Terug
Gepubliceerd op 13/05/2024

2024_CBS_04052 - Omgevingsvergunning - OMV_2023169420. Kardinaal Mercierlei 71. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 08/05/2024 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Karin De Craecker

Afwezig

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Karin De Craecker

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04052 - Omgevingsvergunning - OMV_2023169420. Kardinaal Mercierlei 71. District Berchem - Goedkeuring 2024_CBS_04052 - Omgevingsvergunning - OMV_2023169420. Kardinaal Mercierlei 71. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023169420

Gegevens van de aanvrager:

de heer Jeroen Cuypers met als adres Kardinaal Mercierlei 71 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Kardinaal Mercierlei 71 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 23 sectie B nr. 355D4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

isoleren en renoveren van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/08/1993: vergunning (961#10952) voor het verbouwen van het gelijkvloers;

-          19/04/1907: toelating (956#4257) voor het bouwen van een verdieping;

-          04/03/1994: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/102289

-          04/03/1994: beschermd stads-of dorpsgezicht:

https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/6994

 

Vergunde / Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • wonen - eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • gelijkvloerse bouwdiepte 15,90 m;

-          gevelafwerking:

  • lijstgevel met 3 traveeën en houten schrijnwerk;
  • balkon ter hoogte van de eerste verdieping;

-          inrichting:

  • stadstuin.

 

Bestaande toestand

-          bouwvolume en gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;

  • gewijzigd schrijnwerk achtergevel en dakkoepel;
  • gevel in witte bepleistering met zwart aluminium buitenschrijnwerk;
  • plint en dorpels in blauwe hardsteen;
  • erker ter hoogte van de eerste verdieping.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met zadeldak; 
  • gelijkvloerse bouwdiepte 16,06 m;

-          gevelafwerking:

  • gevel in witte bepleistering met zwart aluminium buitenschrijnwerk;
  • plint en dorpels in blauwe hardsteen;
  • erker ter hoogte van de eerste verdieping;
  • geïsoleerde zijgevel ter hoogte van de rechter perceelsgrens;

-          inrichting:

  • stadstuin van 56 m² met terras van 24 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van het schrijnwerk in de voorgevel;

-          isoleren van de zijgevel;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Onroerend Erfgoed

22 februari 2024

22 maart 2024

Gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

22 februari 2024

26 maart 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

  

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be). 
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:

In  CHE-gebied, voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en/of voor gebouwen in beschermde landschappen wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Het buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt gewijzigd;

  • Artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

De slaapkamer achteraan op de 2e verdieping krijgt onvoldoende licht;

  • Artikel 27 Open ruimte:

De verharding in de tuin bedraagt 24 m² > 20 m²;

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

De scheidingsmuur van de gelijkvloerse uitbouw heeft geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzend dakvlak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Ten opzichte van de vergunde toestand is de bouwdiepte van de woning toegenomen met 16 cm. Vermoedelijk is deze beperkte toename het gevolg van het isoleren van de achtergevel aangezien de bekleding met crepi recent lijkt te zijn. Verder is de uitbouw op het gelijkvloers ter hoogte van de linkerbuur ook verhoogd om aan te sluiten op de buur. De woning wordt voorzien van de vereiste woonkwaliteit door de aanwezigheid van hoge plafonds, grote raamopeningen en een open plan op het gelijkvloers.

 

De bouwheer wenst de zijgevel te isoleren en te bepleisteren.
Het na- isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd.

 

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.
 

Op basis van de toegevoegde plannen is het echter niet duidelijk of er interne vergunningsplichtige wijzigingen zijn gebeurd in de entresol op verdieping 2 ten opzichte van de verleende vergunning. Eventuele interne wijzigingen zullen worden uitgesloten uit deze vergunning.

 

Cultuurhistorische aspecten en Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de stedelijke dienst Monumentenzorg:

“Het pand is gelegen in beschermd stadsgezicht Kardinaal Mercierlei met omgeving maar niet opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

De interne werken zijn niet van die aard dat de erfgoedwaarde van het pand wordt aangetast.”

 

Aangezien het pand deel uitmaakt van het beschermd stadsgezicht Kardinaal Mercierlei is er advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed. Zij verlenen een ongunstig advies voor het aluminium schrijnwerk in de voorgevel:

“Volgende handelingen krijgen een ongunstig advies, omdat ze afbreuk doen aan de bescherming: de aanvraag omvat eveneens de regularisatie van het aluminium schrijnwerk ter hoogte van de voorgevel. Dit type schrijnwerk past niet binnen het stadsgezicht dat beschermd is omwille van zijn architecturale en architectuurhistorische waarde en getypeerd wordt door een aaneenschakeling van herenhuizen voorzien van houten schrijnwerk.

 

Het zwart aluminium schrijnwerk dient hier opnieuw vervangen te worden door houten schrijnwerk naar historisch model. In het Felixarchief zijn mogelijk nog historische foto’s van de voorgevel terug te vinden, waarop het houten schrijnwerk kan gebaseerd worden. Het houten schrijnwerk ter hoogte van de erker werd vrij recent vervangen, aangezien er op streetview nog een foto te zien is van het originele houten raam.”

 

Omwille van bovenstaand advies wordt het schrijnwerk in de voorgevel uitgesloten van de vergunning. Dit wordt mee opgenomen in de voorwaarden. 

 

De achtergevel wordt afgewerkt met een witte crepi en zwart aluminium buitenschrijnwerk. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, kan de gevelafwerking aanvaard worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Op het gelijkvloers worden de interne ruimten opnieuw ingericht. Hierdoor ontstaat een logische en efficiënte ruimte die kwalitatief ingedeeld is. Grote gelijkvloerse ramen zorgen voor voldoende daglicht in de verblijfsruimten en een dakkoepel versterkt de lichtinval in de eetkamer en keuken.


De slaapkamer achteraan op de tweede verdieping krijgt onvoldoende licht volgens artikel 24 van de Bouwcode. Het raam in de achtergevel werd versmald ten opzichte van de vergunde toestand waardoor het glasvlak net geen 10 % bedraagt van de netto-vloeroppervlakte van de slaapkamer. Aangezien het om een beperkte afwijking gaat en de slaapkamer omwille van de hoge plafonds en een glasoppervlak van 1,42 m² nog voldoende woonkwaliteit biedt, kan hier een afwijking worden toegelaten met toepassing van artikel 3 van de Bouwcode.

 

Voorliggende aanvraag is strijdig met artikel 27 van de Bouwcode dat oplegt tuinen zoveel mogelijk groen en onverhard te houden. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem. Van dit voorschrift kan bijgevolg niet afgeweken worden. Aangezien de tuin kleiner is dan 60 m² is de maximaal toegelaten verharding 20 m². Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

De scheimuur van de gelijkvloerse uitbouw met de aanpalende bebouwing werd niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt uitgesloten van de vergunning op basis van het ongunstig advies van het agentschap Onroerend Erfgoed.

2. Eventuele interne wijzigingen op de tweede verdieping van de entresol worden uitgesloten uit de vergunning.

3. De verharding in de tuin dient beperkt te worden tot maximaal 20 m² conform artikel 27 van de Bouwcode.

4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 januari 2024

Volledig en ontvankelijk

22 februari 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

22 april 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

22 mei 2024

Verslag GOA

30 april 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt uitgesloten van de vergunning op basis van het ongunstig advies van het agentschap Onroerend Erfgoed.

2. Eventuele interne wijzigingen op de tweede verdieping van de entresol worden uitgesloten uit de vergunning.

3. De verharding in de tuin dient beperkt te worden tot maximaal 20 m² conform artikel 27 van de Bouwcode.

4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.