Terug
Gepubliceerd op 13/05/2024

2024_CBS_04016 - Omgevingsvergunning - OMV_2024011188. Wandeldijk 40. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 08/05/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Karin De Craecker

Afwezig

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04016 - Omgevingsvergunning - OMV_2024011188. Wandeldijk 40. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_04016 - Omgevingsvergunning - OMV_2024011188. Wandeldijk 40. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024011188

Gegevens van de aanvrager:

AUTOGEMB AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Stad Antwerpen (0207500123) met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Wandeldijk 40 te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nrs. 756D12 en 756H12

waarvan:

 

-          20200128-0055

afdeling 13 sectie N nrs. 756H12 en 756D12 (Openluchtzwembad De Molen)

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

uitvoeren van renovatiewerken aan openluchtzwembad "De Molen"

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          17/07/2015: vergunning (20151241) voor het het installeren van een openbaar toilet in de sokkel van het openluchtzwembad De Molen waarvoor een deuropening in de gevel dient gemaakt te worden aan de straatzijde;

-          26/06/2006: vergunning (3151#123) voor het bouwen van bezoekersaccomodatie.

 

Vergunde toestand

-          functie dagrecreatie:

  • openluchtzwembad;

-          vrijstaande bouwvolumes:

  • hoofdvolume van 17 m bij 31 m en 1 tot 2 bouwlagen met plat dak; 
  • inkomgebouw van 6,5 m bij 22,5 m en 1 bouwlaag;

-          gevelafwerking:

  • hoofdvolume:

-          beige metalen gevelbekleding;

-          witgeschilderd gevelmetselwerk;

-          witte en blauwe keramische tegels;

-          buitenschrijnwerk bruin hout en metaal;

  • inkomgebouw:

-          grijs verzinkt staal en geprofileerde staalplaat.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd:

  • gewijzigde gevelbekleding;
  • gewijzigd buitenschrijnwerk.

Nieuwe toestand

-          functie dagrecreatie:

  • openluchtzwembad;

-          vrijstaande bouwvolumes:

  • hoofdvolume van 17 m bij 31 m en 1 tot 2 bouwlagen met plat dak;
  • uitbreiding in de vorm van een buffervat van 55 m² met groendak;
  • inkomgebouw van 6,5 m bij 22,5 m en 1 bouwlaag;
  • uitgebreide verharding van circa 50 m²;

-          gevelafwerking:

  • hoofdvolume:

-          beige metalen gevelbekleding;

-          deels blauw geschilderde metalen gevelbekleding;

-          houtvezelcomposietstroken wit en blauw;

-          witgeschilderd gevelmetselwerk;

-          witte en blauwe keramische tegels;

-          buitenschrijnwerk bruin hout en metaal;

  • inkomgebouw:

-          grijs verzinkt staal en geprofileerde staalplaat;

  • buffervat:

-          steenwolplaten met graffitidesign;

-          bijkomende fietsstalplaatsen;

-          decoratieve windmolens van 4,5 m hoogte langs de noordzijde van het perceel.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de gevels;

-          aanleggen van verharding;

-          oprichten van decoratieve windmolens.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 4 december 2008 verleende de deputatie een vergunning aan stad Antwerpen voor het verder exploiteren van het openluchtzwembad (kenmerk MLAV1/08-351). Op 4 juni 2009 werd de bijzondere voorwaarde om het plonsbad af te breken geschrapt (kenmerk MLWV/09-10). Op 8 juli 2010 en 23 januari 2014 werden nog kleine aanpassingen doorgevoerd (kenmerk MLAN3/10-9 en MLVER/13-139).  Op 24 december 2020 werden wijzigingen aan het peuterbad, de stookinstallatie en de opslag van chemicaliën doorgevoerd in de vergunning (OMV_2020011254). Een laatste aanpassing dateert van 13 januari 2021 en omvatte een tijdelijke toelating om af te wijken van artikel 5.32.8.2.1.3§2 van Vlarem II met betrekking tot de installatie van een voetwaadbak of -sproeiers (OMV_2020011207). De vergunning is geldig tot 4 december 2028.

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een aanpassing van de zuiveringsinstallatie voor zwembadwater en de losinstallatie voor chemicaliën.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg - Afdeling Regio Centraal

20 maart 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Departement Zorg afd preventief gezondheidsbeleid

20 maart 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid

20 maart 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

20 maart 2024

15 april 2024

Voorwaardelijk gunstig

Departement Omgeving - Dienst VR

20 maart 2024

4 april 2024

Geen advies

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen

20 maart 2024

15 april 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

20 maart 2024

25 maart 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Sint Anneke plage, goedgekeurd op .

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • er wordt gemotiveerd afgeweken van bovengrondse infiltratie.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg en de Provincie aangewezen zijn als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. Het bestaande vergunde zwembad blijft behouden en blijft verenigbaar met de bestemming dagrecreatie volgens het gewestplan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De stedenbouwkundige handelingen uit de aanvraag omvatten nieuwe constructies in functie van technische aanpassingen om het zwembad operationeel te kunnen houden met een scope van 10 jaar.

 

Het bestaande buffervat onder het bestaande oostelijke zwembadperron voldoet niet meer aan de huidige normen van Vlarem II. Het volume is te klein voor de nodige spoelingen en er dient bijgevolg een nieuw buffervat voorzien te worden. Er wordt gekozen om dit aan de oostelijke gevel te plaatsen aansluitend aan de bestaande filterinstallatie. Het buffervat wordt ingewerkt in een betonnen volume dat deels onder de uitkraging van het zwembadperron wordt geplaatst en deels uitsteekt buiten het bestaande volume. De breedte van de uitkraging wordt mede bepaald door de toegankelijkheid en positie van controleluiken op het dak van het volume. Het dak wordt verder voorzien van een groendak.

Aan de achterzijde van het zwembad bevinden zich twee opslagtanks voor chloor en zwavelzuur. Hier wordt een waterdichte inkuiping voor de tankwagen en een opvangsysteem met afsluiter voorzien worden zodat er bij een lek geen chemicaliën kunnen insijpelen in de bodem.

 

De gevraagde werken hebben een beperkt ruimtebeslag en dragen bij aan de veiligheid van het zwembad. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

De technische werken worden aangegrepen om ook enkele verfraaiingswerken aan de gevels en de inkomzone uit te voeren om de uitstraling en het gebruiksgemak van het zwembad te verbeteren.

Het nieuwe buffervat wordt bekleed met plaatmateriaal uit geperste steenwol. Het plaatmateriaal is weerbestendig en hufterproof en wordt voorzien van een decoratieve afwerking met beeldmateriaal volgens de generiek van de Antwerpse zwembaden.

 

De inkomzone wordt verfraaid door het aanbrengen van logo’s en kleuraccenten conform het generiek concept van de Antwerpse zwembaden. Langs de Wandeldijk worden om de 7 meter windmolens geplaatst die een speels effect geven aan het zwembad en de aandacht vestigen op de bestaande molen Sint-Anneke.

 

De visueel-vormelijke inpassing van de aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het zwembad ‘De Molen’, Wandeldijk 40, is bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 opgenomen op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. In het voortraject van de voorliggende aanvraag werden de geplande aanpassingen besproken met de dienst Monumentenzorg. De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Zij geven gunstig advies.

“Alhoewel de aangevraagde werken overwegend technisch van aard zijn, hebben ze toch een relatief grote impact op het architecturaal beeld van het zwembad. De openingen die gemaakt worden voor het nieuwe buffervat grijpen in op de originele betonnen constructie. De huidige metalen bekleding van het zwembad wordt opnieuw weggenomen en door een nieuwe afwerking met een meer hedendaagse uitstraling vervangen. De te verwijderen bekleding heeft echter een beperkte erfgoedwaarde.

Door de talrijke aanpassingen uit het verleden, zowel door Renaat Braem als bij recentere renovaties, heeft het zwembad veel van zijn erfgoedwaarde verloren. De impact van de nu aangevraagde werken is daarom aanvaardbaar.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit gunstig advies bijgetreden.  

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Er wordt gemotiveerd afgeweken van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

Het buffervolume wordt aan de oostelijke zijde ingeplant in aansluiting op de bestaande filterinstallatie. Dit is een logische keuze vanuit technisch oogpunt. Een bovengronds infiltratiesysteem zou enkel kunnen aangelegd worden aan de westelijke zijde van het zwembad op de ligweide. Dit heeft een nefast gevolg op de beschikbare gebruiksruimte van de ligweide. Daarom worden ondergrondse infiltratiekratten geplaatst aansluitend bij het buffervolume. De motivatie kan worden bijgetreden en een afwijking kan worden toegestaan.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het volledige project omvat het vervangen van het buffervat, het herstellen van de coating van het zwembad en lekkages van het voetbad, het aanpakken van de beschadigingen aan de betonconstructie en het saneren van de loszone voor zwembadchemicaliën. Het buffervat en de loszone voor zwembadchemicaliën zijn relevant in het kader van de naleving van de sectorale milieuvoorwaarden.


Buffervat

Vanuit het buffervat wordt het water, over de filters, verpompt naar zowel het groot zwembad als het kleine zwembad. Het water in het buffervat wordt ook gebruikt voor het periodiek terugspoelen van de zandfilters. De huidige buffer heeft een volume van 50 m³ en wordt als te klein ervaren. Wanneer na het spoelen het niveau van het buffervat laag is en het bijgevuld wordt met leidingwater, wordt gewerkt met een bypass en gebeurt de watercirculatie rechtstreeks over de filters. Het nieuwe buffervat heeft een volume van 88 m³ (75 m³ nuttig volume) en zal voorzien worden aan de oostgevel (Kastanjedreef). Het bestaande buffervat onder de perrons wordt afgebroken.
Het vernieuwen en vergroten van de buffer zorgt voor een constantere waterkwaliteit en dus voor een constanter en beter afgestemd chemicaliënverbruik. Daarnaast zal er meer marge zijn om de filterspoelingen uit te voeren zonder in waternood te geraken.


Loszone chemicaliën

De huidige inrichting van de loszone zwembadchemicaliën (natriumhypochloriet en zwavelzuur), voldoet niet aan de bepalingen opgenomen in Vlarem II, waardoor er met name een risico op bodemverontreiniging bestaat bij een calamiteit tijdens het lossen.

De nieuwe loszone is opgebouwd uit 2 delen:

-          een waterdichte inkuiping voor de tankwagen

-          een opvangsysteem met afsluiter.

De stalplaats voor de tankwagen zal bestaan uit een rooster boven een waterdichte inkuiping van ongeveer 10 cm diep, 4 meter lang en 2 meter breed (0,8 m³). Vloeistoffen vloeien vanuit de inkuiping gravitair naar een ondergrondse opvangtank van 1 m³. De opvangput kan afgesloten worden via een afsluitklep op de overloopleiding naar de riolering. Wanneer er geen activiteit is, dan staat de klep open en loopt regenwater rechtstreeks naar de riolering. Bij een losactiviteit is het de bedoeling dat de klep manueel gesloten wordt, zodat er geen verbinding meer is met de riolering. Na het beëindigen van de levering:

-            zonder lekkage: de klep wordt terug geopend;

-            met lekkage: na de afsluitklep komt er een koolwaterstoffen afscheider (KWS). Deze dient om mogelijke restanten van opvangtank toch nog te filteren alvorens deze naar riolering te gaan.

Het beschreven systeem geeft geen garanties en houdt risico’s in. Omdat de losplaats niet overdekt is, zal ook hemelwater in de inkuiping en de opvangput terechtkomen. De overloop van de opvangput naar de riolering bevindt zich bovenaan zodat de put steeds vol zal zijn. Er is geen opslagcapaciteit voor gemorst product wanneer dit nodig is. Wanneer de afvoer wordt afgesloten zal gemorst product of verontreinigd water stroomopwaarts lopen en in het ergste geval uit de inkuiping stromen. De houders voor zwavelzuur en natriumhypochloriet hebben een inhoud (vergund) van respectievelijk 1.500 liter en 6.000 liter. In elk geval voor chloor is het waarschijnlijk dat grotere volumes dan de maximale opvangcapaciteit geleverd zullen worden.

Zwavelzuur en natriumhypochloriet zijn zwaarder dan en zeer goed oplosbaar in water. Een KWS is ontworpen om lichtere bestanddelen (olie, benzine, mazout) af te scheiden en zal niet effectief zijn voor zwavelzuur of natriumhypochloriet.

Het ontwerp van het opvangsysteem dient aangepast te worden zodat er geen hemelwater in de opvangput of de inkuiping blijft staan en er te allen tijde volledig gebruik van de opvangcapaciteit gemaakt kan worden bij een calamiteit.
De opvangput mag niet in verbinding staan met de openbare riolering. Eventueel gemorst en opgevangen product in de opvangput dient geneutraliseerd te worden en afgevoerd te worden als gevaarlijk afval.

Wanneer een manuele handeling nodig is om een beveiligingssysteem te activeren (klep), is er steeds een risico dat dit vergeten wordt. Om het risico te beperken, moeten goed zichtbare pictogrammen aangebracht en richtlijnen gecommuniceerd worden zodat de medewerkers die instaan voor de levering erop gewezen worden dat de kleppen in de juiste stand gezet moeten worden vóór en na het overpompen van de chemicaliën.

 In het besluit van 24 december 2020 werd een bijzondere milieuvoorwaarde opgenomen over het aanleveren van een volledig principeschema van de watercircuits voor de twee zwembaden. De informatie werd aan het college overgemaakt op 30 juni 2021. De bijzondere voorwaarde wordt dan ook geschrapt.


Advies aan het college


Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning aan te passen.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

2. Het ontwerp van het opvangsysteem dient aangepast te worden zodat er geen hemelwater in de opvangput of de inkuiping blijft staan en er te allen tijde volledig gebruik van de opvangcapaciteit gemaakt kan worden bij een calamiteit.

3. De opvangput mag niet in verbinding staan met de openbare riolering. Eventueel gemorst en opgevangen product in de opvangput dient geneutraliseerd worden en afgevoerd te worden als gevaarlijk afval. 

4. Goed zichtbare pictogrammen worden aangebracht ter hoogte van de losplaats en richtlijnen worden gecommuniceerd zodat de medewerkers die instaan voor de levering er op gewezen worden dat de kleppen in de juiste stand gezet moeten worden vóór en na het overpompen van de chemicaliën.

5. Een as-builtplan van de loszone en opvangvoorziening wordt overgemaakt aan het college (milieuvergunningen@antwerpen.be).

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 februari 2024

Volledig en ontvankelijk

20 maart 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 mei 2024

Verslag GOA

 2 mei 2024

Naam GOA

Bieke Geypens en Axel Devroe

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

2. Het ontwerp van het opvangsysteem dient aangepast te worden zodat er geen hemelwater in de opvangput of de inkuiping blijft staan en er te allen tijde volledig gebruik van de opvangcapaciteit gemaakt kan worden bij een calamiteit.

3. De opvangput mag niet in verbinding staan met de openbare riolering. Eventueel gemorst en opgevangen product in de opvangput dient geneutraliseerd worden en afgevoerd te worden als gevaarlijk afval. 

4. Goed zichtbare pictogrammen worden aangebracht ter hoogte van de losplaats en richtlijnen worden gecommuniceerd zodat de medewerkers die instaan voor de levering er op gewezen worden dat de kleppen in de juiste stand gezet moeten worden vóór en na het overpompen van de chemicaliën.

5. Een as-builtplan van de loszone en opvangvoorziening wordt overgemaakt aan het college na voltooiing van de werken (milieuvergunningen@antwerpen.be).

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

Gecoördineerde rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

6.000,00 m³/jaar

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

45,00 m³/uur

17.3.4.2°b)

opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

9,39 ton

17.3.6.2°b)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, wanneer de inrichting gedeeltelijk of volledig gelegen is in gebied ander dan een industriegebied;

7,32 ton

17.3.7.2°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 50 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

7,32 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

200,00 liter

32.8.1.1°c)

zwembaden, al dan niet overdekt met een oppervlakte van ten minste 300 m²;

1.286,00 m²

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas;

1.240,00 kW

 

De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

 1. Niet langer van toepassing.

2. Het ontwerp van het opvangsysteem dient aangepast te worden zodat er geen hemelwater in de opvangput of de inkuiping blijft staan en er te allen tijde volledig gebruik van de opvangcapaciteit gemaakt kan worden bij een calamiteit.

3. De opvangput mag niet in verbinding staan met de openbare riolering. Eventueel gemorst en opgevangen product in de opvangput dient geneutraliseerd worden en afgevoerd te worden als gevaarlijk afval. 

4. Goed zichtbare pictogrammen worden aangebracht ter hoogte van de losplaats en richtlijnen worden gecommuniceerd zodat de medewerkers die instaan voor de levering er op gewezen worden dat de kleppen in de juiste stand gezet moeten worden vóór en na het overpompen van de chemicaliën.

5. Een as-builtplan van de loszone en opvangvoorziening wordt overgemaakt aan het college na voltooiing van de werken (milieuvergunningen@antwerpen.be).

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.