Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023099391 |
Gegevens van de aanvrager: | NV AQUAFIN met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Gegevens van de exploitant: | NV AQUAFIN (0440691388) met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar |
Ligging van het project: | Pieter Van Passenstraat zonder nummer (zn) te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | openbaar domein |
waarvan: |
|
- 20230915-0003 | openbaar domein (RI3W068 bemaling) |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel met bronbemaling |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergunde toestand
- geen laatst vergunde toestand aangeleverd.
Bestaande toestand
- inrichting Pieter Van Passenstraat:
Nieuwe toestand
- inrichting Pieter Van Passenstraat:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van bestaande verharding;
- aanleg van nieuwe verharding.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Voor de aanleg van een riolering in de Pieter Van Passenstraat te Wilrijk is er een bemaling nodig om in den droge te werken.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; | 40 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 37.378 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
RI3W068 bemaling
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: artikel 4.2.3.1 3° Lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Gezien er gevaarlijke stoffen verwacht worden met een concentratie boven het indelingscriterium in het bemalingswater, wordt gevraagd om de voorgestelde lozingsnormen op te nemen als bijzondere voorwaarde in de vergunning.
|
2. |
| Bij te stellen voorwaarde: artikel 4.2.5.1.1. § 1 Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater
Voorgesteld alternatief/aanvulling: De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald door middel van een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1. Bepaling van de kwaliteit van het geloosde grondwater zal kunnen gebeuren via een aftapkraan. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid | 27 februari 2024 | 29 maart 2024 | Ongunstig |
Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid | 29 april 2024 | 16 mei 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 27 februari 2024 | 26 maart 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 26 februari 2024 | 27 februari 2024 | Geen bezwaar |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen | 27 februari 2024 | 3 april 2024 | Geen advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 10 april 2024 | 23 april 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
De Lijn Entiteit Antwerpen | 27 februari 2024 | 9 april 2024 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 27 februari 2024 | 4 maart 2024 |
Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties | 27 februari 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 27 februari 2024 | 1 maart 2024 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 27 februari 2024 | 15 maart 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De Bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor de provincie aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanleg van een gescheiden riolering, de heraanleg en ontharding van de wegenis beogen een betere werking van de reeds aanwezige functies in de omgeving. Deze functies blijven onveranderd en zijn bijgevolg inpasbaar in de ruimtelijke context.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het project voorziet in een volledige heraanleg van de wegenis waarbij de huidige rijweg in kassei wordt heraangelegd in asfalt. De rijweg zal smaller gerealiseerd worden gezien de beoogde aangrenzende parkeerstrook in kassei. De Pieter van Passenstraat zal hierdoor niet langer een tweerichtingsstraat blijven maar een éénrichtingsstraat worden. De rijrichting zal verlopen van de Valaardreef richting de Palmanshoevestraat. Het geheel van werken (met betrekking tot de riolering) bevindt zich voornamelijk ondergronds. Het ruimtelijk functioneren van de verschillende functies blijft met andere woorden gegarandeerd. De werken zijn qua schaal en ruimtegebruik geïntegreerd in de omgeving. Het aspect bouwdichtheid is niet van toepassing voor deze vergunningsaanvraag.
Visueel-vormelijke elementen
De heraanleg van de straat gaat gepaard met het verfraaien en vergroenen van de straat door de aanleg van groenzones en wadi’s. Het project zal dus een positieve impact hebben op de visueel-vormelijke elementen van de straat.
Bodemreliëf
Het project voorziet de aanleg van vier wadi’s om zo het regenwater maximaal te laten infiltreren in de ondergrond en het straatbeeld te vergroenen. De aanleg van deze wadi’s gaat dus gepaard met een reliëfwijziging. Echter gaat het om een beperkte reliëfwijziging aangezien deze wadi’s maximaal dertig centimeter diep zijn. Het project heeft dus een beperkte impact op het bodemreliëf.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In het kader van dit project wordt een gescheiden riolering gerealiseerd waarbij de rijwoningen maximaal gescheiden aangesloten worden Verder wordt er ook ingezet op ontharding door de aanleg van groenzones en enkele wadi’s.
De stedelijke groendienst, de dienst mobiliteit en de dienst Publieke ruimte geven geen nieuw advies aangezien het project en ontwerp voorafgaandelijk reeds werd afgestemd met deze diensten op coördinatieoverleg openbaar domein (COD). Het ontwerp voldoet aan wat er besproken werd.
De Verkeerspolitie heeft geen bezwaar tegen de aangevraagde werken.
De Vlaamse Milieumaatschappij, Advies grondwater Antwerpen geeft een gunstig advies.
De Vlaamse Milieumaatschappij, Advies lucht geeft een gunstig advies. Het aangevraagde heeft geen te verwachten impact of verwaarloosbare impact op de luchtkwaliteit.
De Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn geeft een gunstig advies.
De dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie brengt in eerste instantie een ongunstig advies uit.
Er wordt ingezet op een combinatie van boven- en ondergrondse infiltratie. Om de werking van het systeem te staven zijn peilmetingen nodig, deze werden niet aan het dossier toegevoegd. De hoogst gemeten grondwaterstanden worden wel aangegeven in kader van de bemalingsstudie. Hieruit blijkt dat de infiltratieleiding volledig onder de gemiddelde hoogste grondwaterstand ligt en aanleiding zou geven tot drainage. De aangegeven peilen zijn echter zeer hoog (± maaiveld projectzone), dit wordt best verduidelijkt. De aanvraag is in de huidige vorm niet verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (artikel 1.2.2.). Ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden.
Er werd een nieuwe PIV opgeladen om aan de opmerkingen tegemoet te komen en er werd een nieuw advies gevraagd aan de provincie. Dit nieuwe advies is voorwaardelijk gunstig. De opgelegde voorwaarden zullen overgenomen worden in dit verslag.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de aanleg van een riolering in de Pieter Van Passenstraat te Wilrijk is er een bemaling nodig om in den droge te werken. De bemalingswerken bestaan uit circa 135 m sleufbemaling. Het diepste bemalingspeil is 4,92 m-mv, zijnde 0,8 m onder het vloeipeil van de riolering.
Het op te pompen debiet voor de sleufbemaling varieert tot maximaal 955 m³/dag. De berekende invloedstraal ligt tussen 337 en 343 m. Het totale op te pompen volume bedraagt circa 37.378 m³ voor een bemaling van 30 dagen per streng. De maximale grondwaterverlaging bedraagt 4,92 m onder het maaiveld.
De bemaling heeft geen invloed op een VEN-gebied noch bevindt zich verzilt grondwater in de ruime omgeving van de bemaling. Binnen de invloedstraal liggen enkele zones met biologisch waardevolle elementen. Op de ecotoopkwetsbaarheidskaart voor droogte wordt de biologisch waardevolle zone aangeduid als nauwelijks kwetsbaar. Het betreft een bomenrij en jong loofbos tussen de Letterkundestraat en Palmanshoevestraat.
Uit een screening van het OVAM-geoloket is gebleken dat er 8 OVAM-dossiers bekend zijn binnen de invloedstraal van de bemaling. Aangezien er mogelijks verontreinigingen binnen de invloedzone van de bemaling gekend zijn, kan er dan ook sprake zijn van risico op verspreiding van verontreiniging.
In OVAM-dossier 52765 is er een verontreiniging met VOCl’s vastgesteld in het grondwater. De verontreiniging ligt op 305 meter van de bemaling. Aan de hand van de verspreidingsberekeningen is vastgesteld dat de verontreiniging zich met 0,62 m zal verplaatsen. De verontreiniging zal niet opgepompt of significant verspreid worden als gevolg van de tijdelijke bemaling en is niet te verwachten in het bemalingswater.
Ter hoogte van OVAM-dossiers 97684, 17139, 34446, 94564 zijn er verhoogde concentraties aan de parameters arseen, cadmium, nikkel en elektrische geleidbaarheid in het grondwater vastgesteld. Deze dossiers liggen echter niet in de oppompingszone van de bemaling. Gezien het regionaal verontreinigd karakter van het grondwater worden er veiligheidshalve lozingsnormen aangevraagd. Het opgepompt grondwater (bemalingswater) zal geloosd worden via RWA op het oppervlaktewater de Hollebeek.
Voor de zettingsrisico’s blijkt uit de stabiliteitsnota dat er geen maatregelen getroffen dienen te worden om eventuele zettingen ten gevolge van de bemaling te beperken.
Tenslotte wordt er een bijstelling van de lozingsnorm voor arseen, nikkel en PFAS én een vrijstelling op de meetgoot en bemonsteringsapparatuur gevraagd. Het volume opgepompt grondwater, gemeten conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II, is gelijk aan het volume water dat geloosd zal worden. Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan. In afwijking van artikel 5.2.5.1.1§1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden. Gezien parameters arseen, nikkel en zink regionaal in verhoogde concentraties voorkomen, wordt er geen significante impact verwacht als gevolg van de lozing in de Hollebeek. De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig, mits schriftelijke toestemming van de waterbeheerder. Voor de lozingsparameters adviseert VMM de volgende normen:
Parameters | IC | Gevraagd | Opmerking |
Arseen(µg/liter) | 5 | 10 | 2*IC |
Nikkel(µg/liter) | 30 | 40 | 1,33*IC |
Zink(µg/liter) | 200 | 500 | 2,5*IC |
Ec(µS/cm) | 600 | 900 | 1,5*IC |
Individuele PFAS(µg/liter) | RG | 0.1 |
|
Overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat er geen verdere adviezen dienen gevraagd te worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten de omgevingsvergunning voorwaardelijk te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; | 40 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 37.378 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
Parameter | Lozingsnorm |
Arseen | 10 µg/liter |
Nikkel | 40 µg/liter |
Zink | 500 µg/liter |
PFAS (ind) | 100 ng/liter |
Ec (µS/cm) | 900 |
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 januari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 27 februari 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 27 april 2024 |
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 27 mei 2024 |
Verslag GOA | 7 mei 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens en Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Bijzondere milieuvoorwaarden
Parameter | Lozingsnorm |
Arseen | 10 µg/liter |
Nikkel | 40 µg/liter |
Zink | 500 µg/liter |
PFAS (ind) | 100 ng/liter |
Ec (µS/cm) | 900 |
- bij concentraties hoger dan 80% van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; | 40 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld. | 37.378 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten geldig is voor een periode van 1 jaar vanaf de start van de werken.