Terug
Gepubliceerd op 21/05/2024

2024_CBS_04162 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023158768. Lode Vissenaekenstraat en Oogststraat zonder nummer (zn). District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/05/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester; Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_04162 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023158768. Lode Vissenaekenstraat en Oogststraat zonder nummer (zn). District Berchem - Goedkeuring 2024_CBS_04162 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2023158768. Lode Vissenaekenstraat en Oogststraat zonder nummer (zn). District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een verzoek tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2023158768

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Agfa-Gevaert (0404021727) met als adres Septestraat 27 te 2640 Mortsel en de heer Bob Wullaert met als adres Septestraat 27 te 2640 Mortsel

Ligging van het project:

Lode Vissenaekenstraat en Oogststraat zonder nummer (zn) te 2600 Berchem (Antwerpen), Septestraat 27 te 2640 Mortsel

Kadastrale percelen:

Antwerpen afdeling 21 sectie A nrs. 347V3, 361A7, 361N6 en 361Z6, Mortsel afdeling 1 sectie A nrs. 34T, 34B2, 34N

waarvan:

 

-     20181004-0097

Antwerpen afdeling 21 sectie A nrs. 347V3, 361A7, 361N6 en 361Z6, Mortsel afdeling 1 sectie A nrs. 34T, 34B2, 34N (Agfa Gevaert NV-Gev5)

Vergunningsplichten:

exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van het verzoek:

een bijstelling van de milieuvoorwaarden met betrekking tot lozingsnormen bedrijfsafvalwater

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Zie collegepunt 2024_CBS_01339 van 23 februari 2024 als bijlage.

 

Inhoud van de aanvraag

Zie collegepunt 2024_CBS_01339 van 23 februari 2024 als bijlage.


Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Argumentatie

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

Het verzoek ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De exploitant vraagt een bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarde met betrekking tot de lozing van bedrijfsafvalwater via het lozingspunt op de site Gev5 te Mortsel. In het besluit van 6 april 2023 werden volgende lozingsvoorwaarden toegekend tot en met 30 juni 2024:

 

parameter

lozingsvoorwaarde

PFOA

0,1 µg/liter

PFBA

4 µg/liter

PFPeA

0,1 µg/liter

PFHxA

0,1 µg/liter

6:2 FTS

0,2 µg/liter

 

In het initiële aanvraagdossier werden door de exploitant volgende lozingsnormen voorgesteld:

 

parameter

gevraagd

PFOA

0,05 µg/liter

PFBA

1 µg/liter*

PFPeA

0,05 µg/liter

PFHxA

0,05 µg/liter

6:2 FTS

schrapping

* op basis van een voortschrijdend jaargemiddelde

 

De VMM en AGOP adviseerden ongunstig voor de gevraagde norm voor PFBA en stelden een norm voor van 1 µg/liter.

 

Naar aanleiding van de ongunstige adviezen van de adviesinstanties werd een bijkomende motivatienota overgemaakt door de exploitant.

 

Uit de resultaten die zijn verkregen bij Agfa blijkt dat de adsorptie van PFBA op actieve kool binnen de afvalwatermatrix van Agfa zeer beperkt efficiënt is. Het versneld schakelen van de actiefkool units draagt niet consistent bij aan een verbetering van de verwijderingsefficiëntie voor PFBA. Ondanks preventief schakelen op basis van PFBA-waarneming vanaf 4 µg/liter na Unit 2 (± 3 wekelijks) is de captatie van de PFAS keten PFBA op Unit 3 ontoereikend om te voldoen aan de nieuw voorgestelde norm van 1 µg/liter. De huidige PFAS-verwijderingstechnologie bevestigt de in de "BBT voor de zuivering van met PFAS belast afvalwater" beschreven kennishiaten en effectiviteit met betrekking tot de verwijdering van laagmoleculaire PFBA uit industrieel afvalwater (BBT PFAS Water - eindrapport december ’23).

 

De exploitant geeft aan dat de gevraagde lozingsnorm voor PFBA (1 µg/liter) met de huidig toegepaste verwijderingstechniek (actief kool als tertiaire zuiveringsstap) niet haalbaar is.

 

Om te voldoen aan de voorgestelde norm van 1 µg/liter PFBA, zijn aanvullende verkennende laboratorium- en pilottesten met alternatieve of aanvullende technologieën noodzakelijk. Deze tests moeten rekening houden met het type PFAS, de influentconcentraties, de sterk wisselende afvalwatermatrix en de gewenste eindconcentraties. Het bedrijf stelt voor zelf verder onderzoek te verrichtingen naar alternatieve technologieën voor de verwijdering van PFBA:

a. evaluatie efficiëntie verwijderingsrendement van alternatieve technieken op labo- en technicumschaal - timing december 2024;

b. opbouw, in bedrijfname en evaluatie van een pilotinstallatie op semi industriële schaal - timing december 2025;

c. industriële installatie op reële schaalgrootte operationeel - timing december 2026.

 

Tot dan vraagt de exploitant volgende lozingsnormen voor PFAS tot 31 december 2026 in combinatie met een halfjaarlijkse rapportering aan de VMM en AGOP:

 

parameter

gevraagd

PFOA

0,05 µg/liter

PFBA

4 µg/liter

PFPeA

0,05 µg/liter

PFHxA

0,05 µg/liter

6:2 FTS

0,05 µg/liter

 

Met betrekking tot de norm voor 6:2 FTS wordt voorgesteld de norm weg te laten eerder dan de rapportagegrens op te nemen. Voor PFBA lijkt een norm van 4 µg/liter hoog te zijn in vergelijking met de rapportagegrenzen en het tijdelijk handelingskader. Het betreft een bestendiging van de huidige norm en zelfs geen verstrenging. Mogelijk kan gewerkt worden met een combinatie van maximale concentraties en een voortschrijdend jaargemiddelde. De beoordeling hiervan wordt overgelaten aan VMM en AGOP als meer gespecialiseerde instanties.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Op basis van de beschikbare gegevens, de vooruitgestelde saneringsmaatregelen, het geplande onderzoek en het tijdelijk karakter van de gevraagde versoepelingen, wordt gunstig advies gegeven onder voorbehoud van een gunstig advies van de VMM en AGOP.

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

18 april 2024

Start 1e openbaar onderzoek

15 januari 2024

Einde 1e openbaar onderzoek

13 februari 2024

Beslissing toepassing administratieve lus

18 april 2024

Start laatste openbaar onderzoek

28 april 2024

Einde laatste openbaar onderzoek

27 mei 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste adviesdatum

18 mei 2024

 

Administratieve lus

Op het verzoek werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

Het dossier werd gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke aanvraag door toevoeging van bijlage ‘Toelichtingsnota bijstellingsverzoek PFAS lozingsnormen’.

 

Onderzoek

Het verzoek werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

15 januari 2024

13 februari 2024

1

0

0

2

28 april 2024

27 mei 2024 (*)





(*) Bij opmaak van dit verslag was het openbaar onderzoek nog niet afgelopen. Het behandelen van de bezwaarschriften wordt overgelaten aan de vergunningverlenende overheid. 

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een voorwaardelijk gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.