Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023132609 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Abid Haj met als adres Van Waelwijckstraat 51 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van Waelwijckstraat 51 te 2100 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 30 sectie A nr. 558R30 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/05/1949: toelating (626#12087) voor het oprichten van een woning met bijhorigheden.
Vergunde toestand
- eengezinswoning met een gelijkvloers magazijn;
- 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;
- achterliggende tuin;
- voorgevel in roodbruine baksteen met buitenschrijnwerk en poort in hout.
Nieuwe toestand
- intern verbouwde eengezinswoning;
- het gelijkvloers wordt achteraan perceelsbreed een beetje verlengd en mee als woongedeelte ingericht;
- gewijzigde voorgevel in roodbruine baksteen met buitenschrijnwerk in donkergrijs aluminium;
- poort vervangen door een raam op blauwe hardsteen;
- voortuin deels onthard en voorzien van 2 fietsstalplaatsen;
- plaatsing van hemelwaterputten en een infiltratievoorziening.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- supprimeren van de magazijnfunctie.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B). Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het supprimeren van de magazijnfunctie op het gelijkvloers en het omvormen van het volledige pand tot wonen. De functie is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Van Waelwijckstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het pand is volgens de bouwplannen uit 1949 een eengezinswoning met op het gelijkvloers een magazijn, van 2 bouwlagen onder plat dak. Het volume werd achteraan op de verdieping uitgebreid met een terras met een diepte van 1,90 m, en een trap van het terras naar de tuin. Omwille van privacyredenen werd er ter hoogte van de trap een scherm geplaatst op de scheimuur.
Voorliggende aanvraag betreft een verdere uitbreiding op het gelijkvloers, waarbij de trap vervangen wordt door een groter volume met de badkamer en het overdekte terras mee in de binnenruimte wordt opgenomen. Deze uitbreiding komt verder dan de bouwdiepte van de aanpalende buur, en wordt op 39 cm van de perceelsgrens geplaatst.
De uitbreiding voorbij de bestaande scheimuur met de rechterbuur (nr. 53) is stedenbouwkundig niet inpasbaar. Door de knik in de straat en de vorm van de percelen beschikt het buurpand slechts over een kleine driehoekige buitenruimte, die door de uitbreiding nog meer wordt ingesloten. Ook de inplanting op 39 cm van de perceelsgrens is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. Er wordt een restruimte gecreëerd die niet bruikbaar is en die het onmogelijk maakt om op een logische manier bij aan te sluiten.
Het terras op de verdieping is aanvaardbaar tot de diepte van de scheimuur met de rechterbuur. Omwille van de privacy zou de scheimuur aan de andere zijde dan wel uitgebreid moeten worden tot de diepte van het terras. Een eventuele trap naar de tuin moet op zo een manier worden ingeplant dat er geen hinder of zicht naar de aanpalenden wordt gecreëerd.
De voortuin wordt grotendeels groen en onverhard ingericht. Voor de stalling van de fietsen wordt een beperkt stuk verhard en wordt er een fietsbeugel geplaatst. Deze inrichting is aanvaardbaar. De inrichting van de achtertuin is onduidelijk. Op de plannen wordt aangegeven dat de tuin grotendeels groen en onverhard is ingericht, met een terras van 4,2 m² en een verharding van 2,6 m² achteraan. Op de foto’s lijkt er echter een grasmat zichtbaar, waardoor het niet duidelijk is wat de precieze ondergrond is. Tuinen moeten in overeenstemming met artikel 27 van de bouwcode groen en onverhard worden ingericht, met een maximale verharding van 20 m² voor tuinen tot 60 m².
Visueel-vormelijke elementen
In de voorgevel wordt de poort van het magazijn vervangen door een raam. De borstwering onder dit raam wordt voorzien in blauwe hardsteen. Het schrijnwerk is in donkergrijs gemoffeld aluminium. Deze gevelaanpassing en materialisatie is inpasbaar in de omgeving en het gevelbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De interne indeling van de woning levert onvoldoende woonkwaliteit. Op het gelijkvloers wordt het magazijn omgevormd tot leefruimte, waarbij de zitruimte enkel gericht is naar de voorzijde, en de keuken en eetruimte geen rechtstreekse openingen hebben voor de toetreding van daglicht en zicht, door de onpraktische plaatsing van berging en badkamer. De ruimte achteraan op het gelijkvloers heeft een vrije hoogte van slechts 2,41 m. Op de verdieping heeft de slaapkamer achteraan een breedte van 2,10 m, wat minder is dan de minimale 2,20 m.
Het project voldoet daarmee niet aan de bepalingen van artikels 21 en 24 van de bouwcode.
Op het inplantingsplan wordt een andere indeling ingetekend dat in het grondplan van het gelijkvloers. Daar wordt op het gelijkvloers vooraan een slaapkamer ingetekend, en heeft de zitruimte in het midden van de woning onvoldoende toegang tot licht en zicht.
Omwille van bovenstaande redenen kan het project niet positief beoordeeld worden, en moet de vergunning geweigerd worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 6 december 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 30 januari 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 30 maart 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 29 april 2024 |
Verslag GOA | 28 maart 2024 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.