Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024028848 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Sabine Nauwelaerts met als adres Saffierstraat 110 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Saffierstraat 110 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 22 sectie A nr. 80W6 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed (Tuinwijken Groenenhoek):
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/102552;
- 25/08/1931: toelating (1275#1150) voor een achterkeuken en bergplaatsje bijbouwen;
- 03/06/1930: toelating (1275#345) voor het bouwen van een koepel en bergplaats.
Vergunde toestand
- functie – wonen: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- functie overeenkomstig vergunde toestand;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie – wonen: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de scheimuren;
- isoleren en wijzigen van de voor- en achtergevel;
- plaatsen van een dakkapel.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Er werden geen externe adviezen gevraagd.
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 12 maart 2024 | 28 maart 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag omvat een uitbreiding van het volume op het gelijkvloers. In de vergunde toestand beschikt de woning reeds over een uitbouw aan de linkerzijde tot een bouwdiepte van 14,42 m. Deze uitbouw wordt uitgebreid tot een bouwdiepte van 15,73 m, gelijk met de linkerbuur. Aan de rechterzijde wordt een uitbouw geplaatst tot een bouwdiepte van 12,04 m. Het dak van de uitbouw wordt voorzien als groendak en krijgt grote dakvensters die de centrale leefruimte van daglicht voorzien. De gelijkvloerse uitbouw is stedenbouwkundig aanvaardbaar en de schaal is in overeenstemming met het referentiebeeld.
Op de 2e verdieping wordt de zolder omgevormd tot slaapkamer. Om deze ruimte van voldoende vrije hoogte te voorzien, wordt aan de achterzijde een dakkapel geplaatst. Deze dakkapel houdt voldoende afstand ten opzichte van de perceelsgrenzen en springt naar achter ten opzichte van de kroonlijst, waardoor het hellend dak leesbaar blijft.
De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Gezien de woning gelegen is in de tuinwijk Groenenhoek, die opgenomen is in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, werd in het kader van de aanvraag advies opgevraagd bij de stedelijke dienst Monumentenzorg. Hun advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt:
“Het betreft een pand waarvan de gevel in het verleden werd bekleed met rode steenstrips. Het is niet duidelijk of hiervoor een stedenbouwkundige vergunning werd verleend, in het Felixarchief werd geen vergunning teruggevonden. De gevelopeningen bleven behouden, net als de dakvorm. Het pand is door de gewijzigde gevelafwerking eerder neutraal in zijn context, het is het enige pand waarvan de voorgevel gewijzigd werd in deze rij.
Men wenst de voorgevel te isoleren en te voorzien van steenstrips naar model van de oorspronkelijke gevelsteen. De achtergevel wordt eveneens geïsoleerd.
Het schrijnwerk wordt voorzien in grijs pvc.
Het dak wordt geïsoleerd en er worden opnieuw rode pannen voorzien en een dakkapel aan de achterzijde.
In deze tuinwijk wordt ingezet op het kenmerkende materiaalgebruik van de gevels, namelijk rode baksteen met specifieke metselwerkverbanden in combinatie met een plint in blauwe hardsteen en beschilderde omlijstingen, lateien en horizontale banden, met behoud van de gevelopeningen. Bedaking in rode pannen.
De huidige afwerking met steenstrips is niet vergund. Onder deze steenstrips is de oorspronkelijke gevel vermoedelijk niet meer aanwezig of zal deze sterk beschadigd zijn na het verwijderen van de steenstrips. In die optiek is het vanuit erfgoedoogpunt aanvaardbaar op voorwaarde dat ook het oorspronkelijke metselwerkverband wordt hernomen in combinatie met een plint in blauwe hardsteen, en ook de elementen in cementering (deuromlijsting, strook onder kroonlijst en vakwerk tussen raamopening gelijkvloers en eerste verdieping).
Deze mogelijkheid stellen we hier enkel voor omdat het verwijderen van de steenstrips de onderliggende gevel te sterk zal beschadigd hebben waardoor herstel niet mogelijk is. Voor panden waar er geen wijzigingen aan de gevel zijn, is dit niet aanvaardbaar gelet op de intrinsieke erfgoedwaarde van de gevels in deze context.”
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden en de geformuleerde voorwaarden worden opgelegd als voorwaarden voor vergunning.
Verder wordt de achtergevel ook geïsoleerd en afgewerkt met een lichtgrijze crepi. Deze afwerking is aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Ter hoogte van de gelijkvloerse uitbouw wordt de scheimuur met de rechterbuur niet uitgevoerd met een opstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook van minstens 30 cm breed wordt voorzien. Dit wordt opgelegd als voorwaarde.
Verder voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Aan de voorgevel dient in de steenstrips het oorspronkelijke vergunde metselwerkverband hernomen te worden.
2. Aan de voorgevel dient de oorspronkelijke vergunde cementering (deuromlijsting, strook onder kroonlijst en vakwerk tussen raamopening gelijkvloers en eerste verdieping) hernomen te worden. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, dienen onzichtbaar uitgevoerd te worden.
3. Aan de voorgevel dient onderaan een plint in blauwe hardsteen van 22 cm hoog geplaatst te worden.
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27 februari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 12 maart 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 11 mei 2024 |
Verslag GOA | 25 april 2024 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Aan de voorgevel dient in de steenstrips het oorspronkelijke vergunde metselwerkverband hernomen te worden.
2. Aan de voorgevel dient de oorspronkelijke vergunde cementering (deuromlijsting, strook onder kroonlijst en vakwerk tussen raamopening gelijkvloers en eerste verdieping) hernomen te worden. De hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, dienen onzichtbaar uitgevoerd te worden.
3. Aan de voorgevel dient onderaan een plint in blauwe hardsteen van 22 cm hoog geplaatst te worden.
4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.