Terug
Gepubliceerd op 06/05/2024

2024_CBS_03743 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023153072. Scheldelaan z/n. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 03/05/2024 - 09:00 fysiek
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2024_CBS_03743 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023153072. Scheldelaan z/n. District Antwerpen - Goedkeuring 2024_CBS_03743 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023153072. Scheldelaan z/n. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2023153072

Gegevens van de aanvrager:

NV Jan De Nul met als adres Tragel 60 te 9308 Aalst

Gegevens van de exploitant:

NV Jan De Nul (0406041406) met als adres Tragel 60 te 9308 Aalst

Ligging van het project:

Scheldelaan z/n te 2040 Antwerpen en Ketenislaan z/n te 9130 Beveren

Kadastrale percelen:

sectie A nrs. 234G, 243K, afdeling 18 sectie F nrs. 114T en 163/2P

waarvan:

 

-          20220929-0030

sectie A nrs. 234G, afdeling 18 sectie F nrs. 114T, 163/2P en afdeling  sectie A nrs. 243K (Ecluse II - werfgebonden activiteiten)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Werfgebonden activiteiten (Ecluse)

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

8/11/2023: omgevingsvergunning (OMV_2022130376) voor het aanleggen van een stoomleiding tussen linker- en rechterscheldeoever.

 

Voorgeschiedenis milieu

De Vlaams minister van Omgeving verleende op 8 november 2023  een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een tijdelijke werfgebonden ingedeelde inrichting of activiteit voor het project ‘Ecluse II’. Deze vergunning werd verleend voor een termijn van 4 jaar vanaf de start van de werken.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft hoofdzakelijk een uitbreiding van de opslag van gevaarlijke stoffen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

440 liter

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

1.000 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+2,67 ton

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

2 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

400 liter

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu

4 april 2024

17 april 2024

Voorwaardelijk gunstig


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

De aanvraag is deels gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

De aanvraag ligt in de bestemming Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’. Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van ecologische waarden. Alle handelingen die nodig zijn of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het ecologisch milieu en van landschapswaarden zijn toegelaten. De volgende handelingen zijn eveneens toegelaten:

- het herstellen, (her)aanleggen of verplaatsen van wegen, spoorlijnen, leidingen, aardgasinstallaties, pompgemalen en waterzuiveringsstations;

- het aanbrengen van windturbines en windturbineparken, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie. De mogelijke effecten van de inplanting ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(smogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten dienen in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd;

- het verbouwen, uitbreiden of herbouwen van de bestaande brandweerkazerne voor zover de bestemming van het gebied niet in het gedrang wordt gebracht. De uitbreiding van de kazerne is beperkt tot de percelen in gebruik door de brandweer op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Door deze bestemming loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd in functie van het optimaal ruimtegebruik van de leidingstraat. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.

 

Parallel ten zuiden van deze bestemming, buiten de afbakeningslijn, loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.

 

Buiten de afbakeningslijn van het afgebakende zeehavengebied is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemmingen Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, Bijzondere natuurgebieden (waterzuivering, afvoerleidingen en leidingstraten) en overdruk Bestaande afzonderlijke leidingen.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan en het gewestplan. De aanvrager voegt een gemotiveerde aanvraag tot afwijking toe volgens artikel 4.4.7 §2 van de VCRO, dat afwijkingen van stedenbouwkundig voorschriften toelaat voor handelingen van algemeen belang met een ruimtelijk beperkte impact, voor zowel het gewestelijk RUP Zeehavengebied, art. R15 Zone voor permanente ecologische infrastructuur met medegebruik, als het gewestplan Antwerpen, art. 4.3.2 Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten en art. 11.1 Bestaande waterwegen. Volgens art. 2, 6° van het Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van art. 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de VCRO, vallen leidingen en infrastructuren op het grondgebied van twee of meerdere gemeenten, zoals het geval is in deze aanvraag, onder handelingen van algemeen belang. Volgens artikel 3, §1 4°van ditzelfde besluit vallen de aanhorigheden en kunstwerken bij lijninfrastructuren onder handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben. Ook de voor de aanleg hiervan noodzakelijke werfzones en tijdelijke (grond-)stockages vallen volgens hetzelfde artikel punt 14° en zijn mede te beschouwen als handelingen van algemeen belang. De afwijkingsaanvraag kan dus gunstig geadviseerd worden.

Voor de overige delen is de aanvraag in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en gewestplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van

toepassing. Hier gelden, naast de reeds genoemde bestemmingen, tevens de bestemmingen Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en overdrukken met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en Verbinding voor fietsers (parallel langs de R2).

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoekspoortunnel (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008) van toepassing. Volgens dit plan loopt er een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Hoogspanningslijn Lillo-Zandvliet (Besluit van de Vlaamse regering van 2 oktober 2009) van toepassing met bestemming Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen.

 

Binnen de straal van 500 meter is het gewestplan Antwerpen van toepassing met, naast de reeds genoemde bestemmingen, nog de bestemmingen Bestaande waterwegen, Woongebieden met cultureel, historische en/of esthetische waarde (voor Lillo), Gebieden voor dagrecreatie en Parkgebieden.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Ecluse is een netwerk van stoom- en condensaatleidingen tussen de thermische verwerkingsinstallatie van Indaver en een aantal bedrijven. Het warmtenetwerk transporteert de stoom die wordt opgewekt tijdens de verbranding via een geïsoleerde stoomleiding naar de warmteafnemers. Het transport verloopt zonder noemenswaardig verlies door gebruik te maken van oververhitte stoom op hoge druk (40 bar) en temperatuur (400°C). Voorliggende aanvraag betreft de aanlegfase van Ecluse II, het doortrekken van de stoomleiding van linker- naar rechterscheldeoever. Er worden enkele klasse 3 rubrieken toegevoegd aan de bestaande omgevingsvergunning voor de bouw van Ecluse II.

 

De duurtijd van de werkzaamheden wordt geraamd op 2,5 jaar. Rekening houdend met een bijkomende marge van 1,5 jaar voor  onvoorziene omstandigheden, wordt de vergunning aangevraagd voor een periode van 4 jaar.

 

Deze aanvraag betreft aldus louter de werfactiviteiten gekoppeld aan de aanleg. Er zijn namelijk enkele ingedeelde inrichtingen van toepassing voor de bouw van de schachten, de tunnel en het leidingennetwerk. Het volledige tunnelsysteem zal bestaan uit 3 schachten met een bijhorende tunnel, waarin zowel een stoom- als twee condensaatleidingen worden aangebracht, en diverse technische installaties.

 

De aanvraag betreft de bijkomende opslag van ontkistingsolie voor een totale hoeveelheid van 440 liter. Verder zullen er ook bijkomend gevaarlijke gassen worden opgeslagen met een gezamenlijke inhoud van 1.000 liter (acetyleen, zuurstof en propaan). De aanvrager dient aan de door VLAREM voorziene afstandsregels te voldoen. Ook zal er cement worden opgeslagen in een mobiele silo van 2 ton. De reeds vergunde hoeveelheid van op te slagen gasolie wordt verhoogd van 8,33 ton naar 11 ton. Er worden VLAREM-gekeurde brandstoftanks met dubbele wand gebruikt.

 

Overige werfactiviteiten werden reeds vergund op 8 november 2023 en maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Op 17 april 2024 verleende de Haven van Antwerpen-Brugge een voorwaardelijk gunstig subadvies, met volgende voorwaarden:

- De werken zijn gelegen binnen het netwerk van ecologische infrastructuur (EIN) van het Soortenbeschermingsprogramma (SBP) Antwerpse Haven. De aanvrager neemt er kennis van dat er binnen het EIN ook Hondskruid aanwezig is. Deze soort moet beschermd worden tegen beschadiging en vernieling.

- Voor de tijdelijke inname in het ecologische infrastructuurnetwerk (EIN) zorgt de aanvrager ervoor dat de delen van het EIN die binnen de werfzone vallen toegankelijk blijven voor het reguliere maaibeheer (tweemaal per jaar met afvoer van maaisel).

- In het ecologische infrastructuurnetwerk (EIN) moeten rijplaten worden gebruikt om spoorvorming te voorkomen. Na de werken moet het terrein terug hersteld worden naar zijn oorspronkelijke staat en reliëf.

De stad sluit zich hierbij aan en adviseert dat het gebruik van rijplaten en het terreinherstel opgelegd wordt als bijzondere milieuvoorwaarde.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. In het ecologische infrastructuurnetwerk (EIN) moeten rijplaten worden gebruikt om spoorvorming te voorkomen.

2. Na de werken moet het terrein terug hersteld worden naar zijn oorspronkelijke staat en reliëf.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

440 liter

17.1.2.1.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter;

1.000 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+2,67 ton

17.3.4.1°b)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan in­dustrie­gebied;

2 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

400 liter


Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

3 april 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

3 mei 2024

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. In het ecologische infrastructuurnetwerk (EIN) moeten rijplaten worden gebruikt om spoorvorming te voorkomen.

2. Na de werken moet het terrein terug hersteld worden naar zijn oorspronkelijke staat en reliëf.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.