Terug
Gepubliceerd op 22/04/2024

2024_CBS_03171 - Omgevingsvergunning - OMV_2023135343. Valaardreef 31. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/04/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_03171 - Omgevingsvergunning - OMV_2023135343. Valaardreef 31. District Wilrijk - Goedkeuring 2024_CBS_03171 - Omgevingsvergunning - OMV_2023135343. Valaardreef 31. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023135343

Gegevens van de aanvrager:

Deniz Cetin - Ali Cetin met als contactadres Gitschotellei 118 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Valaardreef 31 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 43 sectie A nr. 74A2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van 5 appartementen en 2 inpandige garages

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          17/02/2023: stedenbouwkundig attest (ROL-nummer: 202213) voor het bouwen van een nieuwbouw van 3 bouwlagen met hellend dak.

 

Vergunde toestand

-          geen relevante informatie.

 

Bestaande toestand

-          een braakliggend terrein, begroeid met grassen, struiken en een boom.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen – meergezinswoning met 5 wooneenheden en 2 inpandige garages;

-          4 tweeslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 88,0 m², 84,5 m², 84,5 m² en 79,0 m²;

-          1 drieslaapkamerappartement (duplex) met een netto vloeroppervlakte van circa 101,5 m²;

-          de gemiddelde netto vloeroppervlakte van de wooneenheden bedraagt 87,5 m²;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met hellend dak; 
  • bouwdiepte gelijkvloerse bouwlaag, eerste en tweede verdieping ter hoogte van de rechter perceelsgrens: 13,13 m;
  • bouwdiepte gelijkvloerse bouwlaag, eerste en tweede verdieping ter hoogte van de linker perceelsgrens: 12,93 m;
  • voorgeveluitsprong op de eerste en tweede verdieping die de binnenruimte vergroot: 1,0 m;
  • nokhoogte: 12,95 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel gelijkvloerse bouwlaag: lichtgrijs/donkergrijs gestreept metselwerk;
  • voorgevel verdiepingen: lichtgrijze gevelsteen;
  • buitenschrijnwerk: antracietkleurig pvc of aluminium;
  • inpandige garagepoort: antraciet gelakt staal;
  • afwerking dakkapel: antracietkleurig volkernplaat;

-          inrichting:

  • fietsen- en vuilnisberging in de achtertuin;
  • aanplanten van een boom in de achtertuin.

 

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een meergezinswoning met 5 woongelegenheden en 2 inpandige garages;

-          bouwen van een bijgebouw met vuilnisberging en overdekte fietsenstalling;

-          aanleggen van verhardingen;

-          wijzigen van reliëf in de achtertuin;

-          vellen van een boom.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Aquafin

12 december 2023

4 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

12 december 2023

29 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

12 december 2023

31 januari 2024

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

12 december 2023

4 maart 2024Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

12 december 2023

12 december 2023

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

12 december 2023

18 december 2023

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

12 december 2023

15 december 2023

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water

12 december 2023

15 december 2023

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 22 bis Valaar, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 december 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor tuinen en zone voor woningen.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:

-          artikel 1 zone voor woningen:

  • profielen:

-          het perceel bevindt zich in een zone waar gebouwd mag worden met twee bouwlagen en een schuin dak. De aanvraag voorziet een gebouw van drie bouwlagen en een schuin dak;

-          volgens het profiel van het bijzonder plan van aanleg is de uitbreiding enkel op de gelijkvloerse bouwlaag voorzien. Bij de aanvraag is er ook een aanbouw op de eerste en tweede verdieping voorzien;

  • 2 dakkapellen:

-          plaats van een dakkapel is voorzien op 0,40 m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak. De dakkapel van de voor- en achtergevel voldoet hier niet aan;

-          de maximum breedte bedraagt 2/3 van de gevelbreedte, de dakkapel van de achtergevel voldoet hier niet aan;

-          de dakkapellen zijn voorzien van een schuin dak met dezelfde helling als deze van het gepenetreerde zadel- of schilddak. De dakkapellen hebben geen schuin dak.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen: bovengrondse geveluitsprongen moeten begrepen zijn tussen twee verticale vlakken onder een hoek van 45° ten opzichte van elke erfscheiding en de kroonlijst. De uitsprong van de voorgevel ten opzichte van de kroonlijst voldoet niet aan dit artikel; 
  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken: de afmetingen van de dakkapel in de achtergevel zijn niet in verhouding tot de oppervlakte van het dakvlak en de schuine dakvorm is niet duidelijk herkenbaar;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: voor wonen moet er 1 plaats per slaapkamer + 1 extra plaats worden voorzien. Er dienen voor dit project 16 overdekte plaatsen te worden voorzien. Er zijn echter slechts 13 nuttige plaatsen en de meeste plaatsen zijn niet overdekt;
  • artikel 30 Autostal- en autoparkeerplaatsen: per woning dient er 1 autostaanplaats te worden voorzien, voor dit project zijn dit 5 plaatsen. Er worden slechts 2 plaatsen voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Bijzonder plan van aanleg:

De aanvraag wijkt af van het bijzonder plan van aanleg en meer specifiek op artikel 1 Zone voor woningen:

profielen: het perceel bevindt zich in een zone waar volgens het bijzonder plan van aanleg een profiel is toegelaten van twee bouwlagen en een hellend dak (= 9 meter bouwdiepte). Voor het gelijkvloers is er een maximale bouwdiepte beschreven tot 13 meter. De aanvraag voorziet een gebouw van drie bouwlagen en een hellend dak. Zowel het gelijkvloers als de 1ste en 2de verdieping worden tot op een bouwdiepte van 13,13 meter voorzien ter hoogte van de rechterperceelgrens en 12,93 aan de linker perceelgrens.

 

Bij het decreet van 8 december 2017 werd een artikel 4.4.9/1 ingevoerd in de VCRO, dat een bijkomende afwijkingsmogelijkheid voorziet voor het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen, gelegen binnen de contour van een bijzonder plan van aanleg (BPA) dat ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. 

Overeenkomstig artikel 4.3.1 VCRO moeten aanvragen wel nog steeds getoetst worden aan de goede ruimtelijke ordening.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld en aangesloten bij de motivering van de bouwheer (beschrijvende nota) dat dit profiel voor de andere reeds aanwezige bebouwing in dit straatsegment reeds werd toegepast. Het profiel van het nieuw appartementsgebouw sluit hierbij aan en is bijgevolg inpasbaar in de bebouwde context. Ook het hoekappartementsgebouw (Valaardreef 23) in dit straatsegment kent een gelijkaardige bebouwing zowel in bouwhoogte als in bouwdiepte. Om voormelde motivatie kan er een afwijking worden verleend.

Dakkapellen: omtrent de voorziene dakkapellen worden er eveneens strijdigheden vastgesteld ten opzichte van de voorschriften van het bijzonder plan van aanleg. Zo dient de plaats van een dakkapel voorzien te worden op 0,40 m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en dient deze een schuin dak te hebben. De dakkapel van de voor- en achtergevel voldoen hier niet aan. Tevens wordt de maximum breedte van dakkapellen vastgelegd op maximum 2/3 van de gevelbreedte. Dit is niet het geval voor de dakkapel aan de achterzijde.

Vanuit goede ruimelijke ordening kan er een afwijking verleend worden voor de positie van de dakkapel (= geen 0,40 m uit de snijlijn) en het niet voorzien van een schuin dak. Er kan echter geen afwijking verleend worden op de maximale breedte ervan. Met een breedte van 12 meter ten opzichte van de gevelbreedte van 14 meter overschrijdt de voorziene dakkapel aan de achtergevel ruimschoots de 2/3de regel. Hierdoor is de dakkapel buitenmaats en niet in verhouding met het dakvlak. Bovendien gaat hierdoor de hellende dakvorm totaal teniet. De reeds verleende afwijking op het voorzien van een groter bouwprofiel in combinatie met de immense dakkapel zorgt er bovendien voor dat het toegelaten volume op onaanvaardbare wijze wordt overschreden. Hierdoor overschrijdt de impact van het volume op het perceel en de bebouwde omgeving de grenzen van de goede ruimtelijke ordening. In voorwaarde bij de vergunning zal worden opgenomen om de dakkapel aan de achtergevel te beperkten tot 2/3 van de gevelbreedte.

Bouwcode:

De aanvraag wijkt af op artikel 12, 13, 15, 29 en 30 van de bouwcode. Artikel 29 en 30 wordt toegelicht onder de rubriek ‘Mobiliteitsimpact’.

In het ontwerp wordt er, strijdig met artikel 12, een garagepoort voorzien van 6 meter (gevelbreedte 14 meter) waar dat er in principe slechts per 8 meter gevelbreedte één garagepoort van 3 meter is toegelaten. Aangezien het een ruim perceel betreft, de Valaardreef bovendien een brede straat is met ruime voortuinzones en de voorgevel net geen 16 meter breedte heeft, kan er met behulp van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden verleend.

In het ontwerp wordt de uitsprong aan de voorgevel, strijdig met artikel 13 van de bouwcode, niet voorzien onder een hoek van 45° ten opzichte van de kroonlijst. De uitsprong wordt voorzien naar analogie van het reeds bestaande appartementsgebouw Valaardreef 23. In voorliggend ontwerp wordt de dakkapel bovendien uitgelijnd op de onderliggende uitsprong waardoor de voorgevel een harmonieus geheel vormt. Bijgevolg kan er een afwijking op dit artikel worden verleend.

Artikel 15 handelt over in- en uitsprongen aan daken en verwijst in voorliggend ontwerp naar de buitenmaatse dakkapel aan de achtergevel. Er kan niet op geldige wijze worden van afgeweken. Dit werd reeds hoger vermeld in dit verslag uitvoerig gemotiveerd onder afwijkingen van het bijzonder plan van aanleg.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat een nieuwbouwproject met 5 woonunits. De straat wordt gekenmerkt door voornamelijk woonfuncties zowel eengezinswoningen als enkele kleinschalige meergezinswoningen. De functionele inpasbaarheid blijft gegarandeerd.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het nieuwbouwen van een meergezinswoning met 5 woongelegenheden. Het nieuwe gebouw wordt opgetrokken tussen twee bestaande gebouwen met 3 bouwlagen en een schuin dak. Op het gelijkvloers, de 1ste en 2de verdieping bedraagt de bouwdiepte 13,13 meter ter hoogte van de rechterperceelgrens en 12,93 aan de linker perceelgrens. Binnen deze bouwdiepte worden ook de buitenruimtes voor de hoger gelegen appartementen voorzien. De dakbasis bedraagt 9 meter waarbij er aansluitend aan het plat dak een dakterras wordt voorzien. Het volume en de perceel configuratie sluiten grotendeels aan bij Valaardreef 23. Er wordt echter opgemerkt dat het dakterras niet binnen een hoek van 45° ten opzichte van de kroonlijst van het rechterbuurpand Kartuizersstraat 1 wordt geplaatst. Dit zal als voorwaarde bij de vergunning worden opgenomen. Schaal en ruimtegebruik zijn gunstig mits het naleven van de gestelde voorwaarden bij de vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De uitwerking van de voorgevel met uitkragend volume en dakkapel past binnen de geledingen in het straatbeeld. De gevelmaterialen (lichtgrijs/donkergrijs gestreept metselwerk voor de gelijkvloerse bouwlaag, lichtgrijze gevelsteen voor de verdiepingen, antracietkleurig pvc of aluminium schrijnwerk, antraciet gelakt stalen garagepoort, dakkapel in antracietkleurig volkernplaat, …) zijn inpasbaar in het straatbeeld waar dat een mix voorkomt van huizenblokken met gevels in wit geschilderd metselwerk, rood bruin genuanceerd metselwerk, geel/beige metselwerk, ….

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De Groendienst geeft een gunstig advies op voorwaarde dat de boom die geveld wordt gecompenseerd wordt door een boom van minstens grootte orde 2 en plantmaat 16/18.

De straatboom moet optimaal beschermd worden tijdens de werken. Als er schade is, zal er een schadebepaling worden opgemaakt. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij dit advies. Dit zal als voorwaarde worden opgenomen bij de vergunning.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er geoordeeld dat het project in het algemeen kwalitatief is en dat de woonkwaliteit gegarandeerd wordt. Zo wordt er in het project een mix van verschillende types woningen voorzien. Zo wordt er een gelijkvloers appartement met 2 slaapkamers en een tuin voorzien, twee appartementen met twee slaapkamers en een terras, en duplex appartement met 3 slaapkamers en twee terrassen en een dakappartement met 2 slaapkamers en een groot dakterras.

Zowel de oppervlakte als de planschikking van de woningen laten de nodige bemeubeling en ruimte toe om kwalitatief te wonen.

 

Er werd advies gevraagd aan Aquafin. Het advies is gunstig. De algemene voorwaarden gevoegd bij dit advies maken integraal deel uit van deze vergunning.

 

Er werd advies gevraagd aan Fluvius. Het advies is voorwaardelijk gunstig en maakt integraal deel uit van deze vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.

Op een braakliggend terrein wordt een gebouw met 5 appartementen en 2 inpandige garages gezet.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 5 x 1 = 5 parkeerplaatsen.

De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.

Het perceel laat niet toe meer parkeerplaatsen te realiseren.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 5 – 2 = 3.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5 – 2 = 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.

 

 

Het voorzien van een garagepoort, breder dan 3 meter in een gevel van minder dan 16 meter is eigenlijk niet wenselijk. Omdat er op deze manier achter wel meer wagens op eigen terrein gestald kunnen worden, kan daar voor deze aanvraag in meegegaan worden. Dat neemt niet weg dat de bredere oprit ook een nadelige impact heeft op de parkeerstrook op het openbaar domein omdat er daar dan minder ruimte voor autostaplaatsen beschikbaar is. Daarom zal in voorwaarden opgelegd worden om de 2 opritten in de voortuin naar elkaar toe te laten verlopen en slechts een 3 meter brede aansluiting op het voetpad te laten maken, centraal voor de garagepoort. De overige breedte van de voortuin, met uitzondering van het toegangspad, moet worden afgescheiden van het voetpad met een afsluiting of een levendige haag met een maximale hoogte van 1 meter, conform artikel 19 van de bouwcode.


Fietsvoorzieningen:

De fietsparkeerbehoefte is 4 x (2+1) + 1 x (3+1) = 16 fietsparkeerplaatsen.

Er wordt een fietsenberging in de tuin voorzien waarbij men door het gebouw naar de straatkant kan. De minimumdoorgang wordt gerespecteerd.

In de tuin wordt plaats voor 13 fietsen ingetekend. Er wordt niet voldaan aan de minimumvereisten voor een stalling. De stalling moet overdekt zijn. De tussenafstand moet bij een hoog-laag 1-niveaus systeem minstens 40 cm zijn. Dat is hier niet. Er kunnen maar max 11 fietsen staan.

Er worden nog een aantal fietsen ingetekend achter de voertuigen in de garage. Hier kunnen we twee plaatsen als nuttig rekenen. De linkse garage heeft een deur waardoor ze zonder de auto buiten te rijden de fietsen kunnen nemen. Deze kunnen tellen. De fietsen in de rechtse garage hebben die mogelijkheid niet en tellen niet als nuttig.

 

Er wordt in voorwaarde opgenomen dat er 16 overdekte fietsparkeerplaatsen dienen voorzien te worden conform de inrichtingsprincipes artikel 29 bouwcode.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Er dient een boom van grootte orde 2 te worden aangeplant. De plantmaat moet minstens 14/16 cm zijn. De heraanplanting moet geplant zijn voor het volgende groeiseizoen.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. De dakkapel aan de achterzijde dient te worden beperkt tot maximum 2/3 van de gevelbreedte.
  1. Het dakterras ter hoogte van de 3de verdieping achteraan dient zich te bevinden binnen een hoek van 45° ten opzichte van de kroonlijst van het rechterbuurpand Kartuizersstraat 1.
  1. Het advies van Aquafin dient te worden nageleefd.
  1. Het advies van Fluvius dient te worden nageleefd.
  1. Er dienen 16 overdekte fietsparkeerplaatsen te worden voorzien conform de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode.
  2. De 2 opritten moeten in de voortuin naar elkaar toe verlopen en mogen slechts een 3 meter brede aansluiting op het voetpad maken, centraal voor de garagepoort. De overige breedte van de voortuin, met uitzondering van het toegangspad, moet worden afgescheiden van het voetpad conform artikel 19 van de bouwcode.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 oktober 2023

Volledig en ontvankelijk

12 december 2023

Start openbaar onderzoek

21 december 2023

Einde openbaar onderzoek

19 januari 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

26 maart 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

25 april 2024

Verslag GOA

5 april 2024

Naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

21 december 2023

19 januari 2024

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Er dient een boom van grootte orde 2 te worden aangeplant. De plantmaat moet minstens 14/16 cm zijn. De heraanplanting moet geplant zijn voor het volgende groeiseizoen.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. De dakkapel aan de achterzijde dient te worden beperkt tot maximum 2/3 van de gevelbreedte.
  1. Het dakterras ter hoogte van de 3de verdieping achteraan dient zich te bevinden binnen een hoek van 45° ten opzichte van de kroonlijst van het rechterbuurpand Kartuizersstraat 1.
  1. Het advies van Aquafin dient te worden nageleefd.
  1. Het advies van Fluvius dient te worden nageleefd.
  1. Er dienen 16 overdekte fietsparkeerplaatsen te worden voorzien conform de inrichtingsprincipes van artikel 29 van de bouwcode.
  2. De 2 opritten moeten in de voortuin naar elkaar toe verlopen en mogen slechts een 3 meter brede aansluiting op het voetpad maken, centraal voor de garagepoort. De overige breedte van de voortuin, met uitzondering van het toegangspad, moet worden afgescheiden van het voetpad conform artikel 19 van de bouwcode.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.