Terug
Gepubliceerd op 13/05/2024

2024_CBS_04009 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024034284. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 08/05/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Karin De Craecker

Afwezig

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04009 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024034284. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_04009 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024034284. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2024034284

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV TotalEnergies Olefins Antwerp (0433181610) met als adres Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen.

Kadastrale percelen:

afdeling 14 sectie A nr. 70K

waarvan:

 

-          20200218-0037

afdeling 14 sectie A nr. 70K (nv Total Olefins Antwerp)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van het verzoek:

Petrochemisch bedrijf. Verzoek tot bijstelling van de voorwaarden.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

De deputatie van de provincie Antwerpen verleende op 5 juli 2007 een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een raffinaderij, voor een termijn van verstrijkend op 5 juli 2027. Nadien werden nog diverse veranderingen vergund.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft een bijstelling van de bijzondere lozingsnormen voor de lozing van bedrijfsafvalwater.

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Lozen van bedrijfsafvalwater dat één of meerdere gevaarlijke stoffen bevat.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Een lozingsnorm van 10x de rapportagegrens voor individuele PFAS-verbindingen voor een tijdsduur tot het einde van de huidige vergunningstermijn, zijnde 5 juli 2027.

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

26 maart 2024

25 april 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

TotalEnergies Olefins Antwerp staat in voor het kraken van nafta, butaan en ethaan voor de productie van verschillende koolwaterstoffen. Voorliggende aanvraag betreft een bijstelling van de milieuvoorwaarden in afwijking van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van VLAREM. Meer specifiek wordt er een lozingsnorm aangevraagd voor 10x de rapportagegrens van de verschillende individuele PFAS-verbindingen.

 

Het dossier bevat de belofte om een bronnenonderzoek uit te voeren, dit werd echter nog niet gestart. Het dossier vermeldt enkele theoretische verwijzingen naar de BBT-studie van VITO inzake waterzuiveringen, er wordt echter niet vermeld hoe deze werden omgezet naar de praktijk.

 

Uit het dossier kan dus niet opgemaakt worden of een optimalisatie van de huidig aanwezige zuivering nog mogelijk is. Er werd geen in-situonderzoek uitgevoerd naar bijvoorbeeld types actieve kool, een toegewijde actiefkoolfilter voor korteketen-PFAS of een optimalisatie van het doorschuifsysteem van de actiefkoolfilters. Dit maakt nochtans deel uit van de aanbevelingen in de BBT-studie zoals opgesteld door VITO. Verder heeft de keuze van het type actieve kool een significante invloed op de verwijderingsefficiëntie. 

 

De Haven van Antwerpen-Brugge benadrukt in haar advies eveneens dat er moet ingezet worden op maximale zuivering van de individuele PFAS-parameters. Gelet op de onaanvaardbare bijkomende druk conform de Kaderrichtlijn Water moeten alle PFAS zo ver als mogelijk gezuiverd worden. De huidige rapportagegrens van 20 ng/l (of voor een aantal 50 ng/l) per individuele component geldt hierbij als richtwaarde. Verregaandere zuivering dan de BBT dringt zich dan ook op voor deze stoffen. Het is dan ook aangewezen de aangevraagde lozingsparameters van PFAS-verbindingen te beperken in tijd, zodanig dat de zuiveringstechnieken verder geëvalueerd kunnen worden op basis van nieuwe inzichten. 

 

Gelet op de impact van deze bijkomende PFAS-lozing kan de gevraagde versoepeling van de lozingsnormen niet gunstig geadviseerd worden voor de gevraagde duur tot 5 juli 2027. De stad stelt voor om de gevraagde lozingsnormen te verlenen voor 2 jaar. In deze periode kan een impactsbeoordeling uitgevoerd worden, het bronnenonderzoek verdergezet worden en de BBT van de waterzuivering onderzocht worden. 

 

Het is finaal aan de Vlaamse Milieumaatschappij om een gemotiveerd advies te leveren op het bijstellen van deze algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden. 

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Deels gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De lozingsnormen kunnen verleend worden voor een termijn verstrijkend 2 jaar na vergunningsverlening;

2. Er wordt binnen de 2 jaar na vergunningverlening een pilootproject uitgevoerd waarbij verschillende zuiveringstechnieken in situ worden geëvalueerd. Dit houdt minimaal in een onderzoek naar de technieken zoals vooropgesteld in de BBT-studie van VITO. De waterzuivering wordt vervolgens aangepast naar deze bevindingen;

3. Er wordt binnen de 2 jaar na vergunningverlening een impactbeoordeling uitgevoerd om de bijkomende druk van de lozing van PFAS op het oppervlaktewater te onderzoeken. Dit wordt dan bijgevoegd bij de vraag tot hernieuwing van de lozingsnormen.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

25 maart 2024

Start openbaar onderzoek

3 april 2024

Einde openbaar onderzoek

2 mei 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

14 mei 2024

 

Onderzoek

Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 april 2024

2 mei 2024

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een deels gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek, onder voorwaarden. Het college beslist een ongunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven voor de duurtijd van de gevraagde lozingsnormen van de PFAS-verbindingen. Er wordt gevraagd de termijn te beperken tot twee jaar.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De lozingsnormen kunnen verleend worden voor een termijn verstrijkend 2 jaar na vergunningsverlening;

2. Er wordt binnen de 2 jaar na vergunningverlening een pilootproject uitgevoerd waarbij verschillende zuiveringstechnieken in situ worden geëvalueerd. Dit houdt minimaal in een onderzoek naar de technieken zoals vooropgesteld in de BBT-studie van VITO. De waterzuivering wordt vervolgens aangepast naar deze bevindingen;

3. Er wordt binnen de 2 jaar na vergunningverlening een impactbeoordeling uitgevoerd om de bijkomende druk van de lozing van PFAS op het oppervlaktewater te onderzoeken. Dit wordt dan bijgevoegd bij de vraag tot hernieuwing van de lozingsnormen.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.