Terug
Gepubliceerd op 03/06/2024

2024_CBS_04545 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023145058. Antwerpsebaan 25. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/05/2024 - 09:00 Stadhuis- afsluit: Lynn Goris/bz_besluitvorming_mailbox
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04545 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023145058. Antwerpsebaan 25. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_04545 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023145058. Antwerpsebaan 25. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2023145058

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV INDAVER (0427973304) met als contactadres Ketenislaan (KAL) 1 te 9130 Beveren en

NV Specialty Chemicals Terminals (0747779532) met als adres Antwerpsebaan 710 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Antwerpsebaan 25 te 2040 Antwerpen.

Kadastrale percelen:

afdeling 18 sectie B nrs. 164L, 164B2, 164C2, 164M2 en sectie C nrs. 29V

waarvan:

 

-          20210219-0064

afdeling 18 sectie B nrs. 164L, 164C2, 164M2, 164B2 en sectie C nrs. 29V (Specialty chemicals Terminals nv)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Magazijnencomplex: wijziging en uitbreiding van de opslag van gevaarlijke stoffen waardoor de inrichting een hogedrempel-Seveso-inrichting wordt.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

-  14/10/2021: vergunning (OMV_2021030677) voor de bouw van magazijnen en aanleg verharding.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 14 oktober 2021 verleende de deputatie van de provincie een milieuvergunning voor de exploitatie van een magazijnencomplex, voor een termijn van onbepaalde duur.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een uitbreiding van de opgeslagen gevaarlijke producten waardoor de exploitatie een Seveso-bedrijf wordt.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.4.5.

tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen in afwachting van behandeling;

87.468,80 ton

17.1.1.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke aerosolen met een gezamenlijke netto inhoud van meer dan 30.000 liter;

240.000 liter

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting);

1 hogedrempel-inrichting

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+5.001 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

+5.001 ton

17.3.3.3°

opslagplaatsen voor oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS03) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

+9.951 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

-2.987,80 ton

17.3.5.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton;

+9.951 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

-2.987,80 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

-2.987,80 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieugevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton.

+87.269,80 ton

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

Specialty chemicals Terminals nv

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

De plaatsing van een uithangbord voor de opslag van afvalstoffen

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De informatie kan geïntegreerd worden in het uithangbord voor VR-plichtige inrichtingen. Er zal geen apart uithangbord worden voorzien voor afvalstoffen.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

16 april 2024

8 mei 2024

Gunstig

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

-          Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;

-          Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Kruisweg en de R2 Tijsmanstunnel;

-          overdruk Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur;

-          overdruk Verbinding voor fietsers.

 

Ten zuiden van de Kruisweg is het GRUP Liefkenshoek spoortunnel (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008) van toepassing, met als bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur en overdruk Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke ordening van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Specialty Chemicals is een bedrijf dat instaat voor de op- en overslag van al dan niet gevaarlijke producten in verschillende magazijnen. Ze bieden voornamelijk opslagruimte aan voor klanten in de chemische nijverheid.

 

Voorliggende aanvraag betreft een uitbreiding van de bestaande vergunning. Er is een toename van de aard en hoeveelheid van de opgeslagen gevaarlijke stoffen, binnen reeds vergunde magazijnen. In de bestaande vergunning worden er gevaarlijke stoffen opgeslagen onder de lagedrempel SEVESO. De aanvraag betreft voor verschillende rubrieken 17 een uitbreiding, waardoor het nu wél onder hogedrempel SEVESO valt. Het maximale siteniveau (totale opslag in ton) blijft wel hetzelfde als eerder vergund. De uitbreiding van de rubrieken doelt op een flexibiliteit in opslag. Om die reden wordt rubriek 17.2.2 aangevraagd en heeft de aanvrager een omgevingsveiligheidsrapport (OVR) opgemaakt. Het OVR werd reeds aangemeld bij Team Omgevingseffecten, maar nog niet goedgekeurd.

 

Verder wordt de aanvraag ook uitgebreid in die zin dat er bijkomend afvalstoffen opgeslagen zullen worden onder nieuwe mede-exploitant INDAVER. Er zal 87.468,8 ton aan gevaarlijke afvalstoffen opgeslagen worden onder rubriek (2.4.5). De aanvrager verklaart dat dit onder invloed is van klanten die bepaalde producten willen terugnemen en opslagen bij de exploitant, deze producten zouden dan ook als afval gezien moeten worden. De aanvrager verklaart dat dit dus geen wijziging is in se van de opgeslagen producten, louter een aanpassing van de indeling. Kortom, het betreft dus geen bijkomende opslag, maar de opslag van gelijkaardige producten als reeds vergund, met dan een stempel als afvalproduct. De stad gaat met dit principe akkoord, maar wenst wel op te merken dat hetgeen opgeslagen onder 2.1.2.f) overeen komt met de reeds vergunde situatie (bijlage 17.3-1). Hetgeen nu aangevraagd wordt onder 2.4.5. komt overeen met de toekomstige situatie. Is het de bedoeling dat rubriek 2.4.5 in de plaats komt van 2.1.2.f, zoja dient de rubriekentabel nog aangepast te worden. Indien deze naast elkaar zullen bestaan zou in principe 2.1.2.f) verlaagd moeten worden naar maximale situatie van 87.468,8 ton.

 

Deze site wordt door voorliggende aanvraag een GPBV-bedrijf (Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging). Dit wil zeggen dat de technieken dienen afgetoetst te worden met de BBT-conclusies die volgen uit de Europese referentiedocumenten voor best beschikbare technieken (BREF).

 

De aanvraag betreft eveneens het schrappen van enkele rubrieken omwille van de gewijzigde VLAREM-indelingslijst. De stad wenst erop te wijzen dat desalniettemin de algemene VLAREM-voorwaarden voor de opslag van de transformatoren blijven gelden.

 

De aanvrager verklaart dat er qua effecten op de omgeving tegenover vorige vergunning geen wijziging is. De stad gaat hier niet mee akkoord aangezien er wel degelijk een uitbreiding is tegenover vorige aanvraag, er wordt bijvoorbeeld wél 240.000 liter aan aerosolen opgeslagen, dit is nieuw ten opzichte van de oude vergunning. Hiervoor dienen dus wel de bijkomende effecten beschreven te worden.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.4.5.

tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen in afwachting van behandeling; 

87.468,80 ton

17.1.1.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke aerosolen met een gezamenlijke netto inhoud van meer dan 30.000 liter; 

240.000 liter

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting);

1 hogedrempel-inrichting

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton; 

+5.001 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

+5.001 ton

17.3.3.3°

opslagplaatsen voor oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS03) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton; 

+9.951 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; 

-2.987,80 ton

17.3.5.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton; 

+9.951 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton; 

-2.987,80 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton; 

-2.987,80 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieugevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton.

+87.269,80 ton

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Er dient een effectenbespreking van het project te gebeuren ten opzichte van de reeds vergunde situatie.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

11 april 2024

Start openbaar onderzoek

20 april 2024

Einde openbaar onderzoek

19 mei 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

31 mei 2024

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

20 april 2024

19 mei 2024

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

 

Tijdens het openbaar onderzoek werd een digitaal bezwaarschrift ontvangen van NMBS. Met deze brief reageert NMBS op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. NMBS geeft aan niet betrokken te zijn en verwijst door naar Infrabel nv.

Infrabel nv bracht vervolgens een digitaal bezwaarschrift uit waarin ze geen bezwaar uiten tegen de aanvraag.

 

Informatievergadering

Over de aanvraag werd een informatievergadering georganiseerd op 29 april 2024. Het verslag van de informatievergadering werd aan de vergunningverlenende overheid bezorgd.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Er dient een effectenbespreking van het project te gebeuren ten opzichte van de bestaande situatie.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.