Terug
Gepubliceerd op 25/03/2024

2024_CBS_02358 - Omgevingsvergunning - OMV_2023080445. Stuivenbergplein 1-7A, Tulpstraat 86-96, 102. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/03/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_02358 - Omgevingsvergunning - OMV_2023080445. Stuivenbergplein 1-7A, Tulpstraat 86-96, 102. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_02358 - Omgevingsvergunning - OMV_2023080445. Stuivenbergplein 1-7A, Tulpstraat 86-96, 102. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023080445

Gegevens van de aanvrager:

VZW LIGO, CENTRUM VOOR BASISEDUCATIE ANTWERPEN met als contactadres Turnhoutsebaan 186 te 2140 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

de heer Bjorn Van Camp met als adres Turnhoutsebaan_BO 186 te 2140 Antwerpen

Ligging van het project:

Stuivenbergplein 1-7A, Tulpstraat 86-96, 102 te 2060 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 5 sectie E nrs. 421E12, 421A12, 421B9, 421A9, 421B12, 421N10, 421T10 en 421K12

waarvan:

 

-          20230705-0012

afdeling 5 sectie E nrs. 421T10, 421B9, 421A12, 421K12, 421E12, 421N10, 421A9 en 421B12 (Ligo milieudossier)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen en verbouwen van een schoolgebouw en winkelpand naar gemeenschapsvoorziening, en het exploiteren van warmtepompen en ventilatie

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

Stuivenbergplein 1-7:

-          10/09/2021: gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning (OMV_2021100648) voor het isoleren en renoveren van de schil van het Antwerps Stockhuis en het voormalige Lucerna college en plaatsen van een luifel met de letters "De Seefhoek" (niet uitgevoerd);

-          23/07/2004: vergunning (2004534) voor het verbouwen en bestemmingswijziging van een magazijn.

 

Gebouwen in de Tulpstraat (huisnummers 86, 96 en 102):

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • gemengd gebouw te Stuivenbergplein 1-7:

-          detailhandel op de gelijkvloerse en eerste verdieping;

-          gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening op de bovenliggende verdiepingen;

  • wonen – eengezinswoningen te Tulpstraat 86, 96 en 102 (1 per huisnummer);

-          bouwvolume:

  • 6 bouwlagen met plat dak te Stuivenbergplein 1-7:

-          bouwhoogte van 22,45 m;

  • 2 bouwlagen met zadeldak te Tulpstraat 86, 96 en 102:

-          bouwhoogtes tussen 11 m en 12 m;

-          magazijnen achter de hoofdgebouwen;

  • variërende bouwdiepte per constructie;

-          gevelafwerking:

  • rood parement, tegels, geschilderd beton, geschilderde cementering, vezelcementleien, schrijnwerk in aluminium en zaakgebonden publiciteit te Stuivenbergplein 1-7;
  • wit pleisterwerk op natuurstenen plint, schrijnwerk in hout te Tulpstraat 86, 96 en 102;

-          inrichting:

  • volledig verhard terrein tussen Tulpstraat 86 en 96 van 269 m² dat als evacuatieweg dient;
  • verhard terrein voor levering naast Tulpstraat 102;
  • overige delen van de percelen volledig bebouwd.

 

Bestaande toestand

-          afwijkend.

 

Nieuwe toestand

-          functie: gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening – volwassenenonderwijs;

-          bouwvolume:

  • 6 bouwlagen met plat dak te Stuivenbergplein 1-7:

-          bouwhoogte van 20,07 m;

-          gedeeltelijke sloop (bouwdiepte en hoogte);

  • 2 bouwlagen met zadeldak te Tulpstraat 86, 96 en 102:

-          bouwhoogtes ongewijzigd;

-          gewijzigde bouwdiepte naar aanleiding van sloop magazijnen;

-          gevelafwerking:

  • geïsoleerd met ervoor rood parement met verspringende penanten, zwarte aluminium gevelplaten, schrijnwerk in zwart aluminium en buitentrap in gegalvaniseerd staal te Stuivenbergplein 1-7;
  • geïsoleerd met ervoor wit pleisterwerk op natuurstenen plint, schrijnwerk in zwart aluminium te Tulpstraat 86, 96 en 102;
  • rood claustra parement als afsluiting tussen Tulpstraat 86 en 96;
  • poorten in gegalvaniseerd staal zijde Tulpstraat;

-          inrichting:

  • projectzone voor gemeenschapsvoorziening met 4 gebouwen rond gemeenschappelijk binnengebied;
  • verhard terrein voor levering naast Tulpstraat 102;
  • terrein van 689 m² waarvan 220 m² verharding en 25 m² overdekte fietsstalplaatsen.

 

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de functies naar gemeenschapsvoorziening (volwassenonderwijs);

-          doorvoeren van wijzigingen aan het bouwvolume:

  • slopen van deel hoofdgebouw te Stuivenbergplein 1-7 en magazijnen te Tulpstraat 86, 96 en 102;
  • herbouwen van het volume te Stuivenbergplein 1-7;
  • voorzien van externe verticale circulatie;
  • deels ontpitten van het terrein;
  • wijzigen van de scheimuren;
  • isoleren van de gevels te Tulpstraat 86, 96 en 102;

-          wijzigen van de voorgevels;

-          herinrichten van het gemeenschappelijk binnengebied;

-          doorvoeren van interne en externe constructieve werken.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 11 juni 1998 nam het college akte van een melding voor de exploitatie van een integratiecentrum (AN1998/7). Op 8 juli 2005 verleende het college een milieuvergunning klasse 2 voor de exploitatie van een verf- en decoratiewinkel op de gelijkvloerse en eerste verdieping (AN2005/171), geldig tot 8 juli 2025.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag heeft betrekking op de exploitatie van warmtepompen en een ventilatiesysteem met warmterecuperatie.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) Ligo milieudossier
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

71,30 kW

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

16 november 2023

1 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - ASTRID

16 november 2023

28 november 2023

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

16 november 2023

21 december 2023

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

16 november 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Departement Omgeving - Dienst VR

11 januari 2024

26 februari 2024

Geen bezwaar

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn

16 november 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Water-link

16 november 2023

1 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

16 november 2023

29 november 2023

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

16 november 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

16 november 2023

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid

16 november 2023

7 december 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

16 november 2023

30 november 2023

Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit

16 november 2023

3 januari 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - handel en reca - (hr), zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060 op volgend punt:

-          artikel 1.3 Harmonieregel en referentiebeeld (Algemene Voorschriften):
De voorgestelde hoogte van het gebouw aan de Van Kerckhovenstraat en het Stuivenbergplein kan bezwaarlijk kenmerkend worden genoemd voor de omgeving.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • artikel 9:
    Er wordt een grotere hemelwaterput voorzien dan toegestaan (20.000 liter in plaats van 10.000 liter).

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    Elke verblijfsruimte dient een lichtdoorlatende oppervlakte te hebben die minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte is.
    Een deel van de leslokalen (A1: 01, 02, 04, 06; A2 en A3: 01, 02, 05; A4: 01,02, 05) wordt voorzien van raampartijen met een lichtdoorlatende raamoppervlakte van 4,6 m², wat onvoldoende is voor de oppervlaktes van de ruimtes die tussen de 50 tot 55 m² liggen.
    De OLC op de eerste verdieping wordt voorzien van een raampartij met een lichtdoorlatende raamoppervlakte van 8,7 m², wat onvoldoende is voor de oppervlakte van de ruimte die 99,5 m² bedraagt;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    het gedeelte van de scheidingsmuur heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.
    Er wordt slechts een opstand van 0,15 meter voorzien met de rechter- en linkerbuur aan het Stuivenbergplein;
  • artikel 16 Technische uitsprongen:

De technische installaties worden uitwendig aan het gebouw aangebracht, maar bevinden zich niet op het hoogstgelegen dak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag wijkt hiervan af op volgend punt:

  • § 1. Onverminderd andersluidende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, kan geen vergunning verleend worden voor het bouwen, verbouwen, herbouwen of uitbreiden van een constructie op een stuk grond dat door een rooilijn of een achteruitbouwstrook is getroffen, met uitzondering van de gevallen waarin voldaan is aan een van volgende voorwaarde:
    4° de aanvraag heeft louter betrekking op het aanbrengen van gevelisolatie aan een bestaande vergunde of vergund geachte constructie, met een overschrijding van ten hoogste veertien centimeter.
    Het totale pakket van isolatie en afwerking bedraagt op sommige delen 15 cm.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het project omvat het uitbreiden van de gemeenschapsvoorziening op de verdiepingen van het gebouw aan de Van Kerckhovenstraat en het Stuivenbergplein naar het gelijkvloers en de eerste verdieping van dit gebouw én naar de gebouwen aan de Tulpstraat.

Het geheel zal dienstdoen als schoolgebouw.

Dit is een functie die past binnen een woongebied en in lijn is met de beleidsnota ruimtelijke economie als verweefbare functie.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De omgeving wordt gekenmerkt door laat 19de-eeuwse/vroeg 20ste-eeuwse woongebouwen en grotere pakhuis- en ateliervolumes.

 

Het bestaande gebouw aan de Van Kerckhovenstraat en het Stuivenbergplein betreft één van de grootste gebouwen in de straat. Het hoofdgebouw werd destijds opgericht in verschillende fases: aan het bestaande hoofdvolume werd een uitbreiding voorzien die zich diep uitstrekt in het binnengebied. Deze uitbreiding is door zijn ligging en hoogte storend voor de bezonning en privacy van de omliggende woningen. Daarenboven hypothekeert dit gebouw in binnengebied het bestaan van open ruimte in het bouwblok.

Open binnengebieden zijn zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en voor de ecologische kwaliteiten van een wijk. Open binnengebieden brengen niet enkel licht en lucht in de aangrenzende bebouwing, zij zorgen ook voor speelruimte, voor infiltratiemogelijkheden van het regenwater en voor een afkoeling van de stadslucht. 2060 is een erg dens gebied. Er is een grote nood aan zowel publiek als privaat groen. Perceelsgewijs ontpitten in functie van privaat groen is dan ook één van de belangrijkste uitgangspunten van dit ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Deze uitgangspunten werden meegenomen in het ontwerp. Door de sloop van de voormalige uitbreiding van het gebouw ter hoogte van de Van Kerckhovenstraat en het Stuivenbergplein en de sloop van de achterbouwen ter hoogte van de Tulpstraat ontstaat een ruimer, open en groen binnengebied waardoor de leefbaarheid en verblijfskwaliteit binnen het bouwblok aanzienlijk stijgt. De twee hoogste lagen die zich nu diep in het binnengebied bevinden, worden verplaatst naar de hoofdbouw aan de Van Kerckhovenstraat en het Stuivenbergplein en op eigen perceel afgebouwd ten opzichte van de naastgelegen panden. Zowel het straatprofiel als het overgelegen groene plein (Stuivenbergplein) laten deze hoogte toe én het stemt overeen met de bijzondere positie van een schoolgebouw. Door deze herschikking van de volumetrie wordt de hinder voor de omliggende percelen op vlak van bezonning en privacy aanzienlijk verbeterd.

 

Voorliggend voorstel is het resultaat van een onderzoek dat op verschillende momenten tussentijds werd voorgelegd aan en geadviseerd door de (Integrale) Kwaliteitskamer (Architectuur) van stad Antwerpen.

Er wordt een samenhangend stedenbouwkundig geheel nagestreefd waarbij voldoende aandacht wordt besteed aan de onderlinge relaties en verhoudingen in het bouwblok. Er ontstaat een kwalitatieve volumetrie met een toename van open ruimte zonder een onaanvaardbare schaalbreuk met de omgeving.

Alle opmerkingen opgenomen in de adviezen van de Kwaliteitskamers zijn geremedieerd.

Het project past zich op vlak van schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid op een aanvaardbare manier in de omgeving in.

 

Gelet op het voorgaande is een afwijking op artikel 1.3 het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘2060’ aanvaardbaar.

De voorgestelde afwijking vloeit voort uit een gedragen ruimtelijk onderzoek met voldoende respect voor het omringende weefsel.

 

Visueel-vormelijke elementen

Een tijdloze, duurzame maar expressieve architectuur wordt vooropgesteld.

 

Voor het gebouw aan de Van Kerkhovenstraat en Stuivenbergplein wordt geopteerd voor een pakhuisarchitectuur die refereert naar de pakhuisstijl die in de omgeving aanwezig is. De gevels worden geïsoleerd en voorzien van rode baksteen. Ramen worden ritmisch in de gevel verdeeld en voorzien van buitenschrijnwerk in aluminium zwart gemoffeld. Door verspringingen in diepte wordt een monotoon gevelbeeld doorbroken en wordt de structuur van het gebouw meer zichtbaar.

 

De arrière-corps ter hoogte van de Van Kerckhovenstraat en het Stuivenbergplein lijkt verdwenen te zijn. De arrière-corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden. In voorwaarde wordt opgelegd de arrière-corps te behouden.

Tevens steekt de gevel op sommige plaatsen verder dan 14 cm van de rooilijn uit, wat strijdig is met de bepalingen van het rooilijnendecreet. In voorwaarde wordt opgelegd de voorgevel uit te voeren conform het rooilijnendecreet.

 

De gevels van de woningen in de Tulpstraat worden geïsoleerd en voorzien van wit pleisterwerk.  Ook hier worden aluminium ramen voorzien, zwart gemoffeld.

Het na-isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

Door het energiezuinig renoveren wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd. Om vervlakking van het straatbeeld tegen te gaan, moet er vanuit de zorg voor de architecturale kwaliteit aandacht worden besteed aan een aantal ontwerpdetails bij het opnieuw bepleisteren van de gevel. Concreet dienen de afmetingen van de raamopeningen behouden te blijven, moeten de bestaande decoratieve gevelreliëfs steeds evenveel uit het vernieuwde gevelvlak springen als in bestaande toestand het geval is en moet er gebruik worden gemaakt van hoekprofielen voor het pleisterwerk die niet zichtbaar zijn in de gevel.

Stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14 cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet. Voor de panden ter hoogte van de Tulpstraat is het niet duidelijk op te maken uit de plannen of de natuursteenelementen op dezelfde wijze uitsteken van het gevelvlak als in bestaande toestand. Ook is het niet geheel duidelijk hoeveel het volledige gevelpakket uitsteekt ten opzichte van de rooilijn. Verder worden de lijsten die ook de raamdorpels vormen op de eerste verdieping, die nog erg aanwezig zijn in deze huizenrij gesupprimeerd. Om verarming van het materiaal tegen te gaan zal dit worden uitgesloten.

 

Om contact tussen de Tulpstraat en het binnengebied te creëren wordt de afsluiting tussen deze straat en het binnengebied uitgevoerd in een claustra metselwerk. Zo blijft de veiligheid, ingetogenheid en privacy gegarandeerd maar blijft er visueel contact met het groen in dit gebied.

 

De Kwaliteitskamer Architectuur van stad Antwerpen werd tijdens de ontwerpfase betrokken gelet op het beeldbepalende karakter van het geheel. Ze brachten een gunstig advies met volgende motivatie:” De Kwaliteitskamer apprecieert de verdere uitwerking van het project en gaat akkoord met voorliggend voorstel. De Kwaliteitskamer vraagt om de technische installaties achteraan (groepen en leidingen) te incorporeren in het volume van de daklaag of deze aan het zicht te onttrekken door een massieve borstwering te voorzien (cf. de voorgevel). De hoogte van deze borstwering kan best afgestemd worden op de hoogte van de technieken zodat deze niet in beeld komen vanaf de Tulpstraat. De Kwaliteitskamer adviseert om de borstweringen ter hoogte van het dakterras uit te lijnen op de breedte van de onderbouw.

De Kwaliteitskamer merkt op dat de aanvraag voorziet in het dichten van alle raamopeningen in de achtergevels van de woningen aan de Tulpstraat. In functie van voldoende interactie rondom het vrijgekomen binnengebied vraagt de Kwaliteitskamer om deze openingen te bewaren.

Wat de voorgelegde stalen voor het gevelmetselwerk betreft, gaat de voorkeur uit naar ‘Vande Moortel’ type ‘brick K nature 7’.”

In voorliggende aanvraag zijn de opmerkingen voldoende geremedieerd. Gelet op het voorgaande is een afwijking op artikel 16 van de bouwcode, waarbij de technieken zich niet op het hoogste dak bevinden, aanvaardbaar.

Uitgezonderd een aantal details, die hierboven werden toegelicht en in voorwaarden worden opgenomen, past het project zich op een aanvaardbare manier in in de omgeving.

 

Verder wordt nog meegegeven dat bij het plaatsen van buitengevelisolatie er aandacht besteed dient te worden aan een aantal voorwaarden in functie van het inpalmen van het openbaar domein. Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten te allen tijde kunnen hersteld of gedemonteerd worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst Openbaar Domein.

 

Wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen.

Voorliggende aanvraag is strijdig met artikel 9 van de hemelwaterverordening.

Er wordt een hemelwaterput (inclusief hergebruik) voorzien, die groter is dan 10.000 liter. Het grotere volume wordt gemotiveerd aan de hand van het verwachte hergebruik van de school waardoor een afwijking kan worden toegestaan.

De voorwaarden van het advies Aquafin zijn hierbij strikt na te leven.

 

De aanvraag is strijdig met artikel 24 van de bouwcode.

Zo wordt een deel van de leslokalen (A1: 01, 02, 04, 06; A2 en A3: 01, 02, 05; A4: 01,02, 05) voorzien van raampartijen met een lichtdoorlatende raamoppervlakte van 4,6 m², wat onvoldoende is voor de oppervlaktes van de ruimtes die tussen de 50 tot 55 m² liggen.  Ook het OLC op de eerste verdieping wordt voorzien van een raampartij met een lichtdoorlatende raamoppervlakte van 8,7 m², wat onvoldoende is voor de oppervlakte van de ruimte die 99,5 m² bedraagt.

In voorwaarde wordt opgelegd alle lokalen intern zo in te richten dat ze voldoen aan artikel 24 van de bouwcode zonder wijzigingen door te voeren aan de gevel.

 

De aanvraag is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Er wordt slechts een opstand van 0,15 meter voorzien met de rechter- en linkerbuur aan het Stuivenbergplein. In voorwaarde wordt opgelegd een niet brandbare strook te voorzien.

 

Voor het overige voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 35 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging naar volwassenonderwijs.

Er zullen dagelijks 525 leerlingen en 70 personeelsleden tegelijk aanwezig zijn.

De leerlingen komen vooral uit de wijk, en de lessen worden overdag gegeven.
Voor de leerlingen moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.

Voor personeel rekenen we op een modal split van 50/50. Hier moet dus voor de helft van de personeelsleden die tegelijk aanwezig zijn parkeerplaats voorzien worden: 70/2 = 35.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

De grootte en/of vorm van het perceel, samen met de doelstellingen van het project, in combinatie met het behoud van de panden aan de Tulpstraat laten het bouwen van de werkelijke parkeerbehoefte niet toe.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 35.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De parkeerbehoefte voor de laatst vergunde toestand wordt berekend op het aantal leerlingen van de secundaire school en de 3 woningen.

De parkeernorm voor secundair onderwijs is 3,3/100 leerlingen.

Voor deze school met 575 leerlingen was de parkeerbehoefte 19 (575 leerlingen x 3,3/100 lln = 18,98).

De parkeerbehoefte voor de 3 woningen is 3.

Op het gelijkvloers en de 1ste verdieping was er handel vergund met een oppervlakte van +/- 2.100 m². De parkeernorm voor detailhandel is 4,7/100 m².
De parkeerbehoefte voor de handel is 99 (2.100 m² x 4,7/100 m² = 98,7).

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 121.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Er moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden voor personeel en leerlingen.

Voor het personeel moet voor 1/3 van de aanwezige werknemers een fietsenstalling voorzien worden.

Dit zijn 23 plaatsen (70/3 = 23,3). Deze fietsenstalling kan best apart van de fietsenstallingen voor de leerlingen ingericht worden. De fietsenstalling moet overdekt en afgesloten zijn.

 

Voor de 525 leerlingen worden 160 fietsenstallingen ingericht. Deze zijn niet overdekt, en staan deels in de onverharde zone.

De fietsenstalling moet overdekt zijn, en niet in het gras staan.

De fietsenstallingen moeten uitgebreid kunnen worden indien nodig.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voorliggende aanvraag omvat de exploitatie van lucht-waterwarmtepompen (49,5 kWe) voor de verwarming van het nieuwe centrum voor volwassenenonderwijs. Daarnaast zal ook de exploitatie plaatsvinden van een ventilatiesysteem met warmterecuperatie (21,8 kWe).

 

Uit het aanvraagdossier blijkt dat de warmtepompen gebruik maken van het koelmiddel R290.

Het gekozen koelmiddel heeft een erg laag Global Warming Potential (GWP 3) en is bijgevolg niet onderhevig aan uitfasering.

 

De technische installaties worden op het dak geplaatst. De luchtbehandelingsgroepen van het ventilatiesysteem zullen geluid produceren. Om verdere geluidsuitstraling naar de omgeving toe te beperken via het aanzuig- en uitblaasrooster, zullen geluidsdempers voorzien worden indien noodzakelijk.

 

De exploitant dient te allen tijde te voldoen aan de geluidsnormen zoals bepaald in bijlage 4.5.4 van Vlarem II. Wanneer zou blijken dat niet voldaan is aan de richtwaarde, dan moet de exploitant onmiddellijk de nodige geluidsbeperkende maatregelen treffen om dit te bewerkstelligen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. De lokalen A1: 01, 02, 04, 06; A2 en A3: 01, 02, 05; A4: 01, 02, 05 en het OLC zijn in te richten zodat deze lokalen voldoen aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode.
  1. De voorwaarden van het bijgevoegde advies van de Federale Overheidsdienst binnenlandse zaken-ASTRID zijn strikt na te leven.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimumklasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  1. De voorwaarden van het bijgevoegde advies van Aquafin zijn strikt na te leven.
  1. De arrière-corps van de gebouwen dient behouden te blijven. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.
  1. De isolatie plus afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.
  1. De bestaande elementen in natuursteen bij de panden in de Tulpstraat zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken als in de oorspronkelijke situatie.
  1. De uitstekende delen van de gevels ter hoogte van de Tulpstraat (plint, raamdorpels, kroonlijst,…) zijn te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.
  1. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, zijn integraal te verplaatsen.
  1. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
  1. De nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
  1. De fietsenstalling voor personeel met 23 plaatsen is apart in te richten van de fietsenstalling voor de leerlingen. De fietsenstalling moet overdekt en afgesloten zijn.
  1.  De fietsenstalling voor de leerlingen moet overdekt zijn, en niet in de onverharde zone ingericht worden.
  1. De fietsenstallingen moeten uitgebreid kunnen worden indien nodig.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Ligo milieudossier)

71,30 kW

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 juli 2023

Volledig en ontvankelijk

16 november 2023

Start 1e openbaar onderzoek

30 november 2023

Einde 1e openbaar onderzoek

29 december 2023

Start laatste openbaar onderzoek

26 december 2023

Einde laatste openbaar onderzoek

27 december 2023

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

29 februari 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

29 mei 2024

Verslag GOA

15 maart 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

30 november 2023

29 december 2023

0

0

0

0


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
  1. De lokalen A1: 01, 02, 04, 06; A2 en A3: 01, 02, 05; A4: 01, 02, 05 en het OLC zijn in te richten zodat deze lokalen voldoen aan de bepalingen van artikel 24 van de bouwcode.
  1. De voorwaarden van het bijgevoegde advies van de Federale Overheidsdienst binnenlandse zaken-ASTRID zijn strikt na te leven.
  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimumklasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
  1. De voorwaarden van het bijgevoegde advies van Aquafin zijn strikt na te leven.
  1. De arrière-corps van de gebouwen dient behouden te blijven. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie.
  1. De isolatie plus afwerkingsmateriaal is met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren.
  1. De bestaande elementen in natuursteen bij de panden in de Tulpstraat zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen die evenveel uitsteken na het uitvoeren van de werken als in de oorspronkelijke situatie.
  1. De uitstekende delen van de gevels ter hoogte van de Tulpstraat (plint, raamdorpels, kroonlijst,…) zijn te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand.
  1. De elementen voor straatverlichting of nutsvoorzieningen die zich aan de gevel bevinden in de bestaande toestand, zijn integraal te verplaatsen.
  1. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, zijn onzichtbaar uit te voeren.
  1. De nieuwe constructie moet aansluiten op het openbaar domein op die manier dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
  1. De fietsenstalling voor personeel met 23 plaatsen is apart in te richten van de fietsenstalling voor de leerlingen. De fietsenstalling moet overdekt en afgesloten zijn.
  1.  De fietsenstalling voor de leerlingen moet overdekt zijn, en niet in de onverharde zone ingericht worden.
  1. De fietsenstallingen moeten uitgebreid kunnen worden indien nodig.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Ligo milieudossier)

71,30 kW

 

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.