Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023139540 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Maarten Bral met als adres Abraham Verhoevenlaan 34 te 2050 Antwerpen |
Ligging van het project: | Abraham Verhoevenlaan 34 te 2050 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 13 sectie N nr. 915R9 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/08/1955: toelating (18#34115) voor het bouwen van een woning;
Vergunde toestand
- functie wonen – eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- functie en gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand;
- bouwvolume:
Nieuwe toestand
- functie wonen – eengezinswoning met complementaire kantoorfunctie;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
- 2 dakvlakvensters aan achterzijde van het zadeldak.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid | 15 maart 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie aangewezen is als adviesinstantie.
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder toekomstig (2050) klimaat (score B).
Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande vergunde eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de bestemming woongebied volgens gewestplan. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft de renovatie en gelijkvloerse uitbreiding van een rijwoning. De uitbouw heeft een diepte van 2,39 m achter het hoofdvolume. De bouwdiepte van de uitbouw is in overeenstemming met het referentiebeeld van de omgeving. Nagenoeg alle woningen in de Abraham Verhoevenlaan, kant even huisnummers, hebben een gelijkvloerse uitbouw van ongeveer 3 meter.
De woning is een bel-etage woning waarbij de leefruimtes zich op de eerste verdieping situeren. Om de leefruimtes rechtstreeks met de tuin te verbinden wordt een trap voorzien vanop de uitbouw naar de tuin. De trap wordt centraal op het perceel gepositioneerd en houdt voldoende afstand van de linker- en rechterperceelsgrens.
De voorgestelde werken zijn niet storend voor de privacy en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen
Op het vervangen van het schrijnwerk na blijft de voorgevel behouden. De poort wordt uitgevoerd als een beglaasde harmonicadeur. De uitbouw wordt opgericht in metselwerk zoals het bestaande hoofdvolume.
De visueel-vormelijke inpassing is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De gelijkvloerse uitbreiding zal dienst doen als kantoor in functie van de beroepsactiviteiten van de aanvrager. De interne hoogte van de uitbreiding bedraagt 2,50 m en is daarmee in strijd met artikel 21 van de bouwcode. De opbouw van de constructie (betonplaat + isolatie + groendak) zoekt een compromis tussen een aanvaardbare interne hoogte en de betreedbaarheid van het dak vanuit de leefruimtes op de 1ste verdieping.
Het aansluitend deel van de kantoorruimte in het hoofdvolume heeft echter een voldoende vrije hoogte van 2,67 m.
Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode wordt een afwijking van artikel 21 toegestaan.
De tuinmuren worden opgehoogd en verlengd ten opzichte van de vergunde situatie. Deze ingreep is louter esthetisch en beperkt de (zon)lichttoetreding op de aanpalende percelen. Dit blijkt ook uit een bezwaarschrift. De verhoging en de verlenging van de tuinmuren moet worden uitgesloten uit de vergunning. Dit wordt in rood indicatief op de snede nieuwe toestand aangeduid (BA_WONING_S_N_01_MTB_ROOD).
Ter hoogte van de uitbreiding beschikt de scheidingsmuur niet overal over een minimale opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Van dit artikel kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden (bouwcode, artikel 34) en wordt bijgevolg in voorwaarden bij de vergunning opgenomen.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De verlenging en verhoging van de tuinmuren worden uitgesloten uit vergunning op beide perceelsgrenzen (links + rechts) zoals indicatief in rood aangeduid op de snede nieuwe toestand (BA_WONING_S_N_01_MTB_ROOD).
2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 februari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 15 maart 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 mei 2024 |
Verslag GOA | 25 april 2024 |
Naam GOA | Axel Devroe |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling: Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond. De diepte van de uitbouw is in overeenstemming met de referentiediepte van de uitbouwen in de omgeving. Daarnaast worden ook de tuinmuren opgehoogd en verlengd ten opzichte van de vergunde situatie. Deze ingreep is louter esthetisch en beperkt de (zon)lichttoetreding op de aanpalende percelen. Dit deel van het bezwaarschrift is gegrond. De verhoging en de verlenging van de tuinmuren moet worden uitgesloten uit de vergunning.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De verlenging en verhoging van de tuinmuren worden uitgesloten uit vergunning op beide perceelsgrenzen (links + rechts) zoals indicatief in rood aangeduid op de snede nieuwe toestand (BA_WONING_S_N_01_MTB_ROOD).
2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
3. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.