd aan de gemeenteraad op 25 april 2006 (jaarnummer 1016), gewijzigd en/of aangevuld in een eerste en tweede addendum op deze overeenkomst, respectievelijk voorgelegd aan de gemeenteraad op 5 maart 2012 (jaarnummer 220) en op 30 mei 2016 (jaarnummer 301).

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 mei 2023

Volledig en ontvankelijk

21 september 2023

Start openbaar onderzoek

1 oktober 2023

Einde openbaar onderzoek

30 oktober 2023

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

3 januari 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

4 januari 2024 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

3 april 2024

Verslag GOA

15 maart 2024

Naam GOA

Axel Devroe en Bieke Geypens


Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

1 oktober 2023

30 oktober 2023

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. De ondergrondse verdieping moet voorzien worden van ASTRID indoordekking conform het advies van ASTRID-veiligheidscommissie.
  1. Het hydraulisch en technisch advies van Waterlink in samenwerking met Aquafin dient nageleefd te worden.
  1. Bepaalde delen worden openbaar domein en dan moet het bomenplan worden gevolgd: 

-     De groenzones waar bomen worden aangeplant dienen minstens tot 1m diepte van goede teelaarde worden voorzien;

-     Onder de parking moet bomengranulaat worden aangebracht om de nieuwe bomen voldoende groeikansen te geven. De ondergrondse groeiruimte moet aangeduid worden op het plan;

-     Zowel de bomen op het privaat als openbaar domein moeten minstens een stamomtrek 18/20 hebben. Dit dient te worden opgenomen in het dossier;

-     Er mogen enkel bomen van 1e of 2e grootte worden geplant;

-     Er mag geen dolomiet worden gebruikt op openbaar domein. Ofwel schelpenzand zoals in de rest van de wijk ofwel porfier (0-7);

-     Er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt naar oplevering, timing overdracht en nazorg. 

  1. De bouwheer voert het programma van maatregelen, namelijk een uitgesteld vooronderzoek in de vorm van verkennende boringen (eventueel gevolgd waarderende boringen), uit conform de bepalingen uit de opgestelde archeologienota (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/26046), nadien maakt de erkende archeoloog een nieuwe nota op, ook het daaruit volgende programma van maatregelen dient verplicht te worden uitgevoerd.
  1. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).
  1. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.?
  1. De overhoekse appartementen die zullen uitgeven op de groene ruimte tussen Regatta en Katwilgweg moeten met een kolomstructuur uitgewerkt worden zodat de invulling kan wijzigen.
  1. De diepergelegen toegangen van blok A en de toegang tot de fietsenstalling in blok B moeten worden verlicht.
  1. Het advies van de FOD Mobiliteit en Vervoer, DG Luchtvaart dient nageleefd te worden.
  1. 10% van de fietsenstallingen moet geschikt zijn voor bakfietsen.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  1. De lozingsnorm voor arseen en PFAS wordt vastgesteld op: 

parameter

lozingsnorm

As

20 µg/liter

PFAS (individueel) 

100 ng/liter

  1. Een meetgoot is niet vereist;
  1. De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf: 

-      In de eerste week en telkens na instelling van een dieper bemalingspeil: vijfmaal. 

-     Voor de overige periode: maandelijks. 

  1. Elke bemalingspomp wordt gestuurd op het grondwaterpeil in de peilbuis in een pompput of op het grondwaterpeil in aparte peilputten. De noodzakelijke verlaging wordt per bouwfase bepaald en de regeling van de peilsturing bijgesteld in functie van de vordering van de bouwwerken.
  2. Een afwijking wordt gegeven op artikel 5.53.6.1.1§3
  3. Het behandelde bemalingswater dat geloosd wordt in de grond dient te voldoen aan de milieukwaliteitsnormen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

GB2A - warmtepompen en klantencabine

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting GB2A - warmtepompen en klantencabine)

193,60 kW

Bemaling Regatta

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50 m³/uur

53.2.2°b)2°

bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld.

187.000 m³/jaar

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning voor de bemaling geldig is voor een periode van 12 maanden vanaf de start van de werken. Voor de exploitatie van de wamtepompen wordt de vergunning verleend voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.