Terug
Gepubliceerd op 21/05/2024

2024_CBS_04208 - Omgevingsvergunning - OMV_2023161783. Tirinusstraat 20. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/05/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester; Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_04208 - Omgevingsvergunning - OMV_2023161783. Tirinusstraat 20. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_04208 - Omgevingsvergunning - OMV_2023161783. Tirinusstraat 20. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023161783

Gegevens van de aanvrager:

Mattias Deparcq - Eline Jansens met als adres Tirinusstraat 20 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Tirinusstraat 20 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nr. 527C40

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/01/1950: toelating (626#12774) voor het oprichten woning.

 

Vergunde toestand

-          functie: wonen (eengezinswoning);

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwhoogte van 7,3 m;
  • bouwdiepte hoofdgebouw 9,35 m;
  • aanbouw rechterzijde van 2 bouwlagen van 2,5 m diep;
  • kelder ruimtes aan de voorgevel.

-          gevelafwerking:

  • grijze gevelsteen met houten buitenschrijnwerk;
  • raam en deuromlijsting in witte steen;
  • deur naar kelderverdieping;

-          inrichting:

  • voortuin met helling naar kelderverdieping; 
  • septische put ter hoogte van achtergevel;
  • verhoogd terras tegen de scheidingsmuur met linkerbuur.

 

Bestaande toestand

-          afwijkend van de vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-          functie:  wonen (eengezinswoning);

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met gecombineerd hellend en plat dak; 
  • bouwhoogte van 11,25 m;
  • bouwdiepte perceelsbreed 11,97 m gelijkvloerse verdieping;
  • bouwdiepte verdieping 2 9.46 m;
  • geïsoleerde achtergevel (12cm);
  • kelderruimtes tot aan de achtergevel;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen;
  • aluminium buitenschrijnwerk in donkerblauwe kleur;
  • blauw geschilderde raam en deurlijsten;
  • bovenste daklaag in lichtgrijze leien
  • bovenste daklaag voorzien van aluminium buitenschrijnwerk in gele kleur;
  • poort naar kelderverdieping;

-          inrichting:

  • buitentrap naar de kelderverdieping in de tuin;
  • terras (19 m²) in de tuinzone.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          regulariseren van wijzigingen ten opzichte van de bouwtoelating.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):

  • artikel 8 Infiltratievoorziening:

er wordt geen infiltratievoorziening geplaatst. 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be).
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

panden met drie bouwlagen zijn niet kenmerkend voor de omgeving;

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

elementen en decoraties die niet bedoeld waren om beschilderd, bepleisterd of gekaleid te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten en dorpels, dienen onbepleisterd, onbeschilderd en ongekaleid te blijven;

de nieuwe delen van de kelder hebben geen plafondhoogte van 2,20 m. Daarnaast wijkt de plafondhoogte ter hoogte van de mezzanine in de polyvalente ruimte af van de voorschriften uit dit artikel; 

de scheidingsmuren met de linker en rechterbuur ter hoogte van de tweede verdieping hebben geen opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;

er wordt een zone voorzien voor fotovoltaïsche cellen. Het is onduidelijk of de installatie zal voldoen aan de voorschriften uit dit artikel;

het is onduidelijk of het niet-overdekte terras grenzend aan de tuin aangelegd wordt in een helling van 1 à 2 %, om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren;

het is onduidelijk of de aanvrager de aanwezige put wenst te supprimeren. De inhoud van de septische put staat niet vermeld op het plan. Het is niet duidelijk of het volume van de septische voldoende groot is.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Enerzijds wijkt de aanvraag af van de bouwcode. Deze afwijkingen worden in onderstaande paragrafen besproken. Anderzijds is de aanvraag niet in overeenstemming met de hemelwaterverordening. De aanvrager wenst een afwijking te bekomen van artikel 8 uit de hemelwaterverordening. Dit voornamelijk omdat de aanwezige buitenverharding de plaatsing van een infiltratievoorziening bemoeilijkt. Er kan voor voorliggend dossier echter geen afwijking voorzien worden gezien de hinderende constructies (Trap naar ondergrondse bouwlaag en terras op een afstand kleiner dan 1 m ter opzichte van een perceelsgrens waar geen scheidingsmuur aanwezig is) geplaatst zijn zonder dat hiervoor een vergunning werd bekomen. Dergelijke constructies kunnen geen excuus vormen om aan de vigerende regelgeving te voldoen, ook al betreft het een erg beperkte infiltratievoorziening.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Tirinusstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De directe omgeving van het pand in de Tirinusstraat 20 wordt gekenmerkt door eengezinswoningen met twee bouwlagen met een plat dak. Vaak zijn er ondergrondse bouwlagen aanwezig die toegankelijk zijn vanuit de voortuin. De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde vaak verder uitgebreid. Het betreft een pand met twee bouwlagen onder een plat dak. De aanvrager wenst in een extra bouwlaag te voorzien in functie van gebruiksgenot. Ondanks dat de aanvraag strijdig is met artikel 6 van de bouwcode kan er kan een gunstig advies gegeven worden voor het optoppen van de woning gezien de straat enerzijds breed genoeg is en het ruimtelijk rendement anderzijds op een kwalitatieve manier wordt verbeterd.

 

Verder wenst de aanvrager een gelijkvloerse uitbreiding te voorzien ter hoogte van de scheidingsmuur met de linkerbuur. Deze beperkte uitbreiding is aanvaardbaar gezien er nog voldoende ruimte overblijft om op het gelijkvloers een kwalitatieve tuinzone te behouden. Ook het voorzien van gevelisolatie tegen de achtergevel kan vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig geadviseerd worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt opgemerkt dat in het verleden reeds wijzigingen werden doorgevoerd aan de voorgevel zonder dat hier een vergunning voor werd bekomen. Zo werden de gevelopeningen ingevuld met nieuw donkerblauw buitenschrijnwerk uit PVC. Dit met een indeling die niet overeenstemt met deze van de teruggevonden bouwtoelating. Ook de toegangsdeur tot de ondergrondse provisieruimte werd vervangen door een bredere, blauwkleurige poort uit PVC. Deze wijzigingen kunnen aanvaard worden.

 

Verder blijkt de aanvraag strijdig te zijn met artikel 11 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat elementen die niet bedoeld zijn om beschilderd te worden (zoals natuursteen of arduinen plinten en dorpels) onbeschilderd dienen te blijven. In voorgaande aanvraag werden de natuurstenen deur en raamlijsten die aanwezig zijn in de voorgevel geschilderd in een blauwe kleur. Hiervoor kan geen gunstig advies gegeven worden. Het verwijderen van de verflagen van de natuurstenen elementen wordt daarom opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

De afwerking van het extra bouwvolume met grijskleurige leien en geelkleurig buitenschrijnwerk uit aluminium is aanvaardbaar.

 

Bodemreliëf

In het verleden werden de ruimtes voor verluchting verder uitgediept om er een volwaardige kelder in te voorzien. Daarnaast werd in de tuinzone tegen de linker perceelsgrens een trap voorzien naar de ondergrondse bouwlaag. Er wordt opgemerkt dat de nieuwe ondergrondse ruimten niet voldoen aan de voorschriften uit artikel 21 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat dergelijke ruimten in principe een minimale hoogte moeten hebben van 2,20 m. In voorliggende aanvraag heeft men de hoogte van de vergunde provisiekelder (2 m) doorgetrokken. De beperkte afwijking van dit artikel kan aanvaard worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het renoveren en uitbreiden van bestaande eengezinswoningen wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt geapprecieerd. De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Het is nodig om in het algemeen in te zetten op eengezinswoningen die over voldoende natuurlijk licht, lucht en uitzicht beschikken, alsook over een logische planschikking en een kwalitatieve buitenruimte. De aanvrager voorziet voor voorliggend pand en nieuwe en meer hedendaagse planschikking waardoor het gebruiksgenot zal stijgen.

 

Wel wordt opgemerkt dat de aanvraag op verschillende punten afwijkt van de voorschriften uit de Bouwcode.

 

Uit de plannen blijkt dat de aanwezige polyvalente ruimte een verblijfruimte betreft. In principe dienen dergelijke ruimtes conform artikel 21 van de bouwcode een vrije plafondhoogte te hebben van 2,6 m. In voorliggende aanvraag is dit door de realisatie van een slaapmezzanine (geïntegreerd in de structuur van het gebouw) niet overal het geval. Zo is er ter hoogte van het bed slechts een gemiddelde plafondhoogte van circa 1,4 m aanwezig en wordt de hoogte eronder beperkt tot 2,35 m. Voor deze ruimte kan echter een afwijking toegestaan worden gezien het overige deel van de ruimte een gemiddelde plafondhoogte heeft van 3,5 meter.

 

Verder blijkt uit de plannen dat de aanvraag niet voldoet aan de voorschriften uit artikel 34 van de bouwcode. Artikel 34 stelt namelijk dat scheidingsmuren een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak dienen te hebben. Dit is ter hoogte van het nieuwe platte dak op de tweede verdieping niet het geval. Hieromtrent worden voorwaarden opgelegd bij deze vergunning.

 

Er wordt opgemerkt dat de aanvrager op dit dak fotovoltaïsche zonnepanelen wenst te voorzien. Het is op basis van de plannen echter niet duidelijk of de installatie zal voldoen aan artikel 36. Er wordt daarom als voorwaarde opgelegd dat de installatie moet voldoen aan de voorschriften uit dit artikel. 

 

Het is onduidelijk of het terras in de tuin voldoet aan artikel 39 omtrent Infiltratie- en buffervoorzieningen. Het terras dient ofwel waterdoorlatend (afwerking + fundering) te zijn ofwel voorzien te zijn van een helling van 1 à 2 %, om het regenwater te laten afwateren naar de tuin zodat het op natuurlijke wijze kan infiltreren. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

 

Tot slot zijn de rioleringsplannen onvoldoende duidelijk. Op basis van de plannen kan geconcludeerd worden dat de aanvrager het gebruik van de septische put zou willen supprimeren. Dit is strijdig met artikel 43 van de bouwcode dat stelt dat een septische put met minimale inhoud van 2000 liter aanwezig moet zijn. Het supprimeren van de aanwezige septische put kan daarom niet gunstig geadviseerd worden. Het gebruik en behoud van de aanwezige septische put wordt opgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          indien plat dak: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          indien groendak: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

-          indien hellende daken met een houten dakstructuur: dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60.

  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De verflagen dienen verwijderd te worden van alle natuurstenen elementen in de voorgevel. Dit conform artikel 11 van de bouwcode.
  1. De fotovoltaïsche installatie op het platte dak dient te voldoen aan artikel 36 van de bouwcode.
  1. Het terras in de tuin dient ofwel waterdoorlatend (afwerking + fundering) te zijn ofwel voorzien te zijn van een helling van 1 à 2 %, om het regenwater te laten afwateren naar de tuin zodat het op natuurlijke wijze kan infiltreren. Dit conform artikel 39 van de bouwcode.
  1. Er dient een septische put aanwezig te zijn met een minimale inhoud van 2000 liter conform artikel 43 van de bouwcode.
  1. Er dient een voldoende grote infiltratievoorziening geplaatst te worden conform de verordening hemelwater.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 december 2023

Volledig en ontvankelijk

1 maart 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit

30 april 2024

 

Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit

30 mei 2024

Verslag GOA

8 mei 2024

Naam GOA

 

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          indien plat dak: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          indien groendak: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

-          indien hellende daken met een houten dakstructuur: dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60.

  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
  1. De verflagen dienen verwijderd te worden van alle natuurstenen elementen in de voorgevel. Dit conform artikel 11 van de bouwcode.
  1. De fotovoltaïsche installatie op het platte dak dient te voldoen aan artikel 36 van de bouwcode.
  1. Het terras in de tuin dient ofwel waterdoorlatend (afwerking + fundering) te zijn ofwel voorzien te zijn van een helling van 1 à 2 %, om het regenwater te laten afwateren naar de tuin zodat het op natuurlijke wijze kan infiltreren. Dit conform artikel 39 van de bouwcode.
  1. Er dient een septische put aanwezig te zijn met een minimale inhoud van 2000 liter conform artikel 43 van de bouwcode.
  1. Er dient een voldoende grote infiltratievoorziening geplaatst te worden conform de verordening hemelwater.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.