Terug
Gepubliceerd op 21/05/2024

2024_CBS_04207 - Omgevingsvergunning - OMV_2023156215. Ter Rivierenlaan ZN. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/05/2024 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tatjana Scheck, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester; Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2024_CBS_04207 - Omgevingsvergunning - OMV_2023156215. Ter Rivierenlaan ZN. District Deurne - Goedkeuring 2024_CBS_04207 - Omgevingsvergunning - OMV_2023156215. Ter Rivierenlaan ZN. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2023156215

Gegevens van de aanvrager:

NV AQUAFIN met als adres Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Ter Rivierenlaan ZN te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nrs. 513R10, 513M10, 513E11, 527Z20, 531X11, 531F13, 531A5 en 532K2

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel en het herinrichten van het openbaar domein

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden;

 

Vergunde toestand  

-          gemeenteweg aansluitend op de Turnhoutsebaan en de Ter Heydelaan;

  • rijweg in asfalt bestaande uit twee rijstroken;
  • rotondes ter hoogte van de kruispunten (Plankenbergstraat, Boshovestraat, Paulus Beyestraat, Baron Leroystraat) bestaande uit betonstraatstenen;
  • parkeerstroken in beton;
  • voetpaden in betonstraatstenen.
  • verschillende bomen aan de zijkanten van de rijweg.

 

Bestaande toestand

-          overeenkomstig met de vergunde toestand.

Nieuwe toestand

-          gescheiden riolering;

-          gemeenteweg aansluitend op de Turnhoutsebaan en de Ter Heydelaan;

  • rijweg in asfalt bestaande uit een rijstrook, gescheiden door een middenberm;
  • verhoogde kruispunten (Plankenbergstraat, De Neufstraat, Boshovestraat, Kreglingerstraat, Paulus Beyestraat, Baron Leroystraat, Frans Messingstraat) in betonstraatstenen;
  • parkeerstroken in straatkeien met waterdoorlatende voeg;
  • voetpaden in betonstraatstenen;

-          rooien 54 bomen met stamomtrek groter dan 1 m;

-          plaatsen van 152 nieuwe bomen;

-          middenberm wordt voorzien met verschillende wadi’s.

 

Inhoud van de aanvraag

-          aanleggen gescheiden riolering;

-          heraanleggen van de openbare weg;

-          wijzigen van het reliëf;

-          rooien van 54 bomen;

-          plaatsen van 152 bomen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

13 februari 2024

14 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen

3 mei 2024

8 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

13 februari 2024

26 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

13 februari 2024

26 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

13 februari 2024

19 maart 2024

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Watertoets

13 februari 2024

27 maart 2024

Ongunstig

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Watertoets

13 februari 2024

27 maart 2024

Ongunstig

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Watertoets

3 mei 2024

6 mei 2024

Voorwaardelijk gunstig

De Lijn Entiteit Antwerpen

13 februari 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

De Lijn Entiteit Antwerpen

13 februari 2024

9 april 2024

Gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

13 februari 2024

11 maart 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

13 februari 2024

14 februari 2024

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

13 februari 2024

1 maart 2024

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023.
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is gedeeltelijk gelegen in een zone waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij aangewezen is als adviesinstantie. Het project is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op (https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft de vervanging van de gemengde riolering door een gescheiden stelsel en de heraanleg van de bovenbouw van de Ter Rivierenlaan.

 

Bovenstaande werken betreffen geen functiewijziging. Gezien het onderwerp van de aanvraag blijft het project functioneel inpasbaar in de ruimtelijke context.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De geplande handelingen situeren zich in de Ter Rivierenlaan en haar zijstraten. Ten noorden van het projectgebied is het Bosuilstadion gelegen en ten zuiden van het projectgebied bevindt zich het provinciaal groendomein Rivierenhof.

De Ter Rivierenlaan krijgt een nieuw wegprofiel met 2 rijbanen die gescheiden worden door groenzones met in totaal 8 wadi’s en 3 infiltratiekommen voor de lokale infiltratie en buffering van het regenwater.

De voetpaden worden heraangelegd in grijze betonstraatstenen, de parkeerstroken worden uitgevoerd in straatkeien. De kruispunten worden verhoogd aangelegd in betonstraatstenen. Ook de zijstraten van de Ter Rivierenlaan (Turnhoutsebaan, Ter Heydelaan, Plankenbergstraat, Boshovestraat, Baron Leroystraat, Paulus Beyestraat, René Kerssestraat, De Neufstraat, Kreglingerstraat en Louis Van Craenstraat) worden deels aangewerkt en heraangelegd.

 

In totaal dienen 111 bomen gerooid te worden ter realisatie van het project, waarvan 54 hoogstammige bomen met een stamomtrek groter dan 1 meter. De gerooide bomen worden gecompenseerd door de aanplant van 152 nieuwe bomen (33 soorten) in de directe omgeving. In functie van ontharding en het groene karakter voorziet het ontwerp in groenzones met een diversiteit aan groen: bloemgraslanden, hoge en lage heesters en intensief / extensief gemaaid gras.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande rijweg wordt opgebroken voor aanleg van de riolering en vervolgens heraangelegd. Verder worden er met het oog op het verfraaien en vergroenen van de straat groenzones aangelegd en bomen aangeplant. De rijweg wordt uitgevoerd in asfalt, met voetpaden en verhoogde kruispunten in betonstraatstenen. De parkeerstroken worden in straatkeien aangelegd.
De heraanleg van de straat is visueel inpasbaar in de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer is in het Omgevingsloket opgeladen als een voorwaardelijk gunstig advies, maar moet gelezen worden als een gunstig advies omdat er geen voorwaarden worden opgelegd.

 

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Publieke Ruimte. Het advies is gunstig en luidt als volgt:

“Het dossier werd in de verschillende ontwerpfasen besproken met SW/O&U stadsontwikkeling, ontwerp en uitvoering – publieke ruimte en alle betrokken diensten. Er kan een gunstig advies worden afgeleverd.”

 

Het advies van de stedelijke dienst Stadsbeheer / Groen en begraafplaatsen is geïntegreerd in dit advies. Heraanleg van het openbaar domein wordt door de interne diensten geadviseerd in het Coördinatieoverleg Openbaar Domein (COD).

 

Er werd advies gevraagd aan de Verkeerspolitie. Het advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt:

-          “De inrichting van de Ter Rivierenlaan laat zich kenmerken door een grote rechtstand. Dit kan een onaangepaste snelheid met zich meebrengen, waardoor het wenselijk is om snelheidsremmende maatregelen te voorzien met het oog op het voorkomen van overdreven snelheid ter plaatse;

-          Aan het pleintje ter hoogte van de Sint-Rumolduskerk acht de verkeerspolitie het wenselijk om het verbod om ginds te parkeren duidelijk in beeld te brengen en/of maatregelen te nemen die het foutparkeren tegengaan;

-          De doorsteken die dwars over de Ter Rivierenlaan worden gecreëerd, zijn louter bedoeld voor fietsers en voetgangers. Oneigenlijk gebruik van deze doorsteken door overig gemotoriseerd verkeer dient fysiek / infrastructureel onmogelijk te worden gemaakt;

-          In functie van de leesbaarheid raden we aan om deze doorsteken aan te leggen in een ander materiaal, zodat er een duidelijk verschil merkbaar is met die plaatsen waar omkeerbewegingen van gemotoriseerd verkeer worden toegelaten;

-          Met het oog op de verkeersveiligheid ter plaatse acht de verkeerspolitie het niet gewenst om ten zuiden van het kruispunt met de Plankenbergstraat terugdraaibewegingen van gemotoriseerd verkeer toe te laten.”

Deze opmerkingen worden opgenomen in de voorwaarden bij de vergunning.

 

Er werd advies gevraagd aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Het advies is voorwaardelijk gunstig:

-          “Waterdoorlatende verharding wordt aangelegd met een waterdoorlatende onderfundering;

-          Er wordt gebruik gemaakt van infiltratiekolken in de Ter Rivierenlaan om de infiltratie bijkomend te maximaliseren.”

Deze voorwaarden maken integraal deel uit van de vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De voorwaarden zoals opgelegd in het advies van de Verkeerspolitie zijn na te leven.
  1. De voorwaarden zoals opgelegd in het advies van de VMM zijn na te leven.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 februari 2024

Volledig en ontvankelijk

13 februari 2024

Start openbaar onderzoek

22 februari 2024

Einde openbaar onderzoek

22 maart 2024

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 mei 2024

Verslag GOA

13 mei 2024

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

22 februari 2024

22 maart 2024

22

8

1

51

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden naar aanleiding van het openbaar onderzoek 1235 bezwaren ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

1. Bomenkap / Biodiversiteitsverlies
 

a)     Het plan omvat de kap van 111 bomen voor heraanleg, maar dit staat haaks op het streven naar behoud van stadsgroen, vooral van grote bomen. Deze oude bomen zijn cruciale habitats voor verschillende organismen en spelen een belangrijke rol in de strijd tegen klimaatverandering door CO2-opname, verkoeling en verbetering van luchtkwaliteit en waterhuishouding. De voorgestelde kap zou een desastreuze impact hebben op biodiversiteit en het zou vele decennia duren voordat nieuwe bomen dezelfde ecologische functies kunnen vervullen. Het is daarom onlogisch om de nieuwe riolering precies te plaatsen waar de 111 bomen staan in plaats van in gebieden waar de oude riolering al ligt.

Beoordeling:
Groen in de stad is belangrijk. Bij de heraanleg van een straat wordt door de stadsdiensten steeds vertrokken vanuit de wens bestaande bomen zoveel mogelijk te behouden. Bij een straatontwerp spelen echter ook heel wat andere zaken een rol. Zo moeten woningen steeds goed bereikbaar zijn, zowel voor bewoners, bezoekers als hulpdiensten. Op vlak van mobiliteit moet er gezocht worden naar een goede balans tussen de verschillende vervoersmodi waarbij verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid zeer belangrijk zijn. Ook openbare nutsinfrastructuur zoals rioleringen, waterleidingen, ondergrondse kabels, … moeten een plek krijgen. Een 4e belangrijk element is het creëren van kwalitatieve en duurzame publieke ruimte met voldoende aandacht voor verblijfsplekken en groen. Hierbij is het belangrijk rekening te houden met het feit dat straten in Antwerpen gemiddeld om de 50 tot 60 jaar opnieuw aangelegd worden. Een goede afweging tussen de huidige kwaliteiten en toekomstige noden van de gebruikers is bij gevolg cruciaal.

Wat de Ter Rivierenlaan betreft, heeft onderzoek uitgewezen dat veel van de bomen hun water halen uit de (beschadigde) huisaansluitingen van de riolering. Deze, meer dan 100 jaar oude, riolering is in zeer slechte staat en dringend aan vernieuwing toe. Door het afsluiten van de oude riolering dreigen de bestaande bomen echter een groot deel van hun watertoevoer te verliezen. Gezien de leeftijd van de bomen is dit nefast voor hun overlevingskansen en is de kans op afsterven in de jaren na heraanleg bijzonder groot.

Een tweede aspect dat een belangrijke rol heeft gespeeld in de beslissing een groot deel van de bestaande bomen te rooien is het brandweeradvies. De brandweer heeft aangegeven dat het behoud van de bomen een zeer negatieve impact zou hebben op de gevelbereikbaarheid en interventiemogelijkheden in geval van brand. Om dit duidelijk te maken dienen we naar het huidige straatprofiel te kijken:

De huidige bomen staan, tussen het kruispunt Plankenbergstraat en de Ter Heydelaan op ongeveer 9-9,5m van de gevellijn (5,00m voortuin, 3,00m voetpad, 1,00-1,50m groenstrook tot aan de stam). Bij heraanleg van straten dienen volgende regels gerespecteerd te worden om een vlotte brandweerinterventie mogelijk te maken:

        minimale vrije doorrijbreedte: 3,50m

        Minimale vrije opstelruimte: 4,00m;

        minimale vrije hoogte: 4,00m;

        maximale helling: 6%;

        draagvermogen: max. asbelasting van 13t

        afstand tussen de opstelruimte en de gevel tussen 4m en 10m.

 

Vermits de bomen op 9,00-9,50m van de gevels staan (en er ook nog rekening gehouden moet worden met de boomkruinen) is het onmogelijk hier de opstelruimte te voorzien op minder dan 10m van het gevelvlak aan de rijwegzijde van de bomen.

In een poging de bomen alsnog te kunnen behouden werd aanvullend ook nog een variant met brandweer-overrijdbare voetpaden onderzocht. Hoewel dit voor de brandweer zeker geen voorkeurscenario betreft omwille van de kans op conflicten met voetgangers, het verhoogde risico op obstakels (fietsen, vuilbakken, etc.) op het voetpad en de verminderde verkeersleesbaarheid voor de hulpdiensten zou deze optie, indien ze tot behoud van veel bomen kan leiden, aanvaardbaar zijn voor de brandweer. Ook hier zorgt de positie van de bomen echter voor de nodige problemen. Met een minimale doorrijbreedte van 3,50m, een opstelbreedte van 4,00m en een draagvermogen van 13 ton betekent dit immers dat er sterk ingegrepen dient te worden in de wortelzone van deze bomen om de fundering van het voetpad draagkrachtig genoeg te maken. Met een vrije doorrijhoogte van minimaal 4,00m dienen de bomen bovendien een stuk opgesnoeid te worden. Gezien de omvang en leeftijd van de bomen is de kans op uitval na de werken ook hier bijzonder groot.

Een extra probleem stelt zich wanneer we kijken naar de afstand tussen de boomkruinen. De vrije ruimte die nodig is om de brandweercabine te kunnen neerzetten i.k.v. een interventie bedraagt minimaal 22,00m. Dit zou betekenen dat minstens de helft van de bomen alsnog gerooid dient te worden.

Ondanks pogingen om alternatieve ontwerpen te onderzoeken, bleek dus geen enkele variant zowel veilig als duurzaam. Daarom is besloten om een groot deel van de bomen te kappen. Het ontwerp voorziet echter in extra groene ruimte, nieuwe bomen en biodiversiteitsondersteuning, wat een verbetering betekent voor de algehele biodiversiteit, ondanks het verdwijnen van de bestaande bomen.
Het bezwaar is ongegrond.
 

b)     Gradueel vervangen:
Het geleidelijk vervangen van bomen over meerdere jaren zou de groei van jonge bomen ondersteunen en het ecosysteem bevorderen. Groenbeheer moet niet altijd streven naar een 'schone lei'; een combinatie van oud en nieuw groen kan sneller en betere resultaten opleveren. Het project gaat voorbij aan de voordelen van de huidige situatie en resulteert in jarenlange achteruitgang van de levenskwaliteit voordat herstel plaatsvindt.
 

Beoordeling:

Graduele vervanging is onmogelijk door de noodzakelijke heraanleg van de riolering. Verwoestijning zal niet optreden, aangezien in de nieuwe situatie de bodem optimaal wordt voorbereid voor nieuwe groenaanleg.
Het bezwaar is ongegrond.
 

c)      Opvolging:
Welke opvolging is voorzien eens de werken opgeleverd zijn? Wie zorgt voor de jonge bomen tijdens periodes van droogte? Hoe overleven ze die eerste moeilijke jaren in almaar uitdagendere omstandigheden? Is er een aanspreekpunt voor de buurt om melding te maken van bomen die in de problemen komen? Worden de bomen die het niet halen vervangen, keer op keer? Zijn die kosten verrekend in het huidige budget? We moeten dus de performantie van het lokale ecosysteem waarborgen en de beleving van de inwoners koesteren.

 

Beoordeling:

De aannemer heeft een waarborgperiode van 3 jaar voor nazorg bij de groenaanplant. Hierin zit onder meer watergift vervat. Meldingen over groen kunnen ingeseind worden via KLM.
Het bezwaar is ongegrond.

 

d)     Inheemse en klimaatadaptieve boomsoorten:
Het lijkt erop dat er een verkeerde aanpak is geïmpliceerd in het denken van de stad Antwerpen. Tijdens een participatiemoment werd gesproken over het gebruik van 'inheemse' boomsoorten, maar in werkelijkheid worden gekweekte exemplaren uit het zuiden aangeplant onder het mom van klimaatadaptatie. Dit voegt geen waarde toe; het is niet aan de mens om extra veranderingen aan inheemse plantensoorten aan te brengen. De natuur past zich zelf al aan aan het klimaat; het is onze taak om de natuur op dat gebied haar gang te laten gaan.

Beoordeling:
Er worden nooit bewust bomen aangekocht die in het zuiden opgekweekt werden. Integendeel, bomen worden op voorhand geselecteerd op kwekerijen. De bomen die door stad Antwerpen aangeplant worden, komen meestal uit kwekerijen uit België, Nederland of Noord-Frankrijk. Wij planten inheemse bomen aan, maar ook inheems plus. Inheems plus noemen we cultuurvariëteiten van een soort die inheems is, maar ook ingeburgerde, niet-invasieve exoten. Dit doen we om zoveel mogelijk variatie in het bomenbestand te verkrijgen. Variatie is immers weerbaarheid en ondersteunt biodiversiteit. De natuur zijn gang laten gaan zou in het Antropoceen willen zeggen dat we bewust kiezen om massa-extinctie niet tegen te gaan. Biodiversiteit en aantal organismen dat leeft op en rond de soort, was  een van de specifieke parameters bij de soortenkeuze van de bomen.
Het bezwaar is ongegrond.
 

e)      Alternatievenonderzoek:
Er is geen enkel alternatief onderzocht om de gezonde bomen langs de laan te behouden. Redenen voor behoud zijn onder andere esthetisch, gezondheidsgerelateerd, voor biodiversiteit en voor een goede waterhuishouding. De mogelijkheid om de bomen te verplanten in plaats van te kappen is nooit besproken, maar met gefaseerde werken zou dit volledig haalbaar zijn. Dit zou een boodschap van effectief luisteren naar de gemeenschap uitsturen vanuit het District.


Beoordeling:
Het verplanten van volwassen bomen is zeer complex en heeft een lage slaagkans. Voor de bomen in de Ter Rivierenlaan komt hier nog bij dat ze hun water grotendeels uit de (te vernieuwen) riolering halen waardoor de kans op overleven na verplaatsing nog kleiner wordt. De kleinere bomen die de voorbije jaren (na uitval van ander bomen) werden aangeplant krijgen wel een nieuwe plek in de middenberm.
Het bezwaar is ongegrond.

 

f)       Onduidelijkheid over nieuwe aanplant:
De plannen maken geen melding van welke bomen zouden worden geplant ter compensatie van de gekapte bomen, waardoor bewoners niet kunnen beoordelen of de compensatie voldoende is. De informatie over de compensatiebomen is te vaag en onduidelijk, en er ontbreekt een Bomen Effect Analyse en Natuurtoets. Hierdoor kan het dossier niet als volledig worden beschouwd en kan geen vergunning worden verleend.


Beoordeling:
Het aanplanten van bomen is niet vergunningsplichtig. Een apart bomenplan werd om deze reden niet toegevoegd aan de vergunningsaanvraag. De locatie van de nieuwe bomen kan wel geraadpleegd worden op het inplantingsplan van de vergunning. De soortkeuze en standplaats van de nieuwe bomen werd bepaald door de bomencel van de stad Antwerpen. Zij staan in voor de opmaak van het groenplan (en bijhorend beheerplan) en beschikken over een zeer brede expertise m.b.t. de groeninrichting in de publieke ruimte.
Het bezwaar is ongegrond.

 

g)     Kapvergunning:
De helft van de bomen hebben een kapvergunning nodig.

Beoordeling:
Het vellen van de bomen maakt deel uit van de aanvraag, zoals beschreven in addendum B20. Het bezwaar is ongegrond.
 

h)     Beperkte kwaliteit van centrale berm:
De centrale groene middenberm is verloren ruimte. Wie wandelt er tussen twee rijbanen; wie laat zijn kinderen spelen tussen twee rijbanen? De huidige graspartij met bomen wordt vervangen door een parkeerstrook. Zo komt het verkeer dichter bij de huizen: meer uitlaatgassen, meer lawaai.
 

Beoordeling:
Vanuit de perceptie van de huidige straat (breed met snel rijdend verkeer) is dit een begrijpelijk standpunt. De nieuwe rijwegen van 3,50m breed vormen echter veel minder een ‘hindernis’ dan de huidige wegenis en zorgen ervoor dat de maximale snelheid van 30km/u effectief gehandhaafd wordt. Gezien de breedte van de middenberm (ongeveer 8m) zal dit weldegelijk een kwalitatieve groene ruimte vormen. Door de smallere rijweg en bijhorende lagere snelheden wordt, ondanks het dichter bij de woningen rijden, bovendien minder ‘lawaai’ verwacht.
Het bezwaar is ongegrond.

2. Aantasting leefkwaliteit

 

De geplande bomenkap, het verdwijnen van de groene stroken en de groene ronde punten hebben een onmiddellijk effect op de omgeving die pas na 10/15 jaar door het vervangende groen misschien zal hernomen worden. Er zijn duidelijk aantoonbare gevolgen voor de aantasting van de leefkwaliteit en hogere sterftecijfers door meer verhitting.

 

Beoordeling:
De ecologische waarde van het huidige groen dient objectief bekeken te worden. De typische modernistische laanbeplanting met weinig variatie (2 boomsoorten: Esdoorn en Prunus) in smalle intensief gemaaide groenstroken draagt maar zeer beperkt bij aan lokale biodiversiteit. Hoewel er niet ontkend kan worden dat de nieuwe bomen enkele jaren nodig zullen hebben om hetzelfde groenvolume te ontwikkelen als de huidige bomen zal de gevarieerde soortenkeuze met zowel snel als traag groeiende bomen in combinatie met inheemse onderbeplanting en een duurzaam beheerplan binnen de 5 jaar zorgen voor een grote ecologische meerwaarde t.o.v. de bestaande toestand.
Het bezwaar is ongegrond.

 

3. Esthetische waarde

 

a)     Na de bevraging van de bewoners uit de Ter Rivierenlaan in de zomer van 2021 gaf ruim 80% van de mensen aan dat het gevoel van ruimte in de straat door de brede toegankelijkheid en de brede voetpaden, de mooie ronde punten en de mooie huizen en bomen hen het meeste beviel. Laat dit nu precies zijn wat men wil laten verdwijnen. Deze laan is een monument. De Ter Rivierenlaan uit de jaren 20 heeft een grote architecturale waarde (verscheidene woningen zijn vermeld als architecturaal erfgoed) waarbij de grote laanbomen naast schaduw en verkoeling ook een grote esthetische meerwaarde hebben en een gevoel van welbevinden geven.

Beoordeling:
Op vraag van de bewoners worden er in het nieuwe ontwerp wederom brede voetpaden voorzien. Waar de huidige voetpaden 3,00m breed zijn, worden deze in het nieuwe ontwerp versmald naar 2,50m (i.p.v. naar de gangbare breedte van 1,90m). Met een breedte van 2,50m wordt het ruime voetpadgevoel behouden en kan er toch een deel onthard worden.

De reden waarom een groot aantal bomen dient te verdwijnen werd reeds duidelijk onderbouwd in de vorige paragrafen. Bovendien gaf de bewonersbevraging ook duidelijk aan dat het brede straatprofiel eveneens voor een onveiligheidsgevoel zorgt, de oversteekbaarheid bemoeilijkt en overdreven snelheid en foutparkeren in hand werkt. Bij het heraanleggen wordt er steeds getracht om alle hedendaagse inzichten m.b.t. verkeersveiligheid, duurzaamheid en ecologie te integreren. Dit primeert ten opzichte van het uitzicht van de laan.
Het bezwaar is ongegrond.

 

b)     Mogelijke beschadiging en waardevermindering van erfgoed-interbellumarchitectuur:
Beoordeling:
Het bezwaar tegen mogelijke beschadiging betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken. Het bezwaar is ongegrond.
Het bezwaar in verband met mogelijke waardevermindering is niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ongegrond.

 

c)      Versnipperde aanleg:
Esthetische-aangename leefomgeving wordt aangetast door de brede laan in te delen in stroken, door kris-kras-aanplant die het laaneffect teniet doet.

 

Beoordeling:
Hoe een ‘esthetisch aangename leefomgeving’ er uit ziet is zeer persoonlijk. Het klopt dat het laaneffect deels zal verdwijnen. In de plek komt er een ecologisch waardevolle groene middenberm waarbij de aanplantingen niet ‘kris-kras’ maar wel zeer doordacht en gebalanceerd ingepland worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de groeisnelheid van de bomen en het creëren van verschillende ecotopen om zo tot een kwalitatieve en ecologisch diverse groenzone te komen.
Het bezwaar is ongegrond.

4. Water

a)     Studie naar waterpeil en infiltratiecapaciteit:
Het plan omvat een middenberm met een langgerekte wadi en een afkoppelingsverplichting voor regenwater van halfopen bebouwingen. Echter, er is geen bodemonderzoek uitgevoerd naar het grondwaterpeil en de infiltratiecapaciteit, noch naar mogelijke watermigratie naar gevels en kelders. Er is geen studie die aantoont dat dit plan het probleem van natte kelders zal verminderen. In plaats daarvan waarschuwt Aquafin in een nota voor mogelijk hogere waterpeilen in de riolen na de werken, wat kan leiden tot terugstroming vanuit de riolering in regenwaterputten en -aansluitingen.

Beoordeling:
In de Ter Rivierenlaan werden 3 infiltratieproeven uitgevoerd. Vermits de wadi’s in het midden van de rijbaan worden aangelegd, daar waar de riolering nu ligt, en dus tot op de ‘diepere’ lagen de grond wordt vernieuwd, werden de infiltratieproeven uitgevoerd op grotere diepte, nl. 1 op -1,5m diepte en 2 op -2,5m diepte. 
Voor de simulaties is er gerekend met de infiltratiecapaciteit van de proef op -1,5m waarop nog een veiligheidsfactor 2 is toegepast. Dit gaf een infiltratiecapaciteit van 8,37mm/u. Met deze waarde heeft het studiebureau via verdere studie aangetoond dat 95 tot 98% van het hemelwater, dat afstroomt van de wegenis, parkeerstroken en voetpaden naar de geplande wadi’s, zal infiltreren in de bodem. Zowel bij de infiltratiekommen als de wadi’s wordt een noodoverloop d.m.v. een kolk naar de regenwaterleiding voorzien.
Het bezwaar is ongegrond.

b)     Probleem van oververzadiging:
Op een diepte van ongeveer drie meter onder de laan ligt een ondoordringbare kleilaag, die in combinatie met de infiltratie vanuit de wadi's en de nieuwe, kleinere riolering de waterretentie en migratie naar kelders zal versterken. De beperkte capaciteit van de nieuwe riolering leidt tot oververzadiging bij hevige regen, waardoor knijpconstructies nodig zijn om het buffervolume te reguleren. Dit veroorzaakt echter problemen van oververzadiging in het omliggende rioolstelsel en de waterafvoeren van woningen in dwarsstraten, omdat het regenwater niet meer naar de Ter Rivierenlaan kan afvloeien zoals voorheen.


Beoordeling:
De regenwaterleidingen in de Ter Rivierenlaan zijn volgens de Code Van Goede Praktijk gedimensioneerd en voldoen aan de huidige wetgeving, zelfs bij zwaardere regenintensiteiten. De knijpconstructies voorkomen dat regenwater onmiddellijk afstroomt naar lagergelegen gebieden, wat wateroverlast zou kunnen veroorzaken. Wateroverlast als gevolg van terugstroming van de riolering naar kelderputjes zal niet meer voorkomen door de plaatsing van terugslagkleppen bij getroffen woningen. Het Geo Technisch Onderzoek toont aan dat de ondergrond geen volledig ondoordringbare kleilaag is; overtollig regenwater kan via noodoverlaten naar de regenwaterriolering worden geleid.
Het bezwaar is ongegrond.

 

c)      Ontbreken van gescheiden rioleringsstelsel in aangrenzende straten:
De voorziene gescheiden opvang van hemel- en rioolwater mondt aan beide zijden van de Ter Rivierenlaan uit in riolen zonder die gescheiden opvang (Turnhoutsebaan en Ter Heydelaan). Het nut en dus ook de noodzaak van de werken in de Ter Rivierenlaan wordt hierdoor op de helling gezet.
 

Beoordeling: 

Het vernieuwen van rioleringsstelsels en wegenis is een complex proces dat vaak straat per straat wordt aangepakt. Verschillende factoren, zoals de staat van de riolering, de wegenis en de invloed van elementen zoals bomen, spelen hierbij een rol. Soms zijn bepaalde straten dringender aan vernieuwing toe dan andere. Bij vernieuwing wordt gekeken naar optimalisatiemogelijkheden, waarbij zowel de riolering als de wegenis worden aangepakt. Dit zorgt voor een duurzame oplossing waarbij meerdere aspecten tegelijk worden aangepakt voor langdurig genot van vernieuwde wegen en riolering.
Het bezwaar is ongegrond.

 

d)     Gebrek aan informatie over bodemonderzoek en bufferingsanalyse:
a. In november 2023 werd er een uitgebreid bodemonderzoek gedaan naar de diepere grondlagen in de Ter Rivierenlaan. Er is geen resultaat of verslag van dat onderzoek dat nochtans cruciale informatie bevat.
b. De aanleg van riolen en bufferbekkens en wadi’s houdt te weinig rekening met de ondergrond en de reële situatie van de straat. De doelstelling van de heraanleg ‘wateroverlast vermijden’ lijkt niet te worden gehaald. In de hydraulische nota van SWECO is er o.a. sprake van de RWA-aansluiting Z en N op Grote en Kleine Schijn. Die aansluitingen zijn er nog niet en staan voorlopig ook niet gepland. SWECO heeft het zelf over de ‘missing link’ (p.11). Daardoor wordt geen beterschap in wateroverlast verwacht. (p.19) De bufferingsanalyse wordt gemaakt op een (nog niet bestaand) model D.(p.36) Het waarom en de gevolgen van die handelwijze worden amper gedocumenteerd.

 

Beoordeling: 
a. Er zijn meerdere geotechnische onderzoeken gebeurd: boringen, sonderingen, peilbuismetingen en infiltratieproeven. Deze onderzoeken zijn dan ook ineens de resultaten en verslagen.

-          Rapport nummer: ORDVV2107745/1: sonderingen

-          Rapport nummer: ORDVV2107745/2: boringen

-          Rapport nummer: ORDVV2107745/2: infiltratieproeven

-          Rapport nummer: ORDVV2107745/4: korrelverdeling, gehalte organische stoffen, watergehalte, methyleenblauw

-          Peilbuismetingen – 08871256 – Ter Rivierenlaan

b. Er is wel degelijk een verbetering te verwachten na de aanleg van de nieuwe riolering. Het is evenwel niet mogelijk om de wateroverlastproblematiek volledig op te lossen in de Ter Rivierenlaan omdat het nieuwe stelsel aansluit op een reeds bestaand (afwaarts) gemengd stelsel dat nog niet gedimensioneerd is op de hedendaagse weersomstandigheden. Door de aanleg van een gescheiden stelsel, de wadi’s die het hemelwater van de wegenis opvangen, de geoptimaliseerde aansluiting van het regenwater op de regenwaterleiding in de Turnhoutsebaan in het noorden en op de gemengde riolering in de Ter Heydelaan in het zuiden wordt er gezorgd voor een substantiële verbetering van het huidige stelsel. De terugslagkleppen en de wegaanleg zorgen eveneens voor een verbetering.
Het bezwaar is ongegrond.

 

5. Wadi’s

 

a)     Uit divers onderzoek (o.a. een Nederlands onderzoek) wordt duidelijk hoe ontzettend ongezond wadi’s zijn voor de leefomgeving (concentraties van secreties van ongedierte, urine, kweekvijver van bacteriën, kweekvijver voor muggen o.a. de tijgermuggen,..) In de buurlanden heeft men al geconstateerd dat wadi’s niet de oplossing zijn voor de waterregulering, ze vormen ook een grote vergaarbak van zwerfvuil en sluikstort, een probleem dat i.v.m. de wadi’s op het Wim Saerensplein in Deurne door het district wordt toegegeven. De wadi die men in de Ter Rivierenlaan wil creëren is 100 keer groter. 

Beoordeling:
Er heerst een duidelijk wetenschappelijke consensus dat de voordelen van wadi’s vele malen groter zijn dan de eventuele nadelen. Wadi’s komen in alle vormen en maten en hebben tot doel het hemelwater op 24u tot 72u in de bodem te laten infiltreren. De doemverhalen rond ongedierte, bacteriën en muggen zijn bij gevolg volledig uit de lucht gegrepen bij correct functionerende wadi’s. Door met waterpasserende boordstenen te werken loopt het hemelwater bovendien volledig zelfstandig gravitair af naar de infiltratiezones. Hierdoor zijn geen straatkolken en buizensystemen nodig waardoor de kans op verstoppingen en problemen nog verkleint.
De wadi’s in de Ter Rivierenlaan hebben een maximale diepte van 40 cm. Op een breedte van 4,00m resulteert dit in een hellingspercentage van maximaal 20%. Het is dan ook niet aannemelijk dat hier meer zwerfvuil in achter zou blijven dan in een vlak liggende groenstrook.
Het bezwaar is ongegrond.

 

b)     Wadi’s dienen aangelegd te worden na het uitvoeren van een bodemanalyse:
Het is nodig om te weten hoe hoog de grondwatertafel komt, want een wadi dient na maximum 48 volledig droog te vallen. Indien de structuren niet correct geplaatst worden, wordt aan hun functie voorbijgegaan.

Beoordeling:
Er werden voldoende geotechnische onderzoeken uitgevoerd om de huidige situatie van de ondergrond in beeld te brengen: peilbuismetingen van grondwatertafel, infiltratieonderzoeken,… . Op basis van de infiltratiecapaciteiten die gemeten zijn en de aanleg van een nieuwe ondergrond, na het verwijderen van de oude riolering onder de wadi’s, wordt er vanuit geconcludeerd dat de wadi’s goed infiltreren en dat ze, nadat ze gevuld zijn, op korte tijd terug droog zullen vallen.
Het bezwaar is ongegrond.

 

c)      Semi-infiltrerende rioleringsbuizen:
Naast het gebruik van wadi wordt bij de heraanleg van rioleringswerken tegenwoordig gebruik gemaakt van rioleringsbuizen met semi-infiltrerende eigenschappen. Zo kan naast rechtstreekse infiltratie via ontharding ook bijkomende infiltratie in de bodem voorzien worden via het kunstmatig systeem in plaats van te laten afvloeien.

Beoordeling:
In dit project is er niet gekozen voor (semi)infiltreerbare rioolbuizen omdat het grondwater gedurende een té lange periode van het jaar te hoog staat zodat de leidingen gedurende langere perioden van het jaar (deels) onder water staan.

Er zou dan geen water infiltreren in de ondergrond maar eerder water uit de ondergrond draineren naar de riolering. En dat is niet wenselijk.

Een extra ondiepere dienstriool voor het regenwater werd eveneens niet weerhouden. Dit omdat deze riolering dichter tegen de woningen zou liggen en rekening houdend met mogelijks niet geheel waterdichte kelder op privé zou dit niet gunstig zijn.
Het bezwaar is ongegrond.

6. Verkeershinder / Laden en lossen

Het aanleggen van een middenberm creëert aan elke zijde van de straat een parkeerstrook van 2 meter breed aan de huizenkant, geflankeerd door een rijstrook van 3.8 meter breed. Dit zal leiden tot verkeershinder door het ontbreken van voldoende voorzieningen voor lossen en laden bij handelszaken. De voorgestelde plaatsen met venstertijden zullen in de praktijk niet effectief zijn vanwege de dagelijkse verkeerssituatie, wat een directe aanslag op de handelaars betekent.

 

Beoordeling:
Er zijn in de directe omgeving (en ver daarbuiten) ontelbare voorbeelden van straten met een middenberm en vergelijkbare rijwegbreedte. Stilstaan op de rijweg om te laden of te lossen is op vlak van verkeersveiligheid absoluut niet wenselijk. Er werd dan ook bewust gekozen de rijwegbreedte te beperkten tot 3,80m zodat deze onveilige situaties vermeden worden. Voor de handelaars in de straat werden verschillende laad- en loszones voorzien. Hierbij werd rekening gehouden met de manier van leveren en de frequentie. De keuze om te werken met venstertijden is een gevolg van de hoge parkeerdruk die de straat (vooral) ’s avonds kent, waarbij het zonde zou zijn ettelijke meters parkeerstrook te reserveren voor laad- en losactiviteiten die enkel overdag gebeuren.
Het bezwaar is ongegrond.

 

7. Circulatieplan

 

a)     Het nieuwe circulatieplan in de Ter Rivierenlaan en omliggende straten kan leiden tot meer verkeer in nabijgelegen straten, zonder een degelijke studie naar de gevolgen ervan. Dit kan resulteren in toenemende milieuvervuiling en menselijke ergernis.

Beoordeling:
Het knippen van enkele oost-west verbindingen voor gemotoriseerd verkeer is een weloverwogen beslissing om sluipverkeer te ontmoedigen en conflictpunten met zachte weggebruikers te verminderen. De rijrichting in omliggende straten blijft ongewijzigd, waardoor de impact op de bereikbaarheid beperkt is. Keerlussen aan het begin en einde van de middenberm bieden een veilige oplossing voor parkeerzoekverkeer en voorkomen gevaarlijke situaties op de rijbaan.
Het bezwaar is ongegrond.

 

b)     Impact van mobiliteitswijziging op de omliggende straten:
De verkeerstoestand in de Boshovestraat is heden ook reeds gewijzigd waardoor de inhoud van de effecten uit de omgevingsvergunning onvoldoende onderzocht zijn.  Voor fietsers zal de nieuwe toestand een groot probleem vormen gezien de Ter Rivierenlaan op dit moment de enige straat is waar zwaar vervoer makkelijk doorheen kan. Door de breedte van de weg aan te passen zal hier ook een probleem ontstaan waardoor de situatie voor zwakke weggebruikers in de toekomst nog moeilijker en gevaarlijker zal worden.
 

Beoordeling:

De breedte van de straat laat zwaarder verkeer nog wel toe maar tegen lage snelheid. Dit verkeer zal wel steeds achter de fietser moeten blijven die op de Ter Rivierenlaan rijdt. Bij de plannen van de Ter Rivierenlaan werd al rekening gehouden met de circulatiewijziging in de Boshovestraat. Elke straat blijft bereikbaar voor gemotoriseerd verkeer mits een kleine omrijfactor.
Het bezwaar is ongegrond.

 

8. Gevaarlijke kruispunten

De “punt” van de middenberm, waarmee men het dwarsoversteken ter hoogte van het kruispunt aan de Plankenbergstraat wil vermijden, creëert verkeerstechnisch een zeer gevaarlijke situatie, want sommige automobilisten zullen ongetwijfeld toch proberen de Ter Rivierenlaan daar te dwarsen.

 

Beoordeling:
De afstand tussen de ‘punt’ van de middenberm en de as van de rijweg in de Plankenbergstraat bedraagt ruim 15m. Visueel wordt zo zeer duidelijk gemaakt dat doorgaand verkeer hier niet mogelijk is. Bovendien is de bochtstraal (1,00m) van de binnenbocht zo klein dat het voor automobilisten onmogelijk is hier in één vlotte beweging te keren. Bovendien wordt de nodige signalisatie voorzien om de nieuwe situatie voldoende te duiden. Deze ingrepen maken het zeer onaannemelijk dat bestuurders accidenteel of moedwillig het kruispunt zullen proberen kruisen.
Het bezwaar is ongegrond.

 

9. Sociale cohesie

 

a)     Onder het mom van verbetering van sociale cohesie gaat men een middenberm aanleggen met ontmoetingsplaatsen. Een middenberm die gaat verhinderen dat we, zoals nu, rechtstreeks naar onze overburen kunnen wandelen en dat oudere of slecht te been zijnde mensen veel, veel verder moeten rondlopen. Op deze manier wordt onze straat in tweeën gescheurd. Dit is een sociaal onrecht!

Beoordeling:
Het hoofddoel van de brede groene middenberm is het creëren van extra groene ruimte, vrij van ondergrondse nutsinfrastructuur, om nieuwe bomen optimaal te laten groeien en bodemverstoring bij toekomstige werken te minimaliseren. Het vormt ook een eerste stap in het creëren van een ecologische verbinding tussen het Rivierenhof en de Bremweide. Kleinschalige rust- en ontmoetingsplekken verbeteren de sociale cohesie in de straat, met aandacht voor logische spreiding en verbeterde oversteekbaarheid op de kruispunten door versmalling van de rijweg. Zitbanken langs de voetpaden zijn voorzien voor mensen met beperkte mobiliteit.
Het bezwaar is ongegrond.

 

b)     Opstand:
De middenberm wordt over vele lengten geflankeerd door een opstand die het rolstoel- en rollatorgebruikers belet daar deze lange laan over te steken, iets wat nu probleemloos overal kan gebeuren.
 

Beoordeling:
Mindervalide passanten kunnen op elke straathoek veilig en gelijkgronds de straat oversteken. Dit is een duidelijke verbetering t.o.v. de bestaande toestand waarbij er vaak nog een verhoogde boordsteen en/of goot aanwezig is. Bovendien wordt, door de opdeling van de rijweg, het oversteken extra vergemakkelijkt vermits het verkeer maar uit één richting kan komen en er geen 10m straat meer overbrugd moet worden maar 2x 3,50m met daartussen een ruime voetpadstrook. Oversteken in het midden van de straat als mindervalide is zowel in de bestaande toestand als in de nieuwe toestand niet aan te raden en wordt daarom in de nieuwe toestand niet gefaciliteerd.
Het bezwaar is ongegrond.

10. Parkeerprobleem

a)     De Ter Rivierenlaan kampt na 18 uur 's avonds met een groot parkeerprobleem. Ongeveer 100 opritten worden vaak als parkeerplaats gebruikt, maar dit zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn vanwege de heraanleg van de straat. Het versmallen van de rijbaan en het verplaatsen van de parkeerzone zal de parkeermogelijkheden beperken. Het argument van districtsschepen Frank Vercammen dat deze parkeerplaatsen slechts "gevoelsmatig" zijn, wordt tegengesproken door een toelating van het gemeentebestuur dd. 19/06/1976 die het jarenlange gebruik legitimeert. De huidige configuratie laat toe om vlak naast een oprit te parkeren, maar dit zal niet meer mogelijk zijn wanneer de rijbaan wordt versmald. Dit impliceert een verdere beperking van parkeerplaatsen, wat resulteert in een totaal verlies van 178 parkeerplaatsen. Dit zal leiden tot meer rondrijden, milieuvervuiling en mogelijke burenruzies.

Beoordeling:
In de presentatie uit 2022 wordt gesproken over 184 (geen 198) bestaande parkeerplaatsen. Gezien de nog zeer vroege fase van het heraanlegtraject was dat echter een inschatting, gemaakt op basis van het aantal lopende meter parkeerstrook per straatdeel. In een later fase van het ontwerpproces (en toegelicht op het infomoment van juni 2023) werden, conform de standaarden m.b.t. reglementaire afmetingen van parkeerplaatsen gehanteerd door de stad, de officiële parkeerplaatsen in kaart gebracht.

De normen die hiervoor gehanteerd worden zijn:

-          Lengte parkeerplaats langsparkeren in parkeerstrook:  5,50m

-          Lengte parkeerplaats langsparkeren op einde parkeerstrook: 6,00m

-          Te vrijwaren afstand tussen inrit/garage en parkeerplaats:  1,00m


Bij de bepaling van het parkeerverlies is het noodzakelijk voor bestaande toestand (BT) en nieuwe toestand (NT) op dezelfde manier te tellen en enkel rekening te houden met de reglementaire plaatsen. De 100 haakse, door de bezwaarindiener vermelde ‘parkeerplaatsen’ bevinden zich in de voetpadzone. Het spreekt voor zich dat parkeren op het voetpad verboden is. Het is niet omdat hier in het verleden niet tegen opgetreden werd dat dit oneigenlijk gebruik van het voetpad als een verworven recht aanschouwd mag worden. Het haaks op het voetpad positioneren van een voertuig belemmert bovendien de interventiemogelijkheden van hulpdiensten en zorgt voor een verminderde zichtbaarheid waardoor de verkeersveiligheid in het gedrang komt.

Wat de toelating van het gemeentebestuur betreft, blijkt dat er geen zitting was op 19 juni 1976, wel op 16 juni. In het verslag van deze zitting staat niets vermeld over een beslissing of toelating die het gebruik van de opritten legitimeert. Het is bijgevolg niet duidelijk naar welke toelating in het bezwaarschrift wordt verwezen.

 

Uit deze cijfers valt duidelijk af te leiden dat het aantal officiële parkeerplaatsen daalt van 139 naar 125, een parkeerverlies van 14 plaatsen (-10%). Vooral ter hoogte van de kerk (zone 4 & 5) en in het segment tussen de F. Messingstraat en de Ter Heydelaan noteren we een verlies aan parkeerplaatsen. Deze verliezen zijn te wijten aan het verdwijnen van de schuine en haakse parkeerplaatsen, een bewuste keuze i.f.v. een hogere verkeersveiligheid. In de overige zones wordt een neutrale of positieve balans genoteerd.
Het bezwaar is ongegrond.

 

b)     Verlies van waarde:
Mensen maken zich zorgen dat de redenen waarom ze hun huizen in deze straat kochten, volledig teniet zullen gedaan worden door de geplande werken. Ik vrees voor een afname van de waarde van mijn huis door de kap van de boom waardoor mijn uitzicht volledig verandert en door de parkeersituatie die gaat verergeren. 
 

Beoordeling:
Het bezwaar in verband met mogelijke waardevermindering is niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ongegrond.

 

c)      Bereikbaarheid garages:
In de plannen voor de opbouw die nu voorliggen, zal men in veel garages en zeker bij ondergrondse garages moeilijkheden ondervinden met in-en uitrijden, gezien de versmalde stoep met aansluitende parkeerstrook en middenberm met verhoogde boordsteen, in combinatie met de versmalde rijbaan. Op de plannen staat niet duidelijk aangegeven dat er in de nabijheid van uitritten niet geparkeerd mag en kan worden. Het hinderlijk parkeren wordt ook niet technisch onmogelijk gemaakt. In het kader van veiligheid en verhoging van het groen voorzien/ontharding wordt gevraagd of er kan gewerkt worden met een groenvak als veiligheidszone.
Door de versmalling van de rijweg wordt het onmogelijk om met aanhangwagen of grote voertuigen in de (ondergrondse) garages te rijden.

Beoordeling:
Alle garages/inritten zijn toegankelijk (>6m ruimte voor inrit om vlot te kunnen afdraaien). Draaicirkels zijn afgetoetst op alle vergunde inritten? in de straat. Het voorzien van extra groenvakken om inritten af te bakenen zou leiden tot een aanzienlijk parkeerverlies in de straat. Dit is niet wenselijk.
Het bezwaar is ongegrond.

 

d)     Deelmobiliteit en laadpalen:
Het aantal parkeerplaatsen voor deelwagens is te laag en dient te worden verhoogd. Gezien de lengte van de straat en hoge percentage aan privaat autogebruik, het van belang om de parkeerdruk te verminderen, door deelmobiliteit als volwaardig alternatief aan te bieden.  In een stad als Antwerpen zou er minstens is 1 deelwagenplaats per straat moeten zijn, bij voorkeur met een laadpaal. De elektrificatie van de deelmobiliteit moet hierbij ondersteund worden. Tot slot mag het aantal publieke laadpalen ook worden verhoogd.
 

Beoordeling:

De stad werkt voor de uitrol van haar netwerk aan publieke laadinfrastructuur volgens het principe “Paal volgt wagen”. Enkel wie geen publiek toegankelijke laadpaal in de buurt heeft, en geen laadmogelijkheden heeft op eigen terrein, kan de plaatsing van een publieke laadpaal in de buurt aanvragen. Deze uitrolstrategie is volledig vraag-gestuurd en reactief. Bij een nieuwe heraanleg worden dus niet automatisch laadpalen geplaatst. Bijkomende publieke laadpalen kunnen er enkel komen indien er nog geen publieke laadpalen in de buurt zijn. Het is immers niet de bedoeling dat we elke parkeerplaats in de stad zullen veranderen in een laadplaats. Aan een laadpaal kan en mag namelijk niet geparkeerd worden langer dan de noodzakelijke laadsessie. De uitrol van een stedelijk netwerk aan publieke laadinfrastructuur is subsidiair aan de private laadmogelijkheden en dient enkel als opvangnetwerk bij gebrek aan laadmogelijkheden op privaat terrein en aan daarvoor voorziene tankstations.

Er is een slimme autodeelhub op wandelafstand in de Gallifortlei. De locaties voor nieuwe hubs worden steeds in samenspraak met de sector bepaald. Er is geen actieve uitrol van nieuwe deelhubs bij elke heraanleg.
Het bezwaar is ongegrond.

11. Fietsers / Zwakke weggebruikers

a)     Zwakke weggebruikers:
Er werd te weinig aandacht besteed aan de veiligheid en bescherming van de zwakke weggebruiker (fietsers, wandelaars, kinderen, mensen met een visuele of motorische beperking).

Beoordeling:
Bij de heraanleg werd rekening gehouden met logische looplijnen voor voetgangers. Ter hoogte van oversteekplaatsen worden parkeerstroken voldoende op voorhand afgebakend zodat er een goede zichtbaarheid is bij het oversteken. De wegen waarop infrastructuur voor blindengeleiding wordt voorzien zijn vastgelegd in samenspraak met de Werkgroep Antwerpen Toegankelijk. Indien een straat die opnieuw aangelegd wordt, deel uitmaakt van deze vastgelegde routes, wordt er ook blindegeleidingsinfrastructuur voorzien.
Het bezwaar is ongegrond.

 

b)     Fietsstraat:
Het voorgestelde ontwerp van de Ter Rivierenlaan creëert indirect een fietsstraat, hoewel het geen wettelijk statuut heeft. Dit zal resulteren in trager autoverkeer en maakt van de laan een woonstraat in plaats van een doorgangsweg. Het ontwerp moet echter gepaard gaan met een duidelijk wettelijk statuut en bijbehorende fietssignalisatie om frustratie, onveiligheid en verkeersagressie te voorkomen. Het vragen om een statuutwijziging en fietssignalisatie is een kleine maatregel die het ontwerp ten goede zal komen zonder verdere aanpassingen.

Beoordeling:
De aanpassing tot statuut van fietsstraat zou inderdaad geen aanpassingen aan het profiel met zich meebrengen. Zoals aangehaald wordt, zullen wagens fietsers niet mogen inhalen omdat de wettelijke passeerafstand van 1,00m niet gehaald wordt. Dit is echter het geval in zeer veel enkelrichting-woonstraten in stad Antwerpen. De stad hanteert de fietsstraat dan ook niet als ‘passe-partout’ instrument om het niet-mogen-inhalen’ zichtbaar te maken. Zo zou de indruk gewekt kunnen worden dat daar  waar er géén fietsstraat is, inhalen altijd wél mag. Een fietsstraat is geen instrument om een mogelijk onvoldoende gekende wegcode voor weggebruikers te verduidelijken. De stad gebruikt fietsstraten in eerste instantie als aaneengeschakelde route, niet enkel om fietsers plaats te geven, maar ook geleiding, daar waar fietspaden op een doorgaande fietsverbinding stoppen en de route door een dichter amalgaam aan woonstraten loopt.
Het bezwaar is ongegrond.

c)      Fietspaden:
Het plan houdt te weinig rekening met fietsers. Gezien de ambities van Antwerpen rond de Modal Shift is het aangewezen om in het plan meer veilige ruimte voor fietsers te voorzien. Vooral in de Ter Rivierenlaan, een belangrijke verkeersader in deze buurt. Er wordt verwezen naar de mogelijkheid om 2 veilige fietspaden aan te leggen, cfr. Alfons Schneiderlaan.
 

Beoordeling:

In woonstraten met een snelheidsregime van 30 km/u rijden de fietsers op de rijbaan en worden er in de regel geen afzonderlijke fietspaden voorzien. Indien er wel voor fietspaden gekozen zou worden moeten deze voldoende breed (minimum 2,5m voor een enkelrichtingsfietspad) zijn. In de Ter Rivierenlaan is er onvoldoende ruimte om ook nog eens comfortabele fietspaden te voorzien. Er zijn ook andere noden in de straat die eveneens een plek moeten krijgen, zoals groenvoorzieningen, parkeren, brede stoepen… Met een (te) smal fietspad zijn fietsers alleszins niet méér gebaat.

Gemengd verkeer biedt echter ook verkeersveiligheidsvoordelen. Want op kruispunten komen auto- en fietsverkeer sowieso met elkaar in conflict. Door fietsers (althans in woonstraten met een regime van 30 km/u) gemengd te laten rijden met het autoverkeer worden ze veel beter in beeld gebracht van autobestuurders, waardoor het ook voor hen veiliger is. Snelheidsremmende maatregelen in straat zorgen ervoor dat de snelheid in de straat onder controle blijft.

Bovendien heeft de Ter Rivierenlaan geen taakstelling als ‘verkeersader’ voor de buurt of wijk en is sluipverkeer er niet gewenst. Door fietsverkeer en autoverkeer te willen scheiden, is de kans reëel dat de autofunctie echter méér zal primeren (en autoverkeer er  zich welkom voelt) dan de gekozen inrichting met gemengd verkeer.
Het bezwaar is ongegrond.

12. Brandweer

Het is niet zo dat de brandweer gezegd heeft dat de bomen gekapt moeten worden, ze hebben gezegd dat ze gekapt moeten worden in het huidig plan. Dit wil zeggen dat er opties zijn om de bomen te behouden, de huiseigenaars tegemoet te komen, de biodiversiteit die de bomen gebruiken te blijven ondersteunen, de waarde van de huizen niet de compromitteren.

Beoordeling:
De brandweer eist nooit expliciet dat er bomen moeten verdwijnen. Wel eisen ze dat de gevels, conform de reeds toegelichte voorwaarden, bereikbaar zijn. Er zijn voldoende alternatieven onderzocht om te kunnen beslissen dat het niet realistisch is om te verwachten dat er een inrichting mogelijk is waarbij enerzijds de bomen een reële overlevingskans hebben en anderzijds de brandweereisen ingewilligd worden.
Het bezwaar is ongegrond.

 

13. Openbaar onderzoek / Toegankelijkheid gegevens

 

a)     Geen bodemonderzoek naar het grondwaterpeil en de infiltratiecapaciteit voor hemelwater, noch naar de mogelijke migratie van het water naar de gevels en de kelders van de huizen.
Ontbreken van een mobiliteitsstudie mbt de verkeersdoorstromingsproblematiek in de Ter Rivierenlaan en in alle dwarsstraten en aanliggende straten. In het hele gebied dat wordt geïmpacteerd door het nieuwe circulatie- en verkeersafwikkelingsplan dat gepaard gaat met de geplande heraanleg van de Ter Riverenlaan.
Ontbreken van een bomeneffecten analyse en een natuurtoets, evenals richtlijnen ter bescherming van alle bomen in of buiten de werfzone tegen (on)opzettelijke schade tijdens de werken.
 

Beoordeling:
Voor het openbaar onderzoek werden de procedures gevolgd zoals voorgeschreven in de VCRO. Alle documenten zoals bepaald in de normenboeken werden toegevoegd aan het dossier. Het bezwaar is ongegrond.

 

b)     Ontbreken van een MER in het openbaar onderzoek evenals in voorkomend geval het ontbreken van een ontheffingsaanvraag.
Ontbreken in de vergunningsaanvraag van onderzoek en verantwoording om in de Ter Rivierenlaan over de hele lengte een wadi aan te leggen.

Beoordeling:
De vergunningverlenende overheid oordeelde tijdens het volledigheids- en ontvankelijkheidsonderzoek dat in de project-m.e.r.-screening de aanwezige milieueffecten wat betreft mobiliteit, geluid en trillingen, biodiversiteit, luchtkwaliteit en onroerend erfgoed voldoende werden onderzocht. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de cumulatieve effecten van dergelijke grootteorde zijn dat een MER dient opgesteld te worden.
Het bezwaar is ongegrond.

 

c)      Raadpleegbaarheid van documenten in het kader van het openbaar onderzoek:
De plannen en profielen van de voorgestelde heraanleg zijn moeilijk toegankelijk en niet goed te interpreteren, zowel online als bij de dienst Vergunningen in Antwerpen. Het is niet mogelijk om papieren kopieën van de plannen te verkrijgen, en de online raadpleging via het omgevingsloket staat niet toe om documenten te downloaden of af te drukken voor gebruik in de bezwaarprocedure. Adviezen en rapporten die nodig zijn voor het aanvraagdossier zijn ook niet beschikbaar, en de termijnen voor het verkrijgen ervan overlappen met de bezwaartermijnen, waardoor burgers er geen toegang toe hebben voor het indienen van bezwaar. Dit alles voldoet niet aan de wetgeving inzake openbaarheid van bestuur.

Beoordeling:
Voor het openbaar onderzoek werden de procedures gevolgd zoals voorgeschreven in de VCRO. De adviesvragen lopen parallel aan het openbaar onderzoek. Het is aan de vergunningverlenende overheid om zowel de bezwaren als de adviezen te integreren in de beoordeling van de aanvraag.
Het bezwaar is ongegrond.

14. Onvolledigheid / m.e.r.-screening

 

Het effect van waterinfiltratie op de interbellumgebouwen in de Ter Rivierenlaan vereist meer grondig onderzoek en garanties voor het behoud van erfgoed. Het effectenrapport van Aquafin behandelt alleen hun handelen en blijft algemeen. Gezondheidsrisico's en de impact van bomenkap op het grondwaterniveau worden niet adequaat beschreven. Mobiliteit, geluid, trillingen, biodiversiteit en luchtkwaliteit worden slechts beperkt behandeld. Er ontbreekt een diepgaande analyse van cumulatieve effecten, zoals het circulatieplan.
Een MER screening is een noodzakelijke bijlage in de omgevingsvergunning. Deze bijlage ontbreekt in het openbaar onderzoek alsook wordt er niet verwezen naar het bestaan van een dergelijke bijlage in het dossier.

 

Beoordeling:
De riolerings- en wegeniswerken zijn niet vergunningsplichtig. De enige vergunningsplichtige elementen in de aanvraag hebben betrekking op het kappen van bomen en (beperkte) reliëfwijzigingen. De vergunningverlenende overheid oordeelde tijdens het volledigheids- en ontvankelijkheidsonderzoek dat in de m.e.r.-screening de aanwezige milieueffecten wat betreft mobiliteit, geluid en trillingen , biodiversiteit, luchtkwaliteit en onroerend erfgoed voldoende werden onderzocht. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de cumulatieve effecten van dergelijke grootteorde zijn dat een MER dient opgesteld te worden.

Wat de waterinfiltratie betreft, klopt het dat er vandaag een overstromingsrisico is doordat het hemelwater dat afstroomt van verhardingen naar rioolkolken onvoldoende snel kan wegvloeien via de riolering. De aanleg van een gekoppeld ondergronds (riool) en bovengronds watersysteem (infiltratiegrachten) vermindert dit overstromingsrisico doordat er meer ruimte voor waterbuffering wordt gecreëerd.  Het hemelwater in de wadi krijgt bovendien de tijd om traag te infiltreren. Infiltratievoorzieningen (wadi) worden steeds hydraulisch berekend en voorzien met een overstortconstructie naar de regenwaterafvoer opdat de leeglooptijd maximaal 72uur bedraagt. Dit is te kort voor muggen.

De lokale infiltratie van regenwater draagt bij aan de gezondheid en sponswerking van de bovenste laag van de bodem, waar planten en bomen van meegenieten. De infiltratie op deze kleine lokale schaal zal geen aanzienlijk effect hebben op de grondwatertafel (lager in de bodem). Uit ervaring is gebleken dat het invloedgebied van infiltratiegrachten heel lokaal is en niet zal reiken tot de funderingen van de huizen.
Het bezwaar is ongegrond.

 

15. Andere bezwaren

 

a)     Noodzaak van de werken:
Deze werken zijn totaal nutteloos. Zij doen afbreuk aan het originele karakter van deze laan. Ik ben van mening dat deze werken uitsluitend worden uitgevoerd om budgettaire redenen, m.a.w. om de reeds toegestane budgetten uit te geven nog voor de verkiezingen van 2024.
 

Beoordeling:
De werken zullen pas starten na de verkiezingen. Alle bewoners van de Ter Rivierenlaan zijn bovendien op de hoogte van de erbarmelijke staat van de riolering en de frequente noodherstellingen die hierdoor de voorbije jaren zijn uitgevoerd. Dit is dan ook de reden waarom dit dossier zo snel mogelijk uitgevoerd moet worden.
Het bezwaar is ongegrond.

 

b)     Vuilbakken:
De voorgestelde vuilbak tussen twee inritten op het plan is een punt van zorg vanwege mogelijke sluikstortproblemen en overlast. Dit wordt ondersteund door richtlijnen van Mooimakers die aangeven dat vuilnisbakken in woonwijken overlast kunnen veroorzaken en vuil aantrekken. De locatie van de voorgestelde vuilbak, tussen twee inritten, vergroot bovendien het risico op beschadigingen door draaiende voertuigen. Er is daarom geen noodzaak voor extra vuilbakken, vooral niet op deze locatie.

Beoordeling:
Er wordt geen vuilbak voorzien op het voetpad tussen nr. 210 en 212, wel een verlichtingspaal.
Het bezwaar is ongegrond.

 

c)      Straatverlichting:
In het kader van de straatverlichting wordt gevraagd om deze tot een minimum te beperken én deze vooral te richten naar het wegprofiel en niet naar de gevels/huizen. Zo kan de lichtvervuiling nachts worden beperkt door het uit te zetten maar ook tijdens gebruik te maken van een ander lichtkleur en het slim én laag richten.

Beoordeling:
Voor de verlichting werd door Fluvius een lichtplan opgesteld. Zij hebben de nodige expertise en ervaring om tot de meest optimale balans te komen tussen een veilige en verlicht straatprofiel met een minimum aan instraling in de woningen.
Het bezwaar is ongegrond.

 

d)     Toekomstgericht:
Het ontwerp is niet toekomstgericht ivm verzwaring elektriciteitsnetwerk in de straat, het toestaan van geothermische putten op publiek domein, het ondersteunen van regenwaterputten in de opritten, het voorzien van laadsystemen voor auto`s op verlichtingspalen.

Beoordeling:
Het is als lokale overheid niet mogelijk nutsmaatschappijen te verplichten ingrepen te doen aan hun infrastructuur i.k.v. mogelijke toekomstige noden. Wel worden er, bij elke heraanleg, verschillende coördinatievergaderingen georganiseerd met de nutsmaatschappijen waarbij technische problemen en ruimtelijke opportuniteiten besproken worden. Door de groene middenberm te vrijwaren van ondergrondse infrastructuur zorgt de stad er wel voor dat, bij eventuele toekomstige nutswerken, er geen groen of bomen meer moeten sneuvelen.
Het bezwaar is ongegrond.

 

e)      Bemaling:
In de aanvraag is nergens aangegeven dat er mogelijks een bemaling door de aannemer moet aangevraagd worden om de aanleg van de riolering te realiseren.

Beoordeling:
De bemaling werd opgenomen in het milieu-luik waarvoor nu een vergunningsaanvraag lopende is bij de provincie.
Het bezwaar is ongegrond.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De voorwaarden zoals opgelegd in het advies van de Verkeerspolitie zijn na te leven.
  1. De voorwaarden zoals opgelegd in het advies van de VMM zijn na te leven.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.


Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.