Terug
Gepubliceerd op 29/05/2024

2024_CBS_04379 - Omgevingsvergunning - OMV_2024037947. Zirkstraat 34. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/05/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_04379 - Omgevingsvergunning - OMV_2024037947. Zirkstraat 34. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_04379 - Omgevingsvergunning - OMV_2024037947. Zirkstraat 34. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024037947

Gegevens van de aanvrager:

NV GENERAL INVESTMENT ASSOCIATION met als adres Grote Markt 7 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Zirkstraat 34 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 1 sectie A nr. 1259C

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een pand met 5 appartementen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          3/7/2020: vergunning (OMV_2020041238) voor het verbouwen van een bestaand pand met winkel en woonhuis tot 5 appartementen;

-          30/08/1937: toelating (18#8533) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          14/02/1911: toelating (1911#179) voor binnenveranderingen;

-          07/05/1897: toelating (1897#584) voor verdieping op keuken;

-          05/07/1872: toelating (1872#687) voor grote keldertrap;

-          13/04/1847: toelating (1847#149) voor keldergat.

-          19/06/2023: proces-verbaal (11002_2024_10613_VPV) voor het wijzigen van het buitenschrijnwerk in bouwkundig erfgoed/beschermd monument;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4756.

 

Vergunde toestand

-          functie: wonen:

  • 4 éénslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 98 m², 75 m², 68 m² en 80 m²;
  • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 153 m²;

-          bouwvolume:

  • traditioneel herenhuis met 4 vleugels rond een binnenplaats;
  • 3 bouwlagen met zadeldak; 

-          gevelafwerking:

  • parement in bak- en zandsteen;
  • sokkel en speklagen in zandsteen;
  • schrijnwerk in hout, bruin gekleurd;
  • poort in hout;
  • omlijsting, lintelen en dorpels in blauwe hardsteen;
  • muurankers in smeedijzer.

 

Bestaande toestand

-          functie, bouwvolume en gevelafwerking overeenkomstig de vergunde toestand, uitgezonderd het wit gekleurde buitenschrijnwerk.

 

Nieuwe toestand

-          functie: wonen:

  • 4 eenslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 70 m², 70 m², 80 m² en 100 m²;
  • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 157 m²;

-          bouwvolume:

  • traditioneel herenhuis met 4 vleugels rond een binnenplaats;
  • 3 bouwlagen met zadeldak;
  • gewijzigd dak van de westvleugel + ingericht met groendak;
  • interne verbouwingen;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in lichte bepleistering;
  • plint in grijze kleur;
  • schrijnwerk in hout, bruin gekleurd;
  • poort in hout;
  • omlijsting, lintelen en dorpels in blauwe hardsteen;
  • muurankers in smeedijzer.

 

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de afwerking van de voorgevel en van de oost- en westvleugel;

-          wijzigen van het buitenschrijnwerk;

-          wijzigen van de dakvorm van de westvleugel en inrichten als groendak;

-          het doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

2 april 2024

7 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

2 april 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen (VESPA)

2 april 2024

5 april 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

2 april 2024

15 april 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

2 april 2024

14 mei 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel  1:   zone voor wonen - (wo1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

-          artikel 2.1.1 Culturele, historische en\of esthetische waarde:
De wenselijkheid van behoud staat voorop bij panden opgenomen in de vastgestelde inventaris onroerend erfgoed Vlaanderen. De gevel is gewijzigd en op de eerste verdieping zijn erfgoedelementen verdwenen. Het zadeldak zal anders worden uitgevoerd dan vergund, wat atypisch is voor dit pand.

-          artikel 2.1.7 Gevelmaterialen:

Bij het schilderen, pleisteren of kaleien van een gevel dienen elementen, decoraties en volledige gevels die historisch niet bedoeld waren om beschilderd, bepleisterd of gekaleid te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten, dorpels en typische zand- en baksteenarchitectuur, ongepleisterd, ongeschilderd en ongekaleid te blijven.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode: zie RUP Binnenstad.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor De Vlaamse Waterweg aangewezen is als adviesinstantie.

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.


-         Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.

-         Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag noch een verkeersdragend noch een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft enkele verbouwingswerken aan een historisch pand waarin vijf appartementen zijn ingericht. Deze aanvraag is een aanvulling op de in uitvoering zijnde vergunning OMV_2020041238 van 3/07/2020, rekening houdend met de wijzigingen opgelegd door de stedelijke dienst Monumentenzorg, alsook een paar wijzigingen in de appartementen.

 

Er is geen functiewijziging of wijziging van het aantal woningen, zodat de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Het pand is gesitueerd in che-gebied en opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van 29 maart 2019. Bovendien zijn de galerij en de toegangspoort beschermd als monument sinds 2/9/1976. Hoewel het complex doorheen de tijd aangepast werd, is het pand een waardevol complex met een beeldbepalende stadslandschappelijke waarde in de Zirkstraat.

 

Het agentschap Onroerend Erfgoed gaf een stizwijgend gunstig advies. De wijzigingen aan de beschermde delen van het complex werden in samenspraak met het agentschap toegepast en er werden hiervoor toelatingen bekomen.

 

De stedelijke dienst Monumentenzorg gaf een voorwaardelijk gunstig advies:

“Men wenst aanpassingen te doen aan de bestaande vergunning OMV_2020041238 dd 3/7/2020 met name aan de inrichting van de appartementen, het dak van de westgevel, de nieuwe bovengrondse fietsenberging en men wenst daarnaast een verguning aan te vragen voor de gevelaanpassingen (schrijnwerk en gevelafwerking) die bij de vorige vergunningsaanvraag waren uitgesloten.

De interne wijzigingen aan de appartementen zijn beperkt in de kelder en op het gelijkvloers. Het is belangrijk dat de balkstructuur in de eetkamer van appartement 2 op het gelijkvloers van de westvleugel bewaard blijft. Deze is in de nieuwe toestand verdwenen maar dit blijkt een vergetelheid. Wij ontvingen een plan waarop de moerbalk wel is getekend. 

Op de eerste verdieping lijken de ingrepen eveneens beperkt maar grijpen ze wel in op de erfgoedelementen. Hier verdwijnen in de gewenste toestand drie schouwen of schouwlijven die in de vergunde toestand bleven staan (nl. deze in ruimte 1.3 (NT badkamer app.4 ), 1.4 (NT slaapkamer met badkamer app. 4) en 1.10 (NT keuken en zithoek app. 3). Enkel deze in ruimte 1.1 blijft bewaard (NT eet- + zithoek app. 4). Dit is niet wenselijk. De haard inclusief haardmond in ruimte 1.10 is 18de-eeuws. De schouwmantels in ruimte 1.3 en 1.4 zijn recenter maar de schouwlijven zijn (wellicht) ouder. Daarnaast wordt de doorgang tussen ruimte 1.10 en 1.11 aangepast (NT scheidingswand tussen keuken en zithoek en bureau app. 3). In deze zuidelijke wand bevinden zich nog houtstructuren die verwijzen naar de oude traditie. Het is niet duidelijk of deze bewaard blijven. Dit is aangewezen.

Verder wordt ruimte 1.4 (NT slaapkamer met badkamer app. 4) in het che-rapport geduid als één van de meest authentieke en oudste ruimtes in het huis met een balkenlaag in okergele tinten, één van de weinige nog aanwezige afwerkingslagen en opgegeven als maximaal te restaureren, In deze ruimte wordt niet enkel de schouw verwijderd inclusief het schouwlijf maar ook de functie wijzigt hier van slaapkamer naar slaapkamer met badkamer. Het is niet duidelijk hoe dit wordt gerealiseerd. De roostering dient alleszins gevrijwaard te blijven.

Het zadeldak ter hoogte van de westvleugel wordt in tegenstelling tot de eerder verleende vergunning voor de helft opgeklapt aan de zijde van de perceelsgrens en ingericht als groendak. Dit zorgt voor een zeer hybride vormgeving die atypisch is in een historische context. De integrale zadeldakvorm dient behouden zoals eerder vergund.

Het wordt geapprecieerd dat de fietsenberging bovengronds wordt voorzien ipv in de kelder toegankelijk via een fietslift zodat de gewelfde kelder en de bijhorende trap bewaard kunnen blijven.

De voorwaarden opgenomen in de eerder verleende vergunning mbt. het behoud van de nog aanwezige erfgoedelementen blijven van kracht. We vragen om voor het vervolgtraject van de interne werken beroep te doen op het restauratiebureau dat ook betrokken werd voor het materiaal-technisch onderzoek en het formuleren van restauratieopties van de buitenschil.  

Op basis van het bijkomend materiaal-technisch onderzoek voor de afwerking en invulling van de voor- en koergevels werden volgende restauratieopties geformuleerd:

Afwerking: de voorgevel wordt gepleisterd, de koergevels gekaleid. Aangezien de gevels reeds gedecapeerd waren, werden de richtlijnen van het Agentschap Onroerend Erfgoed gevolgd voor de afwerking en de kleurstelling van historische gevels, zijnde een lichtbeige/gebroken witte kleur. Het exacte kleurstaal dient nog voorgelegd aan onze dienst.

Invulling: de voorgevel wordt ingevuld met houten, geschilderd schrijnwerk naar historisch model gebaseerd op het nog aanwezige originele schrijnwerk in de koergevels. Het schrijnwerk in de koergevels wordt gerestaureerd waar nog oorspronkelijk en vervangen naar historisch model waar reeds verdwenen. Detailtekeningen van het nieuwe schrijnwerk dienen nog voorgelegd voor productie.

Kleurenonderzoek op het nog aanwezige schrijnwerk is de leidraad voor de nieuwe kleurstelling.

We merken op dat de plannen nieuwe toestand van de voorgevel en de koergevel van de oostvleugel niet helemaal zijn ingetekend volgens de intenties van het onderzoeksbureau. Zo behielden de twee linkse vensters op de eerste bouwlaag (rechts naast de voordeur of links van de toegangspoort) hun huidige vormgeving in de nieuwe toestand terwijl deze net zoals de ramen rechts van de toegangspoort van een achtvlakraam met historische profilering voorzien worden. In de oostelijke koergevel is het raam links van het toegangsluik tot de kelder lager getekend dan voorzien. Tijdens het materiaal-technisch onderzoek is gebleken dat de oorspronkelijke raamomlijsting nog bewaard is gebleven. Dit dient als referentiekader. De correcte toestand wordt aangegeven en geduid in de verklarende nota van het restauratiebureau toegevoegd aan de bijlagen (721_verklarende nota)  

Ook de uitvoering van de restauratie van de buitenschil dient in nauw overleg met onze dienst te gebeuren en verder begeleid te worden door Steenmeyerarchitecten.

De aanbevelingen uit het che-rapport, voornamelijk onderzoek naar afwerkingslagen en meegegeven als voorwaarde in de eerder verleende vergunningen werden eveneens door Steenmeyerarchitecten uitgevoerd. 

 

Op basis van bovenstaande argumentatie wordt over deze aanvraag een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht:

De voorwaarden uit de recent verleende vergunning blijven van kracht:

-          De waardevolle elementen vermeld in het che-rapport dienen bewaard (roosteringen moer- en kinderbalken, consoles), schouwen en schouwravelingen…).

-          Een beschermende folie wordt aangebracht tussen de vloerplanken en de isolatielaag.

-          Eventuele technische problemen met impact op de waardevolle elementen die zich voordoen tijdens de uitvoering moeten tijdig worden teruggekoppeld met de stedelijke dienst Monumentenzorg.

Bijkomende voorwaarden tov. de eerder verleende vergunning worden toegevoegd:

-          De verdere restauratie zowel van het in- en exterieur zullen verder worden teruggekoppeld met de dienst Monumentenzorg voor uitvoering (voorbesproken).

-          Een kleurstaal voor de afwerking van zowel de voor- als koergevels wordt voorgelegd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg (voorbesproken).

-          Detailtekeningen van het nieuwe schrijnwerk voor productie zijn terug te koppelen met de stedelijke dienst Monumentenzorg (voorbesproken).

-          Het zadeldak op de westvleugel integraal wordt behouden zoals in de eerder verleende vergunning en dit niet aan één zijde op te klappen om een groendak te voorzien. 

-          Voor de uitvoering van de beschermde delen dient er teruggekoppeld met het Agentschap Onroerend Erfgoed.

-          De balkstructuur in de eetkamer van appartement 2 op het gelijkvloers van de westvleugel dient net als de overige moer- en kinderbalken bewaard (voorbesproken).

-          De invulling van de voor- en koergevels gebeurt conform het onderzoek van Steenmeyerarchitecten (voorbesproken).

-          De twee linkse vensters op de eerste bouwlaag van de voorgevel (links van de toegangspoort) zijn in te vullen met schrijnwerk gelijkaardig aan dit van de ramen rechts van de toegangspoort (voorbesproken).

-          De voorgevel is af te werken conform de restauratieopties geformuleerd door Steenmeyerarchitecten (voorbesproken).

-          Het venster naast de keldertrap is te voorzien conform de de verklarende nota van Steenmeyerarchitecten toegevoegd aan de bijlagen (721_verklarende nota) (voorbesproken).

-          Alle haarden op de eerste verdieping moeten bewaard blijven zoals in de reeds vergunde toestand (haard in ruimte 1.3 (NT badkamer app.4 ), 1.4 (NT slaapkamer met badkamer app. 4)  en 1.10 (keuken- en zithoek app. 3).

-          Ruimte 1.4 maximaal wordt gerestaureerd.

-          De nog aanwezige houtstructuren in de wand tussen ruimte 1.10 en 1.11 (NT scheidingswand tussen keuken en zithoek en bureau app. 3) moeten bewaard blijven.”

 

Gezien de erfgoedwaarde, de beeldbepalende stadslandschappelijke waarde, de besprekingen en adviezen van de erfgoedinstanties, de recent verleende vergunning en de inhoud van het che-rapport, wordt het advies vanuit oogpunt monumentenzorg integraal gevolgd. De voorwaarden uit de recent verleende vergunning OMV_2020041238 blijven van kracht en de bijkomende voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moeten worden opgevolgd.

 

Bodemreliëf

Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiegebied met een oppervlakte boven 300 m² (320 m²) en ingreep in de bodem onder 100 m² (15 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.

 

Het advies van de stedelijke dienst Archeologie luidt als volgt:

“De locatie van het projectgebied in het historische centrum van Antwerpen, nabij de Koraalberg, maakt deze locatie uitermate interessant. De archeologische waarde in de ondergrond zijn van wetenschappelijk belangrijke aard. In de directe omgeving (Hofstraat) zijn er sporen gevonden uit de ijzertijd en graven uit de vroege middeleeuwen. Bij diepere graafwerken voor de aanleg van de septische put bijvoorbeeld kunnen gelijkaardige sporen worden aangesneden, deze dienen onder de vondstmeldingsplicht gemeld te worden (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli, artikel 5.1.4). De stedelijke dienst Archeologie kan de eventuele waarde steeds komen inschatten.

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

-          De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be).

-          De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

-          De bouwheer nodigt de dienst Archeologie uit voor een startvergadering.

-          De bouwheer meldt verplicht toevalsvondsten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologische waarde hebben volgens de vondstmeldingsplicht van het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli, artikel 5.1.4.

 

Vanuit oogpunt archeologie wordt dit advies integraal gevolgd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en moet strikt worden nageleefd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. De voorwaarden opgelegd in de vergunning OMV_2020041238 van 3 juli 2020 blijven van kracht.
  1. De bijkomende voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moeten worden opgevolgd.
  1. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten worden opgevolgd.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 maart 2024

Volledig en ontvankelijk

2 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 juni 2024

Verslag GOA

16 mei 2024

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. De voorwaarden opgelegd in de vergunning OMV_2020041238 van 3 juli 2020 blijven van kracht.
  1. De bijkomende voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg moeten worden opgevolgd.
  1. De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst Archeologie moeten worden opgevolgd.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.