Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024022889 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Joris Yaramis met als adres Ertbruggestraat 10 te 2110 Wijnegem |
Ligging van het project: | Charlotta Finckstraat 2 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 37 sectie C nr. 214E9 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van 3 garages en bouwen een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 23/03/2018: vergunning (ROL-nummer: 20173088) voor het verbouwen en uitbreiden van een handelspand;
- 08/04/1991: vergunning (1006#2994) voor het bouwen van een woning met frituur na afbraak.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van de nieuwbouw in de Charlotta Finckstraat die nog niet gebouwd is.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- de aanvraag betreft langs de Charlotta Finckstraat;
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 9 april 2024 | 3 mei 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 9 april 2024 | 17 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 9 april 2024 | 9 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 9 april 2024 | 22 april 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
De aanvrager leverde daarvoor volgend motivatie:
Aangezien de gehele oppervlakte van de grond bebouwd zal worden, is het niet mogelijk om een infiltratiezone op maaiveldniveau uit te voeren.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
onder schuine daken dient de helft van de netto-oppervlakte van de verblijfsruimte, te meten vanaf 1,80 m, een hoogte te hebben van minstens 2,60 m. De hoogte van de slaapkamer 2 van unit 3 en de slaapkamer 1 en 2 van unit 2 op de zolder voldoet niet aan dit artikel;
Sectorale regelgeving
Effecten op de biodiversiteit:
Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024, kan het volgende gesteld worden:
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk aanzienlijke schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt zoals verder in het verslag vermeld wordt. De vergunning dient te worden geweigerd.
Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht
Op volgende website worden oplossingen aangereikt om gebouwen te beschermen tegen waterindringing of in het geval van onvermijdbare waterindringing de kans op schade te verkleinen. https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen/
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met volgende artikels van de bouwcode:
Levendige plint (art.12):
- In toepassing van artikel 12 wordt er per 8 meter 1 toegangspoort toegestaan. Indien de perceelsbreedte meerdere toegangspoorten toelaat, kunnen deze gekoppeld worden tot een maximale breedte van 6 m conform dit artikel. De garagepoort zoals voorgesteld omvat een garagepoort met een breedte van 7,30 m voor 3 parkeerplaatsen. De breedte van de poort is strijdig met de voorschriften van het artikel. Door de aanwezigheid van een frituur en bureau-ruimte in dezelfde gevel is er wel nog steeds een voldoende levendige functie gelegen langs de straat. Gelet op enerzijds de kwalitatieve inrichting van de garage met achtergelegen fietsenberging en anderzijds de aanwezigheid van een voldoende levendige plint kan worden afgeweken op de maximale breedte van 6 m. Er wordt geen buitensporige hinder verwacht door het voorzien van een garagepoort van 7.30 m breed.
Minimale hoogte van ruimten (art.21):
- De binnenhoogte van de slaapkamers op de zolderverdieping voldoen niet aan de noodzakelijk binnenhoogte. De binnenhoogte van deze ruimte bedraagt gemiddeld 2,5 meter. Gelet op de beperkte afwijking, kan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden toegestaan op dit artikel.
Open ruimte (art.27):
- In toepassing van artikel 27 dient bij toename van de bebouwde oppervlakte minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld buitenruimte te zijn. Het volledige perceel wordt in deze aanvraag bebouwd. Er kan enerzijds worden vastgesteld dat het perceel van de aanvraag zeer ondiep is. Toch dient er rekening gehouden te worden met de impact op de omliggende omgeving. Het bewaren van onbebouwde/onverharde ruimte heeft een positieve impact op het pand en op de omgeving. Dit brengt natuurlijke licht en lucht mee voor de aangrenzende bebouwing, zorgt voor afkoeling van de stadslucht, heeft een ecologische meerwaarde en zorgt ook voor infiltratiemogelijkheden. De aanvraag voldoet niet het decreet integraal waterbeleid. Door het volledig volbouwen van dit perceel wordt er dan ook een bijkomende ongunstige impact gegenereerd naar de aanpalende percelen. De afwijking op dit artikel kan bijgevolg dan ook niet gunstig worden beoordeeld.
Stabiliteit en scheidingsmuur (art.34):
- De fundering grenzend aan het straatpeil langs het openbaar domein wordt slechts 1,25 m diep voorzien. Dit moet minimaal 1,75 meter bedragen. Deze diepte is nodig om verzakkingen te vermijden bij wegwerkzaamheden. Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van dit geldende voorschrift. Bij het verlenen van een vergunning dient dit opgenomen te worden als voorwaarde van vergunning.
Artikel 30 van de bouwcode wordt verder besproken onder de mobiliteitsimpact.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op een pand wat vergund werd in 2018. Deze vergunning werd slechts deels uitgevoerd waardoor deze vervallen is. In de nieuwe aanvraag wordt de vergunde toestand van 2018 opnieuw aangevraagd. Een meergezinswoning blijft functioneel inpasbaar in deze woonomgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet een bebouwing in de Charlotta Finckstraat van 2 bouwlagen onder een hellend dak. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan niet ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Aangezien er geen open ruimte voorzien wordt heeft de aanvraag een ongunstige impact op de aanpalend percelen en de leefbaarheid in de rest van het bouwblok. De geplande uitbreidingswerken zijn storend voor de omgeving. Er kunnen geen voorwaarden opgelegd worden om hieraan te remediëren. Dit aspect wordt ongunstig geadviseerd en de vergunning dient te worden geweigerd.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel worden voorzien van een gevel-afwerking in licht grijze crepi en een gelijkvloerse plint in blauwe hardsteen. Dit materiaalgebruik is visueel inpasbaar in deze woonomgeving.
Bodemreliëf
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
De pluviale waterdiepte die gemodelleerd wordt tegen het gebouw bedraagt circa 15 cm. De vloerpas van de gelijkvloerse verdieping ligt daaronder. Het verschil tussen het straatniveau en de binnenpas bedraagt slechts 5 cm. Het nieuwe gelijkvloers ligt 10 cm onder het overstromingspeil gemodelleerd bij een middelgrote pluviale kans toekomstig klimaat.
Bijkomend komt de infiltratievoorziening (infiltratieput onder het gebouw) in conflict met de stand van het grondwater. Er werd niet aangetoond dat deze wijze van aanleg voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
Aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden zonder een grote planwijziging waaruit mogelijks strijdigheden met andere geldende wetgeving voortvloeien, moet de vergunning worden geweigerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. Bij het verlenen van een vergunning, dienen de voorwaarde opgenomen te worden als voorwaarde van vergunning. Dit houdt onder andere in dat er een afgescheiden vuilnis berging moet voorzien worden.
Het goed is gelegen in de wijk Moretusburg of Hertogvelden, waar er mogelijk verontreiniging is door zware metalen. Gelieve dan ook rekening te houden met de gebruiksadviezen, die u hier terugvindt: https://www.antwerpen.be/info/59df6f39a67793bec02c7830/meer-gezondheid-minder-zware-metalen-tips.
Extreme piekwaarden van lood in fijn stof werden begin 2024 gemeten in district Hoboken. Deze zijn met grote waarschijnlijkheid terug te brengen tot grondwerken in de directe omgeving waarbij metaalslakken betrokken waren die historisch gezien zorgden voor versteviging van de ondergrond van terreinen. Voornamelijk in district Hoboken werden deze metaalslakken gebruikt zonder dat echter geweten is waar de exacte locaties van deze metaalslakken zich bevinden. Bijgevolg werd er door de stad Antwerpen een nieuwe politieverordening hierover goedgekeurd.
Om opwaaiend stof te voorkomen bij werken op werfzones, dringen er zich bijkomende maatregelen op met het oog op het monitoren en beheersen van stofverspreiding bij werkzaamheden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. In 2018 is er een vergunning afgegeven voor het slopen en nieuwbouwen van een meergezinswoning. Nu wordt hetzelfde opnieuw aangevraagd. Het vorige advies wordt hernomen De garages en berging gelegen in de Charlotta Finckstraat worden afgebroken. Op deze plaats wordt Een nieuw appartementsblokje opgetrokken waarin zich 2 (duplex-) appartementen, een bureau, Berging, autostaanplaatsen en een fietsenstalling bevinden. De bestaande frituur blijft. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 Er was 1 appartement. In het project worden nu 3 appartementen voorzien. Dus 2 bijkomende. De parkeerbehoefte is 2 x 1 = 2 parkeerplaatsen Er verdwijnen door de verbouwing 2 parkeerplaatsen. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. De werkelijke parkeerbehoefte is 4 parkeerplaatsen
|
De plannen voorzien in 3 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 0 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1
|
Fietsvoorzieningen:
Voor de twee bijkomende appartementen (elk 2 slaapkamers) zijn er 6 fietsenstallingen nodig. Er worden in de garage 10 plaatsen voorzien. Dit zijn voldoende plaatsen voor alle drie de appartementen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met het decreet integraal waterbeleid en de goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 februari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 9 april 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 8 juni 2024 |
Verslag GOA | 23 mei 2024 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.