Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2023114306 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Stad Antwerpen (0207500123) met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Koornbloemstraat 57, Valkstraat 74 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 43 sectie A nr. 362K7 |
waarvan: |
|
- 20230829-0048 | afdeling 43 sectie A nr. 362K7 (Valkstraat 74) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het actualiseren van een lopende vergunning en aanpassen van de lozingsvoorwaarden |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 10 januari 2008 verleende de deputatie een vergunning aan stad Antwerpen voor het exploiteren van een administratief gebouw met garage en werkplaats (kenmerk MLAV1/07-331). De vergunning werd gewijzigd op 10 maart 2016 (kenmerk MLAV1/15-367) en loopt nog tot 10 januari 2028.
Inhoud van de aanvraag
Het project omvat een aanpassing van het lozingsdebiet, de lozingsvoorwaarden en een actualisatie van de vergunde toestand.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Valkstraat 74
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | +975,00 m³/jaar |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; | +2,90 m³/uur |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | -5,56 kW |
17.3.4.1°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; | 0,44 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | +3.110,00 liter |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas; | +240,00 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 22 januari 2024 | 6 maart 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 18 januari 2024 | 26 januari 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 18 januari 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een actualisatie van de bestaande milieuvergunning (IIOA) met referentie MLAV1-2015-0367 aan de huidige toestand (onder andere de voormalige werkplaats wordt niet meer gebruikt).
De aanvraag is gesitueerd in de gebouwen in het binnengebied Valkstraat - Koornbloemstraat - Boomsesteenweg. De gebouwen worden gebruikt door de stedelijke dienst Stadsreiniging. De gebouwen aan de zijde van de Valkstraat maken geen deel uit van de aanvraag.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.
De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning van 11 februari 2008 met inventarisnummer 3238#579.
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De projectlocatie is gesitueerd tussen de Valkstraat, de Koornbloemstraat en de Boomsesteenweg in Wilrijk (Antwerpen). De locatie wordt al decennia gebruikt als stelplaats en uitvalsbasis voor de lokale huisvuilophaling, veeg- en strooidiensten. Aan de zijde van de Valkstraat is een administratief en personeelsgebouw gesitueerd, dat ook gebruikt wordt door ‘Welzijnsschakel Wilrijk’. In het achterliggende binnengebied zijn een overdekte stelplaats voor voertuigen, een werkplaats en magazijnen gevestigd. In openlucht is een wasplaats voor het in- en uitwendig reinigen van de huisvuil- en veegwagens ingericht. De toegang voor vrachtwagens tot het binnengebied bevindt zich in de Koornbloemstraat.
De werkplaats werd grotendeels buiten gebruik gesteld en verplaatst naar een andere locatie van stad Antwerpen (site Kielsbroek). De rubrieken gekoppeld aan de opslagtanks, vaten oliën, hefbruggen en metaalbewerkingstoestellen die zich in de werkplaats bevonden, worden geschrapt uit de vergunning (29.5.7.2°a)2), 17.3.2.1.1.1°b), 17.3.2.2.1°, 17.3.7.1°b), 6.4.1° en 15.2).
Afvalwater
Het debiet voor het huishoudelijk afvalwater (HAW) wordt verhoogd met 1.050 m³/jaar tot 2.025 m³/jaar, op basis van het aantal personeelsleden. Zwart water wordt voorbehandeld in een septische put. Ander HAW is afkomstig van de douches, lavabo’s, keuken en het reinigen van het gebouw.
Het debiet van het bedrijfsafvalwater (BA) stijgt met 2,9 m³/uur tot 3,9 m³/uur. Het BA is afkomstig van de wasplaats voor vuil- en veegwagens (waswater en potentieel verontreinigd hemelwater). Het betreft een eenvoudige wasplaats met een vloeistofdichte ondergrond voorzien van grofvuilroosters, een afvoergoot en twee spuitslangen onder hoge druk. De exploitant geeft aan dat per dag tot 20 voertuigen in- en uitwendig gereinigd worden.
Het afvalwater wordt via de afvoergoot naar twee slibvangputten (6 m³) gevoerd waar de grotere deeltjes naar de bodem bezinken. De effluentleidingen van de putten worden naar afzonderlijke KWS-afscheiders met coalescentiefilter geleid. De KWS-filters beschikken over een waarschuwingssysteem dat aangeeft wanneer deze geledigd moeten worden. Het effluent van de twee bezinkputten komt samen in een controleput ter hoogte van de wasplaats, met overloop naar de afvoerleiding.
Het maximale uurdebiet van 3,93 m³/uur wordt enkel bereikt bij zeer uitzonderlijke regenval. Het berekende afvalwater afkomstig van het in- en uitwendig reinigen van de wagens bedraagt maximaal 2,5 m³/uur of 24,4 m³ dag.
Het effluent van de septische putten, andere bronnen van huishoudelijk afvalwater en het effluent van de bezinkputten komen samen in één afvoerleiding aangesloten op de gemengde riolering van de Valkstraat. De riolering is aangesloten op het RWZI Antwerpen-Zuid.
In de lopende vergunning werden bijzondere lozingsvoorwaarden opgenomen voor tolueen, cadmium en fosfor. De exploitant argumenteert dat de analyseresultaten van 2019, 2020 en 2021 niet langer normoverschrijdingen tonen (geen staalnames in 2022 en 2023). Er wordt gevraagd de bijzondere lozingsnormen te schrappen.
In het staal van 6 april 2020 werden nog overschrijdingen vastgesteld van het indelingscriterium voor cadmium en fosfor. Het schrappen van de bijzondere lozingsvoorwaarde maakt dat steeds voldaan zal moeten worden aan de algemene lozingsvoorwaarden. Aangezien het staal uit 2020 toont dat dit niet steeds mogelijk blijkt, wordt gevraagd dit regelmatig en tenminste tweemaal per jaar te controleren. Indien na drie jaar (i.e. zes analyses) geen overschrijdingen vastgesteld werden, mag de frequentie dalen naar een jaarlijkse controlemeting.
Stookinstallatie
De stookinstallaties worden uitgebreid met vier luchtverhitters van 60 kW. Het totaal vermogen van de toestellen stijgt zo tot 1.184 kW. Voor de twee grootste toestellen (2x 404 kW) werden emissiemetingen uitgevoerd in 2020, waaruit bleek dat de rookgassen aan de emissienormen voldoen voor stikstof en koolstofmonoxide.
Wat de emissies van de voertuigen betreft wordt een algemeen dalende trend verwacht als gevolg van de verdere elektrificatie van het wagenpark en het wegvallen van de vervoersbewegingen gegenereerd door de werkplaats.
Opslag
De opslag van gevaarlijke producten in kleine recipiënten stijgt met 3.110 liter. In totaal zullen 1.000 liter kuis- en onderhoudsproducten en 3.000 liter alkylaatbenzine opgeslagen worden. De opslag vindt inpandig plaats boven een lekbak. De nodige absorberende middelen zijn ter plaatse beschikbaar om eventuele gemorste vloeistof op te kuisen. De alkylaatbenzine wordt gebruikt als brandstof in draagbare onderhoudstoestellen (bijvoorbeeld bladblazers) en wordt opgeslagen in een brandveilig lokaal. De benzine is zeer licht ontvlambaar. De inhoud van de inkuiping dient ten minste 25% van het erin opgeslagen volume te bedragen. Aangezien het een gesloten opslagplaats is, zal de ruimte voldoende geventileerd moeten worden en voorzien moeten zijn van zelfsluitende deuren openend in de vluchtzin. De ruimte moet brandveilig zijn volgens artikel 52 van het ARAB.
Actualisatie bijzondere voorwaarden
In de lopende vergunning werd in bijzondere milieuvoorwaarde 3 opgelegd dat:
‘De KWS-afscheider moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen, moeten worden opgehaald door een daartoe erkende inzamelaar/handelaar/makelaar en worden afgevoerd naar een erkende verwerker. De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.’
De verschillende elementen in deze bijzonder milieuvoorwaarde worden geregeld in afdeling 4.2.3bis van Vlarem II. De voorwaarde kan geschrapt worden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden, kan de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning aan te passen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Valkstraat 74) | +975,00 m³/jaar |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Valkstraat 74) | +2,90 m³/uur |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Valkstraat 74) | -5,56 kW |
17.3.4.1°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Valkstraat 74) | 0,44 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Valkstraat 74) | +3.110,00 liter |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas; (inrichting Valkstraat 74) | +240,00 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De kwaliteit van het effluent van de KWS-afscheiders wordt tweemaal per jaar gecontroleerd op de parameters opgenomen in het SAP. Indien na drie jaar (i.e. zes analyses) geen overschrijdingen vastgesteld werden, mag de frequentie dalen naar een jaarlijkse controlemeting. De resultaten van de analyse worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende ambtenaar.
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Valkstraat 74) | 2.025,00 m³/jaar |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Valkstraat 74) | 3,93 m³/uur |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting Valkstraat 74) | 60 voertuigen |
15.4.2°b) | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied; (inrichting Valkstraat 74) | 20 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Valkstraat 74) | 16,44 kW |
17.3.4.1°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Valkstraat 74) | 0,44 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Valkstraat 74) | 4.000,00 liter |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas; (inrichting Valkstraat 74) | 1.184,90 kW |
Gecoördineerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De kwaliteit van het effluent van de KWS-afscheiders wordt tweemaal per jaar gecontroleerd op de parameters opgenomen in het SAP. Indien na drie jaar (i.e. zes analyses) geen overschrijdingen vastgesteld werden, mag de frequentie dalen naar een jaarlijkse controlemeting. De resultaten van de analyse worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende ambtenaar.
2. Er dient gebruikgemaakt te worden van maximaal biodegradeerbare detergenten.
3. Niet langer van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 december 2023 |
Volledig en ontvankelijk | 18 januari 2024 |
Start openbaar onderzoek | 27 januari 2024 |
Einde openbaar onderzoek | 25 februari 2024 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum zonder noodbesluit | 2 mei 2024
|
Uiterste beslissingsdatum met noodbesluit | 1 juni 2024 |
Verslag GOA | 8 mei 2024 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
27 januari 2024 | 25 februari 2024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. De kwaliteit van het effluent van de KWS-afscheiders wordt tweemaal per jaar gecontroleerd op de parameters opgenomen in het SAP. Indien na drie jaar (i.e. zes analyses) geen overschrijdingen vastgesteld werden, mag de frequentie dalen naar een jaarlijkse controlemeting. De resultaten van de analyse worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende ambtenaar.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; (inrichting Valkstraat 74) | 2.025,00 m³/jaar |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Valkstraat 74) | 3,93 m³/uur |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; (inrichting Valkstraat 74) | 60 voertuigen |
15.4.2°b) | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van 10 en meer motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied; (inrichting Valkstraat 74) | 20 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; (inrichting Valkstraat 74) | 16,44 kW |
17.3.4.1°b) | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; (inrichting Valkstraat 74) | 0,44 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; (inrichting Valkstraat 74) | 4.000,00 liter |
43.1.1°b) | het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas; (inrichting Valkstraat 74) | 1.184,90 kW |
De vergunning omvat thans volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
1. De kwaliteit van het effluent van de KWS-afscheiders wordt tweemaal per jaar gecontroleerd op de parameters opgenomen in het SAP. Indien na drie jaar (i.e. zes analyses) geen overschrijdingen vastgesteld werden, mag de frequentie dalen naar een jaarlijkse controlemeting. De resultaten van de analyse worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende ambtenaar.
2. Er dient gebruikgemaakt te worden van maximaal biodegradeerbare detergenten.
3. Niet langer van toepassing.
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is tot 10 januari 2028, de einddatum van de lopende vergunning.