Terug
Gepubliceerd op 29/05/2024

2024_CBS_04390 - Omgevingsvergunning - OMV_2023118816. Beeckmanslaan 9. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/05/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04390 - Omgevingsvergunning - OMV_2023118816. Beeckmanslaan 9. District Wilrijk - Goedkeuring 2024_CBS_04390 - Omgevingsvergunning - OMV_2023118816. Beeckmanslaan 9. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023118816

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Chloë Peeters met als adres Beeckmanslaan 9 te 2610 Antwerpen en de heer Erhard Vermeulen met als adres Beeckmanslaan 9 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Beeckmanslaan 9 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie C nr. 193C5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          27/01/1981: vergunning (19818103) voor het verbouwen van een woning.

 

Vergunde toestand

-          functie: wonen:

  • eengezinswoning.

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouw 2 bouwlagen met een schilddak;
  • achterbouw en garage 1 bouwlaag met een plat dak;
  • bouwdiepte gelijkvloers 17,95 m.

-          gevelafwerking:

  • parement rode machinesteen, verdieping wit gepleisterd;
  • hoofddak in rood bruine pannen;
  • buitenschrijnwerk in hout, natuurkleur;
  • poort naar inpandige garage.

 

Bestaande toestand

-          functie en bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd van het uitgebreide volume van de achterbouw en eventuele wijzigingen aan het dak;

-          gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd van de gevelbeplating met sierpleister op de verdieping en houten schrijnwerk zwart geschilderd.

 

Nieuwe toestand

-          functie: wonen:

  • eengezinswoning.

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouw 2 bouwlagen met een schuin dak;
  • nieuwe uitgebreide achterbouw en garage 1 bouwlaag met plat dak; 
  • bouwdiepte ongewijzigd.

-          gevelafwerking:

  • parement wit geschilderd, verdieping wit gepleisterd;
  • hoofddak in rood bruine pannen;
  • buitenschrijnwerk in hout natuurkleur, dorpels in beton;
  • nieuwe voordeur in hout, deels beglaasd; 
  • poort naar inpandige garage.

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de achterbouw;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

4 april 2024

26 april 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • Artikel 8: er wordt geen infiltratievoorziening voorzien.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

Het is onduidelijk of de voortuin  afgesloten word door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 m.

Door de herindeling van de zolderverdieping beschikt slaapkamer 2 in de zolderverdieping slechts over een totale lichtdoorlatende oppervlakte van 0,66 m2 wat onvoldoende is voor een verblijfsruimte.

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

Er wordt geen opstand van 30 cm voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied. Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.


-         Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.

-         Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist. 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Men wenst de bestaande aanbouw te slopen en te vervangen door een nieuwe aanbouw met gelijke bouwdieptes. Het achterste gedeelte van het gelijkvloers wordt ingericht met een open keuken, eetkamer en zithoek. De vrije hoogte wordt royaal voorzien. Op de eerste verdieping wordt een slaapkamer omgevormd tot een speelkamer. Deze speelkamer wordt door een vide verbonden met het gelijkvloers. Deze ingreep zorgt ook voor extra natuurlijk licht centraal op het gelijkvloers.

De gewenste wijzigingen zorgen voor verhoging van de verblijfskwaliteit in de eengezinswoning en zijn bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Door de nieuwe uitbreiding van een vrije hoogte te voorzien van 2,88 m dient de scheidingsmuur met de rechterbuur opgetrokken te worden tot een hoogte van 3,50 m. Er kan geoordeeld worden dat dit een negatief effect heeft op de bezonning van het perceel van de rechterbuur. Echter kan vastgesteld worden dat de uitbreiding zich daar bevindt waar de buur zelf een aanbouw heeft. Bijkomend geeft dit de buur ook de mogelijkheid om zijn aanbouw te verhogen en meer verblijfskwaliteit te creëren.

Het betreft dus geen onaanvaardbaar negatief effect.

 

Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten

Het pand maakt deel uit van bouwblok 6, in het midden van de jaren 1920 gebouwd als uitbreiding van de tuinwijk Garden City Elsdonk. Deze uitbreiding bestond in totaal uit 60 woningen, verdeeld over drie bouwblokken (bouwblok 6, 9 en 10). Het bouwblok 6 tussen de Meerlenlaan, Woudlaan, Sterrenlaan, Beeckmanslaan en Zwanenlaan ligt op het grondgebied van Wilrijk. De bouwvergunning voor blok 6 werd verleend op 20 november 1923. De 28 woningen in dit bouwblok zijn anno 2023 nog steeds bewaard. Om deze reden is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.

Het advies luidt als volgt: De woningen werden per twee in spiegelbeeld gekoppeld en in de diepte ingeplant op vrij smalle, diepe percelen. Zo ontstond er een relatief dens bebouwde wijk, waarin de woningen als ruime tweewoonsten aan drie zijden omgeven waren door groen. Het beperkte aantal woningtypes werd verbonden tot symmetrische ensembles, in enkele gevallen werden binnen één tweewoonst twee verschillende woningtypes gecombineerd. Het pittoreske karakter van de tuinwijk wordt versterkt door elementen uit de cottagestijl. Door de beperkte financiële middelen werden er bij de bouw lokale materialen en serieproductie toegepast, wat resulteerde in een architecturale eenheid op het vlak van materialiteit en vormgeving. De wisselende woningtypes en de private aanleg van de (voor)tuinen zorgde desondanks voor variatie en verhoogde de levendigheid van het straatbeeld. Oorspronkelijk waren de voor- en achtertuinen omhaagd.

 

De gevels hebben een enkelhuisopstand en zijn opgetrokken in roodbruin baksteenmetselwerk in kruisverband. De woningen tellen twee bouwlagen onder samengestelde variërende pannendaken met overkragende houten dakrand, enkel de woningen van type III zijn drie bouwlagen hoog. Voor de plint en decoratieve elementen als hoekkettingen werd ruw bewerkte assesteen toegepast, bakstenen gevelbanden en -lijsten zorgen voor een horizontale geleding. De gevels van de verdieping zijn bij een aantal woningen voorzien van een cementering. Naast de variërende dakvormen wordt de volumewerking bijkomend verlevendigd door in- en uitspringende geveldelen, met balkons bekroonde erkers en overkragende verdiepingen.

De gevelopeningen zijn doorgaans rechthoekig en hebben bakstenen lateien en hardstenen dorpels. Het oorspronkelijke buitenschrijnwerk met kleinhoutverdeling in de volledige vensters of enkel in de bovenlichten, beluikte benedenvensters en eenvoudige houten paneeldeuren is quasi volledig vernieuwd, in een aantal woningen werd de kleinhoutverdeling nagebootst.

 

In blok 6 werden overeenkomstig het totaalplan woningen van het type I, Ia, II en III gebouwd.

 

Het pand Beeckmanslaan 9 kan samen met de panden Woudlaan 10, 16 en 20 ondergebracht worden in categorie IA.

Dit woningtype wordt gekenmerkt door de aan de voorgevel boven het gelijkvloers overkragende en op drie pijlers rustende verdieping. Hierdoor ontstaat er een gevelbrede portiek die voor de brede venstertravee met een houten balustrade afgesloten was. Deze balustrade is bij de woning Woudlaan 20 nog bewaard of vernieuwd naar historisch model. Alle drie de bewaarde woningen van dit type zijn anno 2023 volledig wit geschilderd. Oorspronkelijk was het baksteenmetselwerk op het gelijkvloers en de volledige zij- en achtergevels niet geschilderd, het overkragende deel van de verdieping was vlak gecementeerd. Bijkomende sierelementen zijn de getrapte, uit de zijgevel uitspringende rookkanalen en de tot de getrapte impostblokken doorgetrokken uitspringende lateien van de vensters van de verdieping.

 

Men wenst de bestaande aanbouw te slopen en een nieuwe te voorzien achter en naast de woning. Daarnaast wordt de buitenschil gerenoveerd.

 

Vanuit oogpunt monumentenzorg kunnen we principieel akkoord gaan met de aanpassing van de bestaande aanbouw. De door de architecte aangeleverde fotoreportage toont aan dat er op de trap na, amper historische interieurelementen bewaard bleven. Gezien het pand deel uitmaakt van een stedenbouwkundig geheel, uitbreiding tuinwijk Elsdonk is het belangrijk dat er maximaal wordt ingezet op voorgevelvalorisatie. De erfgoedwaarde van een tuinwijk wordt immers gedefinieerd door het uniform karakter van de bebouwing gerealiseerd door materialisatie, volume, gabarit, ….

 

De bestaande voorgevel is ter hoogte van de eerste verdieping voorzien van een beplating en hierdoor wat opgedikt (of lijkt dit alleen maar zo?) Men wenst de platen te verwijderen en te vervangen door een afwerking met crepi. Het is een meerwaarde dat de platen verwijderd worden. Een gladde afwerking is aangewezen. Graag wat meer info over de dikte van het nieuwe parement. Het is belangrijk dat de uitspringende gevelornamenten boven de ramen voldoende afleesbaar blijven.

 

Idealiter zou het baksteenmetselwerk van gelijkvloers en zijgevel opnieuw van de witte verflaag ontdaan worden maar gezien de gewijzigde context waarbij reeds enkele panden overschilderd dan wel bepleisterd zijn, is dit aspect bespreekbaar. Panden die hun oorspronkelijk uitzicht behielden dienen wel maximaal bewaard te blijven. Het isoleren van zij- en voorgevel is niet wenselijk wegens verlies aan materialisatie en ornamentiek (expressief baksteenmetselwerk, getrapte impostblokken, negblokken in assesteen….).

 

We vragen om houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model te voorzien i.p.v. bruine aluminium. Kenmerkend is een t-verdeling op het gelijkvloers en een drielicht op het gelijkvloers, eventueel voorzien van kleinhoutverdeling in de bovenwaaier. Indien de luiken ter hoogte van de voorgevel nog oorspronkelijk zijn dienen deze eveneens bewaard.

 

Voor de achtergevel kan een andere materialisatie, afwerking en invulling.

 

Op basis van bovenstaande argumentatie wordt over deze bouwaanvraag een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht

 

Voorwaarden:

-          Het schrijnwerk in de voorgevel (ramen + voordeur) voorzien wordt van een geschilderde afwerking.

-          Het schrijnwerk op het gelijkvloers wordt voorzien van een historische indeling = een drielicht ( Het bouwplan en de panden Woudlaan 20 en Beeckmanslaan 11 zijn de referentie )

-          Detailtekeningen van het nieuwe schrijnwerk dienen teruggekoppeld met onze dienst.

-          De uitspringende gevelornamenten boven de ramen voldoende afleesbaar blijven.

 

Suggesties:

-          De verf van de overschilderde delen ter hoogte van de zijgevel en het gelijkvloers van de voorgevel (plint in assesteen + baksteenmetselwerk) te verwijderen. Het ontverven van de voorgevel (gelijkvloers) is hierbij het belangrijkste.

-          De balustrade ter hoogte van de portiek opnieuw aan te brengen cfr. Woudlaan 20

-          Het aanbrengen van kleinhoutverdeling in de bovenwaaiers van het schrijnwerk in de voorgevel.’

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies en zijn voorwaarden integraal overgenomen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag wijkt af van de verordening hemelwater. Er wordt geen infiltratievoorziening voorzien.

Er is geen aanleiding of motivatie om dit toe te staan. Er kan bijgevolg niet akkoord gegaan worden met deze afwijking, er dient een infiltratievoorziening te komen.

 

Gesteld dat het groendak 50 l/m² buffert en een oppervlakte van 52 m² heeft + win-back moet rekening gehouden worden met een afwaterende oppervlakte van 78 m². Dat resulteert in een wadi van 2574 liter en een minimale oppervlakte 6,24 m².

Een wadi kan op een gelijke afstand als de diepte geplaatst worden van de perceelgrens (bijvoorbeeld 50 cm afstand van perceelgrens als de wadi 50 cm diep is).

In de tuin is voldoende plaats om een wadi te voorzien die op voldoende afstand van de perceelgrens is gelegen.

Dit wordt in voorwaarde opgenomen.

 

Er wordt vastgesteld dat de plannen bestaande toestand van het dak niet overeenkomen met de werkelijke toestand zoals waarneembaar op de foto’s.

In functie hiervan is contact opgenomen met de bouwheer/architect. Deze bevestigde dat wijzigingen aan het dak geen deel uitmaakt van voorliggende aanvraag.

Bijgevolg zullen alle handelingen, werken en wijzigingen aan het dak en de inrichting van deze verdieping onder het dak worden uitgesloten.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

2. De voorwaarden in het advies van monumentenzorg na te leven.

3. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan het dak en de inrichting van de dakverdieping worden uitgesloten van vergunning.

4. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de tuinafsluiting ter hoogte van de voortuin worden uitgesloten van vergunning.

5. In de tuin een wadi te voorzien van 2574 liter en een minimale oppervlakte van 6,24 m² op een afstand van de perceelgrens die gelijk is aan de diepte van de wadi.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 februari 2024

Volledig en ontvankelijk

4 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 juni 2024

Verslag GOA

13 mei 2024

Naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

2. De voorwaarden in het advies van monumentenzorg na te leven.

3. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan het dak en de inrichting van de dakverdieping worden uitgesloten van vergunning.

4. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de tuinafsluiting ter hoogte van de voortuin worden uitgesloten van vergunning.

5. In de tuin een wadi te voorzien van 2574 liter en een minimale oppervlakte van 6,24 m² op een afstand van de perceelgrens die gelijk is aan de diepte van de wadi.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.