Terug
Gepubliceerd op 21/05/2024

2024_CBS_04209 - Omgevingsvergunning - OMV_2024015417. Waterbaan 151. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/05/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester; Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_04209 - Omgevingsvergunning - OMV_2024015417. Waterbaan 151. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_04209 - Omgevingsvergunning - OMV_2024015417. Waterbaan 151. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024015417

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Liesbeth Berghs met als adres Schansbroekstraat 10 te 3600 Genk en VME Vereniging van Mede-eigenaars van het complex te Antwerpen-Deurne, Waterbaan 151 met als adres Waterbaan 151 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Waterbaan 151 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 32 sectie B nr. 472S17

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van de huidige toestand

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          25/06/1990: vergunning (629#5803) voor het bouwen van een appartementsgebouw.

 

Vergunde toestand

-          functie: meergezinswoning met 4 woongelegenheden: 

  • gelijkvloerse verdieping: 1 tweeslaapkamerappartement;
  • eerste en tweede verdieping: 1 drieslaapkamerappartement per verdieping;
  • derde en vierde verdieping: 1 duplex vierslaapkamerappartement;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met een teruggetrokken daklaag;
  • totale bouwdiepte van 17 m op de gelijkvloerse, eerste, tweede en derde verdieping;
  • totale bouwhoogte van 11 m met een teruggetrokken daklaag tot 13,90 m;
  • terrassen tegen de voor- en achtergevel op de eerste, tweede en derde verdieping;
  • dakterrassen aan de voor- en achtergevel op de vierde verdieping;

-          gevelafwerking:

  • rood bruin metselwerk op een plint in blauwe hardsteen;
  • bruin gemoffeld aluminium schrijnwerk;
  • terrassen in beton met balustrades in bruin getinte doorzichtige kunststofplaten.

 

Bestaande en nieuwe toestand

-          functie: meergezinswoning met 5 woongelegenheden: 

  • gelijkvloerse, eerste, tweede en derde verdieping: 1 drieslaapkamerappartement per verdieping;
  • vierde verdieping: 1 tweeslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 51 m2;

-          bouwvolume:

  • indeling en bouwvolume van het appartementsgebouw gespiegeld uitgevoerd ten opzicht van de vergunde toestand;
  • terrassen tegen de voorgevel op de eerste, tweede en derde verdieping anders dan vergund uitgevoerd (niet deels inpandig);
  • dakterrassen aan de voor- en achterzijde op de vierde verdieping over de volledige oppervlakte van de daken uitgevoerd;

-          gevelafwerking:

  • rood bruin metselwerk op een plint in blauwe hardsteen;
  • bruin gemoffeld aluminium schrijnwerk;
  • terrassen in beton en balustrades in bruin getinte doorzichtige kunststofplaten;
  • balustrade voor dakterras in bruin gefumeerd glas.

 

Inhoud van de aanvraag

-          opdelen van het duplexappartement op de derde en vierde verdieping in 2 aparte woongelegenheden;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 4 naar 5;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de (dak)terrassen;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          wijzigen van de scheidingsmuur op de linker perceelsgrens.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

29 maart 2024

5 april 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

29 maart 2024

2 april 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 maart 2024

15 april 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op de volgende punten:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:

Door de vermeerdering van het aantal woongelegenheden van 4 naar 5 wordt de draagkracht van de site overschreden;

  • artikel 26 Afvalverzameling:
    Meergezinswoningen vanaf 4 woongelegenheden dienen een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling van minstens 4 m2 groot te hebben die voorzien wordt van verluchting. In het gebouw is geen gemeenschappelijke afvalberging voorzien.
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    Voor de bijkomende woongelegenheid moet er een fietsenstalling voorzien worden voor 3 fietsen. Er is geen fietsenstalling voorzien in het gebouw.
  • artikel 30 Autostalpaatsen en autoparkeerplaatsen:

Voor de bijkomende woongelegenheid wordt geen autostalplaats voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat.

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat.

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande en vergunde functie van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid in de omgeving gegarandeerd blijft.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het bestaande bouwvolume werd ten opzichte van de laatst vergunde toestand volledig gespiegeld uitgevoerd, zowel qua bouwvolume als qua indeling. Deze wijzigingen wenst men via voorliggende aanvraag te regulariseren. De gespiegelde uitvoering heeft geen negatief effect op de bezonning of privacy van de naastgelegen percelen. 

 

De vergunde meergezinswoning telt vier woongelegenheden. Op de derde en vierde verdieping is er in de laatst vergunde toestand een ruim duplex appartement met vier slaapkamers, maar dit appartement werd opgesplitst in twee kleinere woongelegenheden van respectievelijk 80 en 50 m².

Om het wonen in de stad voldoende aantrekkelijk te maken voor grotere gezinnen is het noodzakelijk om in te zetten op voldoende ruime woongelegenheden. Het vergunde vierslaapkamerappartement van 130 m² was voldoende ruim om een groot gezin te huisvesten. Door de opdeling van dit appartement is dit niet meer mogelijk, aangezien het grootste appartement in het gebouw nu 80 m² is.

Daarnaast moet de leef- en woonkwaliteit van een woning bewaakt worden. Daartoe moet het aantal slaapkamers in verhouding staan met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval voor de nieuwe woongelegenheid op de vierde verdieping. Door het voorzien van twee slaapkamers op een oppervlakte van 50 m² boeten de leefruimte en keuken in aan kwaliteit, waardoor deze woongelegenheid onvoldoende wooncomfort biedt.

Bij het opdelen van een woning dient iedere woongelegenheid over een logische planschikking te beschikken. Bergingen, gangen, technische ruimten en afvalverzameling worden daarbij functioneel georganiseerd. In deze aanvraag wordt ondanks de verplichting in de bouwcode geen gemeenschappelijke bergruimte voorzien. Er is evenmin een ruimte voor de vereiste fietsenstalling opgetekend.

Door het vermeerderen van het aantal wooneenheden van vier naar vijf zonder voldoende wooncomfort te creëren en zonder een antwoord te bieden op de toenemende parkeerdruk neemt de densiteit op het perceel op onaanvaardbare wijze toe en daalt tegelijkertijd het woongenot. Verder verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden, wat in strijd is met artikel 6 van de bouwcode. De opdeling van het duplex-appartement wordt daarom uitgesloten uit de vergunning.

 

De dakterrassen aan de voor- en achterzijde op de vierde verdieping werden uitgebreid ten opzichte van de laatste vergunde toestand en werden ingericht tot tegen de perceelsgrenzen. Op de linker perceelsgrens werd daartoe de scheidingsmuur uitgebreid ten opzichte van de laatst vergunde toestand. Gezien geen van beide scheidingsmuren een hoogte heeft van minstens 1,90 meter ten opzichte van de terrasvloer kunnen er storende zichten worden gecreëerd op de aanpalende eigendommen. Om die reden moeten de dakterrassen een afstand bewaren van minstens 1,90 m tot de perceelsgrenzen zoals in de laatste vergunde toestand ook het geval was. Deze afstand wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning. De werken en wijzigingen aan de scheidingsmuur op de linker perceelsgrens ten opzichte van de laatst vergunde toestand, worden uitgesloten uit de vergunning. 

 

Visueel-vormelijke elementen

Naast het bouwvolume en de indeling werden ook de gevels gespiegeld uitgevoerd ten opzichte van de laatst vergunde toestand. Verder hebben deze geen impact op het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In voorliggende aanvraag wordt geen gemeenschappelijke afvalberging voorzien, waardoor de aanvraag strijdig is met artikel 26 van de bouwcode dat oplegt om bij meergezinswoningen vanaf vier woongelegenheden een afgescheiden ruimte voor afvalverzameling in te richten van minstens 4 m2 groot en voorzien van voldoende verluchting.

 

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en dient strikt te worden nageleefd.

 

Mobiliteitsimpact

Toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. Het duplexappartement op de 3de en 4de verdieping werd uitgevoerd als 2 aparte wooneenheden. Er komt 1 woongelegenheid bij ten opzichte van de vergunde toestand. Bij projecten tot 5 woongelegenheden is de parkeernorm 1.

Voor de bijkomende wooneenheid is de werkelijke parkeerbehoefte 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er zijn geen nuttige autostalplaatsen aanwezig.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12 §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Gezien het opdelen van het duplexappartement in twee aparte woongelegenheden niet in aanmerking komt voor vergunning, en er dus geen bijkomende woongelegenheid wordt gecreëerd, is de werkelijke parkeerbehoefte = 0, waardoor er geen parkeerplaatsen meer ontbreken.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de bijkomende woongelegenheid moeten er conform artikel 29 van de bouwcode drie inpandige fietsstalplaatsen voorzien worden. Op de plannen werd geen ruimte opgetekend voor het stallen van drie fietsen, waardoor de aanvraag strijdig is met dit voorschrift.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De dakterrassen aan de voor- en achterzijde op de vierde verdieping moeten een afstand bewaren van minstens 1,90 m tot beide perceelsgrenzen.
  1. De opdeling van het duplex-appartement op de derde en vierde verdieping in twee aparte woongelegenheden (waardoor het aantal woongelegenheden vermeerdert van vier naar vijf) wordt uitgesloten uit de vergunning.
  1. De werken en wijzigingen aan de scheidingsmuur op de linker perceelsgrens ten opzichte van de laatst vergunde toestand worden uitgesloten uit de vergunning.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8 maart 2024

Volledig en ontvankelijk

29 maart 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 mei 2024

Verslag GOA

8 mei 2024

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
  1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De dakterrassen aan de voor- en achterzijde op de vierde verdieping moeten een afstand bewaren van minstens 1,90 m tot beide perceelsgrenzen.
  1. De opdeling van het duplex-appartement op de derde en vierde verdieping in twee aparte woongelegenheden (waardoor het aantal woongelegenheden vermeerdert van vier naar vijf) wordt uitgesloten uit de vergunning.
  1. De werken en wijzigingen aan de scheidingsmuur op de linker perceelsgrens ten opzichte van de laatst vergunde toestand worden uitgesloten uit de vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.