Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024012872 |
Gegevens van de aanvrager: | Robin Gins namens mevrouw Inne Caes met als adres Bosstraat 46 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Bosstraat 46 te 2040 Berendrecht (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie C nr. 117L3 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van de achterbouw en isoleren van de gevels van het hoofdgebouw en afwerken met steenstrips |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.
Vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
conform de vergund geachte toestand, met uitzondering van:
- bouwvolume: kleine uitbouw op de 1ste verdieping achter het hoofdgebouw;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume: kleine uitbouw op de 1ste verdieping achter het hoofdgebouw;
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de gevels;
- aanleggen van verhardingen;
- voorzien van autostalplaatsen;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op het volgend punten:
De minimale hoogte van de ruimtes moet minimaal 2,60 m bedragen. In de achterbouw bedraagt de vrije hoogte van de ruimten slechts 2,56 m.
De tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden. De zijtuinstroken zijn verhard en doen dienst als autostalplaatsen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd.
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd.
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het verbouwen en beperkt uitbreiden van een eengezinswoning.
De bestaande woonfunctie wordt door deze werken niet aangetast. De functionele inpasbaarheid blijft dan ook gegarandeerd.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag houdt de regularisatie van een deel van de achterbouw in alsook een beperkte uitbouw op de eerste verdieping.
De achterbouw op het gelijkvloers werd ten opzichte van de vergund geachte toestand 3,07 meter dieper gebouwd. Ook de breedte werd aangepast naar 5,49 m aansluitend bij het hoofdgebouw. Aan de tuinzijde bedraagt de breedte van de achterbouw nog 3,92 m. De vrije hoogte van de ruimtes in deze achterbouw bedraagt 2,56 m, wat afwijkt van de in artikel 21 van de bouwcode vereiste minimale hoogte van 2,60 m.
Aangezien de in de achterbouw aanwezige eetplaats/keuken een open ruimte betreft, één geheel vormend met de leefruimte in het hoofdgebouw, waar de vrije hoogte 2,69 m bedraagt, zal de beperkte afwijking hier geen negatieve invloed hebben op de verblijfskwaliteit ervan. Deze afwijking op de bouwcode kan toegestaan worden.
De slaapkamer aan de tuinzijde in de achterbouw beschikt over een ruim schrijnwerkgeheel, wat ook een positieve invloed heeft op de verblijfskwaliteit ervan. Ook hier kan deze afwijking op de bouwcode toegestaan worden.
Op de verdieping wordt aan de rechterzijde achter het hoofdgebouw een bijkomende uitbreiding gedaan met een plat dak met kroonlijsthoogte van 5,71 meter, een breedte van 3,22 m en reikend tot een totale bouwdiepte van 10,03 m. Ten opzichte van de links aanpalende bedraagt de afstand van deze uitbouw tot de linker perceelsgrens +/- 2,64 m, waardoor er zich geen hinder van dit volume naar de links aanpalende voordoet.
Op de plannen van de bestaande en nieuwe toestand is af te lezen dat bijna de ganse zijtuinstroken zijn verhard met klinkers, in totaal met een oppervlakte van 88,7 m².
Artikel 27 van de bouwcode bepaalt dat de tuin zoveel mogelijk als groene ruimte ingericht moet worden. Verhardingen zoals een terras, een autostalplaats of een tuinhuis zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan.
Gelet op de aanwezigheid van twee garages op het rechts aanpalende perceel, kan de aanwezigheid van een oprit aan de rechterzijde van deze woning toegestaan worden. Dee totale oppervlakte van de verharding in de rechter zijtuinstrook (oprit + terras) bedraagt ook minder dan 1/3de van de tuinoppervlakte, conform de bouwcode.
Om in toepassing van artikel 27 van de bouwcode, de tuinzone maximaal te vergroenen en de verhardingen te beperken, kan ook nog een verharding links van de woning niet toegelaten worden. Het ontharden van de linker zijtuinstrook zal als voorwaarde bij de vergunning worden opgelegd.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande achterbouw werd in zijn geheel, inclusief de uitbouw op de eerste verdieping, afgewerkt met een witte crepi. Deze gevelafwerking komt in de omgeving vaker voor bij aanbouwen en bijgebouwen en kan aanvaard worden.
De aanvraag voorziet eveneens in het na-isoleren van het hoofdgebouw aan de straatzijde en het afwerken ervan met rood genuanceerde steenstrips. In de nieuwe afwerking worden de details zoals aanwezig in de bestaande gevelafwerking behouden (rollagen boven de gevelopeningen, plint in blauwe hardsteen). Ook het schrijnwerk in wit PVC blijft behouden. Deze voorgestelde afwerking houdt rekening met de verschijningsvorm van de in de omgeving vaak voorkomende bebouwing opgetrokken in rode baksteen.
Na vergelijking van de plannen en de gevels in bestaande en nieuwe toestand blijken deze identiek te zijn en is de opdikking van de gevels met isolatie en een nieuwe afwerking niet afleesbaar. Dit betekent dat er bij de uitvoering van de gevraagde werken rekening gehouden moet worden met een aantal randvoorwaarden en detailleringen.
Zo moeten dorpels steeds een uitsprong maken van 5 cm uit het vernieuwde gevelvlak. Teneinde koudebruggen te vermijden, wegens hun negatieve impact op de efficiëntie van het na-isoleren van een gevel, zal de isolatie tot tegen het schrijnwerk, dus ook in de dagkanten doorgetrokken moeten worden. Dit dient te gebeuren zonder het verkleinen van de gevelopeningen. Dit wordt als voorwaarde bij een vergunning worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden, ontstaat er een woning die aan de huidige woon- en leefkwaliteiten kan voldoen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 januari 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 12 februari 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 12 april 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 12 mei 2024 |
Verslag GOA | 26 april 2024 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.