Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023158693 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Brian Beckers met als adres Franselei 47 te 2950 Kapellen |
Ligging van het project: | Oudstrijderslei 22 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 33 sectie H nr. 614Y4 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | oprichten van een nieuwbouw eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/09/2022: verkavelingsvergunning (OMV_2022078494) voor het verkavelen van een grond in twee loten voor eengezinswoningen en het slopen van bestaande constructies.
Vergunde toestand
- geen vergunde toestand beschikbaar.
Bestaande toestand
- niet relevant gezien de aanvraag handelt over een nieuwbouw (op een braakliggend terrein);
- een boom (beuk), op een afstand van 4,28 m van de nieuw te bouwen woning, met een stamdiameter van 0,40 m.
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning
- bouwvolume
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een nieuwe eengezinswoning;
- aanleggen van verhardingen in voor- en achtertuin;
- bouwen van een tuinhuis met afdak;
- wijzigen van de scheidsmuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Aquafin | 23 januari 2024 | 30 april 2024 | Ongunstig |
Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid | 23 januari 2024 | 4 maart 2024 | Ongunstig |
Water-link | 23 januari 2024 | 30 april 2024 | Ongunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 23 januari 2024 | 23 januari 2024 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 23 januari 2024 | 2 februari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 23 januari 2024 | 5 februari 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 202210, goedgekeurd op 30 september 2022, meer bepaald in lot(en) Lot 1.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning voor het verkavelen van gronden op volgend(e) punt(en):
- Andere voorschriften voor de tuinzones: in de strook voor tuinen worden geen reliëfwijzigingen toegestaan. Ter hoogte van de tuinberging werd een ophoging voorzien van 0,35 m.
- Een verharding in de voortuinstrook moet beperkt blijven tot het strikt noodzakelijke. De verhardingen van oprit en toegangspad hebben samen een breedte van 4,60 m, dit in plaats van de opgelegde maxima van enerzijds 3 m, anderzijds 1,50 m..
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is niet in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
Effecten op de biodiversiteit:
Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024, kan het volgende gesteld worden:
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
- Het voorliggende project is gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie. Betreffend advies is ongunstig.
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Een deel van het terrein van het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk aanzienlijke schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt en dat de vergunning principieel dient te worden geweigerd.
Echter is het risico waarvan sprake uitsluitend van kracht op het achterste deel van het terrein, daar waar zich het tuinhuis zou situeren, en doet dit geen nadelige uitspraken aangaande het optrekken van de woning. Er hoeft van dat deel van het kwestieuze advies bijgevolg dan ook geen notitie te worden genomen; het deel aangaande de tuinzone wordt ontegensprekelijk overgenomen in het eindadvies.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er zijn onvoldoende redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter het optrekken van een nieuwe eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van zowel het van kracht zijnde Ruimtelijk Uitvoeringsplan als van de geldende verkaveling, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande volumetrie is geheel in overeenstemming met de bepalingen dienaangaande van de geldende verkaveling, waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik dan ook zonder meer gunstig is.
Visueel-vormelijke elementen
De te hanteren materialen, grijswitte gevelsteen, houten schrijnwerk en zwarte dakpannen, zijn in overeenstemming met de bepalingen dienaangaande van zowel de verkaveling als het ordeningsplan; bovendien zijn dergelijke materialen aanvaardbaar voor dit type van gebouwen en zijn zij reeds aanwezig in de onmiddellijke omgeving, waardoor er zonder meer sprake is van een correcte visuele inpassing in de gebouwde context.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van de dienst Integraal Waterbeleid is ongunstig voor zowel de GSV Hemelwater als de watertoets. Wat betreft de GSV Hemelwater zullen voorwaarden opgelegd worden. Het ongunstige advies met betrekking tot de watertoets wordt echter niet volledig gevolgd aangezien er geen overstroming met een middelgrote kans, huidig of toekomstig klimaat, op het perceel gemodelleerd wordt. Er is wel een overstromingsrisico kleine kans huidig klimaat gemodelleerd. Daarom zullen ophogingen in de tuinzone uitgesloten worden uit de vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft het oprichten van een eengezinswoning. Bij projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 plaats per unit. De werkelijke parkeerbehoefte is bijgevolg 1.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Per slaapkamer moet er 1 fietsstalplaats voorzien worden + 1. Dit brengt de totale fietsparkeerbehoefte op 5.
Er is in deze echter te weinig vrije ruimte achter de fietsen voorzien om de uitrijbeweging op een comfortabele wijze mogelijk te maken. Aanpassingen dienaangaande zijn dan ook vereist. De garage zou minimaal 8,40 m diep moeten zijn (5,00 m voor een autostalplaats + 2 x 1,70 m voor de fietsen). Dit zou gerealiseerd kunnen worden door de muur tussen de garage en de berging 1,35 m op te schuiven richting tuin.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Terreinophogingen in de tuinzone worden uitgesloten uit de vergunning.
2. De verhardingen in de voortuinstrook, de combinatie van oprit en toegangspad, dienen in breedte beperkt te blijven tot maximaal 4,50 m.
3. Tijdens de werken dienen de nodige maatregelen te worden genomen om het aanwezige en te behouden groen te beschermen. Bijkomend dient de te rooien boom op hetzelfde perceel te worden vervangen door een nieuw hoogstammig exemplaar, bij voorkeur inheems, met een stamomtrek van minimum 14/16 cm (gemeten op een hoogte van 1 m boven het maaiveld).
Betreffende is te voorzien op een groeiplaats die ondergronds een voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte. Er is geen verharding te voorzien of een water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone.
4. De garage in combinatie met de fietsenberging moet voldoen aan de inrichtingsprincipes van artikels 29 en 30 van de bouwcode, voornamelijk op het vlak van de vrije ruimte achter de gestalde fietsen, die nu niet voldoende ruim is.
5. De afmetingen en de diepte van de infiltratievoorziening moet in overeenstemming met de GSV Hemelwater gebracht worden zoals gestipuleerd in het advies van de dienst Integraal Waterbeleid en Aquafin.
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 november 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 23 januari 2024 |
Start openbaar onderzoek | 1 februari 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 1 maart 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 7 mei 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 6 juni 2024 |
Verslag GOA | 8 mei 2024 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
1 februari 2024 | 1 maart 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Terreinophogingen in de tuinzone worden uitgesloten uit de vergunning.
2. De verhardingen in de voortuinstrook, de combinatie van oprit en toegangspad, dienen in breedte beperkt te blijven tot maximaal 4,50 m.
3. Tijdens de werken dienen de nodige maatregelen te worden genomen om het aanwezige en te behouden groen te beschermen. Bijkomend dient de te rooien boom op hetzelfde perceel te worden vervangen door een nieuw hoogstammig exemplaar, bij voorkeur inheems, met een stamomtrek van minimum 14/16 cm (gemeten op een hoogte van 1 m boven het maaiveld).
Betreffende is te voorzien op een groeiplaats die ondergronds een voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte. Er is geen verharding te voorzien of een water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone.
4. De garage in combinatie met de fietsenberging moet voldoen aan de inrichtingsprincipes van artikels 29 en 30 van de bouwcode, voornamelijk op het vlak van de vrije ruimte achter de gestalde fietsen, die nu niet voldoende ruim is.
5. De afmetingen en de diepte van de infiltratievoorziening moet in overeenstemming met de GSV Hemelwater gebracht worden zoals gestipuleerd in het advies van de dienst Integraal Waterbeleid en Aquafin.
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.