Terug
Gepubliceerd op 22/04/2024

2024_CBS_03325 - Omgevingsvergunning - OMV_2023083334. Vosseschijnstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/04/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_03325 - Omgevingsvergunning - OMV_2023083334. Vosseschijnstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_03325 - Omgevingsvergunning - OMV_2023083334. Vosseschijnstraat 11. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023083334

Gegevens van de aanvrager:

NV ROBERT N.V. met als contactadres Hofse Velden 2A te 2970 Schilde

Gegevens van de exploitant:

NV ROBERT N.V. (0432938417) met als contactadres Hofse Velden 2A te 2970 Schilde

Ligging van het project:

Vosseschijnstraat 11 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1492Z5, 1492C6 en 1492B6

waarvan:

 

-          20210323-0104

afdeling 7 sectie G nr. 1492B6 (Robert NV - Magazijn 4)

-          20210323-0091

afdeling 7 sectie G nr. 1492B6 (Robert NV - Magazijn 2)

-          20210323-0099

afdeling 7 sectie G nr. 1492B6 (Robert NV - Magazijn 3)

-          20210216-0114

afdeling 7 sectie G nr. 1492B6 (Robert NV - Magazijn 1)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Regularisatie bouw en exploitatie opslagmagazijn.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     24/09/2021: vergunning (OMV_2021028341) voor de bouw en exploitatie van vier magazijnen;

-     19/11/2010: vergunning (20105266) voor het uitbreiden van een magazijn;

-     12/02/1998: vergunning (1997814) voor het bouwen van magazijnen en werkplaatsen met bijbehorende burelen + showroom;

-     18/09/1996: vergunning (19953452) voor het bouwen van magazijnen, werkplaats, burelen en showroom.

 

Vergunde toestand

-     functie: industrie en bedrijvigheid; 

-     bouwvolume: 

  • een magazijn onderverdeeld in vier aparte units met elk een eigen bureelruimte; 
  • oppervlakte: 1.427 m²; 
  • hoogte: circa 9 meter; 

-     gevelafwerking: 

  • betonnen silexpanelen in gebroken wit; 
  • buitenschrijnwerk in donkergrijs; 

-     inrichting: 

  • tussen de magazijnen is de circulatieruimte verhard met betondallen; 
  • op de verharding zijn er 11 parkeerplaatsen voor personenwagens voorzien;
  • de brandweg, welke aansluit op de Narvikstraat, wordt aangelegd in asfalt.

 

Bestaande toestand

-     het magazijn is anders uitgevoerd, zowel qua binnenindeling als qua volume, structuur, dak en gevelverdeling; 

-     de verharding is aangelegd in betonklinkers in plaats van betondallen; 

-     het aantal parkeerplaatsen is teruggebracht van 11 naar 7; 

-     op de site is een hoogspanningscabine geplaatst. 

 

Nieuwe toestand

-     functie: industrie en bedrijvigheid; 

-     bouwvolume 

  • magazijn: 
    • één unit met twee magazijnen die met elkaar verbonden zijn door een poort;  
    • oppervlakte: 1.402 m²; 
    • hoogte: circa 9,3 meter;
  • hoogspanningscabine: 
    • oppervlakte: circa 8,95 m² (3,39 meter x 2,64 meter);
    • hoogte: 2,45 meter;

-     gevelafwerking: 

  • magazijn: 
    • voorgevel: betonnen silexpanelen in gebroken wit; 
    • zij- en achtergevels: betonnen gladde gevelpanelen in een betongrijze kleur; 
    • buitenschrijnwerk in donkergrijs;
  • hoogspanningscabine: 
    • betonnen prefabcabine in een groene kleur (RAL 6003);

-     inrichting: 

  • de wegenis is volledig verhard met betonklinkers;
  • de brandweg wordt aangelegd in betonklinkers. 


Inhoud van de aanvraag 

-     bouwen van een magazijn; 

-     plaatsen van een hoogspanningscabine;

-     aanleggen van verhardingen in betonklinkers; 

-     aanleggen van een waterdoorlatende grindverharding.  

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 24 september 2021 werd door het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning verleend voor de exploitatie van vier magazijnen. Deze vergunning is geldig voor een termijn van onbepaalde duur.

 

Inhoud van de aanvraag

Deze aanvraag heeft in hoofdzaak betrekking op het specifiëren van de opslagactiviteiten, meer bepaald voorwerpen uit kunststoffen en doorvoeropslag van niet-IMDG goederen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) Robert NV - Magazijn 1
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

+2 kW

23.3.1°c)

opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal;

+114 ton

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

+114 ton

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen - Brugge (Port of Antwerp - Bruges) - Terreinen

19 december 2023

11 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

19 december 2023

11 januari 2024

Gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

19 december 2023

5 februari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Defensie

19 december 2023

5 februari 2024

Geen bezwaar

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

19 december 2023

15 januari 2024

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag betreft een magazijn voor opslag en behandeling van maritieme goederen en is aldus in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften: 

-     Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven; 

-     Gebied voor waterweginfrastructuur voor het Albertdok en het Amerikadok; 

-     overdruk Hoogspanningsleiding ten noordoosten van de aanvraag; 

-     overdruk Leidingstraat ten oosten en zuiden van de aanvraag. 

 

Binnen de straal van 500 meter is het RUP Contactzone Noorderlaan, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2020, met de bestemmingen zone voor gemengde functies Ge1 en zone voor Bedrijven Be2 tevens van toepassing.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding – wijziging (Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2015) van toepassing, met overdrukken Gebied voor ongelijkvloerse wegeninfrastructuur en Werfzone.

 

Ten oosten en zuiden van de aanvraag zijn binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, bepaald in het gelijknamig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, de bestemmingen van het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met als bestemmingen Ambachtelijke bedrijven en kmo’s waarvan een deel met overdruk bijzonder reservatiegebied met specifieke voorwaarden en Bestaande waterwegen en overdrukken Bestaande hoogspanningsleidingen en Bestaande leidingstraten.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de hoogspanningscabine indien het hemelwater dat hierop valt, op eigen terrein in de bodem kan infiltreren. De aanvrager voorziet hiervoor de aanleg van een waterdoorlatende grindverharding rondom de cabine. Deze grindverharding heeft een oppervlakte van 6,85 m², wat meer dan een vierde van de afwaterende oppervlakte bedraagt. Echter, deze zone dient onverhard uitgevoerd te worden om vrijgesteld te zijn van de verplichtingen van de hemelwaterverordening. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Aangezien het een regularisatie betreft waarbij ook de wezenlijke aspecten van het reeds vergunde nieuwe gebouw gewijzigd worden (stabiliteit, constructie, uitzicht, riolering, volume en indeling), wordt de aanvraag behandeld als nieuwbouw. De verordening hemelwater is dus van toepassing op het magazijn. Voor deze nieuwe dakoppervlakte van 1.402 m² dient, gelet op de herbruikmogelijkheden voor sanitair en poetsen, minstens een hemelwaterput van 10.000 liter geplaatst te worden. Deze is reeds voorzien in de aanvraag. Daarnaast dient, voor de nieuwe dakoppervlakte en de nieuwe verharding (878 m²) een bovengrondse infiltratievoorziening van 74.250 liter voorzien te worden, met een infiltratieoppervlakte van 180 m². Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale regelgeving

MER-screening:
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
 

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Het voorliggende project heeft een oppervlakte kleiner dan 5.000 m² waardoor een archeologienota waarvan akte is genomen niet van toepassing is.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op 24 september 2021 is een vergunning verleend voor de bouw van een magazijn met vier units. Een magazijn werd gebouwd, maar niet gerealiseerd conform de vergunning. Voorliggende aanvraag betreft de regularisatie van deze nieuwbouw en van het plaatsen van een hoogspanningscabine.

 

Volgende handelingen zijn anders uitgevoerd dan vergund: 

-     het magazijn is volledig opgebouwd uit een betonstructuur in plaats van uit een gecombineerde draagstructuur (staal en beton);

-     de dakstructuur is tweezijdig hellend uitgevoerd, waarbij de dakrand 26 centimeter verhoogd werd en de riolering anders uitgevoerd werd; 

-     de achter- en zijgevels zijn afgewerkt met gladde beton in plaats van met silex in gebroken wit;

-     de vier vergunde lichtstraten zijn niet uitgevoerd; 

-     het magazijn is niet meer onderverdeeld in vier aparte units met elk een eigen bureelruimte. Het betreft één unit dat onderverdeeld is in een groot (1.005 m²) en klein (315 m²) magazijn die intern verbonden zijn met elkaar door een poort. In het klein magazijn bevindt zich een afgesloten gedeelte dat ingericht wordt met sanitair, een lokaal voor de brandweer, kantoren, een keuken en een polyvalente ruimte (refter en rust- en ontspanningsruimte); 

-     door de interne wijziging van het magazijn zijn er vijf sectionaalpoorten voorzien in plaats van vier;

-     de oppervlakte van het magazijn is 25 m² kleiner dan vergund (1.402 m² in plaats van 1.427 m²); 

-     het type verharding op het terrein is gewijzigd van betondallen naar betonklinkers; 

-     door de gewijzigde inplanting van de sectionaalpoorten is het aantal parkeerplaatsen teruggebracht van 11 naar 7; 

-     de brandweg zal heraangelegd worden in betonklinkers in plaats van in asfalt. 

 

Daarnaast is ter hoogte van de inrit langs de Vosseschijnstraat een hoogspanningscabine geplaatst die noodzakelijk is daar er enkel hoogspanning aanwezig is in het havengebied.

 

Het magazijn en de hoogspanningscabine staan in functie van het bestaand industrieel bedrijf en maken de verdere exploitatie hiervan mogelijk. De aanvraag past zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Ten opzichte van de vergunde toestand wordt er geen vrije ruimte ingenomen. Het magazijn bevindt zich tussen reeds bestaande magazijnen en industriële gebouwen. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het magazijn is opgebouwd uit een betonstructuur. De voorgevel is bekleed met betonnen silexpanelen in gebroken wit. De zij- en achtergevels zijn afgewerkt met grijze betonnen gladde gevelpanelen. De sectionaalpoorten en deuren zijn uitgevoerd in een donkergrijze kleur.

Deze materialen zijn neutraal en aanvaardbaar in deze industriële omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De Haven van Antwerpen-Brugge werd om advies gevraagd, als gebiedsbeheerder. Zij brachten een gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies uit. Voor het aanleggen van de nieuwe klinkerverharding die buiten het concessieterrein van de aanvrager valt (ter hoogte van de doorrit voor de brandweer) en gelegen is op het terrein van een buurconcessionaris adviseren zij ongunstig.

De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter en wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De klinkerverharding ter hoogte van de brandweg dient dus niet uitgesloten te worden van vergunning. De aanvrager wordt er wel op gewezen dat bij gebrek aan bindende afspraken met de eigenaar van de grond en de buurconcessionaris omtrent het gebruik van deze brandweg, deze vergunning niet uitvoerbaar is.

 

Voor de overige handelingen in de vergunningsaanvraag neemt het Havenbedrijf volgende voorwaarden op: 

-     In de directe nabijheid van de aanvraag bevindt zich een windturbine. De slagschaduwstudie opgesteld voor deze turbine toont aan dat de nieuwe kantoorruimtes die onderwerp uitmaken van deze aanvraag worden opgericht in een slagschaduwgevoelige zone. De kantoorruimtes moeten dusdanig uitgerust worden dat bijkomende hinderlijke effecten van slagschaduw ten aanzien van de referentiesituatie uit de slagschaduwstudie worden vermeden.
Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning de voorwaarde in het advies van het Havenbedrijf verder afstemt met de exploitant van de windturbine. Hierbij wordt opgemerkt dat de ramen van dit gebouw zich enkel in de oostgevel bevinden, waardoor geen slagschaduw te verwachten valt van de windturbines ten westen en ten noorden in het havengebied. Deze voorwaarde valt dus vermoedelijk zonder voorwerp.

-    Voor elke aansluiting van de riolering op het moerriool is binnen de grenzen van de concessie een afsluitbare inspectieput met terugslagklep te voorzien. Hiervoor moet overleg gepleegd worden met het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge NV van publiek recht. Dit betreft een uitvoeringsmodaliteit die integraal aan de vergunning gekoppeld kan worden als voorwaarde.

 

Vanwege de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Na overleg met de brandweer blijkt dat er op het eigen terrein, ter hoogte van de nieuwbouw, geen keermogelijkheden voor brandweervoertuigen zijn wegens de beperkte breedte tussen de gevels. De brandweg zoals aangegeven op de aangevraagde plannen dient behouden te blijven om de veiligheid van de brandweer te waarborgen. In het brandweeradvies wordt specifiek voor de brandweertoegang opgelegd dat de doorrit naar de Narvikstraat te allen tijde vrij gehouden moet worden (geen obstakels, containers en dergelijke plaatsen op de brandweg) om het magazijn te mogen exploiteren.

De opmerkingen en voorwaarden uit dit advies, met het oog op de brandveiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.

 

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van een pijpleiding werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. Defensie heeft geen bezwaar tegen voorliggende aanvraag, maar merkt wel op dat er zich op het perceel, in de nabijheid van de werken, een NAVO-pijpleiding bevindt die buiten gebruik is gesteld. Deze leiding is ontgast, chemisch en met stikstof gereinigd, maar zij kunnen aanwezige restanten niet volledig uitsluiten. Aan het advies hechten zij de veiligheidsvoorschriften die gerespecteerd dienen te worden bij het verwijderen van buiten dienst gestelde pijpleidingen. Dit betreft uitvoeringsmodaliteiten die integraal aan de vergunning gekoppeld kunnen worden als voorwaarde.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Er werd advies gevraagd aan de mobiliteitsdienst van de stad Antwerpen.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

De in- en uitrit van het terrein bevindt zich ter hoogte van de Vosseschijnstraat 11. De brandweg bevindt zich ter hoogte van de Narvikstraat. Door de aanvrager wordt aangegeven dat de toegang voor verkeer naar het nieuwe magazijn uitgebreid of verlegd kan worden naar de Narvikstraat zodat de verkeersbelasting van de Vosseschijnstraat vermindert. Dit is echter niet mogelijk gezien er geen veilige aansluiting mogelijk is op de Narvikstraat. Deze weg mag enkel gebruikt worden als brandweg. Om verkeerd gebruik tegen te gaan, werd aan de brandweer gevraagd op welke mogelijke manieren de brandweg afgesloten kan worden opdat de brandweer nog wel toegang heeft tot het perceel via deze weg, maar het bestemmingsverkeer niet. Het afsluiten van de brandweg kan door middel van: 

-     een bareel met hangslot; 

-     een brandweerpaal – breekpaal; 

-     een wegklapbare brandweerpaal. 

Er wordt als voorwaarde opgelegd dat de brandweg ter hoogte van de perceelsgrens afgesloten dient te worden op een manier die enkel de brandweer toelaat het perceel langs hier te betreden (een bareel met een door te knippen hangslot, een breekpaal of een wegklapbare brandweerpaal). De wegklapbare brandweerpaal geniet hierbij de voorkeur.

 

Op het terrein maakt de wegenis een haakse bocht die te krap is voor grote vrachtwagens (type N2 en N3) . Er is slechts 7 meter ruimte tussen de parkeervakken tegen het gebouw (indien hier wagens geparkeerd staan) en het gebouw aan de overzijde van de weg. Bovendien kunnen vrachtwagens gezien de beperkte ruimte voor de sectionaalpoorten (aanwezige manoeuvreerruimte voor het gebouw bedraagt 12,33 meter) niet keren op het terrein. Grote vrachtwagens zijn dus niet toegelaten op het terrein. Enkel personenwagens, bestelwagens en kleine vrachtwagens (type N1) mogen het terrein oprijden. Dit wordt opgenomen als voorwaarde.

 

De in- en uitrit via de Vosseschijnstraat wordt frequent gebruikt als parking voor auto’s, bestelwagens en vrachtwagens. Deze in- en uitrit mag niet gehinderd worden door deze geparkeerde voertuigen, zodat de zichtbaarheid en bijgevolg de veiligheid optimaal blijven. De zone voor in- en uitrit dient gemarkeerd te worden, de rest van de parking dient afgesloten te worden met een onoverrijdbare barrière. Op de toerit van de Vosseschijnstraat moet een voorrangsregeling ingevoerd worden met borden B19 en B21 waarbij uitgaand verkeer steeds voorrang heeft. Dit omwille van de beperkte zichtbaarheid. Dit alles wordt opgenomen als voorwaarden.  

 

Gelet op de aanwezigheid van voetgangers en fietsers op het terrein is het aangewezen de looplijnen van voetgangers te markeren langs de toegangsweg vanaf de Vosseschijnstraat en eveneens fietssymbolen aan te brengen op de route die fietsers moeten volgen vanaf de inrit tot de fietsenstalling om een veiligere interne circulatie op de site te verwezenlijken.

 

De vervoerregio Antwerpen streeft met het routeplan 2030 naar een modal shift 50/50 tegen 2030. Dat wil zeggen dat maximum 50% van de verplaatsingen met de wagen gebeuren. De Oosterweelwerken, die in deze omgeving een belangrijke impact zullen hebben, maken deze ambitie noodzakelijk. Daarom moet er voor het personeel dat hier uiteindelijk terecht zal komen, gestreefd worden naar een zo duurzaam mogelijk modal split. De magazijnen liggen op fietsafstand van het centrum van Antwerpen en met de elektrische fiets is er nog een veel groter bereik. Ook frequent openbaar vervoer is op relatief beperkte afstand te vinden. Deze locatie is dus zeer gunstig gelegen voor het gebruik van duurzame vervoersmiddelen. 

 

Parkeerbehoefte

Er wordt geen uitbreiding of functiewijziging aangevraagd die een significante invloed heeft op de parkeerbehoefte van dit deel van de bedrijfssite. De parkeerbehoefte werd in de oorspronkelijke vergunning van 2021 vastgelegd op 5 parkeerplaatsen. In de beschrijvende nota wordt gesteld dat er maximaal 7 werknemers tewerkgesteld zullen worden op de site. Rekening houdend met de goede bereikbaarheid met fiets en openbaar vervoer bedraagt de werkelijke parkeerbehoefte 5 voor deze aanvraag.

 

Ten opzichte van de vergunde toestand worden er 4 autoparkeerplaatsen geschrapt. Er worden in totaal 7 parkeerplaatsen voorzien. Hiermee wordt voldaan aan de werkelijke parkeerbehoefte.

 

De bedrijfsvoertuigen kunnen ’s avonds, na het terugkeren van een werf of klant, voor de sectionaalpoorten geparkeerd worden. Deze parkeerplaatsen worden echter niet meegerekend in de parkeerbehoefte of nuttige parkeerplaatsen.

 

De parkeerplaatsen bevinden zich voor het gebouw en hebben voldoende grote afmetingen. De parkeerplaats voor mindervaliden bevindt zich het verst verwijderd van de ingang van het kantoorgebouw. Deze dient dichter tegen de ingang voorzien te worden. Dit wordt opgelegd als voorwaarde. Tevens worden er drie elektrische oplaadpunten voor auto’s voorzien.

 

Parkeren dient steeds afgehandeld te worden op eigen terrein. De parkeervraag mag nooit afgehandeld worden op openbaar domein. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Opgemerkt wordt dat het andere deel van de bedrijfssite, gelegen ten oosten van deze aanvraag, wel een parkeerprobleem lijkt te hebben waarvoor een onvergunde parking aangelegd werd op braakliggend aangrenzend terrein. De aanvrager geeft aan deze regularisatie via een aparte vergunningsaanvraag te zullen laten verlopen gezien deze geen betrekking heeft op de werking van het magazijn dat onderdeel vormt van deze aanvraag.

 

Fietsvoorzieningen

In de oorspronkelijke vergunning van 2021 werd als voorwaarde opgenomen om een overdekte fietsenstalling voor minstens 5 fietsen waarbij ook de mogelijkheid voorzien moest worden om elektrische fietsen op te laden.

 

Er wordt een fietsenstalling met 5 stalplaatsen voorzien in het magazijn om op die manier makkelijk laadpunten te voorzien voor elektrische fietsen. Er is geen fysieke afscheiding tussen fietsberging en overige magazijnruimte. Het gevaar bestaat dat de ruimte die ingetekend staat als fietsberging, op termijn als magazijnruimte zal gebruikt worden. De fietsenstalling moet als afgesloten ruimte voorzien worden, voldoende groot voor het comfortabel stallen van (gewone en overmaatse) fietsen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.

 

Aangezien er slechts 7 werknemers tewerkgesteld worden op de site, wordt er aangenomen dat de 5 voorziene fietsstalplaatsen voldoende zijn.

 

Laden en lossen

Het laden en lossen kan plaatsvinden aan de sectionale poorten. Enkel bestelwagens en kleine vrachtwagens kunnen en mogen het terrein oprijden.

 

Door de groepering van de parkeerplaatsen aan de ingang van de kantoren, is er voldoende ruimte voor het magazijn om te manoeuvreren voor kleine vrachtwagens en bestelwagens.

 

Laden en lossen dient steeds op eigen terrein te gebeuren. Ook wachtrijen moeten op eigen terrein afgehandeld worden. De Vosseschijnstraat is op deze locatie een smalle éénrichtingsstraat, vlakbij een druk kruispunt. De straat mag in geen geval geblokkeerd worden door wachtverkeer. Dit wordt opgenomen als voorwaarde.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Robert NV baat aan de Vosseschijnstraat een magazijngebouw uit, opgedeeld in vier afzonderlijke magazijnen. Bij de realisatie van het gebouw werd geopteerd om één groot geheel te creëren met een magazijnruimte en een kantoorruimte. Het bedrijf wenst dit gebouw te verhuren in de toekomst.

Bij de lopende vergunning werd elk van de vier magazijnen als een afzonderlijke ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) vergund met elk een eigen inrichtingsnummer, set rubrieken en bijhorende bijzondere voorwaarden. Met voorliggend dossier wordt enkel magazijn 1 met als inrichtingsnummer 20210216-0114 weerhouden. Voor de drie andere magazijnen worden de rubrieken stopgezet.

 

Bij de originele aanvraag in 2021 was de invulling van de magazijnunits nog niet bepaald en werd een zo breed mogelijke opslag aangevraagd en vergund. Met voorliggende aanvraag wenst de exploitant de opslag die er daadwerkelijk zal plaatsvinden uit te breiden en de ingedeelde inrichtingen of activiteiten die er niet komen, te schrappen uit de vergunning.

Diverse rubrieken, waaronder de opslag van gevaarlijke stoffen, worden geschrapt. De rubrieken voor de opslag van voorwerpen uit kunststof (rubriek 23.3.1.c) en de doorvoeropslag voor niet-IMDG goederen (rubriek 48.1.2) worden uitgebreid met 114 ton tot een totaal van 450 ton.

 

Hoewel de exploitant aangeeft dat het de bedoeling is om kunststoffen voorwerpen op te slaan, geen granulaten, is het niet uitgesloten dat een latere huurder, gebruik makend van de rubriek voor kunststoffen toch deze producten in granulaatvorm zal opslaan. Plasticgranulaten zijn een potentiële vorm van zwerfvuil. In het gehele havengebied, inclusief de dokken en natuurgebieden, zijn deze granulaten te vinden. Indien de toekomstige huurder deze producten in die vorm wenst op te slaan zal, voorafgaand aan de opslag, aan de reeds opgelegde bijzondere milieuvoorwaarden moeten worden voldaan.

 

Er zullen drie warmtepompen geplaatst worden voor het koelen en verwarmen van de kantoren. Het magazijn zal niet verwarmd worden. Ten slotte wordt het stallen van vijf bedrijfsvoertuigen aangevraagd.

Het koelmiddel in de warmtepompen betreft R32 en is een toegelaten koelmiddel. Het stallen van de bedrijfsvoertuigen zal gebeuren op een klinkerverharding. Opgemerkt wordt dat een klinkerverharding niet vloeistofdicht is en dat bijgevolg, conform artikel 4.1.7.3 van VLAREM II, de nodige materialen ter beschikking moeten zijn om eventuele lekken of morsen op een adequate manier op te kuisen.

 

Voor het huishoudelijk afvalwater afkomstig van de sanitaire voorzieningen zal een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) worden geplaatst. Het verwachte debiet van de lozing blijft echter onder 600 m³/jaar (105 m³/jaar) en is bijgevolg niet ingedeeld. Er zal een hoogspanningscabine geplaatst worden voor het gebouw. Het individueel nominaal vermogen van dit toestel bedraagt 250 kVA en is dus niet ingedeeld.

 

Conform het Omgevingsvergunningsbesluit dient de beslissing de geactualiseerde vergunningsvoorwaarden te vermelden. In het besluit met als kenmerk OMV2021028341 werden volgende bijzondere milieuvoorwaarden opgenomen:

- De exploitant dient in een goede afwatering van het terrein te voorzien, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein te plaatsen en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) te installeren die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site opgeslagen worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

- Er dient een rapport (met vermelding van OMV2021028341) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge (milieu@portofantwerpbruges.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van granulaten te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:

  • de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
  • de te verwachten opslagcapaciteit in de overslaghoeveelheid van granulaten;
  • een beschrijving van de behandelingsstappen van de granulaten op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van granulaten naar de omgeving;
  • een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van granulaten naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
  • een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
  • een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van granulaten naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
  • een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

Opgemerkt wordt dat kunststofgranulaten ook onder voorwerpen uit kunststof vallen en dat de toekomstige huurder/exploitant gehouden is tot het naleven van de geldende bijzondere milieuvoorwaarden van toepassing op de inrichting. De bijzondere milieuvoorwaarden worden bijgevolg geactualiseerd en behouden.

 

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.- screening is bijgevolg niet vereist.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De zone rondom de hoogspanningscabine, die aangelegd wordt in grindverharding, dient onverhard uitgevoerd te worden.

2. Er dient een bovengrondse infiltratievoorziening van 74.250 liter voorzien te worden, met een infiltratieoppervlakte van 180 m².

3. Voor elke aansluiting van de riolering op het moerriool is binnen de grenzen van de concessie een afsluitbare inspectieput met terugslagklep te voorzien. Hiervoor moet overleg gepleegd worden met het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge NV van publiek recht.

4. De veiligheidsvoorschriften, toegevoegd aan het advies van Defensie, dienen strikt nageleefd te worden.

5. De brandweg dient ter hoogte van de perceelsgrens afgesloten te worden op een manier die enkel de brandweer toelaat het perceel langs hier te betreden (een bareel met hangslot, een breekpaal of een wegklapbare brandweerpaal).

6. Grote vrachtwagens (type N2 en N3) zijn niet toegelaten op het terrein.

7. De in- en uitrit naar de magazijnen mag niet geblokkeerd worden door geparkeerde voertuigen.

8. De zone voor in- en uitrit dient gemarkeerd te worden, de rest van de parking dient afgesloten te worden met een onoverrijdbare barrière.

9. Op de toerit van de Vosseschijnstraat moet een voorrangsregeling ingevoerd worden met borden B19 en B21 waarbij uitgaand verkeer steeds voorrang heeft.

10. De parkeerplaats voor mindervaliden moet dichter in de buurt van de ingang van de kantoren voorzien worden.

11. Parkeren dient steeds op eigen terrein afgehandeld te worden.

12. De fietsenstalling moet als afgesloten ruimte voorzien worden, voldoende groot voor het comfortabel stallen van (gewone en overmaatse) fietsen.

13. Laden en lossen en wachtrijen dienen steeds op eigen terrein afgehandeld te worden.

 

Geadviseerde brandweervoorwaarden
De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de Brandweer zone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden. 


Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting Robert NV - Magazijn 1)

5 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; 

+2 kW

23.3.1°c)

opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal;

+114 ton

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

+114 ton

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; 

5 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; 

12 kW

23.3.1°c)

opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal; 

450 ton

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

450 ton

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitant dient in een goede afwatering van het terrein te voorzien, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein te plaatsen en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) te installeren die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site opgeslagen worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

2. Er dient een rapport (met vermelding van OMV2023083334) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge (t.a.v. Environmental services) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van granulaten te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:

  • de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
  • de te verwachten opslagcapaciteit in de overslaghoeveelheid van granulaten;
  • een beschrijving van de behandelingsstappen van de granulaten op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van granulaten naar de omgeving;
  • een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van granulaten naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
  • een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
  • een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van granulaten naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
  • een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

19 december 2023

Start openbaar onderzoek

29 december 2023

Einde openbaar onderzoek

27 januari 2024

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

8 februari 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

2 april 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

2 mei 2024

Verslag GOA

12 april 2024

Naam GOA

Bieke Geypens, Katrine Leemans en Gerd Cryns


Wijzigingsverzoeken

De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen naar aanleiding van een bijkomende vraag in verband met de bijzondere milieuvoorwaarden van toepassing op de inrichting. Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29 december 2023

27 januari 2024

0

0

0

0

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De zone rondom de hoogspanningscabine, die aangelegd wordt in grindverharding, dient onverhard uitgevoerd te worden.

2. Er dient een bovengrondse infiltratievoorziening van 74.250 liter voorzien te worden, met een infiltratieoppervlakte van 180 m².

3. Voor elke aansluiting van de riolering op het moerriool is binnen de grenzen van de concessie een afsluitbare inspectieput met terugslagklep te voorzien. Hiervoor moet overleg gepleegd worden met het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge NV van publiek recht.

4. De veiligheidsvoorschriften, toegevoegd aan het advies van Defensie, dienen strikt nageleefd te worden.

5. De brandweg dient ter hoogte van de perceelsgrens afgesloten te worden op een manier die enkel de brandweer toelaat het perceel langs hier te betreden (een bareel met hangslot, een breekpaal of een wegklapbare brandweerpaal).

6. Grote vrachtwagens (type N2 en N3) zijn niet toegelaten op het terrein.

7. De in- en uitrit naar de magazijnen mag niet geblokkeerd worden door geparkeerde voertuigen.

8. De zone voor in- en uitrit dient gemarkeerd te worden, de rest van de parking dient afgesloten te worden met een onoverrijdbare barrière.

9. Op de toerit van de Vosseschijnstraat moet een voorrangsregeling ingevoerd worden met borden B19 en B21 waarbij uitgaand verkeer steeds voorrang heeft.

10. De parkeerplaats voor mindervaliden moet dichter in de buurt van de ingang van de kantoren voorzien worden.

11. Parkeren dient steeds op eigen terrein afgehandeld te worden.

12. De fietsenstalling moet als afgesloten ruimte voorzien worden, voldoende groot voor het comfortabel stallen van (gewone en overmaatse) fietsen.

13. Laden en lossen en wachtrijen dienen steeds op eigen terrein afgehandeld te worden.


Brandweervoorwaarden
De voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de Brandweer zone Antwerpen dienen strikt nageleefd te worden.  


Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitant dient in een goede afwatering van het terrein te voorzien, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein te plaatsen en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) te installeren die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site opgeslagen worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

2. Er dient een rapport (met vermelding van OMV2023083334) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge (t.a.v. Environmental services) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van granulaten te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:

  • de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
  • de te verwachten opslagcapaciteit in de overslaghoeveelheid van granulaten;
  • een beschrijving van de behandelingsstappen van de granulaten op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van granulaten naar de omgeving;
  • een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van granulaten naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
  • een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
  • een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van granulaten naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
  • een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; 

5 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; 

12 kW

23.3.1°c)

opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal; 

450 ton

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

450 ton

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

 

1. De exploitant dient in een goede afwatering van het terrein te voorzien, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein te plaatsen en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) te installeren die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site opgeslagen worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

2. Er dient een rapport (met vermelding van OMV2023083334) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge (t.a.v. Environmental services) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van granulaten te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:

  • de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
  • de te verwachten opslagcapaciteit in de overslaghoeveelheid van granulaten;
  • een beschrijving van de behandelingsstappen van de granulaten op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van granulaten naar de omgeving;
  • een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van granulaten naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
  • een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
  • een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van granulaten naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
  • een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

Artikel 4

De omgevingsvergunning wordt verleend voor onbepaalde duur. 

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.