Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2023131144 |
Gegevens van de aanvrager: | NV AQUAFIN met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Gegevens van de exploitant: | NV AQUAFIN (0440691388) met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Openbaar domein Tweemontstraat en deel van Merksemsesteenweg te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 27 sectie A nrs. 118Y, 120R, 125H8, 125Z9, 134Y7 en 135D2 |
waarvan: |
|
- 20240208-0006 | afdeling 27 sectie A nrs. 118Y, 120R, 125H8, 125Z9 en 134Y7 (BEM) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel, heraanleggen van wegenis, en bemalingswerken in functie van de stedenbouwkundige handelingen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden voor het openbaar domein.
Bestaande toestand
- projectzone tussen de Burgemeester Gabriel Theunisbrug, Bisschoppenhoflaan en Merksemsesteenweg.
Nieuwe toestand
- openbaar domein;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- herinrichten van het openbaar domein;
- heraanleggen van bestaande verhardingen;
- voorzien van nieuwe nutsleidingen;
- vellen van bomen;
- ontharden.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat een grondwaterverlaging voor de aanleg van rioleringen.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) BEM
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.3° | het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 102 m³/uur |
3.6.3.3° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur; | 102 m³/uur |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 10 ton |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 278.539 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
BEM
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: Een afwijking wordt gevraagd op de bepaling die oplegt dat vóór de lozing een debietmeet- en bemonsteringsapparatuur moet worden voorzien (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II).
Voorgesteld alternatief/aanvulling: De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1. Bepaling van de kwaliteit van het geloosde grondwater zal kunnen gebeuren via een aftapkraan.
|
2. |
| Bij te stellen voorwaarde: Van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 [...], enkel die stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in art. 2.3.6.1. (artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II).
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Gezien er gevaarlijke stoffen verwacht worden met een concentratie boven het indelingscriterium in het bemalingswater, wordt gevraagd om volgende lozingsnormen toe te laten: PFAS individueel: 100 ng/liter, arseen: 50 µg/liter.
|
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 21 maart 2024 | 11 april 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen | 21 maart 2024 | 22 april 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Departement Omgeving - Advies Milieu | 21 maart 2024 | 22 april 2024 | Geen advies |
Departement Omgeving - Advies Milieu | 21 maart 2024 | 22 april 2024 | Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Sporting A & Sociaal Ruimtelijke Veiligheid - Trage wegen | 9 april 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 9 april 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 9 april 2024 | 16 april 2024 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 9 april 2024 | 12 april 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Stopkesfabriek, goedgekeurd op 29 april 2019. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 7: zone voor publiek domein (pu).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan en het ruimtelijk uitvoeringsplan Stopkesfabriek.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De aanvraag omvat de vernieuwing van het bestaande profiel van de gemeenteweg Tweemontstraat.
De aanvraag is verenigbaar met het woongebied volgens gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het projectgebied bestaat uit de Tweemontstraat en een deel van de Merksemsesteenweg. Het project voorziet in de aanleg van een gescheiden riolering waarbij de DWA-riolering afwatert naar de Schijnpoortweg (ter hoogte van de kruising met de Van Der Delftstraat). De RWA-riolering watert af naar het vijzelgemaal ter hoogte van het Albertkanaal. Daarnaast zal de wegenis heraangelegd worden en zal de rijweg voorzien worden van verkeersplateaus ter bevordering van de verkeersveiligheid. Verder zal in de Merksemsesteenweg een fietspad aangelegd worden in roodbruine asfalt. Vanaf de aansluiting met de Tweemontstraat tot aan de Vaartkaai betreft het een dubbelrichtingsfietspad. Vanaf de aansluiting met de Tweemontstraat tot een de Bischoppenhoflaan betreft het een enkelrichtingsfietspad. Met het oog op ontharden en vergroenen van het straatbeeld voorziet het project in de aanleg van groenzones, de heraanleg van inritten in grasribbeltegels, de aanplant van bomen en de heraanleg van parkeerstroken in kasseien. Tot slot wordt er in de Tweemontstraat straatmeubilair geplaatst conform de straatmeubilaris van de stad Antwerpen.
Het ontwerp werd in de verschillende ontwerpfases tijdens de Commissie Openbaar Domein met de stedelijke dienst Stadsontwikkeling, Ontwerp en Uitvoering – Publieke Ruimte en Mobiliteit en Stadsbeheer, Groen en Begraafplaatsen voorbesproken. Zij geven gunstig advies.
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij / advies grondwater Antwerpen is voorwaardelijk gunstig. Deze voorwaarden worden opgenomen bij de vergunning.
Rekening houdend met de voorwaarden, zijn de schaal en het ruimtegebruik, het gebruiksgenot en de veiligheid in het algemeen verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Cultuurhistorische aspecten
De stedelijke dienst Archeologie geeft gunstig advies omwille van volgende argumentatie:
“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 3.000 m² (20.157 m²) en een ingreep in de bodem boven 1.000 m² (circa gelijk aan projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd opgemaakt door VEC en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 21 juli 2022 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/26729). Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit gunstig advies bijgetreden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Ter realisatie van het project moeten er vier bomen gerooid worden. Dit ter hoogte van de aansluiting van de Tweemontstraat met de Merksemsesteenweg, de aansluiting van de Tweemontstraat met de Van Duyststraat en de aansluiting van de Van Cortbeemdelei met de Merksemsesteenweg. Deze bomen hebben een stamomtrek kleiner dan één meter. Deze handeling is bijgevolg niet vergunningsplichtig. Bovendien zullen er verschillende bomen aangeplant worden in de Tweemontstraat en de Merksemsesteenweg waarvan drie bomen toekomstbomen zijn.
Met het oog op het ontharden en het vergroenen van het straatbeeld worden delen van de bestaande wegenis opgebroken en zullen er groenstroken met bomen worden aangelegd. Zo wordt er maximaal ingezet op infiltratie ter plaatse.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In de Tweemontstraat en een deel van de Merksemsesteenweg wordt de rijweg vernieuwd en wordt een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd. Voor aanleg van de riolering zal de grondwatertafel tijdelijk verlaagd moeten worden.
Bemaling
De bemaling situeert zich op openbaar domein. De lengte van de geplande sleufbemaling bedraagt 1.600 meter. In totaal zal 278.539 m³ grondwater opgepompt worden over een periode van 184 dagen. Om rekening te houden met vertragingen en stilstanden wordt de vergunning gevraagd voor een jaar. Het maximale dagdebiet bedraagt 2.452 m³/dag. De bemaling wordt opgedeeld in 12 fasen:
fase | lengte (m) | max m³/dag | totaal (m³) | duur (dag) | invloedstraal | |
0 | 10 x 5 | 1.207 | 38.891 | 42 | 645 | |
1 | 124 | 2.359 | 25.914 | 12 | 540 | |
2 | 133 | 2.345 | 23.450 | 12 | 66 | |
3 | 109 | 1.908 | 17.506 | 11 | 720 | |
4 | 85 | 1.753 | 14.387 | 10 | 775 | |
5 | 101 | 1.673 | 14.863 | 11 | 1.015 | |
6 | 130 | 1.932 | 18.403 | 12 | 1.125 | |
7 | 171 | 2.345 | 25.703 | 14 | 1.315 | |
8 | 182 | 2.391 | 27.563 | 15 | 1.520 | |
9 | 214 | 2.452 | 28.094 | 16 | 1.210 | |
10 | 182 | 2.352 | 25.147 | 15 | 1.830 | |
11 | 147 | 1.816 | 17.618 | 13 | 1.840 | |
|
| totaal | 278.539 | 184 |
|
Fase 0 betreft een bemaling voor twee bouwputten voor de renovatie van een leiding.
Het grondwater zal lokaal verlaagd moeten worden tot een maximale diepte van circa 5 m-mv. De filters worden opgesteld op een diepte van circa 8 m-mv. De zettingen ter hoogte van de bemaling overschrijden de zettingsnorm van 20 mm niet waardoor er geen risico op zettingen te verwachten is.
De dichtstbijzijnde Speciale Beschermingszone (SBZ) situeert zich op circa 2,8 km van het projectgebied (SBZ-H ‘Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent’). De SBZ is op voldoende afstand gelegen van het projectgebied waardoor er geen effecten verwacht worden.
Waterkwaliteit
Het projectgebied is gelegen binnen de contouren van verschillende no regret-zones (3M, Lobroekdok, Toekomstlaan). In de omgeving zijn er bovendien industriële activiteiten en calamiteiten geweest die het risico op voorkomen van PFAS in het grondwater verhogen. De parameter PFAS werd in het bijkomend veldwerk enkele malen verhoogd waargenomen.
Op basis van de beschikbare bodemdossiers werd nagegaan welke gekende verontreinigingen aanwezig zijn binnen de invloedstraal van de bemaling om een beeld te krijgen van de aanwezige grondwaterkwaliteit. Binnen de invloedstraal werden meer dan 70 OVAM-dossiers geïdentificeerd. De invloed op de verontreinigingen werd nagegaan door gebruik te maken van ‘particle tracking’. In 50 dossiers werd het grondwater opgepompt of verdubbelde de verplaatsing van het grondwater onder invloed van de bemaling. Deze dossiers werden verder onderzocht.
De desktopstudie van de relevante dossiers geeft aan dat er geen afgeperkte verontreinigingscontouren worden opgepompt of significant verplaatst worden ten gevolge van de bemaling en er dus geen verspreidingsrisico ontstaat.
In verschillende dossiers waarvan het grondwater opgepompt zal worden, zijn verhoogde arseenconcentratie aanwezig. Uit de achtergrondwaardenkaart voor arseen blijkt dat er van nature verhoogde concentraties aan arseen worden vastgesteld in het grondwater. Er worden concentraties tussen 10 µg/liter en 20 µg/liter vastgesteld. Verhoogde concentraties arseen worden dan ook verwacht in het te lozen bemalingswater.
Ter hoogte van het traject van fase 4 bevindt er zich een grondwaterverontreiniging met VOCl’s (tetrachlooretheen, trichlooretheen, cis+trans-1,2-dichlooretheen en vinylchloride) (OVAM-dossier 22715). De grondwaterverontreiniging, vastgesteld in 2005, werd nog niet verder onderzocht. De theoretische onttrekkingszone van het bemalingsproject overlapt met de verontreinigingspluim zoals die gekend is. Omdat analyseresultaten voor VOCl’s dateren uit 2005 wordt verwacht dat de concentraties door natuurlijke attenuatie sterk gedaald zijn. Veiligheidshalve wordt een zuiveringsinstallatie (WZI) opgenomen in de vergunningsaanvraag, indien blijkt dat in uitvoering zou blijken dat de concentraties aan VOCl’s in het bemalingswater de lozingsnormen overschrijden.
Lozing
Aangezien de bemaling op geen enkele locatie langer dan 30 dagen actief is, is de opstelling van een retourbemaling buiten proportie. Er bevinden zich geen (ruimtes voor het aanleggen van) infiltratievoorzieningen binnen een straal van 200 meter van de werfzone.
Het effluent van de bemaling zal onrechtstreeks geloosd worden op het oppervlaktewater het Albertkanaal via reeds aangelegde stukken RWA in het verbindingsstuk tussen het Klein Schijn en het Albertkanaal (LP1).
Het effluent van de WZI zal via een tweede lozingspunt (LPwzi) eveneens geloosd worden in het Albertkanaal via reeds aangelegde stukken RWA in het ingekokerd verbindingsstuk tussen het Klein Schijn en het Albertkanaal. De locaties van de twee lozingspunten zijn indicatief opgegeven en kunnen afwijken afhankelijk van de inrichting van de werf.
Volgende lozingsvoorwaarden worden gevraagd:
parameter | gevraagd | opmerking |
arseen | 50 µg/liter | 10x IC |
PFAS | 100 ng/liter | tijdelijk handelingskader PFAS |
De exploitant stelt een monitoring voor om de kwaliteit van het bemalingswater op te volgen:
- bij de opstart van iedere bemalingsfase: analyse op PFAS;
- indien de resultaten gunstig: wekelijkse analyse gedurende de eerste maand;
- nadien, bij gunstige resultaten: maandelijkse staalname;
- indien lozingsnorm overschreden: zuivering inschakelen;
Het bemalingswater in fase 4 zal bijkomend worden geanalyseerd op VOCl’s:
- voor de opstart: tijdelijke opstart voor staalname en analyse op VOCl’s en PFAS;
- indien de resultaten gunstig: opstart bemaling en wekelijkse controle;
- indien lozingsnorm overschreden: zuivering inschakelen.
Het bepalen van het risico op aantrekken en voorkomen van parameters in het te lozen grondwater werd deels (en noodgedwongen) gedaan op basis van een desktopstudie. Zonder afbreuk te doen aan de waarde van de conclusies, lijkt het aangewezen ten minste bij de opstart van iedere bemalingsfase een ruimer onderzoek van de grondwaterkwaliteit te doen, bijvoorbeeld door ook de parameters uit het standaardanalysepakket te controleren.
Waterzuiveringsinstallatie
Indien nodig zal het bemalingswater worden gezuiverd voor de parameter PFAS en VOCl’s (bemalingsfase 4). De volledige tijdelijke WZI, inclusief opslag van brandstof voor de generator, zal geplaatst worden op waterondoorlatende (rubberen) matten met verzamelput (om eventuele lekken op te vangen). Momenteel wordt rekening gehouden met het plaatsen van een dubbelwandige mazouttank van 12 m³ voorzien van lekdetectie en overvulbeveiliging. De WZI wordt opgesteld ter hoogte van de kruising Merksemsesteenweg – Vaartdijk.
Het ontwerpdebiet van de WZI is gelijk aan het maximale bemalingsdebiet van 100 m³/h. Gezien de aangetroffen PFAS verontreiniging niet volledig afgeperkt is, wordt voor de bepaling van de ontwerpwaarden gerekend met de maximale grondwaterconcentraties (worst case). De WZI wordt ontworpen voor de verwijdering van PFAS (PFBA, PFPeA en PFHxA) en VOCl. De ijzerconcentratie bedraagt maximaal 7,6 mg/liter en gemiddeld 2,72 mg/liter in de nieuw geplaatste peilbuizen. In de bestaande bodemonderzoeken worden ijzerconcentraties vastgesteld tot 36 mg/liter. Op basis van deze waarden is een ontijzering noodzakelijk om de nageschakelde componenten tegen verstopping te beschermen. De WZI zal verder bestaan uit een voorbezinker, een influentbuffer, een zandfilter, bezinkingstank, actief koolfilter, een harsfilter en een effluent buffer. De vereiste oppervlakte wordt geraamd op 20 m x 14 m.
Bijstelling sectorale voorwaarden
Een afwijking wordt gevraagd op de bepaling dat vóór de lozing van het bedrijfsafvalwater debietmeet- en bemonsteringsapparatuur moet worden voorzien (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II). Het volume opgepompt grondwater is in principe gelijk aan het volume water dat geloosd zal worden. Conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II moet het debiet van het opgepompte grondwater via een debietmeter opgevolgd worden. Dit geeft voldoende garanties ook het lozingsdebiet te kunnen bepalen. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, moet vóór het lozingspunt een representatief staal genomen kunnen worden. Er is geen bezwaar af te wijken van de bepaling.
Hinder
De bemalingspompen zijn continu in werking. De pompen worden zodanig opgesteld dat de omwonenden de minste hinder ondervinden. Op de werf zullen enkel geluidsarme bemalingspompen en stroomgroepen toegelaten worden teneinde de hinder te beperken.
De bemaling dient slechts tijdelijk opgesteld te worden en verplaatst zich in functie van de voortgang van de werken.
Afhankelijk van de weersomstandigheden kan het nodig zijn dat tijdens de werken extra stofbeheersingsmaatregelen genomen worden. Het sloopopvolgingsplan spreekt bijvoorbeeld van potentieel met PAK’s en zware metalen verontreinigd steenpuin ter hoogte van de Tweemontstraat 275 - 431. Mogelijk worden bij de werken nog verdachte materialen en lagen aangetroffen. Voor de start van de werken wordt een stofbeheersingsplan opgemaakt waarin de voorziene maatregelen concreet worden uitgewerkt. Het stofbeheersplan wordt ter beschikking gesteld van de aannemers en onderaannemers die de werken uitvoeren..
Conclusie
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen. Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Het college adviseert de omgevingsvergunning te verlenen, onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer en Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel: 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-ofaanpassing-na-werken.
2. Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij - Watertoets, dient nageleefd te worden.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.3° | het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; (inrichting BEM) | 102 m³/uur |
3.6.3.3° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur; (inrichting BEM) | 102 m³/uur |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting BEM) | 10 ton |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting BEM) | 278.539 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Bij opstart van elke bemalingsfase wordt het grondwater gecontroleerd op de aanwezigheid van de parameters opgenomen in het standaardanalysepakket en PFAS. 2. Voor de start van de werken wordt een stofbeheersingsplan opgemaakt waarin de voorziene maatregelen concreet worden uitgewerkt. Een kopie hiervan wordt overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be voor de start der werken. Het stofbeheersplan wordt ter beschikking gesteld van de aannemers en onderaannemers die de werken uitvoeren. 3. In overleg met de veiligheidsdiensten en het Sevesobedrijf wordt een veiligheidsplan uitgewerkt en ondertekend door beide partijen alvorens de bemaling kan aanvatten. |
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 21 maart 2024 |
Start openbaar onderzoek | 31 maart 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 29 april 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 10 mei 2024 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
31 maart 2024 | 29 april 2024 | 0 | 0 | 0 | 3 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 3 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
Het bezwaar betreft geen bezwaar maar een vraag of de voorgestelde heraanleg de diverse verkeersstromen nog mogelijk maakt. Het bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
Als onderdeel van de vergunningsprocedure werd dit dossier volledig verklaard. Hiermee bevestigde de bevoegde overheid dat de voorziene documenten volstaan voor een gepaste en gegronde beoordeling van dit dossier. De verwachte milieu-effecten voor een project van deze omvang worden voldoende beschreven in de toegevoegde beschrijvende nota.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
Het klopt dat de bodem van het projectgebied zeer gevoelig is voor grondwaterstromingen en dat het projectgebied een middelgrote kans op overstromingen door intense neerslag (pluviaal) heeft. Om de schade als gevolg van overstromingen te beperken en de ruimte voor water te behouden zet het project sterk in op ontharding. Zo voorziet het project in de afbraak van verhardingen, aanleg van groenzones en de heraanleg van inritten in grasribbeltegels opdat het water in de bodem kan infiltreren. Bijkomend werden diverse instanties bevraagd om advies aan te leveren; deze zijn voorwaardelijke gunstig.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
Het bezwaar betreft een burgerrechtelijke kwestie en is niet stedenbouwkundig van aard.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
De aanvrager is verplicht de werken uit te voeren zonder schade aan derden en volgens de regels van de kunst. Dit is echter een bezwaar van burgerrechtelijke aard. Er kunnen ook geen veronderstellingen genomen worden. Het bezwaar kan dan ook geen invloed hebben op de ruimtelijke beoordeling van deze aanvraag.
Met het oog op het ontharden en het vergroenen van het straatbeeld worden delen van de bestaande wegenis opgebroken en zullen er groenstroken met bomen worden aangelegd. Zo wordt er binnen de contouren van het projectgebied maximaal ingezet op ontharding en infiltratie ter plaatse.
Beoordeling:
Het bezwaar is gegrond. De bereikbaarheid van de site in geval van een calamiteit op de bedrijfssite wordt in het dossier niet besproken. Het is daarom niet duidelijk of zeker dat hier de nodig scenario’s zijn voor uitgewerkt die de nodig garanties geven op een snelle en voldoende toegang en dat deze scenario’s ook het akkoord van de hulpdiensten hebben. In overleg met de veiligheidsdiensten en het Sevesobedrijf wordt een veiligheidsplan uitgewerkt en ondertekend door beide partijen alvorens de bemaling hier kan aanvatten.
Beoordeling:
Het bezwaar is deels gegrond. De voorgestelde monitoringsmethodiek met periodieke metingen is gebruikelijk en wordt gedragen door de VMM. Er bestaan niet voor alle parameters meetmethodes om real-time de concentraties te bepalen. Het geleverde vooronderzoek had tot doel de verwachte kwaliteit van het bemalingswater te voorspellen. Daarnaast werden drie peilbuizen in het projectgebied bemonsterd en geanalyseerd. Het betreft een monitoringsvoorstel waarvan in een eventueel vergunningsbesluit kan afgeweken worden. Dit geldt ook voor de door de exploitant voorgestelde lozingsnorm voor arseen. De opmerking dat te weinig parameters onderzocht worden en dat hierdoor het risico opstaat dat verontreinigd water geloosd wordt, wordt bijgetreden. Hierover wordt een bijzondere voorwaarde voorgesteld in het advies van het college. De gespecialiseerde adviesinstanties zijn best geplaatst hierover een oordeel te vellen.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
Naast de asverschuiving van de straat worden nog andere maatregelen voorzien om de verkeersveiligheid in het algemeen te verbeteren. Zo voorziet de aanvraag in het versmallen van de rijstrook en de aanleg van verkeerplateau’s.
Verder zal in de Merksemsesteenweg een fietspad aangelegd worden in roodbruine asfalt. Vanaf de aansluiting met de Tweemontstraat tot aan de Vaartkaai betreft het een dubbelrichtingsfietspad. Vanaf de aansluiting met de Tweemontstraat tot de Bischoppenhoflaan betreft het een enkelrichtingsfietspad.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
Het klopt dat de aanvraag geen dwarssnede bevat waardoor deze informatie niet voorhanden is en de situatie na heraanleg niet nagegaan kan worden. De nota vermeldt echter dat het ontwerp rekening houdt met de bepalingen opgenomen in de artikels van de Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond.
Het bezwaar betreft geen bezwaar maar een suggestie.
Met het oog op het ontharden en het vergroenen van het straatbeeld worden delen van de bestaande wegenis opgebroken en zullen er groenstroken met bomen worden aangelegd. Zo wordt er alsnog maximaal ingezet op infiltratie ter plaatse.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer en Onderhoud, Postadres aangetekende zending: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, tel: 03 338 84 07, herstellingopenbareruimte@antwerpen.be, betreffende opmaak plaatsbeschrijving en herstellingen openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Meer informatie vindt u op: https://www.antwerpen.be/nl/info/52d5052439d8a6ec798b4a7e/schade-aan-openbaar-domein-ofaanpassing-na-werken.
2. Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij - Watertoets, dient nageleefd te worden.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.3° | het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; (inrichting BEM) | 102 m³/uur |
3.6.3.3° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur; (inrichting BEM) | 102 m³/uur |
17.3.2.1.1.1°b) | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; (inrichting BEM) | 10 ton |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting BEM) | 278.539 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. Bij opstart van elke bemalingsfase wordt het grondwater gecontroleerd op de aanwezigheid van de parameters opgenomen in het standaardanalysepakket en PFAS. 2. Voor de start van de werken wordt een stofbeheersingsplan opgemaakt waarin de voorziene maatregelen concreet worden uitgewerkt. Een kopie hiervan wordt overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be voor de start der werken. Het stofbeheersplan wordt ter beschikking gesteld van de aannemers en onderaannemers die de werken uitvoeren. 3. In overleg met de veiligheidsdiensten en het Sevesobedrijf wordt een veiligheidsplan uitgewerkt en ondertekend door beide partijen alvorens de bemaling kan aanvatten. |