Terug
Gepubliceerd op 03/06/2024

2024_CBS_04583 - Omgevingsvergunning - OMV_2024044035. Theo Van den Boschstraat 75. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 31/05/2024 - 09:00 Stadhuis- afsluit: Lynn Goris/bz_besluitvorming_mailbox
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04583 - Omgevingsvergunning - OMV_2024044035. Theo Van den Boschstraat 75. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_04583 - Omgevingsvergunning - OMV_2024044035. Theo Van den Boschstraat 75. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024044035

Gegevens van de aanvrager:

Lien Claessens met als adres Provinciestraat 90 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Theo Van den Boschstraat 75 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 31 sectie B nr. 389R3

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

Bouwen van een halfopen woning en rooien van 2 loofbomen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          geen relevante voorgeschiedenis gevonden.

 

Vergunde toestand

-          braakliggend terrein met 2 loofbomen: 1 esdoorn en 1 dode prunus.

 

Bestaande toestand

-          conform de vergunde toestand.

 

Nieuwe toestand

-          functie: eengezinswoning in een halfopen bebouwing;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder plat dak;
  • kroonlijsthoogte van 6,38 m; 
  • bouwdiepte van 6,56 m;
  • balkon op de eerste verdieping aan de voorgevel met een diepte van 1,14 m;

-          gevelafwerking:

  • parement in witte gevelsteen met accenten in groene geglazuurde gevelsteen;
  • gevelplint in witte beton;
  • schrijnwerk in aluminium wit en voordeur in hout;
  • balustrade balkon in witte gevelsteen met groen geglazuurde accenten;

-          inrichting:

  • oprit met verharde rijstroken naast de woning rechts, voor een autostaanplaats;
  • verhard terras achteraan de woning met een oppervlakte van 15 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          rooien van 2 loofbomen;

-          bouwen van een eengezinswoning in halfopen bebouwing;

-          inrichten van zij- en achtertuin met verhardingen voor terras en oprit voor een autostalplaats.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

15 april 2024

18 april 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 16 Technische uitsprongen:

Klimaatbeheersingstoestellen en alle bijhorende leidingen moeten op minstens 2 meter van de perceelsgrenzen geplaatst worden en de geluidssterkte mag niet meer zijn dan 43dB(A). De buitenunit van de warmtepomp is op minder dan 2 meter van de perceelsgrenzen geplaatst.

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:

De afsluiting in de zijtuin moet gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter. Er is geen tuinafsluiting opgetekend.

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

De bureauruimte op het gelijkvloers voldoet hier niet aan.

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

De aanvraag voorziet niet in de nodige fietsstalplaatsen.

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De scheidingsmuur heeft geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.

  • artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren;

Op platte daken moeten zonnepanelen achter elkaar geplaatst worden en moet de maximale hoogte beperkt worden tot 1,50 meter. Het is onduidelijk of de aanvraag hieraan voldoet.

  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

Niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem dienen aangelegd te worden in een helling van 1 à 2%, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren. Het is onduidelijk of de aanvraag hieraan voldoet.

 

Sectorale regelgeving


Effecten op de biodiversiteit:

Overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024, kan het volgende gesteld worden:

  • Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
  • Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist. 

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de aangewezen is als adviesinstantie.

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het bouwen van een eengezinswoning. De functie van wonen is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving met een recente woonontwikkeling.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De omgeving wordt gekenmerkt wordt door eengezinswoningen met twee bouwlagen onder een plat dak in gesloten en halfopen bebouwing met tussen de halfopen woningen een carport. De tuinen zijn enkel verhard met een beperkt terras.

 

Het voorgestelde volume sluit in bouwhoogte en bouwdiepte volledig aan op het volume waar tegenaan wordt gebouwd. Het aandeel verharding in de tuinzone is gebruikelijk bij een woning. Er wordt geen carport aan de rechterzijde voorzien gelet op de specifieke situatie van de rechterbuur met een naastgelegen tuinzone. De auto kan hier gestald worden op een groene waterdoorlatende oprit met twee verharde stroken.

 

De aanvraag past zowel de schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

De materialen van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel. De wit gekleurde gevelsteen sluit aan bij de naastgelegen woning. De houten voordeur en de groene accenten kunnen eveneens hun aansluiting vinden bij het kleurgebruik van de omliggende volumes en het groenere karakter van de wijk.

 

De boom bepaalt mee het beeld van de binnengebieden. Er is plaats om een nieuwe boom aan te planten. De voorgestelde hoogte van de boom zal geen aanzienlijke hinder veroorzaken naar de aanpalende percelen. Het is daarnaast positief dat een groenbuffer voorzien wordt tussen de autostalplaats en de naastgelegen tuinzone om de hinder te beperken.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de visueel vormelijke elementen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag is in strijd met verschillende bepalingen van de bouwcode. Zo wordt de buitenunit van de warmtepomp geplaatst op minder dan 2 meter van de perceelsgrenzen en is het onduidelijk of de maximale geluidssterkte niet overschreden wordt zoals voorzien in artikel 16. Verder heeft de bureauruimte op de gelijkvloerse verdieping geen raamopening die uitgeeft in de openlucht, in strijd met artikel 24. Tenslotte is het onduidelijk of de zonnepanelen de maximale hoogte van 1,5 meter conform artikel 36 niet overschrijden.

Er is geen aanleiding om af te wijken van deze voorschriften betreffende de woonkwaliteit zodat de overeenstemming hiermee wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

Wat betreft de tuinzone, is het niet duidelijk of het terras zo is aangelegd dat het regenwater kan afwateren naar de tuinzone en hoe de tuin zal afgesloten worden. Er dient daarbij te worden voldaan aan de artikels 39 en 19 van de bouwcode. Dit wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd.

 

Ook hebben de scheidingsmuren geen dakopstand van minimaal 0,3 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak zoals vereist volgens artikel 34 van de bouwcode. Hiervan kan om risico van brandoverslag niet worden afgeweken zodat een strook met niet-brandbaar materiaal als voorwaarde wordt opgelegd.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Voor het bouwen van 1 eengezinswoning is de parkeernorm 1.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Er is een oprit voor een auto in de rechter zijtuinstrook voorzien.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsstalplaatsen

Voorliggende aanvraag voorziet geen fietsstalplaatsen. Conform de bepalingen van de bouwcode moet voor een eengezinswoning 1 fietsstalplaats per slaapkamer en 1 extra fietsstalplaats voorzien worden. Voor voorliggende aanvraag moeten bijgevolg 3 fietsstalplaatsen worden ingericht. Er wordt geoordeeld dat de tuin voldoende ruim en toegankelijk is om deze 3 fietsstalplaatsen in te richten. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De zonnepanelen moeten achter elkaar op het platte dak geplaatst worden en de constructie mag een maximale hoogte van 1,50 meter niet overschrijden conform artikel 36 van de bouwcode.

2. De niet-overdekte terrassen grenzend aan een tuin moeten aangelegd worden in een helling van 1 à 2% conform artikel 39 van de bouwcode.

3. De buitenunit van de warmtepomp en alle bijbehorende leidingen mogen niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, moeten op minstens 2 meter van de perceelgrenzen geplaatst worden en de geluidssterkte van het klimaatbeheersingstoestel mag niet meer zijn dan 43dB(A) aan de perceelsgrens conform artikel 16 van de bouwcode.

4. De afsluiting in de zijtuin moet gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter conform artikel 19 van de bouwcode.

5. De bureauruimte op de gelijkvloerse verdieping mag niet ingericht worden als een verblijfsruimte conform artikel 24 van de bouwcode.

6. Er moeten 3 overdekte fietsstalplaatsen in de tuinzone worden ingericht conform artikel 29 van de bouwcode.

7. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

8. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 maart 2024

Volledig en ontvankelijk

15 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

14 juni 2024

Verslag GOA

24 mei 2024

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De zonnepanelen moeten achter elkaar op het platte dak geplaatst worden en de constructie mag een maximale hoogte van 1,50 meter niet overschrijden conform artikel 36 van de bouwcode.

2. De niet-overdekte terrassen grenzend aan een tuin moeten aangelegd worden in een helling van 1 à 2% conform artikel 39 van de bouwcode.

3. De buitenunit van de warmtepomp en alle bijbehorende leidingen mogen niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, moeten op minstens 2 meter van de perceelgrenzen geplaatst worden en de geluidssterkte van het klimaatbeheersingstoestel mag niet meer zijn dan 43dB(A) aan de perceelsgrens conform artikel 16 van de bouwcode.

4. De afsluiting in de zijtuin moet gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter conform artikel 19 van de bouwcode.

5. De bureauruimte op de gelijkvloerse verdieping mag niet ingericht worden als een verblijfsruimte conform artikel 24 van de bouwcode.

6. Er moeten 3 overdekte fietsstalplaatsen in de tuinzone worden ingericht conform artikel 29 van de bouwcode.

7. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

8. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.