Terug
Gepubliceerd op 25/03/2024

2024_CBS_02387 - Omgevingsvergunning - OMV_2023103160. Diksmuidelaan 173. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 22/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02387 - Omgevingsvergunning - OMV_2023103160. Diksmuidelaan 173. District Berchem - Weigering 2024_CBS_02387 - Omgevingsvergunning - OMV_2023103160. Diksmuidelaan 173. District Berchem - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023103160

Gegevens van de aanvrager:

de heer Kadir Dogan met als adres Diksmuidelaan 173 bus 2 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Diksmuidelaan 173 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 67L2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de functie van een gebouw met vermeerdering van het aantal woongelegenheden en interne structurele werken.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          21/12/2022: proces-verbaal (nieuw: 11002_2023_17229_VPV) voor het wijzigen van de functie van de gelijkvloerse verdieping;

-          29/12/1982: vergunning (1982#19111) voor verbouwingswerken;

-          12/05/1927: toelating (961#8851) voor het bouwen van een winkelhuis.

 

Vergunde toestand  

-          functie: gemengd gebruik:

  • gemeenschapsvoorziening (mutualiteitskantoor) op de gelijkvloerse verdieping;
  • wonen – duplex appartement op de eerste en tweede verdieping;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met plat dak;
  • achterbouw over 2 bouwlagen met plat dak;
  • bouwhoogte is 9,13 m;
  • bouwdiepte hoofdbouw is 8,36 m, bouwdiepte aanbouw tot op 14,81 m;

-          gevelafwerking:

  • dorpels en plinten in blauwe hardsteen;
  • kroonlijst in hout;
  • voorgevel in baksteen;
  • buitenschrijnwerk ramen gelijkvloerse verdieping in donkerbruin aluminium;
  • buitenschrijnwerk ramen verdiepingen in hout;

-          inrichting:

  • patio tegen de achterperceelsgrens aan de linkerkant.

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • dienstverlening (gokkantoor) op de gelijkvloerse verdieping;

-          bouwvolume:

  • achterbouw over 3 bouwlagen met platte daken;
  • interne wijzigingen op gelijkvloerse en tweede verdieping;

-          gevelafwerking en inrichting ongewijzigd.

Nieuwe toestand

-          functie: wonen – meergezinswoning:

  • een-slaapkamerappartement op gelijkvloerse verdieping van circa 51 m²;
  • duplex-appartement op de eerste en tweede verdieping conform bestaande toestand;

-          gevelafwerking: ongewijzigd met uitzondering van:

  • gewijzigde raamindeling aan de voorgevel van de gelijkvloerse verdieping;
  • buitenschrijnwerk gelijkvloerse verdieping in zwarte kleur, de vaste delen in grijs plaatmateriaal;

-          bouwvolume: conform bestaand.

 

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de functie van gemeenschapsvoorziening naar wonen;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 2;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          wijzigen van het bouwvolume;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluvius System Operator

9 november 2023

13 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

9 november 2023

15 december 2023

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

9 november 2023

17 november 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

9 november 2023

17 november 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

9 november 2023

17 november 2023

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    • de nieuwe gelijkvloerse voorgevel met verdiepingshoge ramen is niet in harmonie met het referentiebeeld van de woongevels in de omgeving;
    • de uitwerking van de gevel deels met vezelcementplaat betreft geen kwalitatieve stedelijke uitwerking en is niet in harmonie met het referentiebeeld;
    • de aangeleverde foto’s tonen dat de gelijkvloerse voorgevel in donkere bruinkleurige baksteen uitgevoerd werd, waar de verdiepingen in rode baksteen behouden bleven. Dit sluit niet aan bij het totaal ontwerp van het gebouw, noch bij het referentiebeeld van de straat;
  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    de aangeleverde geveltekeningen en legende verduidelijken onvoldoende of de materialisatie van de geveldetaillering (elementen in pleisterwerk en natuurstenen raamdorpels) ongewijzigd behouden blijft;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    • de ruimte met wc en douche wordt op het grondplan als “bureau” benoemd. Indien dit geen sanitair is, maar als bureau-ruimte gebruikt zou worden, dient dit over een opengaand raam te beschikken;
    • ter hoogte van de bureau-ruimte wordt een kast voorzien welke de verblijfsruimte in twee deelt. Dit heeft een ongunstige invloed op de daglichttoetreding van het achterliggende deel (keuken-bureau);
  • artikel 27 Open ruimte:

bij functiewijziging dient op het niveau van het gelijkvloers minimaal 20 % van het perceel op het niveau van het gelijkvloers onbebouwd te zijn. Er is geen 20 % open ruimte aanwezig op het perceel;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    voor de bijkomende wooneenheid dienen 2 fietsstalplaatsen te worden ingericht. Deze werden niet voorzien;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    voor de bijkomende wooneenheid wordt geen autostalplaats ingericht;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    • de scheidingsmuren werden ter hoogte van het hoofddak gewijzigd, waarbij de brandopstand verminderd werd;
    • de scheidingsmuren ter hoogte van de vergunde en nieuwe delen van de achterbouw worden niet van een brandopstand van minimaal 30 cm voorzien.
       

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

 

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het pand is gelegen in woongebied. De aanvraag betreft het omvormen van de gelijkvloerse ruimte voor gemeenschapsvoorziening naar een afzonderlijke woonentiteit. De bovenliggende woongelegenheid blijft behouden en werd verder uitgebreid. Het aantal woongelegenheden stijgt van 1 naar 2. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is deze functie aanvaardbaar.

 

Woningtypologie

De nieuwe gelijkvloerse woonentiteit wordt voorzien als een éénslaapkamerappartement. Dit appartement heeft een totale netto-vloeroppervlakte van circa 51 m² en beschikt over een buitenruimte van ongeveer 7 m². De slaapkamer van het nieuwe appartement is echter slechts 6,5 m² groot. Dit is te klein voor de enige slaapkamer en dus onvoldoende kwalitatief. Omwille van de configuratie van de ruimte is het zelfs niet mogelijk om een tweepersoonsbed en een kast in de ruimte te plaatsen. Het is binnen het huidige plan niet mogelijk een afzonderlijke slaapkamer elders in het appartement te positioneren. De inrichting van het appartement wordt bijgevolg ongunstig geadviseerd.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het bouwvolume van de gelijkvloerse en eerste verdieping blijft ongewijzigd in voorliggende aanvraag. Conform artikel 27 van de bouwcode dient bij functiewijziging een open ruimte van minstens 20 % op het niveau van het gelijkvloers te worden voorzien. De gelijkvloerse koer wordt niet vergroot waardoor hieraan niet wordt voldaan. Het is gelet op de constructie van de bovenliggende verdiepingen echter niet mogelijk om deze koer verder uit te breiden. Gelet op de specifieke context wordt geoordeeld dat het ongewijzigd behouden van deze kleine koer aanvaardbaar is. Deze afwijking wordt gunstig geadviseerd.

 

Achteraan de eerste verdieping, op het dak van de gelijkvloerse aanbouw wordt een dakterras opgericht. Dit bevindt zich volledig binnen de contour van de scheimuur met het links aanpalende gebouw en de eigen aanbouw. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaar tegen dit dakterras. Het bevordert de leefkwaliteit van het duplexappartement.

 

De achterbouw wordt rechts achteraan uitgebreid van twee tot drie bouwlagen. Dit sluit voldoende aan bij de context van bouwvolumes van de aanpalende woningen ter hoogte van de hoek van de Diksmuidelaan en de Helderstraat. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is dit bouwvolume dan ook aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aangeleverde geveltekeningen en legende verduidelijken onvoldoende of de materialisatie en detaillering van de voorgevel op de eerste en tweede verdieping behouden blijven waardoor niet kan worden nagegaan of de aanvraag voldoet aan artikel 11 van de bouwcode.

 

Op het gelijkvloers wordt de gevel grondig gewijzigd. Het vitrineraam wordt vervangen door 2 verdiepingshoge ramen in antracietkleurige aluminium, de bestaande toegangsdeur in bruine aluminium blijft bewaard. Tussen de raamopeningen en deur wordt de gevel afgewerkt met vezelcementplaat. Verder tonen de aangeleverde foto’s dat de gelijkvloerse voorgevel werd uitgevoerd in donkerbruine gevelsteen waar de verdiepingen in rode gevelsteen behouden blijven.

De voorgestelde gevelwijzigingen zijn niet in harmonie met het totaalontwerp van het gebouw, noch met de omgeving en zijn daardoor strijdig met artikel 6 van de bouwcode. Het gevelontwerp kan niet aanvaard worden en wordt ongunstig geadviseerd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 1 wooneenheid. 

Bij projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1. 

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:  

Conform artikel 29 van de bouwcode dienen voor dit project 2 (1+1) overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Deze werden niet ingetekend op de plannen waardoor hieraan niet wordt voldaan. Het ontwerp kan bijgevolg niet gunstig geadviseerd worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Meerdere ruimtes op het gelijkvloers worden benoemd als “bureau”. Zo ook de ruimte waarin een wc en douche werden opgetekend. Indien dit geen badkamer is maar een bureau-ruimte dan is de aanvraag in strijd met artikel 24 van de bouwcode gezien de ruimte niet beschikt over een raamopening voor de toevoer van licht en lucht.

 

Het is niet duidelijk of de scheidingsmuren ter hoogte van de uitbreidingen van de achterbouw werden voorzien van een opstand van minstens 0,30 m ten opzichte van de hoogst aangrenzende daken. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet zonder meer afgeweken worden. Deze 30 cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuren minder dik uit te voeren of het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van een groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.

 

De aanvraag is bijgevolg niet in overeenstemming met de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot en dient geweigerd te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 juli 2023

Volledig en ontvankelijk

9 november 2023

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

8 januari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

7 april 2024

Verslag GOA

12 maart 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.